Hillbilly opportunisme

J.D. Vance schreef een paar jaar geleden een geweldig boek, Hillbilly Elegy, waarin hij het verhaal vertelde van een jongen uit de Appalachen die dankzij een zorgzame oma de kans kreeg en greep om zich uit de white trash omgeving op te werken waarin hij was geboren. Vance studeerde uiteindelijk rechten aan Yale, verhuisde naar San Francisco waar hij zich in de venture capital wereld stortte.

Vandaar was het geen onlogische stap om venture capital naar Ohio te brengen, de staat waarin hij opgroeide. Het valt te betogen dat investeren in het Midden Westen, met zijn manufactuur achtergrond en lage kosten van leven, een toekomst heeft. Ohio zou ervan profiteren.

Vance werd een praathoofd in conservatieve kringen. We praten ‘conservatief’, zoals dat ooit bedoeld was voordat de Republikeinen zich verkochten aan een vulgaire nationalistische narcist en dat conservatief noemden. Vance tweette actief om de proleet op zijn nummer te zetten.

So far, so good. In 2016 waren er veel conservatieven die Trump dishten. Denk Ted Cruz, Lyndsey Graham, Marco Rubio, nou ja, alle Republikeinen die zelf dachten macht te kunnen verwerven. Toen Trump keizer werd gingen ze allemaal voor de bijl en knielden voor het achterwerk van de winnaar in november 2016. Vance hield nog een paar jaar kritiek vol.

Niet meer. Vance wil de politiek in. Er is een open senaatszetel in Ohio, dat de afgelopen presidentsverkiezingen betrouwbaar Republikeins stemde (in 2004 zelfs ervoor zorgde dat kleine Bush kon winnen), en Vance biedt zich aan.

Maar het is een andere Vance, nog afgezien van de Cruz-stijl baard die hij heeft laten staan. De scherp denkende, interessante en provocerende Vance heeft zich gevoegd naar de eisen van de terreurleider in Florida. Hij heeft zijn tweets gewist, voor zover ze kritisch waren over Trump. Hij bazelt nu de geijkte Republikeinse onzin. Hij weet, of denkt te weten, dat je Trump naar de mond moet praten om gekozen te kunnen worden – voorlopig in elk geval in de Republikeinse voorverkiezingen. Hij wil Trumps steun.

Hij is, kortom, een van die opportunisten geworden zonder moreel kompas die vastbesloten zijn de Amerikaanse democratie om zeep te helpen. Misschien moet je er niet verrast over zijn. Mitch McConnell en Kevin McCarthy laten dagelijks zien wat het betekent om Republikein te zijn. Maar persoonlijk had ik meer verwacht van deze J.D. Vance. Is er dan niemand die op durft te staan tegen de keizer zonder kleren?

Bespreking biografie Nancy Pelosi

Gepubliceerd in de NRC, 24 juni 2021

Madam Speaker. Nancy Pelosi and the Lessons of Power door Susan Page. New York, 2021. 29 Euro.

Vijf sterren

Het optreden staat gegrift in de geheugens, is volgens velen iconisch. Het is december 2018, een maand nadat de Democraten de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden hebben herwonnen. Nancy Pelosi wordt opnieuw Speaker van het Huis van Afgevaardigden en daarmee de op twee na hoogste official in Amerika. Pelosi staat zelfverzekerd voor het Witte Huis, in een baksteenrode jas, zonnebril op. Ze vertelt hoe president met slaande deuren is weggelopen uit een bijeenkomst. ‘Ik heb vijf kinderen grootgebracht, ik heb negen kleinkinderen’, zegt Pelosi. ‘Ik weet wanneer ik een driftbui zie’.

Onvermeld blijft die dag dat Pelosi opgroeit als jongste kind met vijf broers boven haar. Dat ze via haar vader, Thomas D’Allesandro, zelf afgevaardigde en later burgemeester van Baltimore, gepokt en gemazeld is in het politieke handwerk. Dat haar moeder, Big Nancy, haar altijd heeft aangespoord haar kansen te grijpen. Ook blijft onvermeld dat Pelosi als katholiek meisje de sociale leer van de katholieke kerk heeft opgezogen. Ze is niet zomaar een progressief.

