Het verhaal van de Mayflower

Televisieserie gezien? Lees het hele verhaal van de Pilgrim Fathers. Een van de ontstaansmythes van de Verenigde Staten. Een spannend verhaal, vol opoffering en de dood in de ogen staren, maar ook een verhaal dat vaak te groot gemaakt wordt. Lees de context, de achtergrond en de werkelijke betekenis van die eerste immigranten naar de Nieuwe Wereld.

De Pilgrim Fathers. Van Leiden naar het beloofde land. Uitgeverij Omniboek

Klik hier voor interview over de Pilgrim Fathers voor Radio 1

Klik hier voor een bespreking in Trouw

Door Amerika specialist Frans Verhagen, auteur van zo’n vijftien boeken over de Verenigde Staten.

Fortuna’s kinderen: mooi verhaal, onnodig opgerekt tot boek

Ik heb inmiddels Annejet van der Zijls Fortuna’s kinderen gelezen. Misschien herinnert u zich dat ik nogal kritisch was over de Amerikaanse prinses, Van der Zijls vorige bestseller. Veel fouten op historisch terrein maar, belangrijker, een vrouw die voor mij niet tot leven kwam. 

Dit boek gaf me opnieuw gemengde gevoelens. Mis ik iets dat andere lezers oppikken en razend enthousiast maakt? Het verhaal van de Nederlandse jongen Leon die in het hart van de slavocratie van Amerika, in Charleston, verliefd wordt op een slavin, Juliette. Hij koopt haar vrij, trouwt haar en leidt een lang en gelukkig leven met hem, uiteindelijk in Nederland waar het stel een aristoriscratisch leven leidt. 

Een mooi verhaal. Waar ik afhaakte, en verveeld raakte zelfs, was bij het verhaal van de kinderen en kleinkinderen van beiden. Dat was allemaal minder spannend, minder interessant, minder hartverwarmend dan het eerste verhaal. De ene na de andere naam, data ‘op 14 september …’. Ik bladerde door.

Van der Zijl gebruikt de gelegenheid om te vertellen over Charleston, over slavernij, over de aanloop naar de burgeroorlog, en later, als de schoonzoon van Leon en Juliette het onderwerp is, over de goudkoorts en de ontwikkeling van San Francisco. Ik kon er maar matig enthousiast over zijn, al kan ik begrijpen dat lezers die weinig van de Amerikaanse geschiedenis weten, er enthousiast over zijn. Dit is ‘potted history’ in de Geert Mak traditie. De omgevallen boekenkast, herverteld. Opsommerig. 

En ook nu weer onnodige fouten. Ik vroeg me af wie ene Richard Daria was waar ze het over heeft. Zou het Dana kunnen zijn, de schrijver van het prachtige Two Years Before the Mast, over California in 1835, ruim voordat haar boek begint? Ze heeft het over een dominee en reisschrijver. In de literatuurlijst is het ook Daria, maar de titel wijst op Dana. Slordig. Dana was allesbehalve een dominee maar een invloedrijk jurist en politicus

Het is ook een saai verhaal, als ik zo vrij mag zijn. Helemaal in de derde persoon, nogal afstandelijk verteld. Een geschiedenis met als illustratie de personen die Van der Zijl geresearched heeft. Zo gezien past het bij de Amerikaanse koningin die ook op afstand bleef. De persoon Juliette wordt beschreven met allerlei bijvoeglijke naamwoorden, maar doet uiteindelijk weinig meer dan de dame uithangen en kinderen baren. 

Ik had het boekenweekgeschenk, Leon en Juliette, niet gelezen maar ik begrijp dat het zo goed als volledig is overgenomen in dit boek. Een paar edit-nalatigheden maken ook dat sommige dingen twee keer terugkomen. Maar de conclusie dringt zich op dat het een fout was om dat mooie verhaal op te rekken tot boekvorm. 

De man die Trump had kunnen torpederen maar niet durfde

Alle analyses en beschouwingen over de staatsgreep van Trump, vandaag een jaar geleden, concluderen dat de democratie in Amerika ernstig bedreigd wordt, mogelijk al verloren is gegaan. Alle serieuze media leggen de schuld daarvoor bij de Republikeinen.

Ik wil wel verder gaan. De schuld van de Amerikaanse teloorgang ligt bij maar één Republikein, één persoon die deze glijbaan richting autoritair regime had kunnen voorkomen. Nee, niet Trump.

