En nog een fijne vakantie, Ted!

We hebben allemaal ons eigen voorbeeld van een politicus die door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, of, vaker, een accumulatie van incompetentie, in een beschamende of zelfs compromitterende situatie terecht komt. Minister Hoekstra op het ijs is wat dit betreft letterlijk een kleine krabbelaar, maar ook een voorbeeld van die accumulatie nu ik hoor dat zijn pr-afdeling hem op het ijs zette.

Mijn favoriete voorbeeld blijft nog altijd de sneeuwstorm die Washington DC overviel, eind januari 1987. Ik heb nooit meer sneeuw gezien dan toen. In mijn herinnering was het een meter sneeuw, of iets dergelijks, als ik het google viel er de ergste dag ongeveer dertig centimeter, met wat er al lag goed voor een halve meter waar we doorheen moesten baggeren. Net als Nederland stond Washington al bij het minste of geringste beetje sneeuw helemaal stil. Het was sappelen. De supermarkten hadden op een gegeven moment lege schappen, niets reed meer. Ik vond het wel leuk.

De burgemeester van Washington, de coke snuivende joker Marion Barry – we kwamen hem wel eens tegen in de disco met een witte neus (of misschien hebben we dat inmiddels alleen maar als een valse herinnering aan een valse man) – zat die week in Los Angeles, in Pasadena, waar de Superbowl gespeeld zou worden. Er deed niet eens een team uit DC aan mee, de Redskins, toen ons home team, hadden de finale niet gehaald. Maar terwijl Barry op de tennisbaan stond in een zonnig Pasadena, zuchtte zijn stad onder een bak sneeuw. De publieke diensten, inclusief die voor het ruimen van sneeuw, functioneerden niet.

Nou ja, Barry stond niet lang op de baan. Als verklaring voor zijn totale afwezigheid, ook in de publiciteit, na de sneeuwstorm werd een aanval van een hernia gegeven. Achteraf weten we dat hij ingestort was na het roken van cocaïne (crack was toen de drug waar alles om draaide, waardoor Barry’s Washington de murdercapital van de VS was). In januari 1990 zou Barry in een sting-operatie van de FBI al crack rokend gearresteerd worden.

Toen hij eenmaal terug was, inspecteerde Barry de stad per helikopter. Dat viel niet in goede sneeuw bij de bewoners. Hier zie je overigens hoe weinig politici leren van elkaars fouten: kleine Bush liet zich in 2005 over de ruïnes van New Orleans vliegen, na de orkaan Katrina. Dat soort vluchten mag een goed overzicht geven, ze vallen nooit lekker bij de mensen waar je overheen vliegt.

Enfin, zo gaat dat, en nu is het slachtoffer van een dergelijke pr- ramp een man die je het ergste zou toewensen: de senator van Texas, Ted Cruz. Cruz werd door medereizigers op de foto vastgelegd toen hij woensdag uit Houston, ondergesneeuwd en zonder elektriciteit, naar Cancun, Mexico vloog. De foto’s raasden over het internet.

Iedere adviseur zal je vertellen wat de beste uitweg is als je eerste optie, de schuld geven aan de Democraten niet voorradig is: je verontschuldigen en zeggen dat je weken lang bezig was geweest de leugens van Trump en de staatsgreep op 6 januari mogelijk te maken, en dat je na al die inspanningen best wel wat rest and recreation had verdiend met vrouw en kinderen (mevrouw Cruz was nog diep en diep beledigd door hork Trump in de voorverkiezingen van 2016 – dat was nog voordat Cruz diens hielenlikker werd). In plaats van die in elk geval oprechte verklaring, kwam er allerlei b…s..t over zijn dochters wegbrengen en de volgende dag weer terug gaan. Zoals Richard Nixon al leerde is het ontkennen van een probleem of het liegen erover, erger dan het onderliggende probleem. En Nixon was slimmer dan Cruz.

Cruz krijgt het voor zijn kiezen, net als het Texaanse Republikeinse establishment dat verantwoordelijk is voor de problemen van afgelopen week (de gouverneur beging ook zo’n no-no door in Austin de schuld te geven aan de elektriciteitsmaatschappij en bij Fox aan de Green Deal). Ze verdienen het als geen ander. Beste grap in de late night shows: dit is wel een heel radicale manier ’to turn Texas blue’ (is: Democratisch).

Ted Cruz is uitzonderlijk onpopulair bij zijn collega’s. Hij is een hork, was verantwoordelijk voor een schadelijke sluiting van de overheid in zijn eerste jaar als senator, en hij verloor in 2018 bijna van uitdager Beto O’Rourke. Bij de verkiezingsleugen was Cruz, na voorloper Josh Hawley, ook weinig populair, de belangrijkste senator die bleef volhouden dat het kiescollege niet geaccepteerd moest worden.