Het levensverhaal van Nancy Pelosi is sleutel tot haar optreden. Ondanks Big Nancy stopt ze met studeren, trouwt relatief vroeg en krijgt in hoog tempo vijf kinderen. Met haar man Paul Pelosi, een succesvolle investeerder, verhuist ze naar San Francisco. Ze leidt een comfortabel leven, helpt haar kinderen door hun scholen en start op 47-jarige leeftijd, in 1987, een politieke carrière.

De persoon aan wie Pelosi in deze uitstekende journalistieke biografie doet denken is Lyndon Johnson in zijn tijd als leider van de senaat. Een politica tot in haar vezels, gericht op detail, keihard werkend en persoonlijk mede-afgevaardigden overhalend om te doen wat ze hen wil laten doen. Zoals Susan Page schrijft: ze was welgemanierd en petite, maar als ze tegenover een dwarse collega stond, leek ze aanzienlijk langer en ‘ontegenzeggelijk intimiderend’. ‘Ze kon fel zijn, een Lyndon Johnson op hakken van tien centimeter hoog’.

Nancy Pelosi liet zich niet door mannen vertellen wat te doen, ze wachtte niet tot ze werd uitgenodigd, maar schoof zichzelf vooruit. Pelosi trok haar eigen lijn, ze wist wat ze wilde en deed wat nodig was. Macht moet je pakken, je krijgt hem niet aangereikt, een motto van haar vader, is haar op het lijf geschreven. Als inwoner van San Francisco maakte Pelosi zich al vroeg sterk voor aanpak van de door de regering-Reagan genegeerde Aids-epidemie. Ze leidde de Democratische Partij in Noord Californië en was een geweldige fund raiser. 

Op voorspraak van Sala Burton, een populaire afgevaardigde, wierp ze zich op voor haar zetel. Burton overleed in februari 1987 en al was niemand erg onder de indruk van haar debat- of spreekvaardigheden, Pelosi won de Democratische voorverkiezingen. Ze kon wel organiseren. En ze sprak zich uit. Progressief op de Californische manier en scherp protesterend tegen de Chinese onderdrukking op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989.

Later in de jaren negentig had Pelosi het lef om zich op te werpen voor het leiderschap in het Huis van Afgevaardigden. Indachtig haar vaders advies, wachtte ze niet tot er een vacature was maar begon gewoon campagne te voeren voor die positie. Toen er een gat viel, was ze er klaar voor, en toen de Democraten in 2006 de meerderheid kregen werd ze de eerste vrouwelijke Speaker. Vanaf het begin was Pelosi een tegenstander van de oorlog in Irak, president George W. Bush kon haar bloed wel drinken. Maar toen de crisis van 2008 losbarstte, had Bush haar nodig om de reparatiewetgeving door het Huis te loodsen, waar vooral zijn eigen Republikeinen dwarslagen. Bush had geluk dat Pelosi Speaker was en niet een Republikein.

Dat Obamacare in 2010 door het Congres kwam was aan Pelosi te danken. Toen het erop aankwam wist ze samen met de senaatsleider Harry Reid de juiste procedure te vinden en daarna op heldhaftige wijze haar collega afgevaardigden op, inderdaad, Lyndon Johnson achtige manier, over te halen ervoor te stemmen. De prijs was hoog: het kostte de Democraten in 2010 de meerderheid en Pelosi haar Speakerschap. Ze was vastbesloten die meerderheid terug te winnen, al ontmoette ze ook verzet in eigen kring.

Madame Speaker biedt op een plezierige manier ook inzicht in hoe het Huis van Afgevaardigden werkt. En hoe frustrerend het is voor deze gekozen politici om wetgeving te zien vastlopen in de senaat – volgens de grondwet minder belangrijk dan het Huis, in de praktijk een gigantische sta in de weg. Dit boek is daarmee een mooie aanvulling, of uitbreiding, op de analyse van de senaat in Kill Switch, hier besproken op 1 april.

In de verwachting dat Hillary Clinton in 2016 het presidentschap zou winnen, dacht Pelosi over terugtreden. Toen het Trump werd, besloot ze dat niet te doen. Het zou een verstandige zet blijken want niets irriteerde de misogyne hork in het Witte Huis meer dan een vrouw die hem de les las. Bij hun allereerste ontmoeting ging Trump los over de gestolen stemmen die hem de popular vote hadden gekost. Pelosi vertelde hem dat je geen zaken kon doen als je feiten negeerde. ‘Ze is een moordenaar’, mompelde Steve Bannon, Trumps assistent. ‘Ze gaat ons te pakken nemen’.