Die persoon is Mitch McConnell. Als hij een jaar geleden het voortouw had genomen en niet alleen (de eerste week althans) Trump verantwoordelijk had gehouden voor de aanval op het Capitool maar ook was opgestaan om de Big Lie de nek om te draaien, dan had Trump zijn greep op de partij verloren. Als McConnell maar half de energie die hij had besteed aan het vullen van het Supreme Court met paladijnen had gewijd aan het ausradieren van Trump, dan stond Amerika er een stuk beter voor.

McConnells greep op de senaat, op de Republikeinse senatoren, is immens. Hij had op 7 januari zijn caucus bij elkaar kunnen roepen en had kunnen zeggen: ik ga all out om Trump buitenspel te zetten en ik wil dat jullie meedoen. Het had nog voordat een impeachment procedure een tweede kans bood, Trumps spel kunnen blokkeren.

De impeachment procedure was een tweede kans. McConnell stemde tegen impeachment op basis van procedure onzin, namelijk dat Trump al geen president meer was en je die dan ook niet kon impeachen. Flauwekul. Impeachment had Trump onverkiesbaar gemaakt. Letterlijk, hij had niet meer kandidaat kunnen zijn.

Had McConnell voldoende collega’s kunnen overhalen? Natuurlijk wel. Dat is waar hij goed in is.

Waarom deed hij het niet? Wat een kans voor een bejaarde tweede rangsspeler (niet zonder invloed maar geen president) om historie te maken. Hij is oud genoeg om zich niet om herverkiesbaarheid zorgen te hoeven te maken. Jazeker, hij wil in 2022 weer meerderheidsleider worden in de Senaat, maar wat moet je daarmee als Trump voortdurend aan de riem trekt, aan de halsband die McConnell nu om zijn eigen nek heeft gedaan?

Was het lafheid? Durfde hij niet, bang dat de partij hem zou verwerpen? Ik geloof niet dat dit het geval was, al overschat ik zijn moed niet. McConnell wist en weet dat hij de hele club senatoren dezelfde kant op kon laten draaien – of in elk geval voldoende senatoren om Trump kwijt te raken. Opportunistische kwaadwillers als Ted Cruz en Josh Hawley zouden, denk ik, hun Trump-kans gegrepen hebben, maar een tweederde meerderheid voor impeachment was mogelijk geweest. Het lijkt eerder labbekakkerigheid dan lafheid, of misschien is dat twee pakken uit één laken.

Er is in de geschiedenisboeken niet echt een plaats voor mensen die niets deden, die niet de kans pakten toen hij zich voordeed. McConnell had een van die Profiles in Courage kunnen zijn die John F. Kenney in de jaren vijftig portretteerde. Gemiste kans.

Een kleine herkansing lonkt. McConnell kan ervoor zorgen dat de federale wetgeving die het stemmen in Amerika stroomlijnt erdoor komt zonder dat de Democraten de filibuster hoeven af te schaffen. Die wetgeving zou de pogingen van Republikeinen op staatsniveau om het stemmen tellen te politiseren kunnen pareren. Zou McConnell het durven? Optimisme is nog minder dik gezaaid dan moed, vrees ik.

Drie beelden van verval

Sinds de eeuwwisseling heb ik drie keer ademloos aan mijn televisiescherm gezeten, proberend te begrijpen wat er gebeurde, wat dat betekende en waar het toe zou leiden. Alle drie de keren ging het om gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Alle drie de keren moest ik na een paar dagen concluderen dat een nieuwe fase was bereikt in de neergang van het land waar ik de afgelopen decennia mijn hart aan had verpand, mijn werk aan had besteed en, meer verontrustend, mijn hoop voor een betere wereld op had gebaseerd.

De eerste keer was op 9/11, elf september 2001, toen de twee torens die het beeld van New York bepaalden werden neergehaald. Ik zag de aanval op Amerika, want dat was het, nooit als een aanval op ‘onze manier van leven’, zoals president Bush het formuleerde. Het was een aanval op de Amerikaanse manier van de wereld ordenen naar eigen inzicht en vooral naar eigen belangen. Osama bin Laden en zijn bende brachten Amerika’s bloedige interventies in allerlei delen van de wereld naar het thuisland. ‘The chickens came home to roost’, in de mooie Amerikaanse uitdrukking.

