De reactie van de scholieren in Parkland, Florida, op de moord op veertien mede scholieren en drie docenten is hartverwarmend. Wij liefhebbers van Amerika hoopten dat het er ooit van zou komen. Waarom is er deze keer een echte reactie op de zoveelste massamoord en eerder niet? Ik denk dat scholen, zeker middelbare scholen, een buitengewone gemeenschap vormen. Zo herinner ik me mijn school.
Als we terugkijken dan ging het bij de moordpartij op de lagere school in Sandy Hook om kinderen onder de tien. In Las Vegas werden 59 muziekliefhebbers vermoord die verder geen band hadden. In Texas werd een halve kerkgemeenschap gedood, de rest was in private rouw gedompeld. Dit keer zijn er honderden overlevenden die het niet over hun kant laten gaan. We hoeven jullie ‘thoughts and prayers’ niet, riepen deze jongeren.
In schril contrast daarmee was de reactie van de politiek zoals verwacht. Inderdaad, ‘thoughts and prayers’ en verder helemaal niets. De National Rifle Association (NRA), de invloedrijke wapenlobby die door de scholieren terecht verantwoordelijk wordt gehouden voor deze massamoord, deed wat de club altijd doet: roepen dat het niet aan wapens ligt maar aan de mensen die wapens gebruiken. President Trump was net zo cynisch. Hij kon zijn tweetgedrag niet aanpassen en maakte er weer een narcistisch spektakel van. Na een paar dagen hadden zijn adviseurs bedacht dat hij iets moest doen en vreemd genoeg werd Trumps belofte om ‘bump stocks’ te verbieden, verlengstukken die van halfautomatische wapens volautomatische maken, ineens groot nieuws. Maar het cynisme droop er weer vanaf: dit had Trump ook voorgesteld na de moorden in Las Vegas. U raadt het: er werd nooit wat mee gedaan. De Trump-aanhang in het rechtse mediakamp heeft inmiddels een volledige dagtaak met het verklaren dat de scholieren naïeve mensen zijn die worden aangestuurd door duistere linkse krachten.
De grote vraag blijft hoe het kom dat Amerika in de hele wereld het land is met de meeste wapens, de meeste doden door wapengeweld en het enige land waar met de regelmaat van de klok massamoorden plaatsvinden. Als ik het er met wapenbezitters over heb, is de discussie meestal snel afgelopen. Net als een onderwerp als abortus liggen de opinies muurvast: je bent voor of je bent tegen. Er zijn geen tussenposities. Zo ook met wapens. Gevoed door die NRA vinden de meeste wapenbezitters dat elke vorm van regulering het begin van het einde is. Het wordt gepresenteerd als een absoluut recht, vastgelegd in de grondwet.
Je had gedacht dat de moord op de lagere school kinderen in Sandy Hook iets fundamenteel zou hebben veranderd. De staat Connecticut deed wel degelijk wat en het schijnt ook nog succes te hebben, maar op landelijk niveau was de reactie pijnlijk voorspelbaar: de verkoop van nog meer wapens en de roep om nog vrijer wapenbezit en in eht Congres pogingen om het dragen van wapens in de publieke ruimte te vergemakkelijken. Sinds de moordpartij op de lagere school hebben meer dan 25 staten de vrijheid uitgebreid om een wapen mee te brengen naar cafés, kerken, scholen, universiteiten en andere plekken. Let wel: uitgebreid, niet teruggedraaid. De schietpartij in Las Vegas vond plaats toen het Congres wetgeving overwoog om de ‘verborgen-wapens-wetgeving’ van een staat ook te laten gelden in staten die deze regels niet hebben. Dan kunnen Texanen hun wapens meenemen naar, pak weg, Minnesota. Het wetsvoorstel werd in december door het Huis aangenomen. In Texas hoef je sinds juli 2014 ook niet meer 48 uur te wachten, maar kun je je wapen meteen na aankoop uit de winkel meenemen. In Florida mag je iemand neerschieten zonder dat dit arrestatie oplevert. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat je ‘niet redelijk’ handelde. ‘Stand your ground’, heet dat.
Geen land in de wereld kent meer massamoorden met vuurwapens dan de Verenigde Staten: meer dan één gemiddeld per dag, afhankelijk van waar je de grens legt voor ‘massamoord’. Maar dat is in zekere zin misleidend, omdat de overgrote meerderheid van vuurwapenmisdaden in Amerika, goed voor meer dan 35.000 doden per jaar, niet deze vorm heeft. Ongelukken en zelfmoord tikken harder aan. Ieder jaar zijn er wel hartbrekende verhalen van een kleuter die papa’s revolver uit het nachtkastje haalde en zijn vriendje of broertje doodschoot. Nog wreder is dat het Congres gemakkelijk te installeren veiligheidswaarborgen voor vuurwapens weigert te verplichten.
Het aantal wapens in de VS wordt geschat op meer dan 310 miljoen. Volgens het Pew Research Center hebben vier van de tien Amerikanen een wapen of wonen ze in een huisgezin met wapens. De helft van de Amerikanen zegt te zijn opgegroeid in een huis waarin wapens aanwezig waren. Het aantal vuurwapendoden in de VS is meer dan 25 maal zo hoog als dat in andere ontwikkelde landen. Daarvan is ongeveer twee derde deel onbedoeld, zelfmoord of niet vastgesteld, en een derde deel moord of doodslag. Zelfmoord met een vuurwapen ligt in de VS ongeveer acht keer zo hoog als elders.