Cruz heeft ambities voor 2024. Hij heeft zijn vlag aan de Trump-mast genageld, wat de ruimte voor groei al behoorlijk heeft beperkt. Zijn tripje naar Cancun zal hem nog lang nagedragen worden. Anders dan Trump die vrolijk in vrouwelijke kruizen mag grijpen, zal de kiezer met die vervelende Cruz weinig geduld hebben. Hij zal diep door het stof gaan, de vakantievierende senator. Het zal niet diep genoeg zijn. Hopelijk zet de Texaan een mooi gesneden laars op de nek van Cruz om hem nog dieper te drukken.

Hij verdient het. Soms is de wreedheid van politiek onaangenaam aantrekkelijk.

Texaanse onzin en koudegolven

Ik voel met onze vrienden in Austin die nu in de kou zitten. Mijn vriend Al, een serial entrepreneur, heb ik nog niet gesproken maar het zou me niet verbazen als hij zijn giga huis verwarmt met een dieselgenerator. Zo’n type is Al. Rekening houden met het onverwachte en ook voldoende geld om een investering te maken in zo’n generator die je zelden nodig hebt.

Hoewel hij een transplant is uit Zuid-Californië, hebben Al en zijn gezin de Texas mentaliteit. We doen het hier zelf wel, geen overheid, geen slap gelul, gewoon, the Texan way. Al stemde op Trump, al vond hij hem een onbeschofte hork. Lage belastingen, deregulering, China bashing en in het algemeen anti-overheidsretoriek gaven voor hem de doorslag. Al is wat je noemt results-oriented.

Deze koude crisis in Texas is niet alleen Texas-size maar ook Texas-made. De staat maakt geen deel uit van het electriciteitsnetwerk van de VS. Wie wil controle van federale autoriteiten? Nee, Texas deed het zelf wel. De olie en gasindustrie in de staat legde dit beleid op.

In 2011 hadden ze al eens een koude probleempje. Zou allemaal opgelost worden. Nu blijkt dat niemand er wat aan gedaan heeft. Wie wil regulering? Vervelend mensen die je controleren. Dat is niet Texas.

Zoals viel te verwachten, weten de Trumpies ook weer precies waar het aan ligt: vastgevroren windmolens. Weg met de Green Deal. Het is deprimerend voorspelbaar en kenmerkend stupide. Windmolens maken maar 10 procent uit van de voorzieningen en, ja, ze hebben geen verwarmingselementen omdat Texas dat niet nodig vindt. Dat is ook de reden dat de gaspijpleidingen op cruciale punten zijn bevroren.

Texaanse bullshit is niet partijgebonden. Maar er is een goede reden dat Texas slecht openbaar onderwijs heeft, slechte voorzieningen in het algemeen. Het is de vleesgeworden anti-overheidsstaat (behalve natuurlijk als Houston onderloopt na een orkaan, dan staan ze klaar om overheidshulp te ontvangen).

The chickens come home to roost, oftewel, boontje komt om zijn loontje. Gaat Texas veranderen? Ik betwijfel het. Ze zijn er hardleers en dogmatisch in hun idee dat ze het zelf wel kunnen. Good riddance.

Sport en politiek hebben natuurlijk niets met elkaar te maken

De sympathieke oproep om het WK voetbal in Qatar te boycotten wegens schendingen van de mensenrechten heeft weinig kans op steun van de vingerzwaaiende Nederlander. Want u weet, sport en politiek hebben niets met elkaar te maken. The games must go on, riep die IOC baas in 1972 in München na de moord op Israelische atleten. En ze gingen door.

Het is ook een beetje laat, dat wel. Moskou en Qatar kregen dit speeltje in een corrupte deal, geleid door corrupte voetbalmiljonairs (niet de spelers maar de bazen). Toen was protest op zijn plaats geweest, het bleef comfortabel stil. De ene corrupte baas is door de andere vervangen maar de uitslag van de corrupte toekenningen bleef staan. De FBI heeft gesteld dat de toekenning door corruptie tot stand kwam.

Moskou ging natuurlijk gewoon door, never mind Krim, Oekraine of vergiftigingen. Qatar gaat ook gewoon door, reken er maar op, in de winter en in stadions die inderdaad geen enkel doel dienen. Er wordt niet gevoetbald in Qatar, er worden enkel mensenrechten geschonden, vooral bij de bouw van die stadions.

Maar die Nederlander, die houdt er niet van om sport en politiek te mengen. Vooral niet als we meedoen en nog goed zijn ook. Bram en Freek staken in 1978 hun nek uit met de campagne Bloed aan de paal om te voorkomen dat ‘we’ in het Argentinië van de generaals zouden spelen.

We gingen spelen en als we gewonnen hadden, hadden we even gemakkelijk de wereldbeker uit handen van generaal Videla ontvangen. De paal waaraan het bloed kleefde, voorkwam dat. Maar was Robbie Rensenbrinks inzet erin gegaan …. u weet het, politiek en sport hebben niets met elkaar te maken.

Het is onmogelijk de tonnen boter op de Nederlandse hoofden te beschrijven toen Maxima opdook, met haar foute vader. Ineens wist iedereen weer dat er gemarteld en gemoord was. Maar voetbal heeft daar niets mee te maken. Kom maar hier met die beker, hadden we gezegd.