De tweede keer was in augustus 2005 toen orkaan Katrina New Orleans onder water zette. Dat was schokkend genoeg maar wat echt shockeerde was de incompetentie van de Amerikaanse overheid. Dat begon al met de manier waarop de arme, lager gelegen wijken van New Orleans beschermd waren tegen voorspelbaar ruw weer – of beter gezegd, niet beschermd waren. Het ging verder met de hulpeloosheid van de getroffenen, de wetteloosheid in een rampgebied en het pathetische antwoord van president Bush, die vanuit een helicopter het rampgebied aanschouwde maar niet in staat was hulp georganiseerd te krijgen.

De derde keer was ruim een jaar geleden, op 6 januari 2021, toen door president Trump opgehitst rechts tuig het Capitool aanviel en bezette, met de bedoeling om Trump ondanks zijn verlies van de verkiezingen president te maken voor nog een termijn. Het was een staatsgreep, kort en goed. De Amerikaanse democratie werd aangevallen. Het was een ontluisterend tafereel, met meer dan symbolische waarde. Later die nacht stemden 147 Republikeinse afgevaardigden ervoor om die verkiezingen ook daadwerkelijk te negeren – dat was minder visueel spektakel maar veelzeggender.

9/11 maakte duidelijk dat de nieuwe wereldorde zoals die door George H.W. Bush (de oudere) na het einde van de Koude Oorlog was aangekondigd was gearriveerd. Alleen niet zoals hij had bedoeld. Zonder permanente vijand, zonder ideologische opponent, bleek de Verenigde Staten niet in staat helder te denken. In de overmoed en arrogantie van het ‘unipolar moment’, het moment waarop alleen de VS macht uitoefende op wereldniveau, kon Osama, en in hem alle door de VS vermeend gepiepelde wereldburgers, het land twee blauwe ogen bezorgen. De VS reageerde als gehoopt en verwacht door de bedenker van de aanval: wild om zich heenslaand. Een heilloze en morele autoriteit ondermijnende oorlog tegen terrorisme volgde. Twee onnodige en uiteindelijk rampzalige oorlogen, in Irak en in Afghanistan, bewezen dat de Verenigde Staten een reus op lemen voeten is.

De aanslag op het World Trade Center werd zo symbool voor de erosie van de naoorlogse wereldorde. Dat beeld is maar een beetje overtrokken. Maar 9/11 markeerde een omslag. De omslag naar het besef dat de Verenigde Staten niet meer de garantie of de veiligheid bood die we er dachten te vinden.

De orkaan Kathrina maakte in een klap duidelijk hoe gemankeerd de Amerikaanse samenleving was. Daarvoor was een natuurramp die een competentieramp werd niet nodig, zult u betogen. Amerika was al een samenleving die als los zand aan elkaar hing. Maar soms is een enkele gebeurtenis nodig om een langere ontwikkeling duidelijk te maken, om de ramp die verder gaat dan de enkele gebeurtenis klaterfris op het netvlies te zetten.

Andere lange termijn ontwikkelingen, zoals de permanente ramp van de Amerikaanse gezondheidszorg, de opioidverslaving die gemeenschappen verwoestte of de schade die roekeloze bankiers aanrichtten in 2008, kwamen nooit tot een enkele televisiewaardige focus. Kijkend naar Kathrina schaamde je je dat in het rijkste, meest ontwikkelde land van de wereld iets dergelijks kon gebeuren. Het leek eerder iets voor een derde wereldland en, verdomd, Kathrina onderstreepte nog maar eens dat de Verenigde Staten een eerste en een derdewereldland ineen was. 

De staatsgreep op 6 januari zal symbool blijven voor het punt waarop Amerika zijn rol als democratisch voorbeeld voor de wereld willens en wetens overboord zette. De staatsgreep van Trump werd niet een kantelpunt waarop bezorgde Amerikanen de man die hen naar dit treurige punt had geleid verwierpen, maar juist het punt waarop veel Amerikanen de vijanden van de democratische rechtsstaat omarmden. Ook hier gold, net als voor 9/11 en Kathrina, dat veel lange termijn ontwikkelingen samenkwamen in een onappetijtelijke apotheose.

