Biden een jaar later

Wat een verschil maakt een jaar. Twaalf maanden geleden vergeleken we president Joe Biden met Franklin Roosevelt of Lyndon Johnson. Hij was ambitieus en van zins om het presidentschap te gebruiken voor grote veranderingen in de Amerikaanse samenleving. Een jaar later raakt Bidens populariteit dieptepunten die doen denken aan Jimmy Carter. 

De economie doet het goed, maar de inflatie is opgelopen tot niveaus die veertig jaar geleden voor het laatst werden gezien. Bidens coronabeleid mag verstandig lijken, het gaf politieke tegenstanders een vrijbrief voor fel verzet. Het ontbreekt aan voldoende testpaketten. Binnen schoolbesturen woedt een vernietigende cultuuroorlog. Het recht op abortus wordt bedreigd.

De aftocht uit Afghanistan, hoe welkom en hoe noodzakelijk ook, werd een blamage. Wladimir Poetin speelt blufpoker waarop Amerika is ingegaan. China daagt Taiwan uit en ziet dagelijks zijn overtuiging bevestigd dat het westen wankelt. Ambassadeursbenoemingen zitten vast in de senaat. Reparatie van het door Trump getorpedeerde Iran-akkoord laat op zich wachten. 

Bidens voorstel om verkiezingen op federaal niveau te borgen liep vorige week aan de grond. Zijn Build Back Better programma maakt op zijn best uitgekleed nog een kans, op zijn slechtst komt er helemaal niets van. Vicepresident Kamala Harris is, al of niet terecht, in de hoek van de kneusjes terecht gekomen. Een dikke nederlaag bij de tussentijdse verkiezingen in november 2022 lijkt onafwendbaar.

Ondertussen heeft Donald Trump de Republikeinse Partij opgeslokt en accepteert meer dan dertig procent van de Amerikanen Trumps leugens als waarheid. Staten proberen uit alle macht kiesrechten te beperken. Het conservatieve Supreme Court gaat zich komend jaar manifesteren. 

Het is een belazerd eerste jaar geworden, niet omdat er niets bereikt is, maar omdat het zoveel minder is dan beloofd. De analyse van wat er verkeerd is gegaan, moet beginnen met de vaststelling dat de Democratische verkiezingsoverwinning op 3 november 2020 grotelijks overschat is. Iedereen kon zien dat ondanks corona en ondanks een ontluisterend presidentschap Donald Trump maar krap werd verslagen. Iedereen kon zien dat de Democraten minder senaatszetels haalden dan verwacht en hun meerderheid in het Huis van Afgevaardigden zagen slinken. Het was een verwerping van de banaliteit en vulgariteit van Donald Trump, niet een overwinning van de Democratische agenda.

De meerderheid in de senaat kwam pas in januari toen de Democraten de twee zetels van Georgia konden binnenhalen. Dankzij vicepresident Kamala Harris, die bij stakende stemmen beslist, leverde het de meerderheidsbonus op van leiderschap in de senaat. Maar dat wilde niet zeggen dat alle Democratische senatoren zich achter Bidens voorstellen zouden plaatsen. En al helemaal niet dat de Republikeinen hun partijdiscipline zouden breken.

Uiteindelijk zijn Bidens politieke problemen vooral te vinden bij de Democraten zelf. Dat is niet alleen de schuld van die twee dwarse senatoren, Joe Manchin van West-Virginia en Krysten Sinema van Arizona, maar ook van de progressieve Democraten in het Huis van Afgevaardigden die meer willen dan politiek mogelijk is. Biden liet de oren hangen naar deze progressieven en zich tegelijk door door Manchin en Sinema aan het lijntje houden. Met het coronaprogramma van 1.900 miljard dollar en de infrastructuurwet van 1.200 miljard ging dat nog goed. Maar bij het superambitieuze Build Back Better programma van 3.000 miljard dollar en bij de voorstellen voor een federale kieswet haalden beide senatoren Biden onderuit, terwijl de progressieven in het Huis geen krimp gaven.

Behalve het mandaat hebben we ook Biden zelf overschat. Zijn vermeende vaardigheden in onderhandelen en dealen – veertig jaar in de senaat – blijken weinig waard. Biden toont zich zo oud als hij is, terwijl de Democratische agenda een energieke, gedreven en gefocuste president nodig heeft. Iemand die druk zet, binnen en buiten het congres. De stramme Biden heeft meer van een slaapwandelaar. Het duurde een jaar voordat hij iets zei over Trumps Grote Leugen. De Republikeinen zijn grosso modo de democratie vijandig gezind, Biden heeft hen daarvoor onvoldoende de maat genomen. Nu is het te laat.

Kijk breder en de déconfiture van Joe Biden past in een patroon. Democratische presidenten lopen in hun eerste jaar altijd tegen problemen aan. Vraag het Carter, Clinton en Obama, die allemaal, net als Biden, een Democratische meerderheid hadden in dat congres. Ze liepen snel vast met hun ambitieuze agenda’s. Republikeinse presidenten daarentegen, Reagan, kleine Bush en Trump, jassen er altijd in hoog tempo enorme belastingverlagingen door. Republikeinen weten hoe ze macht moeten gebruiken en houden het simpel.

