Infrastructuur week, maar nu goed

Cuomo is weg en overschaduwt bij zijn vertrek het enorme succes van Joe Biden en zijn infrastructuur plan. Het werd vandaag, fillibuster proof, aangenomen door de senaat. Inclusief genoeg republikeinen, twintig van de vijftig.

De reden voor hun switch is helder: het infrastructuur plan is populair bij de bevolking. Wegen, bruggen, drinkwater, dat zijn dingen waar mensen niet tegen zijn. Sterker, als Trump niet zo’n kluns was geweest, had hij goede sier kunnen maken met zo’n plan. Hij kondigde zo vaak infrastructure week aan dat het een gimmick werd, maar Biden laat zien dat er brede steun voor is.

Nu wordt het interessant om te zien of de rest van het plan, het grootste sociale wetgevingsproject sinds de Great Society, met een gewone meerderheid door de senaat kan komen. Dan hebben we het over 3.500 miljard, inclusief belastingverhogingen. Het is vrijwel onmogelijk om het in zijn geheel en ongeschonden erdoor te krijgen, maar de vraag of de Democraten een kans hebben in november 2022 om de meerderheden in het congres te behouden, hangt hier vanaf.

Cuomo verdwijnt met de staart tussen de benen. Hij had geen andere keuze meer, anders zou hij afgezet zijn. Net als president Nixon in 1974 koos hij ervoor om het proces niet verder uit te rekken. Ah well, good riddance.

Afscheid van Los Angeles

Vorige zomer overleed in Los Angeles mijn schoonvader, Donald Kao, 95 jaar oud. Vanwege corona kon ik niet naar de begrafenis. Inmiddels heeft Jenny, zijn weduwe, besloten te verhuizen naar de oostkust, dichterbij haar oudste zoon. Daardoor moet ik zonder laatste bezoek afscheid nemen van wat de afgelopen 35 jaar kon gelden als mijn ‘thuisstad’ in Amerika. Ze zeggen dat je tien jaar nodig hebt om een Newyorker te worden, een leven lijkt me niet genoeg om Los Angeles te doorgronden. Toch is de stad me vertrouwd genoeg om hem met enige weemoed achter te laten.

Meer lezen, klik hier.

Vietnam met en zonder oorlog

Reizen kan de laatste anderhalf jaar niet meer, althans niet het soort van reizen dat explorerende mensen graag zouden doen. Daarom hier als zomerversnapering mijn artikel over mijn bezoek aan Vietnam net voor de coronacrisis, deel van mijn wereldreis. Meer? Klik hier voor een PDF van de hele reis van zeven maanden.

Mensen van mijn leeftijd bezoeken Vietnam met de bagage van de oorlog. Tijdens onze wereldreis, net voor corona afgerond, brachten we vier weken door in het meest dynamische land in Zuid-Oost Azië. De oorlog was overal en nergens, dat wil zeggen overal voor mij, nergens voor de Vietnamees. Dat is maar een beetje overdreven. De gemiddelde leeftijd in Vietnam is 28, de oorlog is 46 jaar voorbij. Laten we zeggen dat ik er meer mee bezig was dan de Vietnamezen.

Ik weet veel van deze oorlog, beroepsmatig en primair vanuit Amerikaans perspectief. Natuurlijk heb ik de documentaire van Ken Burns gezien en het nieuwe boek van Max Hastings gelezen. In beide komt ook de Noord-Vietnamese kant aan bod. En natuurlijk wist ik hoeveel schade er is aangericht. Amerikanen stoppen meestal bij hun 59.000 doden en vergeten de miljoen Vietnamezen. 

Bekend terrein dus, en toch was ik verrast over mijn eigen Vietnam-ervaring.

Verder lezen, klik hier.

Andrew Cuomo is een zielepoot

Andrew Cuomo, gouverneur van de staat New York, toont in al zijn cruheid, wat macht doet. Aan de ene kant leidt het hebben van macht al snel tot misbruik daarvan, het gevoel dat alles kan en dat je overal mee weg kunt komen. En, belangrijker misschien, het gevoel dat je ergens recht op hebt omdat je macht hebt. Aan de andere kant isoleert macht. Mensen praten je naar de mond, willen dingen van je gedaan krijgen, en uiteindelijk moet je steeds afwegen of je als machthebber niet zelf misbruikt wordt.