En dus, sympathiek gebaar of niet, gaat Qatar gewoon door. Sport en politiek …..kras in de plaat.

Herinnering aan Jan van Wieringen.

Leuk in om de Volkskrant een verhaal te lezen over Jan van Wieringen, begin jaren tachtig correspondent van de Volkskrant in de VS. Het raakt me zijdelings, ik heb Jan nog net meegemaakt als collega.

Hij woonde aanvankelijk in O Street in Washington, voordat hij in 1982 naar Greenwich Village verhuisde. Zelf woonde ik sinds begin 1983 op datzelfde O Street. Mijn buren kenden hem wel. Ik hoorde dat Jan uit DC was vertrokken omdat hij het te tam vond. Na de homo bevrijding was Greenwich Village veel spannender. Dit was de tijd van leren jackjes, leren petten, alles zwart natuurlijk, en veel metaal. En eindeloze seks in dark rooms.

In DC was dit de spannendste buurt. Aan het einde van onze straat die doodliep op een grasveld dat glooide naar het riviertje dat door Rock Creek Park liep. Het grasveld heette, en zie ik op Google, heet nog steeds, P Street beach, genoemd naar de naastliggende straat die groter en drukker is. In mijn tijd daar was P Street beach een plek waar homo’s elkaar ontmoetten. Er was een duistere disco bar aan de dwarsstraat, 23rd Street, waaraan het veldje lag.

Ik kwam Jan in levende lijve tegen bij de conventie van de Democraten, in San Francisco, in 1984. Niet dat we heel veel van hem zagen; we wisten dat Jan het druk had met dark rooms in wat toen het walhalla van de homo gemeenschap was, San Francisco. Oh ja, er was ook nog een conventie. Hij leek te genieten maar druk was het wel. Ik probeer me te herinneren wat wij over Aids wisten in die tijd. Weinig, maar genoeg om te weten dat het dodelijk was voor mensen om ons heen. Het zou dodelijk blijken voor Jan, ik geloof dat hij de twijfelachtige eer geniet de eerste Nederlandse dode aan Aids te zijn.

President Reagan weigerde de ziekte te onderkennen, zelfs toen zijn vriend Rock Hudson eraan doodging. Zelf had ik er zijdelings mee te maken. Een kennis ging dood, we hoorden andere verhalen. En in mijn hetero gemeenschap in Washington was er wel zorg over promiscue vrienden en vriendinnen die gemengde contacten onderhielden. Genoeg zorgen om naast de toen in DC verplichte syfilis test voor een huwelijk, onszelf te laten testen op aids voordat we trouwden.

Ik had als Washingtonse correspondent verder geen contact met hem. New York was niet onze wereld. De correspondenten in DC, onder wie Sytze van der Zee en Haye Thomas, klonterden wel samen – vooral als je moest doen wat geen correspondent wil doen, het bezoek van een Hollandse notabele coveren – vaker wel dan niet met een glas whiskey. Toen en nu vond ik dat correspondenten hun basis moesten hebben in DC, niet in New York, maar dat terzijde.

Jan kwam weer op mijn pad toen hij al ziek was; hij was naar Nederland vertrokken, begreep ik toen Bert Vuijsje me belde. Bert was toen adjunct bij de VK en vroeg me of ik voor Jan wilde invallen totdat er een nieuwe correspondent zou worden benoemd. Niet veel later hoorde ik dat Jan was overleden. Ik had daar wel oren naar, al kreeg ik weinig reactie op mijn verzoek om mee te mogen solliciteren. Was ook niet de bedoeling, het was al dichtgetimmerd, hoorde ik later. Ik mocht Jans computer, toen een begeerd artikel, bewaren voor de opvolger.

In januari 1986 begon ik voor de Volkskrant, met gemengde gevoelens. Jan was een aardige vent, voor zover ik hem kende. Het was lullig om zo in een correspondentschap te rollen.

Zijn verdienste als boodschapper van een gemeenschap en een ziekte die in de VS al veel duidelijker was dan blijkbaar in Nederland, is me uiteraard ontgaan. Mooi dat hij in dit stuk daar krediet voor krijgt.

De schaamte voorbij

Jort Kelder is niet alleen een slecht interviewer, hij kent ook geen schaamte. We zagen hem eerder dit jaar al wanpresteren in het publieke omroep showprogramma dat zich vermomt als discussie, nu gaf Kelder zijn uur op zaterdagmiddag, zogenaamd bedoeld om met deskundigen (de dr.’s waarop Jort zo jaloers is) te praten over aan een keuvelarij met zijn goede vriend Mark Rutte.

Ik neem het Kelder niet kwalijk. Hij gebruikt gewoon de mogelijkheden die de publieke omroep, dat vreselijke gedrocht uit een tijd van verzuiling, ruimschoots biedt. Hij is geen journalist, hij is gewoon een party hack.