In 2018 werd Pelosi de eerste in de geschiedenis die het Speakerschap terugwon. Dat ging niet probleemloos want een nieuwe generatie afgevaardigden, onder wie Alexandria Ocasio-Cortez, in wie Pelosi veel moet herkennen, vond het tijd voor een jongere leider. Pelosi hield vol, telde de stemmen, zette druk, en bleef Speaker, en daarmee de Democratische leider zolang de partij geen presidentskandidaat voor 2020 had gekozen. 

De scene voor het Witte Huis volgde. Dat iconische beeld blijft. Het beeld van een strenge moederkloek, warm, veeleisend en gedisciplineerd. In een rode jas. Met een zonnebril. Maar in zekere zin is het misleidend. Het doet Pelosi tekort om haar enkel te zien als een succesvolle vrouw. Ze slechtte barrières maar uiteindelijk is belangrijker dat Nancy Pelosi niet enkel de machtigste vrouw van Amerika was, maar simpelweg de machtigste Speaker in de moderne geschiedenis. En niet onbelangrijk: de enige politicus die Donald Trump aankon. Zoals de ondertitel van dit boek zegt: het gaat over macht en hoe je die gebruikt.

Nee, het is geen aanslag op de rechtsstaat

Ik wil niet hopeloos dwars klinken maar, afschuwelijk als de aanslag op Peter R. de Vries is, het is geen aanslag op de rechtstaat of op de vrije journalistiek.

Wie De Vries heeft neergeschoten en waarom weten we niet, wel weten we dat hij een publiek persoon was en is, deel van het behang van ouwehoerprogramma’s, activist voor soms belangrijke zaken, soms minder belangrijke, ooit aspirant politicus, soms onthullend journalist, soms in de niet criminele sfeer participant in het criminele complex dat geleidelijk aan Nederland overspoelt.

Want dat is het echte probleem. Dat er een crimineel circuit bestaat dat steeds openlijker optreedt. Dat er wordt afgerekend en dat dit, los van De Vries, al te vaak gebeurt. Je zou dat een ondermijning van de rechtsstaat kunnen noemen. Helaas gaat die veel verder dan criminelen die iemand uit de weg ruimen van wie ze last hebben.

Wat bezielt zo iemand als Ivens?

Ik moet zeggen dat het mijn begrip te boven gaat. Wethouder Laurens Ivens van de SP, lang niet de slechtste politicus in mijn stad en een bewonderenswaardig strijder tegen AirBnB, heeft moeten aftreden wegens ‘grensoverschrijdend gedrag’. Volgens het Parool gaat het om verbaal optreden, in emails, tegenover zijn ambtenaren en medewerkers. Hij zou al eerder op boetegesprek bij Halsema geweest zijn en meedere malen gewaarschuwd.

Wat gebeurt er in het hoofd van zo’n man? Wat doet macht met zo iemand? En hoe belazerd moet ik me voelen dat deze man zijn tamelijk succesvol wethouderschap van zijn stad moet opgeven omdat hij zich niet weet te gedragen? In emails, nota bene?

Het is niet simpelweg dat bestuurders en andere politici of leidende types in een glazen huis leven. Natuurlijk doen ze dat, hun functie brengt dat mee, of, vaker, ze bereiken juist hun positie omdat ze een bepaald gedachtengoed claimen te vertegenwoordigen. Ze zitten in een glazen huis, we kunnen hen beoordelen, en daarom stemmen we op ze. Of niet.

Bill Clinton heeft, vrees ik, hier de standaard gezet. Een bij vlagen briljante man, succesvol politicus, de belofte van nieuwe politiek door een nieuwe generatie. Het bleek allemaal teleurstellend vulgair. Een ordinaire schuinsmarcheerder die het volk voorliegt, maar vooral iemand die zijn kiezers, zijn bewonderaars en in bredere zin, zijn volk tekort doet. Misdragingen in een publiek ambt besmeuren dat ambt en verlagen de norm. Kijk maar naar Trump.

Voeg Ivens maar toe aan het lijstje. Ik heb nooit op de SP gestemd en dus ook niet op Ivens. Toch voel ik me verneukt en bedrogen. Wat een lul! Wat een verrader van alles waar hij ooit voor stond.

