Gepubliceerd in de Standaard 18 januari 2021
Niet Trumpisme maar de verkiezingsleugen zal de meest vergiftige erfenis zijn die Donald Trump achterlaat. Het ontbreekt niet aan artikelen die ons vertellen dat we op 20 januari wel van Trump af zijn, maar dat Trumpisme zal blijven. Bijna allemaal laten ze na Trumpisme te definiëren anders dan in de meest algemene termen.
Dat is logisch, want gegeven de fleksibele, om niet te zeggen opportunistische aard, van wat Trump en zijn regering tot stand brachten, is Trumpisme niet meer dan het roepen dat je gekwestste burgers vertegenwoordigt om macht te verkrijgen. Trumpisme wijt de onplezierigheden van de wereld aan de anderen, aan de tegenpartij. Het heeft een typisch Amerikaanse eigenschap, je verantwoordelijk achten voor je eigen succes of falen, op zijn kop gezet. Trumpisme is de klaagcultuur in turboversnelling.
Zo gezien is Trumpisme meer een middel dan een doel. Dat verklaart waarom aan Yale en Harvard opgeleide politici tekeer gaan tegen de elite. Ze hebben ambities. Trumpisme is in belangrijke mate theater. Van de Trump-bijeenkomsten met een negentig minuten meanderende monoloog tot de bestorming van het Capitool: het is allemaal good fun, geweldig entertainment. Een deel van de Trump-terroristen die het Capitool bezetten was gewapend en had kwade plannen. Een ander deel gaf de indruk van een middagje uit met een onvermoede bonus. Ze liepen door het Capitool, hun ogen uitkijkend en telefoons in de aanslag.
Dat een aanzienlijk roedel aan Republikeinen politiek brood ziet in het beheer van de erfenis van Trump geeft al aan dat we ook zonder de persoon in kwestie niet van zijn perfide invloed verlost zijn. De vervaging van normen, van beschaafde omgang, de erodering van civic society geeft politieke opportunisten zoals senatoren Cruz en Hawley, en de kwaadwillende minister Pompeo reden genoeg om juist geen afstand te nemen van president Trump en zijn gedrag. Integendeel, ze proberen zijn mantel over te nemen. Of dat kan met een zo gepersonificeerd presidentschap, is vers twee, maar ze praten en handelen maar vast als Trump. Het gebalde vuistje waarmee senator Hawley de belagers van het Capitool begroette, sprak boekdelen. Dat hij een paar uur later de verkiezingsuitslag weigerde te accepteren, ditto.
De vraag waar we ons werkelijk zorgen over moeten maken is niet of Trumpisme, wat dat ook mag zijn, blijft voortbestaan. Meer pregnant is de vraag hoe groot de schade is aan ‘s werelds belangrijkste democratie en, daar niet van los te zien, of Amerika definitief moet worden afgeschreven als leidende natie.
Ik denk niet dat Trump blijft rondhangen voor 2024. Daarvoor is hij te lui. Ik denk dat zijn addergebroed te dom is om hun vader op te volgen. De invloed van Trump als persoon zal sneller verdwenen zijn dan we nu denken, maar niet de structurele schade aan de democratie. Die zal nog jaren dooretteren, als hij al niet op kortere termijn ernstige gevolgen heeft. De vergiftigste erfenis van Trump is dat hij 67 procent de Republikeinse kiezers achterlaat met het idee dat de verkiezingen zijn gestolen. Elke volgende verkiezing is aanvechtbaar, de uitslag kan zomaar gestolen worden, onder je ogen. Trump zegt het zelf!
Daarmee is de verdeeldheid die Trump zaaide nu in beton gegoten. Er is maar een middel om daar een einde aan te maken: Donald Trump zou zelf moeten erkennen en onderstrepen dat hij de verkiezingen werkelijk heeft verloren. Dat zou een gezond verstand eisen en psychologische volwassenheid, plus een bewustzijn van het maatschappelijk goed, zaken die Trump niet in zijn arsenaal heeft. Het zal dus niet gebeuren, bijgevolg zal de verkiezing van 2020 mensen nog jaren boos maken, erger, geen verkiezing zal meer onbetwist en eerlijk lijken voor de verliezers. Ik sluit niet uit dat Democraten ook vallen voor de verleiding om hierin mee te gaan.
‘What’s the downside for humoring him?’ Wie zoekt naar een citaat om vier jaar Trump samen te vatten, hoeft niet verder te gaan naar de anonieme Republikein die deze woorden gebruikte. Ze werden uitgesproken in de dagen na 3 november toen Trumps partijgenoten nog dachten dat een paar dagen gemonkel over gestolen verkiezingen nergens toe zou leiden. Beter de loser in het Witte Huis te vriend houden, je weet maar nooit hoe het van pas kan komen.
Wel, dit is de downside. Inmiddels kan dit citaat gelden als grafschrift, niet alleen van de politici die de twee maal geimpeachte president eindeloos steunden, maar ook voor de gezondheid van de Amerikaanse democratie. Laten uitrazen was niet wat de 147 Republikeinen in het Huis en de acht senatoren deden die op 6 januari tegen de certificering van de verkiezingsuitslag stemden. Ze gingen nog maar eens vol mee met Trumps leugens en opruiende onzin. Dit was niet meer humoring, dit was volledige overgave. Bijna een derde deel van de Republikeinse volksvertegenwoordigers heeft de Amerikaanse democratie opgegeven.
Ernstig als dat is, de conclusie van vier jaar Trump is onveranderd: hij was eerder een symptoom van de Amerikaanse problemen dan de oorzaak ervan. Trump heeft geen enkel probleem opgelost, een aantal andere problemen verergerd en met de structurele ondermijning van het democratisch proces een nieuw probleem veroorzaakt. Hij laat Amerika zieker dan ooit achter als hij op 20 januari Washington ontvlucht. Trump heeft geen toekomst maar zijn kwade geest zal blijven waaien over vele volgende verkiezingen.
Frans Verhagen is journalist en Amerika-kenner. Een uitgebreide druk van zijn Geschiedenis van de Verenigde Staten verschijnt later deze maand.