Een onderliggende probleem is specifiek voor de Democraten: als je de overheid nodig hebt om je programma te verwezenlijken stuit je op die Amerikaanse tweeslachtigheid die tegelijkertijd uitgebreide voorzieningen wil én een overheid die zich afzijdig houdt. Combineer dat met een achterhaald politiek systeem dat minderheden in dunbevolkte staten meer macht geeft dan gerechtvaardigd, en je hebt een recept voor stagnatie. Een recept voor teleurstellende presidenten. De enige manier om dat te ontlopen is je programma verkopen, de bully pulpit van het presidentschap gebruiken om kiezers te laten zien wat er op het spel staat. Biden liet het afweten.

Stagnatie teistert Amerika al decennia. Donald Trump maakte er een wij-tegen-zij probleem van. In de vergiftigde sfeer waarin de meeste Republikeinse congresleden hebben geweigerd de uitslag van de presidentsverkiezingen te accorderen, en Democraten vastlopen in hun ambities, ligt echte confrontatie op de loer. Het congresgebouw van Michigan werd al eens bezet, de gouverneur van die staat met ontvoering bedreigd en de staatsgreep op 6 januari wordt door Republikeinen gebagatelliseerd. Het land zwemt in de wapens, radicaal rechts roept openlijk op tot geweld, ongetwijfeld zal links dan volgen. Het gevoel beklijft dat 6 januari niet het einde was van iets, maar het begin.

De zorg is tastbaar. Geen wonder dat de afgelopen weken verscheidene boeken over burgeroorlog opdoken op de bestsellerlijsten. Na een jaar kunnen we vaststellen dat het presidentschap van Joe Biden niets veranderd heeft aan de crisis van de Amerikaanse samenleving. Misschien was dat te veel gevraagd, maar het vaststellen van zijn falen is een nieuwe slag voor het vertrouwen dat het goed gaat komen met Amerika en dat die vrees voor een burgeroorlog overdreven is.

Helden uit het domste land

Nederland zal geen diplomatieke afvaardiging sturen naar de Olympische Spelen in Beijing. Daar moesten we lang over nadenken, nadat de VS en Australië hun diplomatieke afwezigheid hadden aangekondigd met als expliciete reden de schendingen van de mensenrechten door China. Koning Pils, in 2014 nog op de foto met Poetin, had al eerder laten weten dat hij liever naar Griekenland reist dan naar China.

Na lang nadenken kwam ons heldhaftige land met de reden voor onze diplomatieke afwezigheid: er is ook geen publiek en dus geen Nederlanders om diplomatiek bij te staan.

Knap werk. Dit is erger dan polderen, dit is het verzuipen van alle principes. Laten we voortaan het zwijgen ertoe doen als mensenrechten ergens ter sprake komen.

Ons land in slimme lockdown kan zo aan de televisie gekluisterd de Nederlandse schaatsers medailles zien winnen. Waar een klein land groot in kan zijn. Vooral in het roepen dat politiek en sport niets met elkaar te maken hebben.

Ach, waar verbaas je je eigenlijk over? Dit is het land dat in 1978 graag de wereldbeker voetbal uit handen van dictator Videla had ontvangen. En het het land dat toen koning Pils een Argentijnse trouwde ineens wel problemen kreeg met die dictatuur. Toen waren er geen medailles te verdienen. Helden, dat zijn we.

Waarom doet geen Republikeins senator zijn/haar mond open?

Ik heb me er steeds over verbaasd dat geen enkele Republikeinse senator zich uit de wurggreep van Trump en de fractiediscipline van Mitch McConnell heeft weten los te maken. Waarom heeft niemand de gelegenheid gebruikt om het woord te nemen en een statement te maken. Waarom is er alleen afgevaardigde Liz Cheney?

Je had kunnen hopen dat Mitt Romney een dergelijke rol zou kunnen vervullen. Ik had zelfs een stiekeme teleurgestelde verwachting dat Romney in de hallen van de senaat, op 6 januari 2021, niet hard wegrende van de bestormers maar hen had opgewacht en van repliek had gediend. Ik geef toe dat dit wat al te veel verwacht is, zelfs van een zeventiger die weet dat hij zijn kans om president te worden heeft gemist (in 2008, niet in 2012).

Niemand stond op, niet op 6 januari, niet daarna. Er waren geen Republikeinse senatoren die ronduit zeiden: het kiesrecht moet op federaal niveau geregeld worden en ik stem voor de twee wetten die door het Huis zijn aangenomen. Er waren geen senatoren die delen van Build Back Better zouden willen steunen. Zou er bij die club niemand zitten met de moed om stelling te nemen? Zouden het allemaal zwijgende Lyndsey Grahams zijn, de eenzame zoeker naar een companion, eerst McCain, nu Trump?

Ik denk dat mijn verwachtingen te hoog zijn. Nou ja, ik weet dat wel zeker want er gebeurt niets. Maar hoe komt dat? Hebben die lui, Lisa Murkowski, Susan Collins, Chuck Grassley, Rob Portman, Mitt Romney, Ben Sasse, John Thune, geen geweten? Vragen ze zich niet af waar de Big Lie toe gaat leiden? Als ik het lijstje Republikeinen afga, realiseer ik me dat je er geen tien bij elkaar kunt schrapen die ooit blijk gegeven hebben van zelfstandig denken. En dus, te hoge verwachtingen. Maar waarom moet je je verwachtingen zo laag inzetten? Wat beheerst deze mensen?