En eerlijk is eerlijk, Kelder mag bijzonder slecht gepositioneerd zijn om Rutte te ondervragen, ik herinner met de Jeroen Pauw ook zijn uur overhandigde aan de toenmalige lijsttrekker.

Een precedent is gezet.

Noot: dit is een aangescherpte versie van het stukje dat ik eerder schreef. Dit staat morgen in de NRC en de Standaard.

‘A civilization is not destroyed by wicked people; it is not necessary that people be wicked but only that they be spineless.’ James Baldwin is een van de meest verlichte schrijvers die Amerika ooit had. Hij had het over de racisten en hun gedogers in zijn tijd, de jaren vijftig en zestig. Dit citaat uit The Fire Next Time is wel heel toepasselijk op wat we de afgelopen vier jaar hebben gezien, met de zelfdestructie van de Republikeinen de afgelopen week als apotheose.

Trump was erg maar erger waren zijn slippendragers. Het zijn de mensen die Trump mogelijk maakten die de blaam verdienen, de senatoren die hem vrijuit lieten gaan. De mensen die voor hem werkten tot ze ondervonden dat Trump alleen loyaal is aan zichzelf. De goedpraters. Maar bovenal is zijn partij medeplichtig. Dat maakte de stemming zaterdag duidelijk.

De Republikeinse senaatsleider Mitch McConnell bevestigde zijn reputatie door Trump vrij te spreken en vervolgens in scherpe bewoordingen hem verantwoordelijk te stellen voor wat er was gebeurd. Hij maakte zich er vanaf met procedurele argumenten. De man was geen president meer, zei McConnell, die in de week na het impeachment in het Huis, toen Trump nog president was, geen haast had gehad met het proces.

McConnells nooduitgang werd door veel senatoren genomen. Of beter gezegd: zijn voorbeeld zette de toon. Als er iemand hier een historische rol had kunnen spelen dan was het McConnell. Hij had zijn partij uit het moeras kunnen leiden. Maar McConnell had zijn ziel al een paar keer verkocht, een keertje meer maakte niet meer uit. Nu zal de geschiedenis vastleggen dat toen het erop aankwam Republikeinen hun taak verzaakten. Ze controleerden niet de uitvoerende macht, maar gaven die de vrije hand.

Laten we eerlijk zijn, niemand had gedacht dat de Republikeinen in de senaat na vier jaar hielenlikken Trump nu zouden laten vallen. Toch blijft het vreemd dat Republikeinen deze uitgelezen gelegenheid niet aangrepen om de afstand te nemen die de meesten van hen zouden wensen. Een groter aantal dan de zeven zou hun partij wel uit Trumps greep willen halen. Ze durfden niet. Het is een keuze. Het betekent volledige overgave aan Trump en zijn onzalige familie. Zoals een zoon tweette: 2-0. Inderdaad, een dubbele nederlaag voor politieke moraal. Erger nog, het betekent overgave aan de veelheid aan rechtsradicale gewelddadige groepen. Daar zijn we nog niet vanaf.

De conclusie moet zijn dat Amerika voorgoed is veranderd. Dat is een open deur. Maar daarom is het niet minder waar. We weten nu dat een president ongestraft kan proberen de grondwettelijke procedure voor het tellen van de kiesmannen te verhinderen, met hulp van zijn aanhangers binnen en buiten het congres. En met geweld. Een president die verkiezingen verliest kan traineren, de wet schenden, tuig opjagen en ermee wegkomen. Een precedent is gezet.

We weten nu dat impeachment net zo goed geschrapt kan worden. Het is geen afschrikking meer voor een zittend president. De Republikeinen claimen de partij te zijn van ‘original intent’, zeggen dat ze kijken naar de Founding Fathers van Amerika om te zien wat de normen voor Amerika moeten zijn, wat de standaard is. Een despoot als Trump was de ergste nachtmerrie voor James Madison, The Federalist Papers laten er geen misverstand over bestaan wat de bedoeling was van impeachment. Streep erdoor.

Ook definitief is nu dat Amerika maar één partij meer overheeft die serieus genomen kan worden. De Republikeinen, ooit de trotse partij van Lincoln, Amerika’s beste president, eindigen in innige omarming met de slechtste president ooit. De Grand Old Party, zoals ze zichzelf liefkozend noemen, is geen partij maar een sekte, gerund door een maffiose golfer in Florida. Zeker, de Republikeinen blijven de macht van obstructie behouden, maar ze ontberen enig moreel gezag. Ik zeg dat niet met blijdschap: Amerika heeft oppositie nodig die een idee heeft, die ergens heen wil, die ergens voor staat. Er moet wat te kiezen zijn.

Trump praatte over het opzetten van een derde partij. Dat hoeft niet. De GOP is van hem. Ik wens ze er geluk mee. Deze partij, in deze vorm, heeft geen enkele kans om nog eens het presidentschap te veroveren. Van de 74 miljoen kiezers die deze man nog eens vier jaar hadden gewild, is maar een beperkt deel nog steeds blij met de keuze die ze op 3 november maakten. Ze gaan dat niet nog een keer doen.

