Nooit gedacht dat ik Mitt Romney nog eens zou begroeten als een stem van redelijkheid in een klimaat van Republikeinse lafaards. Senator Orrin Hatch, een factotum uit een andere tijd die ooit goed bevriend was met Ted Kennedy (dat kon toen nog), maar de laatste jaren zijn leeftijd liet zien, gaat eindelijk met pensioen. Dat zouden meer 83-jarigen moeten doen, zoals senator Diane Feinstein van Californië. De meeste van deze politici vinden zichzelf zo belangrijk dat ze graag in het harnas sterven, zoals John McCain.
Ik zie maar door de vingers dat Romney bijna op zijn knieën bij Trump arriveerde (geen seksuele ondertonen hier) om zijn minister van Buitenlandse Zaken te worden. Wat zal Romney blij zijn dat hij die baan niet heeft gekregen. Afgezien van die beschamende episode is Romney een nuttig en verstandig criticus gebleken van Trump, een van de weinige Republikeinen die ruggegraat toonde.
Het leidt geen twijfel dat Romney in november in Utah wordt gekozen. Hij is er populair en hij wil graag – kien om zijn rol als landelijk kandidaat een meer succesvolle afronding te geven. Ik heb geen illusies over de mate waarin Romney tegen zijn eigen geradicaliseerde partij zal stemmen, maar misschien helpt het als het erop aankomt. Bij een benoeming voor het Supreme Court of zo.