Misschien is dit het seizoen van pessimisme. Veel boeken over mogelijke burgeroorlogen, in wat voor vorm dan ook. Een columnist, meestal zalvend over de mogelijkheden waarop mensen elkaar kunnen vinden, vooral in het geloof, als David Brooks, liet vandaag zijn masker vallen. Amerika valt uiteen, schrijft hij. Ik wordt er niet blij van dat hij eindelijk mijn analyse deelt. Hij heeft echter geen verklaring voor het asociale gedrag dat sterk is toegenomen. Uiteindelijk komt hij in de laatste alinea toch weer bij een spiritueel of moreel probleem. Om vervolgens de handen in de lucht te gooien. Hij weet het niet.

Peter Beinart schrijft in dezelfde krant dat de VS zichzelf al twee eeuwen voor de gek houdt over interventie in naastgelegen staten. Hij doelt op de Monroe-doctrine die in 1822 door John Quincy Adams werd opgesteld en Amerika de vrije hand gaf in zijn achtertuin. De ellende in Midden Amerika (en de vluchtelingen) is er een gevolg van. Dat Poetin dat spel ook speelt is niet zo verrassend.

Het kan niet op vandaag, in dezelfde krant schrijft Farhad Manjoo dat het tijd wordt om de oceaan van weggegooid geld aan defensie nu eens in te dammen. Joe Manchin ligt dwars over de hoge uitgaven van Build Back Better maar stemt met al die begrotingsbewuste Republikeinen, vrolijk voor meer geld zelfs dan het Pentagon had gevraagd. 

Op zoek naar verklaringen liep ik tegen een fascinerend verhaal in the Atlanic van Stephen Marche, How Ivy League Elites Turned Against Democracy. Hij begint met senator Josh Hawley, Yale opgeleid, die met een vuistje de mensen begroette die later die dag hem zouden opjagen naar een schuilplek. Natuurlijk ook Ted Cruz, Princeton en Harvard, een ongure opportunist. Er was Mike Pompeo, marinier, Harvard, die als minister van Buitenlandse Zaken de diplomatieke dienst kapot maakte. En natuurlijk Trump die ook een graad heeft van Pennsylvania. Schoonzoon Kushner kreeg dankzij de donatie van 250.000 dollar een onverdiende title van Harvard.

Marche’s punt is dat het de elite is die roept dat ze namens het volk de elite die het volk voor de gek houdt tot de orde zal roepen. Dezelfde elite die als ze de macht heeft belastingen voor de rijken verlagen en regulering afschaffen ten bate van grote bedrijven. Het is een interessant fenomeen. De grootste schreeuwlelijken in het Congres zijn producten van de elitecultuur die ze alle problemen verwijten.

Tenslotte: ik schreef gisteren dat Biden rijkelijk laat was met het eisen van steun voor de kieswetgeving. Hij werd meteen van repliek gediend door zijn partijgenoot uit Arizona, senator Sinnema, die de filibuster niet wil afschaffen en daarmee de kieswet de nek omdraait. Opnieuw blijkt dat Bidens grootste claim als kandidaat, in staat zijn om zijn ervaring in de senaat om te zetten in beleid, leeg is.

Bidens rijkelijk late offensief om de filibuster af te schaffen

President Biden is een offensief begonnen om de vastzittende wetgeving om op federaal niveau het kiesrecht te garanderen (twee wetten, aangenomen door het Huis, wachtend in de senaat) een flinke push te geven.

Rijkelijk laat. Te laat. Vanuit het perspectief dat de democratie in Amerika het afgelopen jaar dodelijk beschadigd is door Republikeins activisme en Democratische stilte, en nu de Big Lie door te veel Amerikanen wordt gedeeld, had de tegenactie maanden eerder moeten beginnen.

Er waren drie redenen waarom dat niet gebeurde. De eerste is dat Biden werkte met de illusie dat er bruggen gebouwd konden worden in Washington (je zou denken dat hij na de Obama zeperds in 2009/2010 daar wel van genezen was) en, daaraan gerelateerd, de oude man arrogantie dat hij met veertig ervaring in de senaat daar zaken kon doen. Hij had beter kunnen en beter moeten weten. Een additioneel aspect van deze reden is dat Biden alles in de Build Back Better wet stopte, een alles of niets poging die in niets lijkt te eindigen. Hij overschatte niet alleen zichzelf maar ook zijn mandaat.

De tweede reden is dat Biden op geen enkel niveau de bully pulpit van het presidentschap heeft gebruikt om gedaan te krijgen wat hij wil dat gebeurt. Van Reagan had hij kunnen leren dat als je beleid gedwarsboomd wordt maar er wel brede steun in het land voor bestaat, je dat beleid moet verkopen zodat het land druk zet op onwillige politici. Biden is geen geweldig spreker en zijn bejaardheid helpt niet, maar ja, als je helemaal niets zegt of doet dan leidt het ook nergens toe.