Tour nostalgie

Ik ben natuurlijk oud genoeg om overal over te klagen. Over de live uitzendingen van wandeletappes in de Tour de France bijvoorbeeld. Wielrennen is best leuk om naar te kijken, als het spel op de wagen staat, of als Matthieu van der Poel Amstel Gold wint. Maar net als bij voetbal, ooit een leuke sport, maakt de overdaad alles dood.

Dit herinner ik mij als oude man: de Tour was alleen te horen op de radio waar Theo Koomen achterop een motor spektakel schiep, ook als het er niet was. Een samenvatting op televisie was zo ongeveer het maximum.

Op de Nederlandse tv tenminste. Op de Belg, die wij in de tijd van antennes in Eindhoven konden ontvangen, waren ze er al langer bij. Het laatste uur of zo. Met een geweldige verslaggever, Jan Wauters, die ook nog wat van wielrennen wist – dat kon je van Theo niet zeggen. Hij zag welk verzet een renner reed. Dat was toen nieuw.

Het was spannend. Je kwam pas in de etappe op een moment dat het er toe deed. De verslaggevers van dienst hoefden niet vijf uur vol te ouwehoeren met ditjes en datjes. Er waren nauwelijks napraat en voorbeschouwingsprogramma’s. Je moest op de radio horen dat Ocana gevallen was in een gevaarlijke afdaling nadat hij Merckx twee dagen tevoren op negen minuten had gefietst. Dat Theunisse zich losgefietst had en ergens ver voorop lag.

Het is een klacht die ik vooral uit nostalgische overwegingen noteer. Wat let me immers om pas om vier uur ’s middags de televisie aan te zetten om de Tour te volgen? Niets, toch?

Bidens illusie van succes.

Ik ben niet onder de indruk van de infrastructuur deal die Joe Biden zegt te hebben gesloten. Het gaat om ongeveer 1 triljard van de 4 triljard die hij nog maar een paar maanden geleden voorstelde. Als deel van een compromis dat de Republikeinen nu al hebben gedreigd te zullen torpederen, liet Biden belastingverhogingen voor de rijken en voor ondernemingen schieten. De financiering vindt plaats via verschuiving van fondsen en de ingeboekte opbrengst van een investering in de belastingdienst.

Daar zijn we dan, twaalf jaar nadat Obama gedwongen werd de belastingverlagingen die kleine Bush erdoor jaste in 2001 en die hadden geleid tot stevige tekorten, te accepteren als permanente verlagingen. Nu gaan de Trump verlagingen – letterlijk het enige dat het Republikeinse congres in vier jaar presteerde – ook voor de eeuwigheid gelden. Geen wonder dat de progressieve Democraten en ook een hoop niet progressieve maar good government Democraten teleurgesteld zijn.

Biden heeft via een achtermmetje gezegd dat hij deze wetgeving niet gaat tekenen als hij de rest van zijn sociale programma’s (vermomd als infrastructuur) niet krijgt. Moscow Mitch heeft natuurlijk onmiddellijk verkondigd dat dit hem een vrijbrief geeft om alles te blokkeren. En daar is hij goed in.

Het is belangrijk om een Democratische president te hebben. De overheid functioneert weer, er zijn mensen benoemd die het werk uitvoeren dat hun departement of bureau moet uitvoeren. Mevrouw Kahn bijvoorbeeld gaat anti-monopolie wetgeving weer eens handhaven en daarbij kijken naar de grootverdienende tech bedrijven.

Waar dit allemaal heengaat, is, vrees ik, wat ik steeds gevreesd heb. Amerika als uiteenvallende natie, een Republikeinse Partij die democratie niet serieus neemt en daarmee wegkomt, een congres dat niets tot stand kan brengen. De volgende stap op deze neerwaartse helling is dat de Republikeinen, dezelfden die nog maar zes maanden geleden een staatsgreep pleegden en de dader daarvan blijven steunen, de tussentijdse verkiezingen van 2022 zullen winnen. Democratische kiezers zullen weinig reden hebben om speciaal voor Biden naar de stembus te komen en alle obstakels die de Republikeinen hebben opgeworpen te trotseren.

Dan is alles klaar om in 2024 een Republikein tot president te kiezen.

De strategie die Biden zou moeten volgen lijkt me evident. Stel wetgeving voor, laat de Republikeinen alles blokkeren en val ze constant en keihard aan op elk terrein. Zorg dat kiezers weten wat er in 2022 op het spel staat. Zorg dat kiezers gemobiliseerd zijn.