Vrijspraak of niet, Trump en zijn achterban hebben geen toekomst, maar de GOP miste de kans om zichzelf nieuwe dynamiek te geven, om zijn kiezerspotentieel uit te breiden. Misschien is dat goed nieuws als het mensen Cruz en Hawley aan de Trump-mast bindt en ver van de macht houdt. Zijn zijn erger dan Trump, erger dan wicked, zij zijn evil. Die mast is hun ruggengraat.

Je had mogen hopen dat met de nederlaag van Trump in november op een democratische manier een einde gekomen zou zijn aan een donkere periode in de Amerikaanse geschiedenis. De gebeurtenissen sinds 3 november lijken dat te logenstraffen. Joe Biden mag een verademing zijn, de rot in het bouwwerk van Amerika is te groot. Niet de vrijspraak van Trump maar het optreden van Mitch McConnell en de zielloze meelopers die niet zelf kunnen beslissen, bevestigt dit. Het is zoals James Baldwin schreef: een beschaving is niet bestand tegen gebrek aan ruggengraat. Het werd zaterdag bewezen.

Frans Verhagen is journalist. De uitgebreide druk van zijn Geschiedenis van de Verenigde Staten, inclusief de Trump-periode, is nu uit.

What took you so long?

‘Het is onmogelijk geworden om met Baudet in een kabinet te gaan zitten’. Ferme woorden van Rutte, de implicatie is dat het voor eergisteren wel mogelijk was.

De PVV, zegt de Volkskrant, was al in 2017 uitgesloten. En het trauma van 2009, regeren met de haatzaaier, dreunt nog na, zegt de krant.

Heeft Rutte de PVV nu, met zijn anti-samenlevingsprogramma, ook op het strafbankje zitten?

Ben ik de enige die deze man niet vertrouwt? Mijn 2009 trauma is nog steeds aanwezig, het heet niet PVV maar het heet Rutte.

Wat gaf en geeft Trump zijn greep?

Ik wil vandaag voortborduren op de stelling van Janan Ganesh in de Financial Times dat als de senatoren gezamenlijk optreden, of althans een voldoende aantal van hen, de mogelijk negatieve gevolgen van een boycot door de Trumpies minder ernstig zullen zijn. Ik denk dat hij gelijk heeft. Op het moment dat voldoende mensen een tiran, in elk geval iemand die jou of jouw groep in de greep geeft, laten vallen dan is zijn macht weg. Verdampt. Veroordeel de man, maak het hem onmogelijk om in 2024 kandidaat te zijn en hij wordt irrelevant. Het klinkt eenvoudig maar Republikeinen lijken er niet toe in staat. Dat roept de vraag op: hoe breek je de onbegrijpelijke greep van een evil man?

Daaraan vooraf gaat een andere vraag die me blijft bezighouden: niet zozeer hoe je de greep breekt maar wat hoe de greep tot stand kwam en hoe hij zo stevig blijft. Hoe kan deze man zoveel Amerikanen in zijn ban houden? Ik realiseer me dat van de 74 miljoen kiezers er een flink aantal was dat geen Democraat wilde en daarom op Trump stemde. Misschien was er zelfs een flink aantal dat hem een succesnummer vond. Ik weet niet hoeveel van hen Trump ook in ballingschap zouden blijven steunen. Hun stem was tijdgebonden.

De rest van dit verhaal staat elders op mijn site. Het is een lang verhaal geworden meer dan 3000 woorden, u bent gewaarschuwd. Het blijft me fascineren: hoe kan het dat een type als Trump een samenleving in zijn greep houdt? Ik pretendeer niet het antwoord te hebben, maar wil er over blijven nadenken. Het populisme van ongure types als Baudet en Orban ontspruit aan dezelfde bron.

Sterk verhaal, zwakke senatoren

De presentatie van de Democratische aanklagers was indrukwekkend en, opnieuw, pijnlijk en schokkend. Ik denk echter niet dat het Republikeinen overhaalt om Trump uit hun wereld te verwijderen. Ik hoop dat ik het fout heb.

De presentatie maakte een grondwettelijke held van super labbekak Mike Pence, omdat hij zich aan de wet hield. Bravo! Het was een investering van de aanklagers om te laten zien dat Trump aanzette tot geweld tegen zijn eigen vicepresident. De tijdsvolgorde werd mooi neergezet. Trump zet Pence als een ware maffiose godfather onder druk. Pence weet dat hij dit niet kan doen, zelfs als hij het zou willen. Volgend hoofdstuk: de Trump-terroristen (de aanklagers koppelden Trumps naam consequent aan wat gebeurde) kondigden aan dat ze Pence gingen opzoeken en vermoorden.