De derde reden is dat voor deze wetgeving de filibuster regeling moet worden doorbroken. Die houdt in dat je in de senaat 60 van de 100 leden moet winnen voor een wetsvoorstel, anders komt het niet eens aan bod. het is een regel die ogenschijnlijk senatoren dwingt om het midden op te zoeken, in de praktijk is het een recept voor het blokkeren van wat de meerderheid wil. Zie Obamacare, de belangrijkste sociale wetgeving van de 21ste eeuw, eindeloos opgerekt door de Republikeinen.

Over die derde reden moeten we het nu hebben. Gaan de Democraten nu eindelijk die ban op meerderheidsbeleid breken? En moeten ze dat doen? De redenering, onder andere van Mitt Romney die geen stap naar het midden gezet heeft, dat als de filibuster wordt afgeschaft, de Democraten in 2024 als de Trumpies zowel het presidentschap, het Huis als de Senaat zouden kunnen winnen, met de gebakken peren zullen zitten. Als je deze redenering accepteert dan accepteer je dat de Republikeinse minderheid permanent wetgeving blokkeert.

Republikeinen wijzen erop dat toen de Democraten in 2012 met nog een meerderheid in de senaat de 60 stemmen regel afschaften voor Supreme Court benoemingen (nadat ze dat eerst al hadden gedaan voor lagere rechters, die door de Republikeinen jarenlang in gijzeling waren genomen), ze geen andere keuze hadden dan de diefstal van twee Supreme Court zetels door McConnell te aanvaarden. Dat is waar, maar ook hier geldt dat het duidelijkheid schiep. Geef de Republikeinen de meerderheid en ze verlagen belastingen en benoemen rechters die out of step zijn met het land. Dan weten we tenminste waar we aan toe zijn.

Ik ben ervoor om die filibuster uit het raam te kieperen. Democratie moet duidelijk maken wat mensen willen en of leiders in staat te kunnen leveren waarvoor ze zijn gekozen. Daarin past deze obstructieregeling niet. Laat Gods water maar ove Gods akker stromen, laat de VS maar een nog ridiculer land worden als de Republikeinse minderheid regeert en de Democraten door kiesregelingen en constitutionele achterlijkheid geen meerderheid kunnen halen.

Er wordt veel over een burgeroorlog geschreven, een boek van Barbara Walter, How Civil Wars Start, is populair leesvoer. Zij onderzoekt de omstandigheden waaronder eerder op diverse plekken burgeroorlogen ontstonden. De kritiek dat je als die lijn van pre-democratische regimes doortrekt naar een post-democratisch Amerika je appels met peren vergelijkt snijdt enig houdt. Maar er zijn niet zoveel voorbeelden van een florerende democratie met een lange geschiedenis die ten onder gaat en Walters’ verhaal, gecombineerd met wat we zien gebeuren is zorgwekkender dan het lijkt.

Het zal geen burgeroorlog zijn a la die van 1861. Dat was het land keurig verdeeld, je kon gemakkelijk opsplitsen en als Lincoln er niet was geweest, dan was dat ook gebeurd. Maar een land waar zoveel rechts radicale militia’s rondlopen en zoveel wapens circuleren als de VS heeft het potentieel om als een kruitvat te ontploffen. 6 januari was er een eerste voorbeeld van (of een tweede na de bezetting van het congresgebouw in Michigan en de moorddreiging op de gouverneur). En nee, ik onderschat ook niet het geweld dat mogelijk is ter linkerzijde.

Ridicuul anarchisme zoals dat de afgelopen jaren was te zien in Seattle en Portland, Oregon, heeft evenveel potentieel om tegengeweld op te roepen. Voeg beide bij elkaar, steek de lont aan met weer een verkiezing die door de Republikeinen overduidelijk wordt gestolen, en ik ben er niet zo zeker van dat een burgeroorlog achtige geweldssituatie onmogelijk is. Misschien lijkt het meer op de late jaren zestig, begin jaren zeventig, toen er meer geweld was dan we ons graag herinneren, maar ik denk dat we voor veel hetere vuren staan.

Terug naar de filibuster. Biden kan oreren wat hij wil, uiteindelijk komt het aan op de vraag of alle vijftig Democratische senatoren bereid zijn om de ban te breken om de kieswetten erdoor te krijgen. In elk geval Manchin en Sinnema liggen weer dwars, maar ook een enkele andere senator. Het schijnt dat meerderheidsleider Schumer de zaak nu gaat forceren. Dat lijkt me verstandig.

Want die meerderheid, alleen dankzij Harris als voorzitter, is uiterst kwetsbaar. Het zijn niet enkel Manchin en Sinnema, maar als er ook maar één senator dood neervalt – en het is een bejaarde club, ongeveer van de leeftijd en met de energie van Joe Biden – dan hebben we een probleem. In veel staten waar dit zou kunnen gebeuren kan een Republikeinse gouverneur dan een benoeming doen die de meerderheid ongedaan maakt.

Dat gebeurde in 2010 toen Ted Kennedy overleed. In Massachusetts kwam een Republikein aan de macht die de zestigste stem (de filibuster) voor Obamacare blokkeerde. In 2001 gebeurde in een gelijke senaat het omgekeerde: een Republikein die de belastingverlagingen voor de rijken die kleine Bush erdoor jaste niet accepteerde, stapte over naar meestemmen met de Democraten waardoor die tijdelijk (tot 2002 toen kleine Bush met zijn oorlogen een meerderheid in de senaat kreeg) de senaat konden organiseren.