Dit is geen excuus voor het gedrag van Cuomo of welke andere misbruiker van macht dan ook, maar een aanzet tot overpeinzing. Macht zet mensen in een gouden kooi, op afstand en, net als Andrew Cuomo opgesloten in zijn gouverneurshuis in Albany, tot eenzaamheid. Als je het verslag leest dat duikt behalve de misdragende machthebber ook een zielige, eenzame man op, hunkerend naar menselijk contact, in Cuomo’s geval naar een vrouw.

Andrew Cuomo was ooit getrouwd met een telg uit de Kennedy-familie, een dochter van Robert. Ze scheidden in 2005 en hun drie dochters zijn inmiddels allemaal uit huis. Een nieuwe relatie liep op de klippen. Als hij nu zegt dat hij een ondergeschikte vroeg naar haar relatie en of ze open stond voor oudere mannen zoals hij, dan klinkt dat niet alleen ongepast, obsceen zelfs, maar ook zielig. Aan de andere kant: de vroegste beschuldigingen tegen Cuomo dateren al van twintig jaar geleden, toen hij nog minister van Huisvesting was onder die andere machtsmisbruikende schuinmarcheerder, president Bill Clinton. Er is geen excuus.

Cuomo was een harde politicus, een straatvechter in het staatscongres van New York. Hij maakte vijanden, hij had successen. Zijn betere kant was te zien in de eerste maanden van de coronacrisis toen Cuomo’s persconferenties een verademing waren vergeleken met het gehannes en de ontkenningscultuur van president Trump. Ze straalden een soort natuurlijk gezag uit en riepen bewondering op. De glans ervan verbleekte vrij snel toen bleek dat Cuomo een enorme fout had gemaakt door zieke bejaarden terug te sturen naar hun tehuizen.

Als ik zo schrijf dan loop ik op eieren, ik ben me ervan bewust. Niets verontschuldigt wangedrag. Niet van Cuomo, niet van Clinton, niet van Trump. Uiteindelijk zijn het allemaal zielepoten en daarnaast is Cuomo ook typisch weer een geval van een politicus die te lang bleef. Iemand die zichzelf succesvol achtte en daarmee zijn gedrag probleemloos, inclusief naar het schijnt een schreeuwerige kant en het genadeloos afzeiken van mensen die voor hem werkten. Ook dat is macht. Niet iedereen kan weglopen zoals ik ooit deed bij een hoofdredacteur die de neiging had te ontploffen – wat ik niet accepteerde.

Het rapport is tamelijk uitgebreid en het aantal gevallen nogal groot. Dit zijn geen incidenten, dit is structureel. In het me too tijdperk nemen Democraten snel afstand. Nancy Pelosi en Joe Biden liepen voorop, dat is in elk geval al een hele vooruitgang vergeleken met zielepoot Clinton, die zelfs door feministen werd verdedigd als ‘een van ons’. 

Cuomo gaat dit niet overleven. Als hij niet aftreedt, komt er een impeachment. Zijn opvolger wordt dan lieutenant governor Kathy Hochul, die de eerste vrouwelijk gouverneur wordt. Zij is dan ook meteen de toonaangevende kandidaat voor de verkiezingen in 2022.

Biden haalt een half brood binnen – misschien.

Het vergt hogere Washingtonologie om te volgen wat Biden wel of niet bereikt met zijn infrastructuur akkoord. Zijn de Republikeinen nu aan boord voor 550 miljard of 1000 miljard? En stemmen ze volgende week ook in met de daadwerkelijke wetgeving en niet met het in stemming brengen zoals tot nu toe? Is dit een succes of een halve mislukking? Of een hele mislukking?

Dat die wegen, bruggen en vliegvelden gerepareerd moeten worden, daarover is iedereen het eens. Zelfs de in toenemende mate zielepoterige Trump die vanuit zijn schuilkelder in Florida jaloers reageert op wat Biden al of niet tot stand brengt. De Republikeinen zullen daar uiteindelijk wel mee akkoord gaan.

Helaas geldt dat niet voor de meest logische financiering: belastingverhogingen, vooral voor de rijken en plutocraten die miljarden de ruimte in schieten. Biden had een tussenvorm gevonden: de belastingdienst (IRS) versterken zodat de huidige regels beter gehandhaafd kunnen worden. Maar daar zijn de anti-overheids Republikeinen weer tegen. Ze gebruiken het gelegenheidsargument dat het beter is om de belastingwetgeving te vereenvoudigen dan de huidige wetgeving te handhaven. Totale onzin maar in het sinds Reagan geschapen de-overheid-is-uit-op-je-geld zijn zelfs gematigd conservatieve columnisten gevoelig voor dat argument.