Sterke momenten. Ook de geschetste opbouw van Trumps staatsgreep, van de eerste aanzetten in het voorjaar tot en met de laatste opdracht aan zijn tuig, was sterk en duidelijk. De grote leugen, die waarin de meeste luisterende Republikeinen lang meegingen en sommigen nog steeds, had een lange voorgeschiedenis. Ook de oproepen tot en indicaties van geweld waren duidelijk. Marco Rubio, steeds zwakker op alle niveaus, mocht roepen dat ze in Florida dagelijks bussen met Democraten van de weg reden, toen dat in Texas gebeurde. Trumps ‘stand by’ oproep aan de Proud Boys en hun daden op 6 januari. Het hele verhaal met de, inderdaad, niet verrassende afloop. Wat we nog krijgen, vermoed ik, is Trumps stilzwijgen tijdens zijn staatsgreep op afstand.

Ook sterk was het steeds terugkeren naar de doelstelling van de terroristen, die precies dezelfde was als die van de opper terrorist: het stoppen van het grondwettelijk proces van stemmen tellen. De aanklagers kwamen er steeds op terug. Dit wás een poging het democratisch proces om zeep te helpen (vandaar dat ook Pence die onterechte heldenrol mag spelen).

Wat bij me bleef knagen was dat we wisten dat er een aanslag was geweest, een staatsgreep van de psycho en zijn tuig. Het was bekend terrein het werd door iedereen onderkend, iedereen in de zaal had het ervaren. Maar dát het gebeurde wil niet zeggen dat de link met Trumps geratel bewezen was. Voor mij wel, maar dat is niet relevant. De 44 Republikeinen die zichzelf vorige week een ‘ga langs af’ kaart gaven door het hele proces ongrondwettelijk te verklaren hoeven zich zelfs niet over die vraag te buigen. Ze hebben Trump al gered.

Dat er een aanslag was op het democratisch proces is duidelijk. Dat er een terroristische aanslag was, is duidelijk. Of ‘incitement’, de aanklacht, overtuigend is bewezen, hangt niet af van wat gepresenteerd is maar van de ruggegraten van de senatoren. En dus zullen we handenwringende lui horen die het allemaal heel verschrikkelijk vonden maar geen ‘incitement’ en sowieso, ongrondwettelijk omdat de terrorist in chief nu gewoon burger is.

De afgevaardigden waren indrukwekkend. Democraten en dus gevarieerd, Hispanic, zwart, wit, Virgin Islands. Het was, denk ik, het beste wat de Democraten aan het land konden voorleggen. Een weldaad vergeleken met de Republikeinen die we de afgelopen jaren zagen.

Ik twijfel er niet aan dat miljoenen Amerikanen de link tussen Trumps opruiing en het gevolg wel degelijk leggen,ook Amerikanen die op de psycho gestemd hebben. Maar of het veel Republikeinse senatoren heeft overgehaald, betwijfel ik.

Het zal opnieuw een vlek zijn op het toch al bezoedelde Republikeinse blazoen. Trump zal hen blijven achtervolgen, simpelweg omdat hij kan en omdat hij haatdragend is. Ik vermoed dat zijn invloed zich nu beperkt tot de hard core, de terroristen en hun juichende thuisfront. De staatspartijen die zich aan Trump hebben opgehangen, Arizona, Texas, Nebraska.

Toch denk ik dat het netto effect van dit impeachment proces wel degelijk zal zijn dat Trumps invloed minder wordt.

De man was altijd een magneet voor moreel verwerpelijk gedrag, nu is hij zo ver gegaan en is hij zo vastgenageld voor zijn staatsgreep, dat de rest van de Republikeinse kiezers minder snel iemand zal steunen die Trump ook steunt. Als antidemocraten als Ted Cruz, Josh Hawley of Tom Cotton in 2024 kandidaat zijn, zullen ze met dit proces om de oren geslagen worden. Zelfs eenvoudige Trump-meelopers zoals Mike Pompeo en Nikki Haley zullen er last van hebben. De Democraten hebben hun video’s over Trump-ondersteuning nu al klaarliggen. Stem Cruz en dit is wat u krijgt.

Het is een onbevredigende uitkomst en tegelijk wel aangenaam. De Republikeinen kunnen niet zomaar weglopen van het trainwreck van de Trump jaren. Ze zitten in een lose-lose positie, tenzij ze nog net op tijd bedenken dat voor iedereen het leven aangenamer is als Trump tot een permanent verblijf op zijn golfbaan wordt veroordeeld.

Je weet immers nooit wat McConnell in het hoofd heeft. Hij is niet herkozen voor zijn laatste termijn, de ervaring op 6 januari was traumatisch en afgezien van de rechters, waren de Trump jaren voor hem onaangenaam. Hij heeft gezegd dat iedereen in dit proces naar geweten mag stemmen. Ik zou er niet van opkijken als hij collega’s de kans geeft om samen met hem alsnog Trump uit het publieke leven te verwijderen. Niet omdat hij geweten heeft, maar omdat het hem zou laten vertrekken als redder van de partij in plaats van zijn doodgraver.