Het Amerikaanse politieke systeem toont zijn ouderdom, kan de gebreken van een grondwet die werd geschreven voor dertien ex-kolonies die een republikeins experiment aangingen niet meer verhelen. Het tweepartijensysteem nodigde altijd al uit tot verscherping van marginale verschillen van mening, inmiddels is het gewoon geworden om politiek andersdenkenden als vijanden te zien. Met vijanden is het slecht compromissen sluiten, de rode en de blauwe staten van Amerika fungeren steeds meer als speerpunten in een houding van: wij hebben hier de macht, we doen hier wat we willen. Dat speelt zich nu landelijk af.

De twintigste eeuw was de American Century, eindigend in een grandioze finale waarin de goodies de baddies versloegen. Die Amerikaanse eeuw was nooit zo mooi als hij werd neergezet, maar als er inmiddels nostalgie naar bestaat dan is het omdat de 21ste eeuw laat zien dat we dat leidende Amerika bezwaarlijk kunnen missen. 9/11, Kathrina, de aanval op het Capitool: ze staan in ons permanente geheugen als beelden van het einde van een tijdperk, als markeerpunten in de de richting van een onzekere toekomst waarin Amerika enkel nog fungeert als symbool van verval, van teloorgang van wat eens was, hobbelend naar de volgende blamage.

China’s grote leider Xi Jinping is te overmoedig als hij denkt Amerika’s leidende rol te kunnen overnemen. Ook dat soort overmoed komt ten val. Maar dat neemt niet weg dat zijn analyse dat ‘het westen in verval is’ pijnlijk juist lijkt te zijn. Drie onvergetelijke televisiebeelden bewijzen het.

Bureau Buitenland op death row

Een van de betere radio programma’s is Bureau Buitenland van de VPRO, dat tot nu toe werd uitgezonden tussen 19 u en 19.30 u. Dat was een mooi tijdstip, je kon luisteren terwijl je zat te koken of tijdens de afwas. Het nadeel was dat het kon worden onderbroken door stupide sportsegmenten, alsof iemand die naar BB of, het uur daarna, naar Kunststof zat te luisteren ook maar geïnteresseerd was in wat in de Lange Leegte in Veendam gebeurde.

Never mind, de zendercoördinator in zijn/haar oneindige wijsheid heeft het programma nu verplaatst naar 13.30u, waar eerst die twee drollige heren een sportprogramma maakten. Ik denk dat het een dom besluit is omdat het doelpubliek voor Bureau Buitenland om half twee wel wat beters te doen heeft. Het besluit werd toegelicht met het voordeel dat de correspondent in China nu niet meer tot twee uur ’s nachts hoeft op te blijven en de Amerikaanse correspondent al voor diens ontbijt gesproken kon worden.

Flauwekul natuurlijk. Een totaal willekeurig besluit. Het zou me niet verbazen als het programma straks de nek wordt omgedraaid omdat er te weinig mensen luisteren. Het programma zit, zou je kunnen zeggen, op death row. Executie volgt.

Ik zie dat Kunststof is vervroegd om nu om 19 u te beginnen. Om 20 u volgt dan een half uur ‘reportage’ uit de regio. De afwas zal nooit meer hetzelfde zijn.

Afscheid van een historisch jaar

Het is tijd om de balans op te maken van 2021, mijn bloopers, mijn visionaire voorspellingen, en het slagveld van dit historisch jaar te overzien. Buitengewoon historisch, meer dan ik had verwacht, omdat dit het jaar is dat de Amerikaanse democratie een dodelijke steekwond (of meer Amerikaans, een schot in het kruis) werd toegebracht.

Ik denk en voorspel maar meteen dat we op 2021 zullen terugkijken als het jaar van de omslag. Het jaar waarin de belangrijkste democratie in de wereld teloorging omdat de elite van een van de twee partijen niet het lef had dat te voorkomen. De Republikeinen, laten we duidelijk wezen. De Democraten valt veel te verwijten, vooral dat ze niet in staat zijn effectief te regeren, maar niet dat ze willens en wetens de rechtsstaat en de democratie ondermijnen. De Republikeinse elite heeft zijn ziel verkocht aan de duivel. Het is alsof Weimar zich in up tempo herhaalt: een elite die denkt de krachten die ze losmaakt om de macht te verkrijgen gecontroleerd kunnen worden. De krachten die Donald Trump heeft losgemaakt zullen verwoestend blijken. Democratie gaat eraan.

