Het is jammer en slecht voor de democratie dat de verkiezingen al in september worden gehouden. Al in september? Ja, dat is snel en het is slecht voor de kracht van onze democratie. Het betekent dat de partijen die mee willen doen krap twee maanden hebben, mei en juni, om voor de zomervakantie hun lijsttrekkers, lijsten en programma bij elkaar te rapen. Want dan moet alles klaar zijn en dat is kort dag. Omdat de vakantie doorloopt tot eind augustus zal ook de campagne behoorlijk kort zijn. Volgens sommigen een verademing maar het komt een serieus debat niet ten goede. Gezien de aard van de vragen waar we voor staan is dat een slechte zaak.
De korte termijn is vooral lastig voor partijen. Het zal de interne partij democratie verzwakken en uiteindelijk begint daar alles in ons partijgericht systeem. Het betekent dat er geen intern debat zal zijn over belangrijke zaken, geen debat over programma’s en prioriteiten. In een dergelijke korte tijd kun je dat immers nauwelijks organiseren, er moet meteen doorgeakkerd worden naar het verkiezingscongres. Op dat congres wordt de lijsttrekker gekroond en met zo weinig tijd om de gevestigde machten uit te dagen, is het voorspelbaar dat er aan de top geen nieuwe gezichten opdoemen, hoogstens bij het CDA. Wie dwars ligt wordt als dwarsligger gezien, niet als een valide stem in de discussie. Er moet doorgewerkt worden naar de verkiezingen, er moet gewonnen worden.
Hetzelfde geldt voor de kandidatenlijsten. Er is geen tijd voor mensen om zich aan te melden, om te overwegen of iets waarover ze misschien op een termijn van twee jaar nadachten zo versneld kan worden. Kun je je huidige baan opzeggen? Er is geen tijd voor screening door de partijen, maar evenmin voor het herkennen van talent dat zich aanmeldt. Het argument dat dit talent al binnen de partijen aanwezig is en al herkend is, miskent de geslotenheid van de partijbolwerken. Er zal op voorzichtig en bekend gespeeld worden, vooral in die partijen waar de partijleiding (de lijsttrekker en het bestuur) de groslijst opstellen, inclusief advies. Dat is jammer want het betekent dat we nog meer van hetzelfde krijgen, kleurloze kamerleden die hard werken maar nauwelijks kunnen gelden als volks vertegenwoordiger.
Er is ook geen tijd om na te denken over wie namens partijen in de regering zouden moeten komen, want in ons alleen in naam dualistische stelsel moeten we meteen ook over regeren nadenken – zeker nu er haast bij is. Ook over de vraag wie een potentiële minister president is, wie degene wordt die de grootste partij als eerste naar voren mag schuiven, moet daardoor gehaast beslist worden. Zo zal de PvdA ongetwijfeld de vraag krijgen of Diederik Samson ook premier wil worden. Hij zou dat niet moeten willen en als hij zo verstandig is om dat te zeggen, dan is de vraag: wie dan wel? Wouter Bos kreeg die vraag ook, in 2003, en kwam toen erg laat (te laat) met de namen van Job Cohen en Johan Stekelenburg (Cohen kreeg de voorkeur). Als nu burgemeester Eberhard van der Laan naar voren moet worden geschoven, of wie dan ook, dan is dat haastwerk.
We hebben nu al vier keer achter elkaar verkiezingen gehad die in een vloek en een zucht moesten worden georganiseerd, in 2003, 2006 en 2009 was het ook al zo. Dat is slecht voor de Nederlandse democratie want zo bestendigen zich twee grote problemen met de Nederlandse politieke structuur. Het eerste is de partijstructuur. Politieke partijen zijn rare fenomenen maar voor alle partijen in Nederland geldt dat ze leden hebben verloren en diepgang missen en steeds minder deel uitmaken van het leven van de gemiddelde burger. Slechts een klein deel van de Nederlandse bevolking is maar actief. Of kan zelfs maar actief zijn, want de meeste partijen zijn veel geslotener dan je zou wensen. Verkiezingen op korte termijn houden dat zo. De mensen die de macht hebben, houden de macht. Er wordt veel over de Haagse stolp gepraat, dit houdt hem in stand.
Een tweede probleem is de aard van de volksvertegenwoordiger. Ik zeg bewust niet de ‘kwaliteit van de volksvertegenwoordiger’ want daarover valt te twisten. Maar je kunt vaststellen dat de kandidaten op de diverse lijsten een specifieke deskundigheid hebben en, als ze al kamerlid zijn, een specifieke ambitie, namelijk bestuurder worden. Die nadruk op deskundigheid en niet op politieke kwaliteit, daarmee bedoel ik de kunst om ook echt te vertegenwoordigen en niet assistent te zijn van de fractieleider, ondermijnt de band tussen kiezers en gekozenen nog verder. Concreet: de meeste partijen hebben maar een paar mensen die gezichtsbepalend zijn en veel te weinig mensen die het politieke debat in het land voeren, die gewoon willen vertegenwoordigen en niet bestuurder willen worden of het als opstapje naar wat anders beschouwen. Doe ik een aantal van hen daarmee onrecht? Vast, maar voor het grootste deel van onze volksvertegenwoordigers geldt dat niemand ze kent en dat mensen noodgedwongen op de lijsttrekker stemmen die mede daardoor veel te veel persoonlijke macht krijgt.
Het zijn maar een paar observaties bij een discussie over de verkiezingsdatum die er vooral over lijkt te gaan wie tactisch gezien het meest profiteert van welke datum. Voor de gezondheid van onze democratie zou het beter zijn als we ruim de tijd namen voor verkiezingen en is het jammer dat we al in september onze keuze moeten maken. Dat die verkiezingen ook geen enkele van de voorliggende problemen oplossen maakt het alleen maar erger.