Stel, hij haalt voldoende collega’s over om 17 stemmen voor veroordeling te krijgen. Stel u de koppen voor: Republikeinen rekenen af met Trump. Trump verwijdert uit het publieke leven. Een paar maanden opwinding, daarna kan de GOP gewoon verder gaan met waar het altijd mee bezig was: macht verwerven vanuit een minderheidspositie. Het vereist meer moed en moreel kompas dan aanwezig en is daarmee het meest onwaarschijnlijke scenario.

Tijd om de senaat te hervormen

Bespreking van een actueel boek over hoe de senaat weer een grootse debat instelling kan worden.

Kill Switch. The Rise of the Modern Senate and the Crippling of American Democracy door Adam Jentleson. 325 pags. W.W. Norton, 2021. $ 26,95

Na zijn inauguratie tot vicepresident in 1961 vroeg Lyndon Johnson aan zijn chauffeur om hem te blijven rijden. ‘Ik vervoer liever iemand met echte macht’, was het antwoord. Het verhaal is vast apocrief en wordt meestal gebruikt om het gebrek aan macht van de vicepresident te illusteren, maar het vertelt evenveel, misschien wel meer, over de macht van de leider van de Amerikaanse senaat, Johnsons eerdere functie.

De afgelopen tien jaar, tot op heden, was de machtigste man van Amerika Mitch McConnell, de leider van de Republikeinen in de senaat. Hij maakte het presidentschap van Barack Obama een stuk minder succesvol dan het had kunnen zijn, en redde Donald Trump van zijn onkunde. In beide gevallen ging het om de uitoefening van pure macht, iets waar McConnell, een man zonder veel principes maar met heldere doelstellingen (lagere belastingen en deregulerende rechters), goed in was. Toch had McConnell tussen 2010 en 2016 met zijn Republikeinen geen meerderheid in de senaat. Hoe hij zoveel macht kon uitoefenen is deel van het verhaal dat in Kill Switch wordt verteld. Kort samengevat: de senaat is in de loop van de geschiedenis een orgaan geworden waar een minderheid veel structurele wetgeving kan blokkeren.

Ga maar na, een overgrote meerderheid van de Amerikanen, meer dan zestig procent in alle gevallen, is voor het recht op abortus, voor beperkingen op wapenbezit, voor een werkbare overheid, voor betaalbare ziektekostenverzekering. Als daarvan niets is te merken in besluitvorming dan ligt dat aan de senaat. Dat is niet omdat, zoals vaak wordt gedacht, kleine plattelandsstaten oververtegenwoordigd zijn in een orgaan waar iedere staat twee senatoren heeft, ongeacht het aantal inwoners. Dat historisch compromis uit 1787 is een ongelukkig fact of life en verklaart waarom je met 40 procent van de Amerikaanse stemmen een ruime meerderheid in de senaat kunt verwerven.

Een veel groter probleem is dat de senaat zijn eigen regels opstelt om tot besluitvorming te komen. Daartoe behoort het traject met commissies waar wetgeving gemakkelijk vastgepind kan worden, maar het ligt vooral aan de filibuster. Die regeling gaf aanvankelijk een minderheid van veertig senatoren een vetorecht (voor de jaren zeventig was dit een derde). De folklore kent senatoren die uren, soms dagenlang, doorpraatten, soms in estafette, om te voorkomen dat debat werd afgesloten. Dat is al lang niet meer zo, het is veel erger. De regel is gewoon zo dat je niet verder kunt voordat zestig senatoren dat mogelijk maken. Vaak is ook dat een symbolisch gebaar geworden omdat in een voor de Amerikaanse democratie desastreuze variant één enkele senator wetgeving en benoemingen kan blokkeren. Iedere senator kan, zonder debat en zonder motivatie, een ‘hold’ plaatsen. Antidemocraten als Ted Cruz en Josh Hawley, maar vaak ook eenvoudige belangenbehartigers die iets gedaan willen krijgen voor een lobby of achterban, gebruiken het middel om de haverklap, vaak om redenen die niets met de onderliggende besluitvorming hebben te maken. Dit boek vertelt hoe het komt dat de senaat zo destructief werd.

Het is misschien te veel gevraagd om over dit onderwerp een heel boek te lezen, maar Adam Jentleson, die jaren werkte als assistent van de Democratische meerderheidsleider Harry Reid, senator van Nevada, maakt dat relatief gemakkelijk door een mooi verhaal in een vloeiende stijl. Hij moet ver terug. De zuidelijke ideoloog John Calhoun legde in de decennia voor de burgeroorlog (1861-1865) de grondslagen voor beslissende minderheidsinvloed, bang als hij was dat ooit de noordelijke staten gezamenlijk de slavernij zouden bedreigen. Hij betoogde dat een minderheid het recht had zijn instellingen en gewoontes te verdedigen, dat een ‘supermeerderheid’ nodig zou zijn om daar iets aan te veranderen.

Je zou denken dat deze gedachte met de slavernij verdween. Maar zuiderlingen, toen zonder uitzondering Democraten, namen later in de negentiende en tot diep in de twintigste eeuw, deze werkwijze over om segregatie te handhaven en te voorkomen dat er ooit iets over burgerrechten werd beslist. De filibuster, zoals we deze methode van dwarsbomen kennen, zorgde ervoor dat een beleid dat de meerderheid van de Amerikanen al decennia verwierp, rassenscheiding, veel langer bleef doorzieken dan nodig was.

