Donald Trump heeft nooit gebrek gehad aan zelfvertrouwen. Voor een bullebak of bullshitter is het een onmisbare kwaliteit. Negeer feiten, negeer argumenten en houdt stug vol dat jij en alleen jij weet wat er moet gebeuren. Het was en is de sleutel tot zijn succes.
Maar zelfs voor een persoon zo vol van zichzelf toont Trump zich de afgelopen weken zekerder dan ooit. En geef hem eens ongelijk. De economie draait als een tierelier zonder dat hij er iets voor hoefde te doen. Hij krijgt een tweede mogelijkheid om een rechter in het Supreme Court te benoemen en zo voor decennia de richting van het hoogste gerechtshof te bepalen. Als afscheidscadeautje gaf de vertrekkende rechter hem zijn anti-moslimban, het negeren van gelegaliseerde verkiezingsfraude en het financieel vermoorden van de vakbonden. De wereld reageert bezorgd op zijn handelsoorlog, zonder werkelijk te weten wat te doen. Zijn populariteit is stabiel en Trumpkiezers denken dat de president weet wat hij doet terwijl Democraten hulpeloos toezien.
Trump kijkt om zich heen en ziet dat autoritaire leiders, zijn favoriete soort, aan gezag lijken te winnen. In Turkije, Polen, Hongarije en de Filipijnen domineren ze, in Rusland maakt Trumps vriend Poetin goede sier met de wereldkampioenschappen voetbal (niets met politiek te maken natuurlijk). Als hij China niet uitdaagt met importheffingen, bewondert hij Xi en diens vrijheid van handelen. De EU en de NAVO, favoriete boksballen van de Amerikaanse president draaien zich in allerlei bochten onder de aanvallen van hun bondgenoot. De Amerikaanse president neemt schaamteloos Angela Merkel onder vuur en blijft leugens rondstrooien die door zijn even ongeïnformeerde achterban als waarheid worden geaccepteerd.
Een goede indicatie was de persconferentie die Trump gaf na zijn ontmoeting met Kim. Die was minder opmerkelijk was door zijn verslag van de magere resultaten dan door de manier waarop Trump een uur lang uitstraalde dat hij en alleen hij weet wat hij doet. Het was een bravourestukje, van zijn advies om Trumphotels te bouwen aan de Noordkoreaanse stranden tot en met de erkenning dat hij misschien over zes maanden zou moeten erkennen dat hij het bij het verkeerde eind had gehad. ‘Ik weet niet of dat ooit zou toegeven, maar ik zou wel een of ander soort van excuus vinden’, verzekerde Trump. En wie zou eraan twijfelen?
Ondertussen heeft hij een crisis gemaakt van immigratie terwijl de aantallen daarvoor geen aanleiding geven. Zijn wrede opbreken van gezinnen werd bekritiseerd maar de wijziging ervan kost hem niets en Trump voelde dat feilloos aan. Het punt was gemaakt, de achterban kon zich bediend voelen. In Europa ziet hij een zelfde soort crisis opvlammen, ook hier zonder dat de getallen daar aanleiding toe geven.
Natuurlijk ontging hem niet dat veel Europeanen, hoog in de boom over waarden en kritisch over Trump, stiekem het wel mooi vonden dat de Italiaanse regering weigerde nieuwe migranten aan land te laten gaan. Eindelijk iemand die wat deed! De volgende stap in het proces van normalisatie van dit soort beleid was de EU die besloot om een hek om Europa te zetten. Er is geen acute vluchtelingencrisis, zegt iedereen, maar gepraat erover domineert de politiek. Angela Merkel wankelt, Trumps tweets geven een zetje.
Trumpisme verovert de wereld. Something’s going on, zou de Amerikaanse president zelf zeggen. Oppervlakkig gezien zal de president die de NAVO-landen volgende week ontmoeten in weinig verschillen van de man die hen vorige jaar zenuwachtig maakte. Toen weigerde Trump over artikel 5 te praten, klaagde over het dure gebouw en de lidmaatschapsgelden die de bondgenoten schuldig waren. Hij kwam in Brussel na een stop in Polen, om de boodschap te onderstrepen dat zijn ware bondgenoten de steeds illiberalere regeringen in het oosten van Europa waren. De vijandigheid en de onbedwingbare neiging om te schofferen werd toen met de mantel der liefde bedreigd. Minister Mattis en anderen probeerden wat plooien glad te strijken en iedereen hoopte dat het over zou gaan. Whistling in the dark heet dat in goed Amerikaans.
Aan de vooravond van de NAVO top die volgende week in Brussel van start gaat, doen de bondgenoten er goed aan zich bewust te zijn van het nieuwe zelfvertrouwen van Trump. Deze man trekt zich niets aan van zijn chefstaf John Kelly terwijl de door Europa omarmde minister van Defensie Jim Mattis steeds meer geïsoleerd raakt. Inmiddels heeft Trump een minister van Buitenlandse Zaken waarbij hij zich comfortabel voelt, Mike Pompeo, en een veiligheidsadviseur, John Bolton, die Trumps instincten om te schofferen deelt. Beide heren vormen een applauscollege voor Trumps economische oorlog tegen Iran, waarin Europa gedwongen wordt mee te spelen.
Dit keer maakt Trump zijn punt niet vóór de NAVO-top maar erna. Vanuit Brussel gaat Trump naar Helsinki voor een lovefest met de enige persoon in Europa waar hij respect voor heeft, Wladimir Poetin. Ongetwijfeld zal Trump daar op zijn nu bekende wijze lof toezwaaien aan de kwaliteiten van de Russische leider, die op zijn beurt vol vertrouwen kan zijn over zijn lange termijnbeleid om het Westen uit elkaar te spelen en Amerika te ondermijnen.
Het zou niemand moeten verbazen als de top met Poetin een stuk plezieriger en succesvoller zal ogen dan de NAVO-top. Poetin zal er alles aan doen en Trump verkeert liever met de Russische leider dan met die slappe bondgenoten. Orban, Erdogan en de nieuwe Russofiele Italiaanse regering zullen iets gelijkluidends laten horen. Het enige positieve dat je erover kunt zeggen is dat wellicht de 28 andere NAVO-partners, of in elk geval een aantal van hen, niet zullen kunnen ontkomen aan serieus denken over de waarde van het bondgenootschap. De NAVO overleefde de Koude Oorlog maar wel eens slachtoffer kon worden van het uitdijende Trumpisme. Something’s going on!