Democratie vereist duidelijkheid. Zoals Republikeinen steeds zeiden nadat Trump in 2016 was gekozen: verkiezingen hebben gevolgen. Dat moet duidelijk zijn. De filibuster maakt dat onmogelijk. Weg ermee.

Gaat het gebeuren? Ik betwijfel het. Democraten zijn niet voldoende machtsspelers om door te drukken en geven daardoor de Republikeinen de mogelijkheid hen te dwarsbomen. Maar ik slik graag mijn woorden in als het toch mogelijk blijkt.

Djokovic en de regels. Hoe arbitrair is Australië?

Wie wel eens al of niet per ongeluk naar Border Security heeft gekeken, of zelf naar Australië is gevlogen, weet dat de douane daar bijzonder streng is. Verkeerd ingevuld, geen excuus. Chinese studentes die varkensworstjes meebrengen, meteen de vuilnisbak in en een forse boete. Aperte leugens: geen genade, meteen terug naar huis.

Het Australische immigratiebeleid is tamelijk rigoureus, dat wil zeggen, liefst zo min mogelijk arme mensen met een kleurtje. Australiërs zijn over het geheel genomen aardige mensen, maar stiekem, of niet zo stiekem, behoorlijk racistisch. Hun politici maken er een sport van.

Allemaal argumenten om de leugenaar Djokovic per kerende vlucht terug te sturen naar een Arabische moordenaarsstaat. Niet gevaccineerd, gelogen over een trip naar Spanje, onverantwoordelijk interview zonder mondkapje terwijl hij positief getest was. Wat wil je nog meer? Hoezo ben je trouwens veilig als je half december positief getest hebt? Heb je dan corona gehad?

Dat de zielepoot, net als al die andere mensen die iets verkeerd invulden of niet gevaccineerd of getest zijn, in een waardeloos hotel met veel huisdieren van de onaangename soort moest verblijven, was geen schending van de mensenrechten, zoals zijn moeder claimt. Nou ja, in elk geval niet volgens de Australische regering die daar honderden mensen in quarantaine of in afwachting van een arbitrair besluit opsluit. Die oprisping van lelijk nationalisme door Australische en andere Serviërs bracht ook weer onaangename herinneringen boven.

Kortom, het is schandalig als Djokovic nog mee mag doen aan het Australian Open. De Australische tennisbond zal best wel van alles verkeerd geformuleerd hebben – meebewegend met hun wens om iedereen binnen te laten – dat is geen excuus voor ‘administratieve fouten’, zoals de firma Djokovic leugens noemt. Weg ermee. Hij is trouwens een veelpleger. Herinner u het toernooitje dat hij organiseerde toen het niet mocht? Leverde een aantal infecties op.

En gaan we nog diplomatiek naar China?

Nu we het toch over tennis hebben, nogmaals respect voor de vrouwenclub die zijn toernooien in China heeft afgezegd vanwege de terreur tegen een collega. Nu we het toch over China hebben: gaat het Nederlandse parlement of die nieuwe, frisse regering nog iets zeggen over de diplomatiek boycot van de Olympische Spelen in mensenrechtend China. Ja, ik weet het, politiek en sport hebben niets met elkaar te maken, vandaar ook dat ze in Beijing zijn en de WK voetbal in Qatar en een of andere voetbalwedstrijd van Spaanse clubs in moordenaarsland Saoedi Arabië (als ik het goed begrepen heb).

Nederland slikt komende maand weer, zoals altijd, zijn bezwaren tegen mensenrechten schendende landen in. Onze jongens en meisjes moeten de schaatsmedailles ophalen, vandaar. Daarna mag het weer. Je zou haast hopen dat de Chinese superlockdown van een buurstad met 14 miljoen inwoners om Omikron buiten de Olympische deur te houden, mislukt. Allemaal op coronavlucht terug, niet uit Oostenrijk waar de Nederlander die een onwrikbaar recht heeft op zijn skivakantie zich laat infecteren, maar uit Beijing. Alles voor een medaille. Toch?

Nee, er komt geen oorlog in Oekraïne

Je moet het Poetin nageven. Allemaal opwinding over een hot war terwijl de kans daarop volgens mijn bescheiden, niet deskundige mening, gering is.

Wat voor baat heeft Poetin bij een aanval op Oekraïne? Hij kan het land bezetten en een onwillige bevolking onderdrukken maar wat moet hij daarmee? Het is niet de Krim. Ze gaan hem niet met gejuich ontvangen. Het is Irak niet.

Het is mooie bluf die Poetin speelt. Eisen dat Oekraïne en Georgia niet lid worden van de NAVO. Leuk gespeeld. Amerika en Europa kunnen dat niet officieel zeggen, maar de kans op hun lidmaatschap is nul. Nul. Nul. Alleen kan de NAVO dat niet officieel zeggen. Poetin weet dat die kans er niet is, maar hij dwingt de NAVO iets te zeggen wat ze officieel niet kunnen zeggen.

Toch gaan ze daar nu over praten, terwijl Poetin dat ook wel weet. Succes voor hem zou ik zeggen.