We denken bij filibuster aan racistische mannen met een zuidelijke tongval die uren volpraten met alles wat van pas komt, van recepten voor lokale lekkernijen tot het voorlezen uit kinderboeken. Dat hoeft niet meer. Gewoon minstens zestig van de honderd senatoren vereisen om überhaupt te kunnen stemmen is voldoende. Het systeem van supermeerheid, of blokkerende minderheid – je kunt beide termen gebruiken – werd afgepoetst en aangescherpt in de tijd van obsessieve confrontatiepolitiek, aanvankelijk onder aanvoering van Newt Gingrich, daarna overgenomen door de minderheidspartij van Amerika, de Republikeinen, om hun zin door te drijven.

Maar het is geen partijspecifiek speeltje. Harry Reid gebruikte tussen 2006 en 2016 zijn macht als meerderheidsleider minstens even scherp als McConnell tegelijkertijd zijn obstructiemacht toepaste. Het is een spel dat beide partijen kunnen spelen. Maar als minderheidspartij die zeven van de acht presidentiële verkiezingen verloor als je naar de stemmenaantallen kijkt, hebben de Republikeinen er meer baat bij. Jentleson noemt het de WWAC, de ‘wealthy, white, anti-choice conservatives’ daarmee de belangencoalitie van rijken, racisten en sociaal conservatieven mooi samenvattend.

Voor de Democraten geldt dat ze meer belang hebben bij een goed functionerend congres. Ze moeten wetgeving maken om hun doelstellingen te verwezenlijken en zijn daardoor kwetsbaarder voor dwarsbomen. Vandaar dat al die opinies van de meerderheid van de Amerikanen niet weerspiegeld worden in regelgeving – of in het Supreme Court, dat aanzienlijk conservatiever is dan Amerika. De supermeerderheid kan worden doorbroken als je van wetgeving reconciliation maakt (dat kan als er gevolgen zijn voor de financiële huishouding), iets wat de Republikeinen in 2017 deden om hun belastingverlagingen voor de rijken door te drukken, en president Biden begin februari om zijn steunpakket aangenomen te krijgen.

De senaat is inmiddels zo scherp verdeeld en partijdiscipline zo streng dat er geen handreikingen ‘to the other aisle’ plaatsvinden. Vroeger overlapten de partijen in het midden, nu is er een vacuüm waar ooit dat midden was. Erger, vertelt Jentleson, de senatoren spreken elkaar nauwelijks meer. Waar vroeger in de kamer werd gedebateerd en in de cloak room, naast de senaatskamer, deals werden gesloten, is het nu leeg. Senatoren spreken meestal tegen een lege kamer, laat staan dat er debat is. Ze ontmoeten elkaar niet meer. Deals sluiten die vertrouwen in elkaar vereisen wordt dan wel erg moeilijk. Bidens unity is wat je noemt ‘dead on arrival’.

De filibuster, dat wil zeggen de supermeerderheidsregel, is niet het enige maar wel het grootste probleem bij het disfunctioneren van de moderne senaat. Er staat behoorlijk wat druk op de Democraten om deze regel in wat voor vorm dan ook af te schaffen. Voor rechters is dat al gebeurd toen de Democraten alle benoemingen zagen vertraagd door McConnell – dit was de zogenoemde nuclear option, zoals het dreigend klonk toen de Democraten het deden. McConnell gebruikte die optie zelf om er in 2017 en 2020 omstreden benoemingen voor het Supreme Court door te jassen.

Voor grote wetgeving blijft hij vooralsnog bestaan. Maar als Jentlesons boek en de praktijk van de afgelopen twintig, dertig jaar, iets duidelijk maakt dan is het dat er weer gewoon wetgeving gemaakt moet worden door de gekozen meerderheid (zelfs als die meerderheid een minderheid van de Amerikanen vertegenwoordigt). Er is veel mis met het Amerikaanse politieke systeem maar het afschaffen van de filibusterregels en het openen van debat en amendering in de senaat, zoals Jentleson in zijn slothoofdstuk voorstelt, zijn relatief gemakkelijke manieren om verder te komen.

Dit boek illustreert pijnlijk hoe de historische wurggreep van Amerikaans racisme tot op de dag van vandaag de politieke mores bepaalt, in de senaat meer dan waar dan ook. Het is een complexere analyse dan die van sommige opiniemakers die verklaren dat de Republikeinen gek geworden. Die nonsens miskent het machtsspel waar Republikeinse politici buitengewoon goed in zijn. Mitch McConnell is een sluwe speler maar hij staat in een traditie van zuidelijke Democraten en, meer recent, van de Democratische meerderheidsleider Harry Reid. Het is tijd om de senaat weer te laten worden wat het had moeten zijn: een orgaan waar gedebateerd en besloten wordt over serieuze zaken.