In plaats daarvan viert Biden zijn vooral in eigen voorstelling bestaande capaciteiten om tweepartijen wetgeving tot stand te krijgen. Het is teleurstellend en deprimerend.

Nee, ik heb weinig vertrouwen in de toekomst van de Verenigde Staten. En helaas ook steeds minder in de kracht van democratie.

Het beste van Amerika: Paxton Smith

Als er nog hoop is in Amerika, dan is het omdat een jonge vrouw als Paxton Smith het lef heeft en de intelligentie om haar speech aan het einde van de middelbare school te gebruiken om de wrede abortuswetgeving van Texas aan de kaak te stellen. De heartbeat wet verbiedt abortus na zes weken, ook als er sprake zou zijn van verkrachting of incest. Absurd natuurlijk, de meeste vrouwen weten dan niet eens dat ze zwanger zijn.

Smith zei terecht dat de argumenten om dit zes weken leven te beschermen niet opwegen tegen de vernietiging van het leven van jonge vrouwen die in omstandigheden komen die ze niet gewenst hadden, of het nu door verkrachting is of omdat de pil niet werkte. Ze fileerde ook de manier waarop buitenstaanders, strangers, bisschoppen, Republikeinse wetgevers, zeloten, Trumpiaanse opportunisten en evangelische zeurkousen (ik herhaal mezelf) over haar lichaam beslissen.

Smith dumpte haar goedgekeurde speech en las een veel beter verhaal voor. Ze verdient het dat die wereldwijd wordt bekeken, zoals Texas het verdient dat dinosaurus wetgeving aan de kaak wordt gesteld. Dit is het artikel in the Guardian erover, met halverwege de youtube met de speech.

Het is hartverwarmend en ontroerend te zien hoe zenuwachtig ze is, en hoe zelfverzekerd nadat ze eenmaal op gang is. Een scholier waarop een school trots zou moeten zijn. In Dallas denken ze daar anders over. Ze wilden haar haar diploma ontnemen omdat ze de goedgekeurde speech gedumpt had. Smith nam het risico dat de schoolleiding de microfoon zou afsluiten. Dat deden ze niet, misschien omdat ze niet alert genoeg waren, misschien omdat ze zich realiseerden dat die video nog meer kijkers zou trekken.

Wat een dommerikken. Hier zie je het beste en het slechtste van Amerika. Meestal wint het slechtste, vertegenwoordigd door gouverneur Abbot van Texas en de Republikeinse zeloten in zijn staat. Dit keer won het beste. Maar het wordt bedreigd.

Maak van verkiezingsdag een federale vrije dag

De eerste ronde van bescherming van de democratie in de VS tegen de permanente aanval erop door de Republikeinen is mislukt. De senaat bleef hangen op 50 tegen 50 over de nieuwe federale kieswet die de Democraten voorstelden. Gegeven de filibuster betekent dat het voorlopig einde van deze wet. Zoals bekend zijn senatoren Manchin van West Virginia en Sinnema van Arizona niet bereid de filibuster af te schaffen.

Even terzijde: ze zijn niet helemaal geschift. De filibuster die vereist dat je zestig stemmen van de honderd nodig hebt om het debat stop te zetten en tot stemming over te gaan. Daardoor kun je met veertig stemmen alles blokkeren. Het is een restant uit de segregatie tijd, toen zuidelijke politici dit middel gebruikten om burgerrechten voor zwarten tegen te houden. Er valt veel te zeggen over de vraag of een minderheid in staat moet zijn de meerderheid te blokkeren, maar dat is voor een andere keer.

Ze zijn niet helemaal geschift omdat je je goed kunt voorstellen dat de Republikeinen, ondanks alles, in 2022 de meerderheden in het congres terugwinnen, en, erger nog, in 2024 een Trumpiaanse antidemocraat in het Witte Huis zetten. Dan is het wel fijn als de Democraten de ondermijners van de democratie kunnen blokkeren.

To the point. De volgende ronde voor bescherming van het kiesrecht wordt gesponsord door Manchin. Ook activiste Stacey Abrams realiseert zich dat je beter een magere wet kunt hebben dan niets. Misschien is er hoop voor dit voorstel dat onder meer iets voorstelt dat veel problemen zou oplossen: maak van de verkiezingsdag een federale vrije dag.