Poetin aan tafel, voorwaarden stellend die niet realistisch zijn maar wel als realistisch behandeld moeten worden. Het lijkt verdraaid wel de Fulda Gap, die plek waar volgens de Koude Oorlog verhalen de Russen zouden binnenvallen om het westen te veroveren. Om er wat mee te doen? Ik had toen al twijfels over die dreiging die het westen steeds meende te moeten voelen, dat heb in nu ook. Het was tijdens die Koude Oorlog al een onwaarschijnljk verhaal. Dat is het nu ook.

Wat te doen? Ik zou hem in zijn eigen vet laten gaarsmoren, die Poetin. Veel plezier met je troepen aan de grens (de eis om die terug te trekken is van NAVO kant net zo onzinnig).

Poetins verlangen om westerse wapens uit ex Warschau Pact landen te houden snijdt meer hout. Als Poetin geen soldaten aan de grens mag hebben, mag de NAVO dat dan wel?

Eerlijk gezegd zou ik me meer zorgen maken over de Baltische staten dan over de Oekraïne. Een militaire actie daar is veel gemakkelijker en door het westen veel moeilijker om ongedaan te maken.

De tsaar zit aan tafel. Met een president die niet direct het summum van Amerikaanse macht uitstraalt – kan uitstralen. Het belooft weinig goeds maar oorlog komt er niet van.

Het verhaal van de Mayflower

Televisieserie gezien? Lees het hele verhaal van de Pilgrim Fathers. Een van de ontstaansmythes van de Verenigde Staten. Een spannend verhaal, vol opoffering en de dood in de ogen staren, maar ook een verhaal dat vaak te groot gemaakt wordt. Lees de context, de achtergrond en de werkelijke betekenis van die eerste immigranten naar de Nieuwe Wereld.

De Pilgrim Fathers. Van Leiden naar het beloofde land. Uitgeverij Omniboek

Klik hier voor interview over de Pilgrim Fathers voor Radio 1

Klik hier voor een bespreking in Trouw

Door Amerika specialist Frans Verhagen, auteur van zo’n vijftien boeken over de Verenigde Staten.

Fortuna’s kinderen: mooi verhaal, onnodig opgerekt tot boek

Ik heb inmiddels Annejet van der Zijls Fortuna’s kinderen gelezen. Misschien herinnert u zich dat ik nogal kritisch was over de Amerikaanse prinses, Van der Zijls vorige bestseller. Veel fouten op historisch terrein maar, belangrijker, een vrouw die voor mij niet tot leven kwam. 

Dit boek gaf me opnieuw gemengde gevoelens. Mis ik iets dat andere lezers oppikken en razend enthousiast maakt? Het verhaal van de Nederlandse jongen Leon die in het hart van de slavocratie van Amerika, in Charleston, verliefd wordt op een slavin, Juliette. Hij koopt haar vrij, trouwt haar en leidt een lang en gelukkig leven met hem, uiteindelijk in Nederland waar het stel een aristoriscratisch leven leidt. 

Een mooi verhaal. Waar ik afhaakte, en verveeld raakte zelfs, was bij het verhaal van de kinderen en kleinkinderen van beiden. Dat was allemaal minder spannend, minder interessant, minder hartverwarmend dan het eerste verhaal. De ene na de andere naam, data ‘op 14 september …’. Ik bladerde door.

Van der Zijl gebruikt de gelegenheid om te vertellen over Charleston, over slavernij, over de aanloop naar de burgeroorlog, en later, als de schoonzoon van Leon en Juliette het onderwerp is, over de goudkoorts en de ontwikkeling van San Francisco. Ik kon er maar matig enthousiast over zijn, al kan ik begrijpen dat lezers die weinig van de Amerikaanse geschiedenis weten, er enthousiast over zijn. Dit is ‘potted history’ in de Geert Mak traditie. De omgevallen boekenkast, herverteld. Opsommerig. 

En ook nu weer onnodige fouten. Ik vroeg me af wie ene Richard Daria was waar ze het over heeft. Zou het Dana kunnen zijn, de schrijver van het prachtige Two Years Before the Mast, over California in 1835, ruim voordat haar boek begint? Ze heeft het over een dominee en reisschrijver. In de literatuurlijst is het ook Daria, maar de titel wijst op Dana. Slordig. Dana was allesbehalve een dominee maar een invloedrijk jurist en politicus

Het is ook een saai verhaal, als ik zo vrij mag zijn. Helemaal in de derde persoon, nogal afstandelijk verteld. Een geschiedenis met als illustratie de personen die Van der Zijl geresearched heeft. Zo gezien past het bij de Amerikaanse koningin die ook op afstand bleef. De persoon Juliette wordt beschreven met allerlei bijvoeglijke naamwoorden, maar doet uiteindelijk weinig meer dan de dame uithangen en kinderen baren. 

Ik had het boekenweekgeschenk, Leon en Juliette, niet gelezen maar ik begrijp dat het zo goed als volledig is overgenomen in dit boek. Een paar edit-nalatigheden maken ook dat sommige dingen twee keer terugkomen. Maar de conclusie dringt zich op dat het een fout was om dat mooie verhaal op te rekken tot boekvorm. 