Na Newton en ook na de racistische moord op negen kerkgangers in Charleston, South Carolina, op 17 juni 2015, zei president Obama: ‘This is not who we are.’ Hij klonk gelaten na de zoveelste woorden van rouw tijdens zijn presidentschap en doordrongen van een bewustzijn van machteloosheid. Maar hij had ongelijk. Dit ís Amerika. Massamoorden door individuen met wapens zijn een uniek Amerikaans fenomeen. Het hebben van een wapen is deel van de identiteit van een groot aantal Amerikanen. Ook de gedachte dat meer wapens meer veiligheid bieden, is een uniek Amerikaanse illusie, een typisch geval van cognitieve dissonantie: het wegredeneren van de feiten om je mening te laten prevaleren.
De vaststelling dát wapenbezit een onaangenaam maar bepalend onderdeel is van de Amerikaanse identiteit, beantwoordt niet de vraag waarom. Eén verklaring ligt in het verleden: Amerika was altijd al een gewelddadige samenleving. Altijd geweest. Altijd gebleven. De eerste kolonisten waren geen doetjes. Ze werden bedreigd door de lokale indianen en vochten onderling de nodige gevechten uit. Het leven aan de rand van de beschaafde wereld was altijd gevaarlijk, en naarmate die rand opschoof naar het westen, schoven het gevaar en de gewelddadigheid mee. In het zuiden waren de blanke bewoners niet alleen bang voor indianen, maar ook voor slaven die in opstand zouden kunnen komen.
Een minder voor de hand liggend deel van het antwoord is dat Amerika heel lang een surplus kende aan jonge mannelijke immigranten. Het leidde tot marginaliteit van alleenstaande mannen. Het maakte hen lastige burgers en gaf Amerika een ingebouwde tendens naar geweld en ordeloosheid. Voeg daarbij dat aan de frontier er lange tijd geen officiële instanties waren met een geweldmonopolie, en dat drank, gokken en prostituees eindeloos problemen veroorzaakten, en je hebt een krachtig mengsel voor gewelddadigheid. Tijdens de Goldrush van 1849 arriveerden 89.000 gedreven goudzoekers in Californië – vrijwel allemaal mannen. Binnen zes maanden was één van iedere vijf nieuwkomers dood, terwijl de meesten van hen hun avontuur waren begonnen in goede gezondheid en in de bloei van hun leven verkeerden.
De wapenbezitters menen dat hun recht om wapens te dragen is vastgelegd in het Tweede Amendement op de grondwet, dat zegt dat de federale overheid niet het recht van staten kan beknotten ‘om goed bewapende milities op de been te houden’. Het Amendement werd geschreven in 1790, toen de Engelsen hun kolonies nog wilden terugveroveren en Amerikanen in staat wilden zijn zich te verdedigen, ook zonder staand leger. Dankzij een volgens velen volstrekt bizarre interpretatie van het Supreme Court wordt het amendement nu gelezen als een onvervreemdbaar recht op persoonlijk wapenbezit.
De NRA is de machtigste lobby van Amerika. Weinig politici durven deze club te bruuskeren, want als de NRA besluit je het leven zuur te maken, dan ga je een moeilijke campagne tegemoet. De meeste politici nemen dat risico niet. De NRA hanteert de redenering dat je op geen enkel punt van je recht op vuurwapens mag toegeven, omdat anders het hele bouwwerk aan het schuiven gaat.
De wapenindustrie heeft, anders dan we soms denken, niet geprofiteerd van het presidentschap van Trump. Grote wapenproducenten hadden gehoopt en verwacht dat de verkiezingen van Hillary Clinton en de dreiging van wapenregulering de verkoop flink zou opjagen. Toen Trump de winnaar werd, vonden de wapenbezitters het blijkbaar niet nodig om zich extra te bevoorraden. De oudste wapenproducent van Amerika, Remington Outdoor, vroeg in februari faillissement aan.
Misschien is de tijd rijp voor een aanval op het wapenbezit. Misschien maken we ons opnieuw blij met een dode mus. Hoe dat ook zij, het is hartverwarmend om jongeren dit binnenlands geweld te horen kwalificeren als terrorisme en nog nooit kreeg de NRA zo om zijn oren, met zoveel oprechte woede. Ik hoorde ook het sterkste argument sinds jaren. In een land waar de leeftijd waarop je alcohol mag consumeren op 21 ligt, is er geen enkele leeftijdsbeperking op de aankoop van wapens. De scholieren waren oprecht in hun wens om daar wat aan te veranderen, en niet omdat ze graag een biertje drinken. Misschien is het goed in herinnering te roepen dat de kiesgerechtigde leeftijd begin jaren zeventig naar 18 werd verlaagd met het argument dat als je namens je land in Vietnam mocht sneuvelen het op zijn minst mogelijk moest zijn om te kunnen stemmen. Mondige burgers, oprecht woedende scholieren, van wie de meesten in november 2018 en die allemaal in 2020 mogen stemmen: er is nog hoop voor Amerika.