Wat lost dat op? Nou bijvoorbeeld dat arme Amerikanen niet een dag of een halve dag vrij hoeven te nemen om in die lange rijen te staan die de Republikeinen creëren voor de stembureaus. Dat het nationale belang van verkiezingen nog eens wordt onderstreept. In een artikel in het blad van de Brookings Institution worden de argumenten nog eens op een rijtje gezet, inclusief het advies om memorial day, meestal een weekend na de federale verkiezingen in november ervoor te gebruiken zodat de Republikeinse sponsors het argument dat het een werkdag kost niet kunnen gebruiken.

Katholieke bisschoppen. Who cares?

Het is gemakkelijk om die katholieke bisschoppen in Amerika belachelijk te maken. Dat is geen reden om het niet te doen.

Laten we wel wezen, wie trekt zich wat aan van oude mannen die hangen aan intolerante overtuigingen? Die het gebruik van voorbehoedsmiddelen verbieden. Die abortus radicaal willen verbieden. En die door die twee dingen samen talloze vrouwen (en mannen) ongelukkig maken. En, al doende, het aantal abortussen hoger laten zijn in de VS dan in beschaafde landen. Die, in andere voorbeelden, Obamacare ondermijnen door voorbehoedsmiddelen buiten het pakket te laten houden.

Als alle katholieken in Amerika die zich houden aan de regels die die absurde kerk in Rome voorschrijft over voorbehoedsmiddelen en seks, dan zouden er weinig lui over zijn om deze bisschoppen volledige werkgelegenheid te bieden als zielzorgers. Anders gezegd, niemand die dat doet. Vandaar misschien dat ze het in de politiek zoeken.

Joe Biden mag van deze mannen niet meer ter communie omdat hij een humaan en verstandig standpunt inneemt over abortus, dat door de meeste Amerikanen gedeeld wordt. Who cares, zou je zeggen? Stupide mannen die Donald Trump steunden kun je beter negeren.

Het probleem is dat de politisering van abortus sinds de jaren zestig voor een belangrijk deel het product is van deze bisschoppen. Zij voerden gericht campagne tegen Roe v. Wade, de uitspraak van het Supreme Court die abortus weghaalde uit de willekeurige handen van staatsregeringen en het op federaal niveau een recht van de vrouw maakten om erover te beslissen – in de eerste twaalf weken.

Als ik mag citeren uit mijn eigen artikel over de ontwikkeling van de anti-abortus beweging:

“De uitspraak werd gevierd als een overwinning voor vrouwen maar zou een vehikel blijken voor conservatief activisme. Hoewel in de media Roe v. Wade werd toegejuicht bleek de opinie van Amerikaanse burgers gelijkelijk verdeeld, maar de tegenstelling is vooral het gevolg van bewust aanscherpen ervan door politici. Vooral Republikeinen die hun partij in de jaren vijftig en zestig al steeds conservatiever zagen worden, realiseerden zich dat ze hier wat mee konden. 

Ze werden geholpen door de Amerikaanse katholieke kerk, de bisschoppen, die een mogelijkheid zagen om terrein dat was verloren in de seksuele revolutie van de jaren zestig terug te winnen. Conservatieve Republikeinen grepen abortus aan om hun pro-familie agenda neer te zetten, bedoeld om hun partij aantrekkelijk te maken voor arbeiders en gelovige kiezers op het platteland. Juristen zetten een strategie op bedoeld om via wetten op staatsniveau geleidelijk aan Roe v. Wade te ondermijnen en uiteindelijk te laten verdwijnen. Een niet onbelangrijke afgeleide was dat door deze wetten activisten steeds meer met abortus bezig zouden zijn.

De anti-abortus beweging deed qua marketing een gouden greep door zich pro-life te noemen. Wie was er nu anti-life? De voorstanders van het recht van de vrouw om te beslissen (niemand is uiteindelijk voor abortus) noemden zich pro-choice, maar dat droeg in zich al de terminologie van de jaren zestig, van vrijheid blijheid.

De katholieke kerk werd steeds uitgesprokener, zowel qua uitspraken als qua financiële ondersteuning van de anti-abortusbeweging. In 1980 riep aartsbisschop kardinaal Humberto Medeiro van Boston de kiezer op ‘onze kinderen te redden, geboren en ongeboren’, en politici te verwerpen die ‘abortus legaal mogelijk maakten’. 