Als deze wetgeving er doorheen komt met meer dan zestig stemmen, kan wellicht de rest van het programma – het leggen van een acceptabele basis in het Amerikaanse verzorgingsnet – via reconciliation aan de orde komen. Daarvoor zijn maar vijftig stemmen nodig, alle Democraten dus. Het blijft de vraag Manchin en Sinema daarmee akkoord zullen gaan.

Vanuit het perspectief dat een half brood niet slecht is als je om een heel brood gevraagd hebt, is dit een succes voor Biden, ook al is het een zeperd voor een eerlijker en minder ongelijk Amerika. Eerlijk gezegd: het is meer een kwart brood. Het helpt om een ex-senator als president te hebben. Die begrijpt tenminste hoe de senaat werkt (dat is meer dan ik kan zeggen – het blijft vaak onnavolgbaar). Biden heeft zich ook uitgeput in het slijmen met senatoren, iets waarin hij stukken beter is dan Obama en Trump, die dat beiden negeerden.

Het is te vroeg om te oordelen of Biden hier een historische succes geboekt heeft. Uiteindelijk zal dat pas blijken bij de tussentijdse verkiezingen van 2022. Als de Republikeinen daar de senaat heroveren (en dan waarschijnlijk ook huiszetels winnen, misschien een meederheid die de Trump-buikspreekpop McCarthy Speaker zou maken) dan is het Biden presidentschap over en uit.

De grote vraag is dan ook in hoeverre Biden in staat is om dit succes uit te buiten, om het over te brengen aan de kiezers voordat de Trump-filistijnen alles negatief vertalen. Kan Biden over krap zestien maanden voorkomen dat hij vleugellam wordt gemaakt? Geen reden om vreselijk optimistisch te worden.

De hippie buitenlandse politiek van Ben & Jerry

Zowat een leven geleden ging ik in Vermont langs bij Ben & Jerry. Het ging om twee hippie types die de raarste soorten van ijs in elkaar draaiden, en het smaakte nog goed ook. Mijn favoriet was Cherry Garcia, kersenijs met stukken chocolade, vernoemd naar Jerry Garcia van de Grateful Dead – in Nederland tegenwoordig niet meer verkrijgbaar.

Ben & Jerry groeiden als kool. Ik schreef regelmatig over hun groei, een entrepreneursactiviteit die geheel paste in de jaren tachtig maar die, anders dan veel van de Reagan-erfenis, maatschappelijk betrokken was.Een flink deel van hun winst besteedden ze aan goede, politieke doelen. Vermont heeft op dat terrein een reputatie. Afgezien van Ben & Jerry is Bernie Sanders het belangrijkste exportproduct.

Toen Unilever twintig jaar geleden het bedrijf overnam, of beter gezegd het merk, deed het dat inclusief de reputatie van Ben & Jerry. Dat was immers het merk. Goed ijs, maar ook goede mensen.

Het past daarom helemaal in de traditie van Ben & Jerry om verkoop van hun ijs in de illegale nederzettingen op de Westoever van de Jordaan te beëindigen. Het is een manier om wangedrag van Israel aan de kaak te stellen, met antisemitisme heeft het niets van doen.

De opwinding is amusant en geheel voorspelbaar. Ik sta aan de kant van Ben & Jerry. Het is goed om een statement te maken, en nog beter als je daarmee een groot bedrijf als Unilever (politiek en zaken hebben niets met elkaar te maken, het lijken de Olympische Spelen wel) ermee in moeilijkheden kunt brengen. De tegenboycot van Israeli’s en Amerikanen is ook voorspelbaar. Duurt niet zolang. Zolang er ijs in de diepvrieskasten staat, zal het verkocht worden. Ik neem nog een kartonnetje extra – helaas, geen Cherry Garcia.

De tentakels van Israel zijn ook op een andere manier in het nieuws, via Pegasus, de afluister- en inbreek software die door een Israelische bedrijf wordt gemaakt (en waarover de regering export controle heeft). Hier is de opwinding wat minder voorspelbaar. Dat wil zeggen, het gaat vooral over het product. Maar het is natuurlijk geen toeval dat Israël met zijn vergaand anti-terrorisme beleid en fier egocentrisch buitenlands beleid met dit spul op de markt komt.

