De bedreigde Amerikaanse democratie

Onderstaand opinieartikel had ik bij NRC en Standaard liggen. Slecht getimed, met klimaat en andere onderwerpen dominant. En Republikeinen winnen ineens Virginia. Maar een pregnant onderwerp, dus ik zet het hier toch maar neer.

Sinds het aantreden van Donald Trump heerst in Europa de vrees dat Amerika niet meer betrouwbaar is als bondgenoot. Angela Merkel zei het met zoveel woorden, Emmanuel Macron riep op tot strategische autonomie.

De verkiezing van Joe Biden gaf menigeen het gevoel dat het zo’n vaart niet liep. Dat met Trump Amerika weer gewoon zichzelf was geworden. Europa kon weer fijn terugzakken in minimale inspanningen en minimale strategische overpeinzingen. Al voordat Trump was vertrokken, verklaarde Macron dat de NAVO ‘hersendood’ was.

Inmiddels is duidelijk dat het aantreden van Joe Biden minder geruststellend was dan gedacht. Dat is niet omdat hij een onbetrouwbaar bondgenoot zou zijn, of omdat hij tot over zijn oren in de binnenlandse politiek zit. Nee, het is veel ernstiger. Inmiddels weten we dat in de Verenigde Staten de democratische rechtstaat wordt bedreigd. We hebben een bondgenoot, of zo u wilt, beschermheer, waarin zijn en onze waarden en normen te grabbel gooit.

De blijvende aanwezigheid van Donald Trump, maar bovenal de bereidheid van zijn Republikeinse Partij om zich met huid en haar over te leveren aan diens verkiezingsleugens en zucht naar aandacht bedreigen Amerika’s politieke gezondheid. Voor het eerst in de geschiedenis accepteerde een verliezer van de presidentsverkiezingen niet de uitslag. Sterker, hij probeerde eerst de kiesmannen van sommige staten te blokkeren, daarna het tellen van de geautoriseerde kiesmannen onmogelijk te maken. Want dit laatste was de opzet van de bestorming van het Capitool en om die reden mag die bestorming als poging tot staatsgreep geschetst worden.

Inmiddels zijn die verkiezingen een jaar geleden en nog steeds betoogt Trump en steeds meer Republikeinen met hem dat de verkiezingen hem ontstolen zijn. Dat Biden niet een legitieme president is, zoals hij dat bij Barack Obama claimde op basis van de eindeloos herhaalde leugen dat die niet in Amerika was geboren. De modus operandi van Trump levert geen verrassingen meer op. Het is allemaal pijnlijk voorspelbaar.

Minder voorspelbaar is zijn succes. Het is een succes dat Trump dankt aan het ontbreken van enig tegenspel. Zijn grote leugen kon alleen maar terrein winnen omdat zijn Republikeinse Partij, de pretentieuze senatoren en de straatvechtende afgevaardigden, Trump niet tot de orde riepen. Dat maakte het Trump gemakkelijk teleurgestelde kiezers op te juinen.

Zogenaamde leiders als senator Mitch McConnell en minderheidsleider Kevin McCarthy lieten geen woord van afkeuring horen, laat staan dat ze hun gezag gebruikten om de achterban op te roepen afstand te nemen van een man die, zoals ze verdraaid goed weten, leugens verspreid die de essentie van de democratische rechtsstaat bedreigen. Leiders die nu ook medeplichtig zijn aan het spinnen van een web aan leugens dat de gebeurtenissen van 6 januari bagatelliseert en verder onderzoek dwarsboomt.

Over het waarom van deze ontwikkeling – lafheid, opportunisme, cynisme, gebrek aan moreel kompas – valt veel te zeggen, maar daar gaat het hier niet om. Wat we zien gebeuren, dagelijks en onafgebroken, is de teloorgang van het belangrijkste democratische land in de wereld. In een systeem dat draait op twee partijen zien we dat een van de twee afscheid neemt van het grondwettelijk systeem dat Amerika Amerika maakt.

Eén politieke partij weigert de uitslag van democratische verkiezingen te aanvaarden, probeert het systeem zo in te richten dat het met een minderheid de meerderheid kan ringeloren. Eén partij heeft het zogenaamd onpolitieke Supreme Court volgestopt met ideologische scherpslijpers. Eén partij laat geen piep horen als de democratie waarvan hij deel uitmaakt wordt besmeurd en ondermijnd. Eén partij gooit degene die werkelijk durft te zeggen waar het op staat, afgevaardigde Liz Cheney, door en door conservatief maar moedig genoeg om uit te spreken dat Trump een gevaar is en nooit meer in de buurt van het presidentschap mag komen, uit zijn gelederen.

Overal in Amerika werken Republikeinen op staatsniveau aan het beperken van de mogelijkheden om te stemmen, om verkiezingen naar hun hand te kunnen zetten. Regionale politici worden in het Trump-keurslijf gedwongen. Wie weigert, wordt afgeserveerd. Fox News voedt de leugens en houdt de Hongaarse autocraat Victor Orban op als voorbeeld. De Wall Street Journal publiceert een brief van Trump die volstaat met leugens en onwaarheden.

Uiteindelijk zijn het natuurlijk de kiezers zelf die dit gedrag tolereren, soms bewonderen en met electorale winst belonen. Dat maakt het niet beter aanvaardbaar. We hebben eerder gezien dat kiezers en een meegaande elite democratie om zeep hielpen. Dat een minderheid de meerderheid buitenspel zette. 

In 2022 zullen deze Republikeinen waarschijnlijk meerderheden veroveren in beide huizen van het Congres, daarmee bewijzend dat leugens, opportunisme en cynisme lonen. McConnell wordt senaatsleider, McCarthy Speaker, Lyn Cheney verliest. Biden raakt vleugellam. Terwijl het onwaarschijnlijk is dat Trump zelf in 2024 zou kunnen worden gekozen, is er een gerede kans dat een van de Trump-enablers die eer te beurt valt. Verwerpelijke senatoren als Ted Cruz, Josh Hawley of Tom Cotton, of een Trumpistaanse gouverneur als Ron DeSantis van Florida. 

De kans is groot dat die resultaten voor de Republikeinen worden bereikt vanuit een minderheidspositie, nadat ze kiesregisters, stemprocedures en het tellen hebben toegesneden op hun behoeftes. Misschien zelfs een rechtstreekse verwerping van kiesresultaten in sommige staten, waarna Republikeinse staatscongressen kiesmannen benoemen. Als dat gebeurt zullen ook Democraten, die in 2000 zich nog keurig neerlegden bij de uitspraak van het Supreme Court die George W. Bush president maakte, in opstand komen. Zullen ook zij het vertrouwen in de democratische rechtstaat verliezen.

Het is geen uitkomst die vastligt maar een die zich in de ontwikkelingen sinds 3 november 2020 en 6 januari 2021 steeds duidelijker aftekent. Het zou onverantwoordelijk zijn als Europese landen niet rekening houden met dit afglijden van de Verenigde Staten. We hoeven ons nog niet meteen naar de uitgang te haasten, maar het is verstandig om bij onze deliberaties over de toekomst van de NAVO, van de Europese defensie, rekening te houden met een illiberaal regime in de Verenigde Staten. Ze zijn al halverwege.