Nee, ik ga niet kijken naar zes afleveringen van ranzige Billy. Wat mij is blijven fascineren is niet alleen dat we allemaal wisten dat Bill een schuinsmarcheerder was (en Trump een pathologische leugenaar, en Bush een lichtgewicht, en Nixon een beschadigd type enzovoort) en ze toch werden gekozen.
Niet alleen dat Clinton een enorme teleurstelling was als president, zijn tweede termijn vergooiend aan ongedisciplineerdheid en leugens. Niet alleen dat Hillary dacht dat mensen de Clintons zouden vergeven en vergeten. Maar vooral dat medio 1997 weldenkend Nederland al die opwinding maar niets vond. Mitterand had een liefje. Seks tussen volwassenen? Bill was een ranzige predator maar hij was onze ranzige predator.
Het meest staat me bij de vervelende discussie met ‘feministen’ die zich jarenlang hadden ingezet om seks in de werkplaats tussen ongelijke machtspersonen aan de kaak te stellen en nu ineens stonden te tut-tutten over Billy. Hij was progressief. Hij was babyboomer. Hij was een van ons. In die tijd was het een discussie waar ik gold als extreem – extreem conservatief op de een of andere manier.
In een later stadium ging me ook de heilige Hillary houding irriteren. Waarom een First Lady verdedigen die verdomd goed wist wat er aan de hand was met haar onverbeterlijke echtgenoot. Die zeker wist dat hij had gelogen en daarover loog. Ik heb nooit zo goed begrepen waarom Hillary-fans dat als een teken van kracht zagen. Monica Lewinsky, needless to say, was een soort bijzaak in deze affaire.
Ik verwijs graag naar een artikel dat ik toen voor de Volkskrant schreef, betogend dat Clinton nou maar eens moest opstappen. Nooit zoveel (negatieve) reacties gehad.