Illegale nederzettingen, gevaarlijke software met onverwachte gebruikers en onverwachte slachtoffers. Het staat allemaal niet los van elkaar.

Overigens hadden Ben & Jerry beter in hun garage in Vermont kunnen blijven. Dat is de makke met hippie erfenissen: als ze niet verdwijnen verwateren ze. Dit was een ongebruikelijke maar welkome oprisping.

Kelder en Baudet

Jort Kelder, Rutte vriend en softe interviewer, altijd paraat om links de maat te nemen, blijkt filmpjes van de club van Baudet gesponsord te hebben. Hij is boos dat men daar wat van zegt.

Dit is dezelfde joker die etterde over de VPRO reportage van Kaag.

Nee, Kelder, mensen die voor de publieke omroep werken, in een opinievormende positie, worden geacht zich te onthouden van partijgebonden activiteiten. Nou weet ik wel, Kelder, dat je gewend bent om niet te worden afgerekend op je nauwe band met Rutte. Dat is okay, als je vriend toevallig premier wordt, tja, wat doe je eraan?

Maar Forum financieel steunen? Niet dat hij veel geloofwaardigheid had, maar het laatste restje vernis is nu wel verdwenen.

Kelder kent het jargon. In de NRC zegt hij dat hij zich ‘distancieert van de cancel culture’. Ja, ik ook en wat heeft dat ermee te maken. Hij noemt zich libertair en ziet dat als een vrijbrief. In werkelijkheid is hij gewoon reactionair conservatief.

Overal wapens, nergens veilig

Op een perverse manier was het plezierig om de menigte in het baseball stadion in Washington DC te zien paniekeren, zoekend naar dekking toen bekend werd dat er schoten werden gewisseld buiten het stadium (het leverde een dode op).

Gewone mensen, dagje uit, snoezend in wat ongetwijfeld een saaie wedstrijd was, zien hun routine verstoord.

Waarom plezierig? Omdat het nog maar eens duidelijk maakt dat niemand veilig is in de VS. Dat de bescherming van wapenverkopers en wapenbezitters leidt tot permanente vrees dat je slachtoffer wordt.

In Texas, waar ze een radicaal rechtse Republikeinse golf ondergaan, mag iedereen binnenkort met een wapen openlijk op straat lopen. Good luck als je je daarbij veiliger voelt.

Massamoorden hebben, irritant genoeg, een aspect van afstand. Het gebeurt altijd met anderen, ergens ver weg. De schietpartij bij het stadion en de paniek die uitbrak bracht, zoals de Amerikanen zeggen ’the chickens home to roost’.

Yesterday’s News?

Een van de reacties op mijn stukje over Trump als een van de meest invloedrijke presidenten aller tijden (Tump is een winnaar!) was dat Trump zo vreselijk yesterday’s news was. Geen tijd meer voor, geen interesse.

Nou moet ik toegeven dat een van de meest welkome gevolgen van Trumps nederlaag, en na de staatsgreep van 6 januari zijn verbanning van Twitter, was dat we niet dagelijks, of zelfs per uur, ons met de man bezig hoefden te houden. Niet langer werd iedere uiting, iedere opwelling, iedere provocatie van de psychopaat die vier jaar lang niet uit de media was weg te slaan, uitvergroot, becommentarieerd, belangrijk gevonden. Heerlijk om niet ’s ochtends de nieuwssites te moeten opzoeken om te zien wat er weer voor idioots was voorgevallen. Nu werp ik enkel een snelle blik om te zien of Biden niet is overleden.

So far, so good. En ja, er is veel te opiniëren dat niet met Trump samenhangt. Slaverij en kolonialisme, Omtzigt en Rutte, de zoveelste verontschuldiging van de Jonge/Rutte, en in de Telegraaf natuurlijk de permanente campagne tegen Kaag en Halsema. En anders is er wel het zoveelste oppervlakkige essay van Grunberg.

Toch denk ik dat het een enorme, mogelijk fatale, denkfout is om net te doen of Trump er niet meer toe doet, dat hij niet meer nieuwswaardig is. Het is veel erger dan we denken.

Niet dat Trump in 2024 kandidaat zal zijn. Daar is hij te lui voor en zelfs in zijn narcistische verkleefde hersenen realiseert hij dat hij zelfs met hulp van verminkte kiessystemen niet voldoende stemmen kan halen om nog eens president te worden. Daar gaat het hem ook niet om. Hij wil aandacht en invloed, liefst zonder al te veel inspanning en met de kans om als een acoliet in 2024 verliest/wint te kunnen zeggen: had mij maar gehouden/hij won dankzij mij.

