Zaterdag werd de commandant van de USS Theodore Roosevelt ontslagen omdat hij in een emotionele oproep aan de marine leiding had gewaarschuwd dat het coronavirus aan boord onnodige slachtoffers ging maken.
De brief lekte, misschien was dat de bedoeling. Dat maakte de burgerleiding van de marine pissig nog voordat de superieuren van de commandant zich er druk over maakten. De minister van Marine ontsloeg Crozier omdat hij buiten de chain of command om gegaan zou zijn. Volgens de heldhaftige minister deed hij dat om te voorkomen dat Trump de commandant zou ontslaan.
Er is de nodige opschudding over dit ontslag, nadat Trump eerder een moorddadige Navy seal die door de marine was veroordeeld gratie had verleend.
Wat ik nog niet gezien heb in de verhalen is de ironie dat dit de commandant van de USS Roosevelt is. Theodore zelf namelijk raakte in een soortgelijk conflict toen hij vanuit Cuba wat al te luidruchtig en openbaar klaagde over de soldaten die doodgingen aan besmettelijke ziekten.
Dit schreef ik erover in mijn Roosevelt-biografie:
Roosevelt zei dat hij de tijd van zijn leven had. Toch is het hele
idee van a splendid little war, zoals er later over werd geschreven,
wat ongemakkelijk in een conflict dat toch zeker vijfduizend Amerikaanse
levens kostte, de meesten overigens aan ziekte. Roosevelt zou
altijd een rozig beeld houden van oorlog, als de ware test van echte
mannen. Rozig, romantisch en misplaatst en misschien een sterk
verhaal, maar zeer geloofwaardig: toen hij op Kettle Hill een gewonde
Rough Rider tegenkwam, pakte hij de hand van de man en riep uit
‘Well, old chap, isn’t this splendid?’
Het grootste probleem van de soldaten was voorkomen dat ze ziek
werden. Er heersten gele koorts en dysenterie, gevolg van alle dode
lichamen die in de hitte bleven liggen. Theodore werkte zich uit de
naad om zijn manschappen te helpen en veilig thuis te brengen. De
helft van de Rough Riders was inmiddels gewond of ziek en de groep
probeerde weg te komen van de stinkende loopgraven vol met muggen
die de koorts meebrachten. In afwachting van door Roosevelt gehoopte
verdere actie op Puerto Rico, wilde hij dat zijn regiment goed
at en kracht opbouwde. Hij gaf zelf honderden dollars uit om voorraden
te kopen in Santiago. TR was inmiddels tot kolonel bevorderd,
een titel die hij zijn hele leven liever zou dragen dan bijvoorbeeld
die van gouverneur of president. Vanwege alle zieken kreeg hij het
commando over de hele Tweede Brigade, maar verdere actie leek niet
waarschijnlijk en de meeste soldaten wilden naar huis.
Dat had nogal wat voeten in aarde vanwege de incompetentie en
desorganisatie van het ministerie van Oorlog. Roosevelt offerde zich
op door in een open brief aan het ministerie te vragen zijn soldaten
snel terug te trekken. Deze breuk met de militaire etiquette – kritiek
op de leiding – leidde tot flink wat opwinding. De minister van
Oorlog was ziedend en maakte Roosevelts brief met beledigingen
aan het adres van de National Guard openbaar. De minister suggereerde
dat niet gele koorts of malaria de reden waren dat de soldaten
wilden vertrekken, maar heimwee. Of het Roosevelts brief was die
de doorslag gaf, weten we niet, maar de soldaten werden op 15 augustus
teruggehaald. Het ministerie zou hem zijn kritiek nooit vergeven:
Roosevelt kreeg nooit de medaille waarop hij recht meende
te hebben.