Dat is meteen de eerste erkenning van mijn verkeerd inschatten. Ik onderschatte de man, of in elk geval overschatte ik de elite die zich door hem liet inpakken. Nooit heeft een oud-president, iemand die als president een ramp was en terecht de verkiezingen verloor, een loser kortom, zoveel greep gehad op de politieke partij die hij in 2016 had overgenomen. Knap werk, ik moet het toegeven. Ik had het niet voor mogelijk gehouden. Mijn inschatting was dat de psycho zich in Florida zou terugtrekken in narcistische navelstaarderij over hoe iedereen hem dwars had gezeten. Dat de wereld, dat Amerika, dat de Republikeinse Partij dat zou zien als een ietwat bizar maar verder niet meer relevant spektakel. Kortom, dat hij zou verdwijnen uit de aandacht en dat zijn erfenis vooral vier verspilde jaren en honderdduizenden corona doden zouden zijn.

Ik zou te veel eer eisen als ik claimde de poging tot putsch op 6 januari te hebben voorzien, maar ik wijs toch op een artikel dat ik op 20 april 2020, acht maanden tevoren, op mijn blog zette, onder de titel Dit is wat er gaat gebeuren als Trump op 3 november verliest. Het verscheen in de Standaard, niet in de NRC. Het ging over de bezetting van het Capitool in Lansing, Michigan, door rechtse radicalen, racisten en neonazi’s vanwege verzet tegen corona maatregelen. Ze werden opgejuind door de psycho president en werden verteerd door haat tegen de gouverneur, Gretchen Whitmer. In oktober 2020 werd een samenzwering om haar te vermoorden opgerold. Nu ik terugkijk zie ik in 2020 veel blogposts en een aantal artikelen over Trumps chaos strategie. Het laatste hoofdstuk van ons boek over het presidentschap ging over wat er zou gebeuren als Trump weigerde te vertrekken. Het kwam me op kritiek te staan uit de kring van Amerika-aanbidders. Net als u keek ik mijn ogen uit op 6 januari, maar helemaal uit het luchtledige kwam het niet.

De dag na 6 januari, de aanval op het Capitool die ik consequent heb omschreven als een coup poging want erop gericht om de verkiezingsuitslag te negeren en Trump de macht te geven, publiceerde ik Tijd voor pek en veren in de verwachting dat de aanval op de volksvertegenwoordiging door een zittend president voldoende zou zijn om hem uit DC te verwijderen en voorgoed te verbannen uit de Amerikaanse politiek. Ik kreeg ongelijk. Ik dacht zelfs – onterecht optimistisch – dat dit een buitengewone kans was voor de Republikeinen om Trump kalt te stellen. Senaatsleider McConnell zou geschiedenis kunnen maken als moedige Republikein die toen het erop aankwam de ruggengraat had om te zeggen: genoeg is genoeg.

Wat een verkeerde inschatting. Eerst lieten ze Trump van de haak door zijn tweede impeachment te dwarsbomen – eenmaal geimpeached zou Trump nooit meer kandidaat mogen zijn. Opgeruimd staat netjes, maar niet voor de lafhartige McConnell en zijn acolieten. In mei zou ik schrijven hoe fout ik dat had gezienen schuldbewust moeten erkennen dat ik de perfiditeit van de mannen die Trump een tweede leven gaven te laag had ingeschat. Het artikel verscheen in de Standaard en de NRC.

Een paar dagen na 6 januari schreef ik wel dat we de Republikeinen niet moeten onderschatten. Dat ze gewoon weer in 2022 en 2024 verkiezingen gaan winnen, alsof er niets was gebeurd. Het artikel verscheen in de Standaard en de NRC. Op 18 en 20 januari schreef ik over de vergiftigde erfenis van Trump, met name dat de Big Lie de politiek van Amerika zou gaan bepalen. Het artikel verscheen in de Standaard. Helaas had ik gelijk, ook over de lamlendigheid en labbekakkerigheid van een Republikein als Mitch McConnell en de notoire kwaadwillende slechtheid van Kevin McCarthy, de Republikeinse leider in het Huis.