De man die Trump had kunnen torpederen maar niet durfde

Alle analyses en beschouwingen over de staatsgreep van Trump, vandaag een jaar geleden, concluderen dat de democratie in Amerika ernstig bedreigd wordt, mogelijk al verloren is gegaan. Alle serieuze media leggen de schuld daarvoor bij de Republikeinen.

Ik wil wel verder gaan. De schuld van de Amerikaanse teloorgang ligt bij maar één Republikein, één persoon die deze glijbaan richting autoritair regime had kunnen voorkomen. Nee, niet Trump.

Die persoon is Mitch McConnell. Als hij een jaar geleden het voortouw had genomen en niet alleen (de eerste week althans) Trump verantwoordelijk had gehouden voor de aanval op het Capitool maar ook was opgestaan om de Big Lie de nek om te draaien, dan had Trump zijn greep op de partij verloren. Als McConnell maar half de energie die hij had besteed aan het vullen van het Supreme Court met paladijnen had gewijd aan het ausradieren van Trump, dan stond Amerika er een stuk beter voor.

McConnells greep op de senaat, op de Republikeinse senatoren, is immens. Hij had op 7 januari zijn caucus bij elkaar kunnen roepen en had kunnen zeggen: ik ga all out om Trump buitenspel te zetten en ik wil dat jullie meedoen. Het had nog voordat een impeachment procedure een tweede kans bood, Trumps spel kunnen blokkeren.

De impeachment procedure was een tweede kans. McConnell stemde tegen impeachment op basis van procedure onzin, namelijk dat Trump al geen president meer was en je die dan ook niet kon impeachen. Flauwekul. Impeachment had Trump onverkiesbaar gemaakt. Letterlijk, hij had niet meer kandidaat kunnen zijn.

Had McConnell voldoende collega’s kunnen overhalen? Natuurlijk wel. Dat is waar hij goed in is.

Waarom deed hij het niet? Wat een kans voor een bejaarde tweede rangsspeler (niet zonder invloed maar geen president) om historie te maken. Hij is oud genoeg om zich niet om herverkiesbaarheid zorgen te hoeven te maken. Jazeker, hij wil in 2022 weer meerderheidsleider worden in de Senaat, maar wat moet je daarmee als Trump voortdurend aan de riem trekt, aan de halsband die McConnell nu om zijn eigen nek heeft gedaan?

Was het lafheid? Durfde hij niet, bang dat de partij hem zou verwerpen? Ik geloof niet dat dit het geval was, al overschat ik zijn moed niet. McConnell wist en weet dat hij de hele club senatoren dezelfde kant op kon laten draaien – of in elk geval voldoende senatoren om Trump kwijt te raken. Opportunistische kwaadwillers als Ted Cruz en Josh Hawley zouden, denk ik, hun Trump-kans gegrepen hebben, maar een tweederde meerderheid voor impeachment was mogelijk geweest. Het lijkt eerder labbekakkerigheid dan lafheid, of misschien is dat twee pakken uit één laken.

Er is in de geschiedenisboeken niet echt een plaats voor mensen die niets deden, die niet de kans pakten toen hij zich voordeed. McConnell had een van die Profiles in Courage kunnen zijn die John F. Kenney in de jaren vijftig portretteerde. Gemiste kans.

Een kleine herkansing lonkt. McConnell kan ervoor zorgen dat de federale wetgeving die het stemmen in Amerika stroomlijnt erdoor komt zonder dat de Democraten de filibuster hoeven af te schaffen. Die wetgeving zou de pogingen van Republikeinen op staatsniveau om het stemmen tellen te politiseren kunnen pareren. Zou McConnell het durven? Optimisme is nog minder dik gezaaid dan moed, vrees ik.

Drie beelden van verval

Sinds de eeuwwisseling heb ik drie keer ademloos aan mijn televisiescherm gezeten, proberend te begrijpen wat er gebeurde, wat dat betekende en waar het toe zou leiden. Alle drie de keren ging het om gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Alle drie de keren moest ik na een paar dagen concluderen dat een nieuwe fase was bereikt in de neergang van het land waar ik de afgelopen decennia mijn hart aan had verpand, mijn werk aan had besteed en, meer verontrustend, mijn hoop voor een betere wereld op had gebaseerd.

De eerste keer was op 9/11, elf september 2001, toen de twee torens die het beeld van New York bepaalden werden neergehaald. Ik zag de aanval op Amerika, want dat was het, nooit als een aanval op ‘onze manier van leven’, zoals president Bush het formuleerde. Het was een aanval op de Amerikaanse manier van de wereld ordenen naar eigen inzicht en vooral naar eigen belangen. Osama bin Laden en zijn bende brachten Amerika’s bloedige interventies in allerlei delen van de wereld naar het thuisland. ‘The chickens came home to roost’, in de mooie Amerikaanse uitdrukking.

De tweede keer was in augustus 2005 toen orkaan Katrina New Orleans onder water zette. Dat was schokkend genoeg maar wat echt shockeerde was de incompetentie van de Amerikaanse overheid. Dat begon al met de manier waarop de arme, lager gelegen wijken van New Orleans beschermd waren tegen voorspelbaar ruw weer – of beter gezegd, niet beschermd waren. Het ging verder met de hulpeloosheid van de getroffenen, de wetteloosheid in een rampgebied en het pathetische antwoord van president Bush, die vanuit een helicopter het rampgebied aanschouwde maar niet in staat was hulp georganiseerd te krijgen.

