Rob Hoogland is met voorsprong de domste columnist van de Telegraaf. Knap, want er is heel wat competitie. Niet van Leon de Winter want die is niet dom maar slecht. En Wouter de schnabbelaar en Timmermans besmeurder is slim én slecht. Nee, Hoogland is een categorie apart. Hij weet zelf wel beter dan wat hij opschrijft maar de rol van onderbuikmompelaar is lucratief en gemakkelijk en dus doet hij braaf wat je als populairste krabbelaar van de foute krant van Nederland moet doen.
Hoogland is voorspelbaar. Als hij eens een dagje niets heeft, gaat hij tekeer tegen vrouwen in de samenleving. Nou ja, niet vrouwen in het algemeen. Daar besteedt de wakkere krant veel aandacht aan, heel veel aandacht. Nee, aan vrouwen die een maatschappelijke rol spelen, die meer doen dan stukjes schrijven. Denk Femke Halsema, Dilan Yesulgoz, Sophie Hermans. Zelfs een aanval op Laurens Dassen zet de geslepen broodschrijver om in een aanval op Sylvana Simons. Wedden dat Halsema volgende week langskomt? Zij kan het op 5 mei nooit goed doen. En Hoogland moet maandag weer wat produceren.
Volgens Hoogland, gisteren diep in contemplatieve herdenkingsmodus, moeten we maar even opflikkeren met onze Gaza obsessie. Hij wil op 4 mei ongestoord genieten van de dodenherdenking. Maar strikt onze doden (de boerin heeft ook eens zo’n stelling verkondigd), niet die elders in de wereld en niet die van andere tijden. Hoe durven die Gaza geobsedeerde mensenrechtenliefhebbers zijn herdenkfeestje te verstoren?
Terwijl het 4/5 mei syndicaat juist ieder jaar probeert meer herdenking in de herdenking te stoppen, heeft Hoogland de briefing gemist. Alleen ónze doden, ónze verzetstrijders (bijna alle Nederlanders), ónze joodse medeburgers, al werden de overlevenden mishandeld door het land dat de doden nu herdenkt.
Dommerikken als Hoogland terzijde, ik moet bekennen dat ik mijn buik vol heb van het herdenken van de Tweede Wereldoorlog. Ieder jaar weer diezelfde artikelen, een speciale uitgave van het Historisch Nieuwsblad, dezelfde films. Toen mijn vader eind jaren vijftig twee minuten stilte hield, en heel Eindhoven stilstond (al vierde het zijn eigen bevrijding op 18 september), toen had dat nog betekenis. Hij was gevangen genomen op 14 mei 1940 en had het laatste jaar van de oorlog, na ondergedoken te hebben gezeten op een Limburgse boerderij, gediend als liaison officier in het Amerikaanse leger. Hij was in Dachau geweest.
Ik kon begrijpen en daadwerkelijk zien wat het voor hem betekende. En wat het voor Nederland betekende om op die oorlog terug te kijken. Het was nog voor Lou de Jong. We zijn drie generaties verder. Ik vind het lastig om dat gevoel nog te krijgen.
Al jaren wordt gepoogd de dodenherdenking uit te breiden tot alle oorlogsdoden van alle tijden, nou ja, van na de oorlog, maar daarmee verliest het herdenken wel zijn focus – maar dat is niet waar Hoogland en consorten over klagen.
Er lijkt mij niets op tegen om stil te staan bij actueel oorlogsgeweld, in Oekraïne, in Gaza, maar waar trek je de grens? Vluchtelingen die verdrinken, politiegeweld? Het Anne Frankhuis is een boodschap geworden tegen geweld overal en altijd. Daar kan ik me wat bij voorstellen, al betreur ik de erosie die haar verhaal daarmee ondergaat. En de relativiteit die actuele doden daardoor krijgen.
Iemand als Hoogland heeft hier allemaal geen diep gedachten over. Onze doden zijn onze doden. Hoogland geeft niets om de doden in Gaza. Dat mag, maar flikker toch op met je domme column. Blijf van onze protesten tegen de moordpartij daar af!
Zoals het hoofdcommentaar van de NRC terecht schrijft: gebruik de stilte om stil te staan bij wat je belangrijk vindt. Hoogland kan dat niet begrijpen. Hij kakelt dwars door de stilte heen.
Ik had de verleiding weerstaan om de haatzaaier in dit stukje te noemen. Maar Robert Vuisje doet het ook. Een pro-Israël politicus die alles vertegenwoordigt wat er fout is aan onze tijd, aan ons land, aan onze kiezers, aan de met hem babbelende partijen, aan de herdenkingen. Een man die ‘zich inhoudt’ en dan in Orbans Hongarije een toespraak vol haat uitspreekt. Tijdens die stilte sta ik stil bij een land dat van zijn eenmanszaak Nederlands grootste partij maakt. Een land dat herdenkt maar blijkbaar weinig heeft geleerd.
PS op zondag 5 mei: Gisteren kopte de Telegraaf ‘Nederland houdt de adem in’ – zoals altijd claimde de krant te weten wat het land deed, maar het effect van al dat gebabbel over mogelijke verstoringen was dat er maar 4000 ipv 10.000 mensen kwamen opdagen. Vandaag in de Telegraaf: een kater. Redenen gezocht maar niet gevonden. De bangmakerij misschien? Nou nee, de hand in eigen boezem steken, daar doen ze bij de wakkere krant niet aan.