On the bright side, de druk die Trump uitoefent op kandidaatstellingen voor de tussentijdse verkiezingen van 2022, kan kandidaten opleveren die onverkiesbaar zijn. Misschien kunnen de Republikeinen ze toch binnenlepelen met hun frauduleuze kiesregels, maar evenzogoed zouden ze gewoon kunnen verliezen. Ik blijf bij mijn overtuiging dat Trump zelf niet kan worden herkozen, simpelweg omdat pak weg twintig van de zeventig miljoen kiezers die hij in november had, na 6 januari niets meer van hem moeten hebben.

In de loop van het jaar heb ik verscheidene artikelen geschreven over de bedreigde Amerikaanse democratie. Het meest recent eind november zowel in de Standaard als in de NRC. Daarvoor en daarna heb ik zoveel rondom de teloorgang van democratie als instituut geschreven dat ik inmiddels me steeds moet afvragen of ik niet te vaak hetzelfde roep. Als je steeds maar noteert dat het kiezen moeilijk gemaakt wordt ten bate van een partij, dat het systeem gegerrymanderd is zodat de minderheid de meerderheid krijgt, en het systeem van de senaat en het kiescollege voor president fataal onevenwichtig is, komt er een punt dat de lezer misschien zegt: heb je hem weer. Maar verdomd, ik kan het niet genoeg benadrukken, de Amerikaanse democratie is dodelijk verwond. Ik weet niet eens meer zo zeker of hij nog te redden is.

Niet helemaal los van dit alles is de VS een samenleving die op vele punten niet deugt. Wapens, abortus, ongelijkheid, slecht onderwijs, slechte ziekenzorg: het is een buitengewoon land, buitengewoon afwijkend van de norm die elders voor beschaafd wordt gehouden. Ik heb dat onlangs nog op mijn blog eens op een rijtje gezet. En dan had ik het alleen nog voor tamelijke basale binnenlandse zaken. De naam Trump komt in dat verhaal niet voor want het is niet de schuld van Trump dat Amerika uit elkaar valt, hij is eerder het product van die ontwikkeling. Op buitenlands gebied was Afghanistan veelzeggend. Ik denk dat China gelijk heeft in zijn analyse van de VS als een nation in decline. Idioot hoge uitgaven aan defensie gaan dat niet veranderen.

Mijn verwachtingen van Joe Biden waren voor zijn verkiezing nogal beperkt. Ik zag hem met zijn rollator de afgrond insukkelen. Daar kreeg ik ongelijk, in elk geval electoraal. Hij bleek de juiste, misschien de enige die Trump kon verslaan. Aanvankelijk riep hij hoge verwachtingen op als president, zeker toen die twee zetels van Georgia de Democraten een meerderheid gaven. Ik vergeleek zijn ambities met die van Lyndon Johnson en schreef in het Historisch Nieuwsblad over de Great Society. Een kiss of dead misschien, want er bleef weinig over van zijn plannen. Niet de Republikeinen zaten hem dwars maar zijn eigen Democraten, zowel de progressieven als senatoren als Manchin en Sinnema.

Ik ben er dit jaar wel van overtuigd geraakt dat de brave man te oud is. Dat is een van de redenen, denk ik, dat hij niet goed kan onderhandelen en zeker een reden dat hij niet in staat is zijn verhaal goed aan de bevolking te verkopen en zo Manchin voor het blok te zetten. Te oud. Sukkelend. Bejaardheid uitstralend. Vandaar dat ik in november schreef dat hij maar beter meteen kan laten weten in 2024 niet kandidaat te zijn. Hij moet me gehoord hebben, want hij deed precies het omgekeerde. Waarmee hij net als Hillary een jongere generatie in de weg gaat zitten. Het is ontmoedigend als je op een tijdige dood van politici moet hopen om van ze af te komen.

Het was ook een jaar waarin ik mezelf betrapte op de gedachte dat anti-vaxxers in de VS verdienen wat ze krijgen: dood door corona. Het hielp ontzettend dat de anti-vaxxers overweldigend Trump aanbiddende Republikeinen zijn. Als er maar genoeg dood gaan, dan kan zelfs het morrelen aan kieswetten om als minderheid de meerderheid te krijgen daar niet tegenop. Ik vrees dat je zo gaat denken, dat ik zo ga denken, in een wereld waarin je niet alleen van mening verschilt over hoe een samenleving eruit moet zien maar je politieke opponenten ook als vijanden gaat zien. De haat op rechts heeft een complement op links, zij het kleiner. Maar haat is geen manier om een samenleving te organiseren. Vandaar dat ik schrik van mijn eigen gedachten over die creperende Republikeinen.