Het is ongekend dat een verliezend president zijn partij kan overnemen op een manier die hem zelfs toen hij president was niet helemaal was gelukt. Trump domineert de partij in wat door Liz Cheney een persoonscultus is genoemd. Hordes Republikeinen in het congres dansen naar zijn pijpen.

Ze stemden tegen de certificering van de uitslag van de verkiezingen in november, ze praten de aanval op het Capitool goed en blokkeren onderzoek ernaar, ze juinen anti-vax dommerikken op, ze slijmen en schmieren in Florida aan het hof van de anti-democraat. De paar lui die de macht zouden hebben om de partij los te weken van Trump, Mitch McConnell en Kevin McCarthy, leiders van senaat en huis respectievelijk, doen dat niet uit pervers opportunisme. Zij willen Trump enkel gebruiken om in 2022 meerderheden in het congres te verwerven.

En verdomd, voor een partij die zo in diskrediet is gebracht door persoon en optreden van Trump, door het geweld op 6 januari (Trump heeft de antifa-verklaring nu verlaten en juicht de geweldplegers openlijk toe als zijn achterban), voor een dergelijke partij is het godgeklaagd dat hij een kans maakt in 2022.

Er zijn verklaringen voor die hondentrouw aan een mislukt politicus. De notie van ‘vrijwillige slavernij’ die Etienne de la Boetie waarover ik eerder schreef, net als de proto-fascistische tendensen die door een minder narcistisch en meer doelgericht ‘evil person’ (denk Cruz, Hawley, Paul) van Amerika nu al een illiberale autoritaire staat hadden gemaakt, bieden deelverklaringen. Maar niets behalve opportunisme verklaart waarom Liz Cheney in staat is perfect te zien waartoe dit gaat leiden en McConnell dat niet wil zien.

Ik heb nooit de illusie gehad dat de Republikeinen ondanks hun snelle en steeds snellere wegdrijven van democratische en grondwettelijke principes zichzelf buitenspel gezet zouden hebben. Ik schreef er al over in januari. Op staatsniveau zijn ze te sterk (minder qua stemmen dan qua inherente macht in het nu achterlijk ogende Amerikaanse politieke systeem) om ze af te schrijven. Zie de talloze wetten om zo weinig mogelijk mensen te laten stemmen. Het Amerikaanse systeem leent zich perfect voor een dictatuur van de minderheid. De Founding Fathers, breed vereerd, legden ook de basis voor een disfunctioneel en gevaarlijk corrupt systeem.

Op de achtergrond is Trump de doorslaggevende persoon. Curieus genoeg niet zozeer omdat hij aan de touwtjes trekt, maar omdat opportunistische politici en mediapersoonlijkheden hem touwtjes geven om aan te trekken. Je mag hopen dat Trumps steun in Republikeinse voorverkiezingen leidt tot het soort van kandidaten dat onverkiesbaar is of de Democraten een kans geeft, maar even vrolijk komen er nog een paar afgevaardigden bij als Laurent Boebert, de pistolen zwaaiende radicaal uit Colorado, of de in alle opzichten verwerpelijke Majorie Taylor Greene, die Trumps erfenis vertegenwoordigen.

Dat kan allemaal omdat de big lie, zoals ik voorspelde in januari, diep wortel heeft geschoten in een Republikeins electoraat dat open staat voor Trumpiaanse leugens. Een te groot deel van de kiezers (het gaat om tientallen procenten) heeft geen vertrouwen meer in verkiezingen. De grote leugen van Trump is veel te breed geaccepteerd en wordt door de tegen certificatie van de uitslag stemmende Republikeinse politici nog steeds niet weersproken, om vertrouwen te hebben in de toekomst.

De Republikeinen komen weer terug, niet met Trump maar wel dankzij Trump. Ze corrumperen het systeem op een manier die hun overwinningen suspect zullen maken bij alle andere Amerikanen. En dan zijn we echt op weg naar totaal verlies van vertrouwen in democratische processen in de VS.

Trump is niet yesterday’s news. Die misvatting, en de onterechte want niet gerechtvaardigde opluchting dat zijn invloed zou wegvloeien, gaat ons nog duur te staan komen.