Geschreven voorjaar 2012, tijdens voorverkiezingen
Koen Petersen schreef in de Volkskrant van deze week dat de Nederlandse media bevooroordeeld naar Amerika kijken en bij de presidentsverkiezingen bijna altijd Democraten positiever belichten dan Republikeinen. Dat is zo. En inderdaad, cabaretier Maarten van Rossem en zelfverklaard Obama-watcher (hij was eerst Clinton watcher tot hij bleek op het verkeerde paard gewed te hebben) Willem Post leggen zelden uit waarom Amerikanen andere politici waarderen dan Nederlanders. Ik laat Prem en Raymann die Peters terecht aanvoert als voorbeelden van tendentieuze en onzinnige analisten van het nieuws maar even buiten beschouwing. Het is niet hun fout. Het is de fout van de programma’s die hen als deskundigen in huren.
Om uit eigen doos te praten: de redactie van Knevel en Knijt had me gevraagd wat over Obama te komen vertellen ergens voor de zomer van 2008. Op het laatste moment belden ze af, zoals zo vaak. Er was een andere expert gevonden. Wie dan, vroeg ik. Prem. Hoezo Prem? Nou ja, hij was zelf zwart en een fan. Okay. Dank u. U hoeft nooit meer te bellen. Ik ben niet gebelgd dat ik werd gepasseerd maar het maakte mooi duidelijk hoe de keuzes gemaakt worden voor de amusementsprogramma’s die bij ons consequent als praatprogramma’s worden verkocht.
Dat gezegd zijnde, is het niet zo raar dat er in Nederland onder het publieke Obamamania ontstaat. Dat komt omdat we graag Obama als president zagen. Petersen vraagt zich af waarom niemand kon uitleggen dat toch ruim 47 procent van de Amerikaanse kiezers op McCain stemde. Nu was er bij die verkiezing een serieus probleem: het was niet uit te leggen. McCain had zich serieus bejaard getoond, wist geen bal van economie en toonde dat, had zichzelf gediskwalificeerd door Palin opportunistisch een kans op landelijke roem te geven. Waarom toch die 47 procent? Gewoon, racisme, standaard Republikeins stemmen (goed voor 40 procent), vrees dat Obama een socialist, communist of fascist zou zijn in Fox kringen – een vrees die ze later graag voor zichzelf bevestigden in, inderdaad, het fact free bedrijven van politieke analyse.
Het huidige spektakel met negen kandidaten waarvan er minstens zes simpelweg niet gekwalificeerd waren, voedt de houding van Nederlanders die met name Republikeinen rare lui vinden. En al kan ik wel uitleggen waarom deze mensen toch stemmen trekken, en dat dagelijks doen, dat maakt hen nog niet gekwalificeerd. Alleen Gingrich en Romney horen thuis in de eredivisie en zij zijn beide zo patent opportunistisch dat je kunt uitleggen waarom ze voorverkiezingen kunnen winnen maar wat meer moeite hebt om te vertellen dat ze ook een acceptabel president kunnen zijn.
Het is helemaal niet zo vreemd dat de meeste Nederlanders voor Democraten zijn en dat te wijten aan de media is flauwekul. Dat de media geen goed beeld geven is een feit, maar als ze dat wel zouden doen, zou het niets aan de voorkeur van de Nederlanders veranderen. Petersen haalt op goede Bolkestein en Elsevierwijze de zaken door elkaar. Je kunt heel wel tegen Republikeinen zijn en heel precies weten waar je het over hebt. Sterker nog, uitleggen waarom Amerikanen zo stemmen verandert niets aan de dagelijkse werkelijkheid dat Nederlanders dat niet zouden doen. We zijn uiteindelijk geen Amerikanen. Wat is daar mis mee?
Gingrich is een handgranatengooier die voor flink wat opwinding kan zorgen en ik heb al eerder geschreven waarom hij mogelijk de verkiezingen van Obama kan winnen. Romney is een Republikein zoals Nederlanders van de keurige soort die graag zien: pragmatisch, gematigd en, buiten de voorverkiezingen, niet al te idioot in sociaal conservatisme. Dat is ook precies waarom hij de verkiezingen van Obama gaat verliezen als hij de genomineerde wordt. Je kunt het allemaal keurig uitleggen.
Petersen maakt het zich al te gemakkelijk door de Amerikaanse geschiedenis erbij te halen en de hang naar godsdienstvrijheid om het sociaal conservatieve onverdraagzame karakter van de huidige kandidaten te verklaren. Jazeker, de Puriteinen waren onverdraagzame, autoritaire lui en de Founding Fathers waren niet erg gelovig en probeerden juist die elementen weg te halen uit de Amerikaanse samenleving. Verklaart dat het geloofsfanatisme van een Santorum, het Mormoonse geloof van Romney of de katholieke flexibiliteit van Gingrich? Lijkt me niet. Integendeel. Peters verklaart niets want deze kandidaten laten nou juist het omgekeerde zien.
Petersen graaft zijn eigen valkuil als hij zelf al verklaart dat Obama niet gaat winnen. Peilingen zijn peilingen, een campagne verandert van alles en nog wat, en de ‘approval ratings’ van een president zeggen niet veel over de vraag of hij al of niet herkozen zal worden. Dat hangt van de tegenstander en de omstandigheden af. Vraag maar aan de oude Bush die eind 1991 nog kon luchtfietsen op hoge percentages.
Uiteindelijk blaft Peters tegen de verkeerde boom. Het is helemaal niet raar en helemaal niet erg dat Nederlanders Obamamania bevangt. De meeste Nederlanders waren in 2008 voor Obama (en in de jaren negentig voor Clinton). Niets op tegen. Dat de Nederlandse media falen in het verklaren waarom Amerikanen toch, geheel in strijd met het gezonde verstand van de rest van de wereld een incapabel president als de kleine Bush kiezen en ook nog eens herkiezen verdient inderdaad een veel beter uitleg dan de mediaconsumenten krijgen. Het probleem zijn de Nederlandse media en hun deskundigen die moeten meedraaien in het kijkcijfercircus van de borreltafel, plus de vooronderstelling van vooringenomenheid die de media hanteren: voor de balans willen ze graag iemand aan tafel die tegen Obama is, of tegen Gore. Een gewone uitleg is niet voldoende. Zo belandde ik in het bakje pro-doodstraf, pro-Bush en pro-oorlog-in-Irak toen ik probeerde deze zaken uit te leggen. In de kijkcijfermedia bestaat geen objectieve analyse, iedereen is partij.
Maar ook een adequate uitleg had in 2008 weinig begrip meegebracht voor de geriatrische McCain en had de Obama manie niet gestopt. En een volledig begrip waarom Republikeinse kiezers in de voorverkiezingen willen horen wat ze de afgelopen maanden voorgeschoteld hebben gekregen, maakt de lezer of kijker nog niet welwillender in het accepteren daarvan. Hoeft ook niet. Nederland lijkt in weinig opzichten op Amerika. Wij polderen en gedogen lekker door en accepteren een niet verantwoordelijkheid dragende partij van onverdraagzaamheid als regeringspartner. Leg dat maar eens aan Amerikanen uit die Nederland alleen maar kunnen zien als een vrijgevochten samenleving van seks, drugs en euthanasie.