Ook in de Nederlandse context kwam een onplezierige gedachte op. Als die anti-vaxxers zo eigenwijs zijn, denken dat het virus hen niet pakt, maar dan wel meer dan de helft van het ziekenhuis in beslag nemen, waarom dan niet hun positie tot het uiterste doorredeneren en ze niet behandelen? Geen vaccinatie, geen hulp als je corona krijgt. Nee, zo kan het niet werken, maar het is wel het logische complement van een QR strategie (waar ik voor ben). Zoals geloof ik iedereen, heb ik anti-vaxxers in mijn directe omgeving. De paar goede argumenten voor hun houding worden vergezeld van een stortvloed van samenzweringsnonsens en een lofzang op huisjesmelker Haga en de rekenwonder Fleur Agema. Zoals mijn broer zegt: ze kiezen ervoor in de rabbit hole van het internet te duiken. De deskundigen zeggen dat we met ze in gesprek moeten blijven. Ik heb er geen zin in.

Afgezien van de Republikeinse bereidheid om democratie te vernietigen, was de vrijspraak van die jongen in Wisconsin, Kyle Rittenhouse, die twee mensen vermoordde – pardon, doodschoot in zelfverdediging –, een dieptepunt van dit jaar. Ik zeg dat verkeerd, het echte dieptepunt was dat Republikeinen hem nu als held ontvangen. Misschien is het te veel om te verwachten dat iemand die twee mensen doodmaakt enige terughoudendheid toont, maar Rittenhouse geniet van de aandacht, zuigt het op en gebruikt het. De Republikeinen op hun beurt celebreren de oorlogssetting van de Amerikaanse samenleving. 

Het zette me ook aan het denken over de moord op George Floyd. Ik weet niet of u zich dat ooit heeft afgevraagd, maar ik wel: waarom duwde niemand die moorddadige politieman weg van Floyds nek? Wel het hele zaakje filmen, maar niemand die iets deed. Het antwoord is ziekmakend. Degene die Floyd te hulp gekomen zou zijn, zou in het gevang beland zijn. En lang ook. Omverduwen van een politieagent die zijn werk doet, hoe moorddadig ook, zou niet tot de vrijspraak van Rittenhouse leiden. Niemand deed iets omdat je in Amerika weet dat als je iets doet tegen een politieman, ook al misdraagt die zich nog zo, je de klos bent. Misschien had Floyd door jouw interventie overleefd, had hij wel kunnen ademen. Jij had het niet overleefd. Je kunt het filmen en publiek maken en dat is alles wat je kunt doen. Het is een bewijs van hoe verrot de Amerikaanse samenleving is geworden.

Ik had hier eerder over nagedacht maar het werd weer vers door Rittenhouse, maar ook door een mooie, fascinerende essaybundel van Rachel Greenwald, On Compromise. Zij onderzoekt op voorbeeldige essayistische manier haar eigen impuls om geen millimeter toe te geven (ze komt uit de punk beweging van de jaren negentig en is professor in literatuur in St. Louis) en de neiging van een liberale samenleving om compromissen als ideaal te zien. Ik kan er hier niet al te diep op ingaan, maar die neiging leidt ertoe dat de gevestigde machten altijd de bovenhand hebben. Vraag maar aan Joe Manchin.

Compromissen sluiten is ook een aanvechting die hard rechts, en nu ook de Republikeinen, niet hebben. Ze sluiten geen compromissen, ze hakken erop los en bereiken wat ze willen bereiken. Het idee dat je compromissen kan sluiten, een Grand Bargain kunt bereiken, met een partij die als organisatieprincipe heeft alles procedureel op te blazen, is je reinste luchtfietserij. Compromis als ideaal is dodelijk. Zie de derde weg flauwekul, zie de triangulation van Clinton. 

Er waren dit jaar geen benoemingen voor het Amerikaanse Supreme Court, wel zaken. Gezien het misbruik dat de Republikeinen maakten van hun formele macht om rechters van hun voorkeur te benoemen komen die zaken geleidelijk aan tot een uitspraak. Trumps pogingen onderzoek naar zijn staatsgreep te frustreren zijn zo’n zaak. Abortus is zo’n zaak. Voor Maarten schreef ik een artikel over hoe abortus zo controversieel werd, met een hoofdrol voor de katholieke bisschoppen. Hun wreedheid dwingt zelfs 11 jarige meisjes, verkracht door hun vader, het kind te krijgen (dit niet in de VS maar in Bolivia – maar het zou zo maar in de VS kunnen gebeuren).

