Klopt helemaal
Zit wel wat in, maar…
X Onzin
Wie Amerika wat beter kent, zal niet gauw zeggen dat alles overal hetzelfde is. Eén Amerika bestaat niet, niet in fysieke zin en niet in overdrachtelijke zin. Ik ken de klacht dat alle strips, die commerciële zones aan uitvalswegen, uitwisselbaar zijn. Dat is waar. Je vindt daar overal dezelfde motels, fastfoodrestaurants, snack shops en breakfast places. Ook is het ontegenzeglijk zo dat het barst van gelijksoortige shopping malls met dezelfde winkels, dezelfde restaurants, dezelfde Sears, Starbucks en Barnes and Nobles. Er is vrijwel geen vliegveld dat enige indicatie geeft van waar je bent.
Maar het vliegveld, de shopping mall, de strip of het business district zijn Amerika niet. De geografische omstandigheden in Amerika zijn zo verschillend, dat je vaak op basis van het landschap, geluiden, de huizenbouw, de lichtval of wat dan ook kunt zien of voelen waar je bent. In elk geval weet je waar je niet bent. Niemand zal de bayous van Louisiana verwarren met de stranden van Californië, en die zijn weer heel anders dan die van Florida. Wie geparachuteerd wordt in Chicago, weet meteen dat hij niet in Washington, New York, San Francisco en Phoenix is. Toegegeven, St. Louis lijkt weer wat meer op Cincinnati, maar al snel worden de verschillen duidelijk.
Bovendien leiden verschillen in geografische omstandigheden, cultuur en geschiedenis tot andere manieren van leven. Dat lijkt een open deur maar het betekent dat binnen dat schijnbaar homogene Amerika flink wat verschillen bestaan: de regionale identiteit is sterk. Er is lokale muziek, er zijn lokale gerechten, soms een accent, een manier van spreken, een attitude, verschillen in kleding. Er is het weer: het maakt de winter doorbrengt in de diepvries van Minnesota of in Florida.
Nergens blijkt het anders-zijn duidelijker dan in het Diepe Zuiden, ook al zijn er de afgelopen decennia miljoenen noorderlingen heen gegaan. Hier gaat het leven wat langzamer, mensen hebben er meer tijd, ze zijn vriendelijker, dragen een andere geschiedenis mee, ze denken politiek heel anders, zijn geloviger en ga zo maar door. Het leven heeft er ook meer drama: het is niet voor niets dat veel van de grote Amerikaanse schrijvers uit het Zuiden komen.
Ik heb er als journalist altijd graag en veel gereisd. Het Zuiden gaf een heel andere kijk op Amerika, het bood een sleutel tot het meer conservatieve, meer gelovige en overdreven patriottische Amerika dat altijd al bestond maar nu het beeld van heel Amerika lijkt te bepalen. Zoals een puntige waarnemer het stelt: het Zuiden heeft de Burgeroorlog verloren maar sindsdien Amerika veroverd.
Ongelooflijk divers
Heel anders is de Pacific Northwest, staten als Washington, Oregon en Idaho. Qua landschap zijn ze totaal anders dan de rest. Veel regen, veel groen, veel donkere grijze wolken en misschien daarom, veel koffiehuizen (Starbucks komt ervandaan) en veel boekenwinkels (je moet toch wat als het zo nat en donker is) en bepaald soort literatuur. Er is ruimte, maar op een andere manier dan in het zuidwesten. Dit is nog een beetje de Nieuwe Wereld die tot aan het begin van de twintigste eeuw lag weggestopt achter ontoegankelijke bergen.
Het lijkt van geen kanten op New England. Daar zijn de mensen meer gereserveerd en vooral ondramatisch. Ze wonen in mooie dorpjes met een village green, waar ze soms nog hun ouderwetse town hall meeting houden, de lokale democratie die de schilder Norman Stockwell zo goed wist te treffen. De afstanden zijn klein, het is er groen en de winters zijn er tamelijk ruig. Terwijl Spaans handig is als tweede taal in het zuidwesten, schiet je daar in New England weinig mee op.
Het Midden-Westen heeft een saai landschap met bijbehorende burgers. Amerikanen hier zijn over het algemeen ongecompliceerd, gemakkelijk in de omgang en conservatief. In Californië is het altijd lekker weer, zijn de jongeren allemaal aan het surfen en vertelt iedereen je direct zijn levensverhaal. Florida is natuurlijk één groot pretpark, of nee, een verzamelplaats voor bejaarden. Zelfs de kakkerlakken in New York zijn anders dan die in Los Angeles. Blues in Chicago hetzelfde als in Memphis? Hoe durft u!
Enfin, je loopt het risico alleen maar clichés over die regio’s op te lepelen, maar dat onderstreept juist de stelling dat Amerika ongelooflijk divers is. En dan heb ik heb het alleen nog maar gehad over regionale verschillen, weer, geografie en landschap. Maar kijk naar de etnische diversiteit. Is een Chinees in Los Angeles uitwisselbaar met een Puerto Ricaan in New York, kun je een Poolse katholiek in Chicago verwarren met een wedergeboren Texaan? Zijn arme, onopgeleide blanke ex-mijnwerkers in de Appalachen vergelijkbaar met zwarte gettobewoners in een vervallen industriestad als Youngstown, Ohio?
Ook op een heel andere gebied, dat van de opinies, biedt Amerika de grootste diversiteit ter wereld. Terwijl in Nederland alles wat boven het maaiveld uitsteekt de zeis ontmoet, proberen opiniemakers in Amerika elke saaie akker die ze tegenkomen om te ploegen. Je kunt geen onderwerp bedenken of er is niet iemand die er een radicale, uitgesproken mening over heeft, en in minder dan geen tijd wordt ook precies het omgekeerde met passie verdedigd. Het is goed voor dinnerparty-conversatie met een hoog vuurwerkgehalte.
Een variant van opinies, het geloof, komt in een veelheid aan vormen voor die schier onvoorstelbaar is (zie cliché 6). Maar misschien moet je geloof zien als een mooi voorbeeld van marktdiversiteit. Als er een markt voor is, dan wordt die in Amerika aangeboord. Het mooie is dat een zo groot land met zoveel mensen heel veel deelmarkten heeft die groot genoeg zijn om te bedienen met een heel specialistisch blad, geloof, zeep, ijsco of wat dan ook. Ik zou juist zeggen dat het risico om een echte eenheidsworst te worden in Amerika geringer is dan in menig Europees land van kleinere omvang. Je hebt een zekere massa nodig om divers te kunnen zijn en Amerika stelt niet teleur.