De derde keer was ruim een jaar geleden, op 6 januari 2021, toen door president Trump opgehitst rechts tuig het Capitool aanviel en bezette, met de bedoeling om Trump ondanks zijn verlies van de verkiezingen president te maken voor nog een termijn. Het was een staatsgreep, kort en goed. De Amerikaanse democratie werd aangevallen. Het was een ontluisterend tafereel, met meer dan symbolische waarde. Later die nacht stemden 147 Republikeinse afgevaardigden ervoor om die verkiezingen ook daadwerkelijk te negeren – dat was minder visueel spektakel maar veelzeggender.

9/11 maakte duidelijk dat de nieuwe wereldorde zoals die door George H.W. Bush (de oudere) na het einde van de Koude Oorlog was aangekondigd was gearriveerd. Alleen niet zoals hij had bedoeld. Zonder permanente vijand, zonder ideologische opponent, bleek de Verenigde Staten niet in staat helder te denken. In de overmoed en arrogantie van het ‘unipolar moment’, het moment waarop alleen de VS macht uitoefende op wereldniveau, kon Osama, en in hem alle door de VS vermeend gepiepelde wereldburgers, het land twee blauwe ogen bezorgen. De VS reageerde als gehoopt en verwacht door de bedenker van de aanval: wild om zich heenslaand. Een heilloze en morele autoriteit ondermijnende oorlog tegen terrorisme volgde. Twee onnodige en uiteindelijk rampzalige oorlogen, in Irak en in Afghanistan, bewezen dat de Verenigde Staten een reus op lemen voeten is.

De aanslag op het World Trade Center werd zo symbool voor de erosie van de naoorlogse wereldorde. Dat beeld is maar een beetje overtrokken. Maar 9/11 markeerde een omslag. De omslag naar het besef dat de Verenigde Staten niet meer de garantie of de veiligheid bood die we er dachten te vinden.

De orkaan Kathrina maakte in een klap duidelijk hoe gemankeerd de Amerikaanse samenleving was. Daarvoor was een natuurramp die een competentieramp werd niet nodig, zult u betogen. Amerika was al een samenleving die als los zand aan elkaar hing. Maar soms is een enkele gebeurtenis nodig om een langere ontwikkeling duidelijk te maken, om de ramp die verder gaat dan de enkele gebeurtenis klaterfris op het netvlies te zetten.

Andere lange termijn ontwikkelingen, zoals de permanente ramp van de Amerikaanse gezondheidszorg, de opioidverslaving die gemeenschappen verwoestte of de schade die roekeloze bankiers aanrichtten in 2008, kwamen nooit tot een enkele televisiewaardige focus. Kijkend naar Kathrina schaamde je je dat in het rijkste, meest ontwikkelde land van de wereld iets dergelijks kon gebeuren. Het leek eerder iets voor een derde wereldland en, verdomd, Kathrina onderstreepte nog maar eens dat de Verenigde Staten een eerste en een derdewereldland ineen was. 

De staatsgreep op 6 januari zal symbool blijven voor het punt waarop Amerika zijn rol als democratisch voorbeeld voor de wereld willens en wetens overboord zette. De staatsgreep van Trump werd niet een kantelpunt waarop bezorgde Amerikanen de man die hen naar dit treurige punt had geleid verwierpen, maar juist het punt waarop veel Amerikanen de vijanden van de democratische rechtsstaat omarmden. Ook hier gold, net als voor 9/11 en Kathrina, dat veel lange termijn ontwikkelingen samenkwamen in een onappetijtelijke apotheose.

Het Amerikaanse politieke systeem toont zijn ouderdom, kan de gebreken van een grondwet die werd geschreven voor dertien ex-kolonies die een republikeins experiment aangingen niet meer verhelen. Het tweepartijensysteem nodigde altijd al uit tot verscherping van marginale verschillen van mening, inmiddels is het gewoon geworden om politiek andersdenkenden als vijanden te zien. Met vijanden is het slecht compromissen sluiten, de rode en de blauwe staten van Amerika fungeren steeds meer als speerpunten in een houding van: wij hebben hier de macht, we doen hier wat we willen. Dat speelt zich nu landelijk af.

De twintigste eeuw was de American Century, eindigend in een grandioze finale waarin de goodies de baddies versloegen. Die Amerikaanse eeuw was nooit zo mooi als hij werd neergezet, maar als er inmiddels nostalgie naar bestaat dan is het omdat de 21ste eeuw laat zien dat we dat leidende Amerika bezwaarlijk kunnen missen. 9/11, Kathrina, de aanval op het Capitool: ze staan in ons permanente geheugen als beelden van het einde van een tijdperk, als markeerpunten in de de richting van een onzekere toekomst waarin Amerika enkel nog fungeert als symbool van verval, van teloorgang van wat eens was, hobbelend naar de volgende blamage.

China’s grote leider Xi Jinping is te overmoedig als hij denkt Amerika’s leidende rol te kunnen overnemen. Ook dat soort overmoed komt ten val. Maar dat neemt niet weg dat zijn analyse dat ‘het westen in verval is’ pijnlijk juist lijkt te zijn. Drie onvergetelijke televisiebeelden bewijzen het.