Terwijl vrouwen de arbeidsmarkt opgingen en contraceptie normaal werd, maakte de katholieke kerk veroordeling van seks voor het huwelijk, voorbehoedsmiddelen en abortus centraal in zijn teachings. Historisch was dat zeker niet zo. De katholieke kerk had tot dan toe niet veel gezegd over abortus. Vanaf het midden van de jaren zestig regende het hel en verdoemenis van de kansel. Het was te laat om ‘bevrijde’ vrouwen tegen te houden en hun traditionele rol op te dringen maar de kerk veroordeelde alles wat niet met de leer strookte. Katholieke priesters die gezinsplanning steunden werden ge-excommuniceerd.

Maar pas toen de kerk zich ook ging verzetten tegen de vrouwenbeweging per se, kreeg de positie van de kerk gewicht. In 1966 had de katholiek kerk een politieke club opgezet, de National Conference of Catholic Bishops, die een kantoor had in DC en overal in het land afdelingen opzette. Om het los te koppelen van de bisschoppen zetten ze het National Right to Life op. Het moest er niet uitzien als een top-down beweging het moest van onderop komen. De NRL kon meteen profiteren van het geld en het grote publiek van de kerk. De Catholics pro Choice hadden geen geld. De meeste anti-abortusgroepen kwamen uit deze door de kerk gefinancierde acties voort. De bisschoppen investeerden ook in politieke actie, in verkiezingen op staatsniveau, en bleken in staat districten van kleur te laten verschieten.”

Ik ben opgegroeid onder het verzuilde juk van deze kerk. Ik geloof niet dat het me blijvend gevormd heeft. Omdat ik nooit geloofd heb, was het gemakkelijk die kerk te laten voor wat hij was (en is). Nou ja, wel blijvend was mijn afkeer van geloofsgekken, van welke aard dan ook. Van die dreigende pastoors tot de rode voddebalen van Baghwan die op een gegeven moment door mijn universiteitsstad liepen. Van de evangelische christenen in de VS die in de praktijk nogal onchristelijk zijn tot Indiase hindoe neuzelaars die spirtuele krachten claimen maar andere geloven terroriseren.

Zelfs van Chineze communisten die eerder een beroep doen op geloof dan op humanistische overwegingen van zelfbestuur en persoonlijke autonomie om hun regime te handhaven.

Maar ja, daar ga ik weer. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Katholieke bisschoppen kunnen roepen wat ze willen, er zijn gelovigen die hen volgen maar de meeste mensen hebben gezond verstand genoeg om hen te negeren. Biden zal het voorbeeld geven.

De Vlamingen doen dit veel beter

Het is geen landverraad als je de nederlandse televisie omruilt voor de Vlaamse. Dat geldt op veel terreinen, met prima programma’s als Terzake en de Afspraak, maar vooral als het om sport gaat. Voetbal en wielrennen om precies te zijn.

Ik heb dit jaar helemaal niet naar Nederland gekeken maar als de NRC televisie commentator het juist heeft, heb ik daar niets gemist (als je tussen de blokken reclame ooit iets kunt vinden). Sporza heeft beter commentaar, een beter nagesprek en betere gasten (vaak Nederlanders trouwens). Volgens de fotoin de krant hebben bij ons de dienstdoende lulmajoors ook microfoons in hun hand, een Nederlandse gewoonte waarvan nut en noodzaak me ontgaat.

Ook voor wielrennen ben je beter af bij de Vlamingen. Zeker, ook zij volgen landgenoten, maar ze raken niet in die vreemde trance die Nederlanders bevangt als er een hollander voorop ligt.

Voor wat de sport betreft, heeft het te maken met de volksgeest, schat ik, als je zoiets mag benoemen. Dat absurde oranje gevoel, opgedirkte straten, acties van elke lullige supermarkt, ik geloof niet dat er veel andere landen zijn die dat doen. Waarom Nederland wel? Ik heb er geen antwoord op. Het bevangt zelfs Willem Alexander, die zo langzamerhand het excuus ‘beetje dom’ op repeat kan zetten. Beetje?

Wel weet ik waarom we inferieure televisie hebben. In het algemeen geldt dat ons absurde omroepsysteem tot bagger leidt. Ik weet niet zeker of voetbalcommentaar daar het bewijs voor is, ik kan ook naar de amusement/praatshows wijzen.

Probeer het eens. Sporza. Zelfs Ziggo biedt het aan.

Oh, niet helemaal op dit terrein, maar laat ik het hier maar toevoegen: wat een zeldzaam stupide artikel over yoga in de Groene.