Mogelijk komt ook Trumps onwilligheid om inzicht te geven in zijn betrokkenheid bij 6 januari voor het Hof. Het is de vraag of de rechters die hij benoemde hem meer ruimte zullen geven om die reden, maar dat is wel wat deze sjacheraar denkt. En waar hij recht op denkt te hebben. De conservatieve rechters roepen verontwaardigd dat politiek hen vreemd is. De praktijk is anders. De keuze voor een benauwde interpretatie, original intent, zogenaamd wat de founding fathers bedoelden, wat Madison zou hebben kunnen denken, is een politieke keuze. Een mooie analyse van het gehamer op rechten zonder maatschappelijke context mee te nemen, door links en door rechts, is How Rights Went Wrong. Why Our Obsession with Rights Is Tearing America Apart door Jamal Greene.

Dit jaar zagen we dat het congres van Texas, gedomineerd door Republikeinen, een a prima facie absurde wet erdoor jassen. Abortus is verboden vanaf het moment dat een hartslag in een faetus hoorbaar is. Hoe goed je oren moeten zijn, is niet gespecificeerd maar algemeen neemt men aan dat dit betekent dat abortus al na zes weken zwangerschap verboden is. Texas hing er ook nog een vigilante regeling aan die andere burgers in staat stelt, oproept zelfs, om hun medeburgers te vervolgen als ze de absurde regel met voeten treden.

Texas is een populaire staat, deze dagen, de staat trekt veel nieuwkomers. Vooral de grote steden, Dallas en Austin, de eerste conservatief, de tweede een bolwerk van progressief denken en doen. Vrienden van me vertrokken uit progressief Californië naar dit absurde wetgeving makend Texas. Weg uit Californië vanwege hoge belastingen, te veel regels, te veel mensen. Ze stemmen Republikeins. De absurde kanten van een staat als Texas nemen ze voor lief, en dat geldt op landelijk niveau ook die kanten van Trump en kornuiten. Als de belastingen maar laag zijn, de overheid zich niet met ons, welgestelden, bemoeit. Ik wens ze het beste in een staat waar gemeenschappelijkheid ontbreekt, kinderen slecht onderwijs krijgen, gezondheidszorg er alleen is voor de rijken.

Mijn punt is dat in een federaal systeem als dat van de VS wetgevers lokale regels kunnen maken zolang die niet in strijd zijn met algemene regels. Anders gezegd, zolang mijn vrienden in Austin Republikeinen en de psycho in Florida, om niet te spreken over de louche senator Ted Cruz, accepteren omdat ze lage belastingen het allerbelangrijkst vinden, zolang zal Texas dit soort regels maken. En straks met een minderheid in het Texaanse congres een meerderheid van de stemmen zal negeren.

Steeds meer realiseer ik me dat democratie alleen behouden, alleen gered kan worden door de burgers zelf. Het Supreme Court gaat de beschaving of de democratie niet tegen zichzelf beschermen. De kiezers moeten het doen. Mijn pessimisme over de VS strekt zich uit tot die kiezers, tot die meerderheid die wat anders wil dan destructie. Zullen ze op tijd in actie komen, voordat de minderheid democratie als kiessysteem heeft afgeschaft? Ik kan alleen maar hopen dat jongeren de macht van mijn generatie, de zelfzuchtige babyboomers, zullen blokkeren.

Ten slotte nog twee dingen die ik me in de loop van 2021 ben gaan realiseren, for what they’re worth. De eerste is de vraag waar het racisme van de afgelopen jaren (veel jaren al) vandaan komt. Concreet gemaakt: wanneer werden Amerikanen die ik ken als aardig, vriendelijke en zelfs liefdevol, zo racistisch? Het ongemakkelijke antwoord is: door het presidentschap van Barack Obama. Ik weet niet wat ik heb aan die constatering, want het is een ongemakkelijke vaststelling omdat wat aanvankelijk werd ervaren als het temmen van een racistische onderstroom in Amerika door massaal op een zwarte te stemmen, in retrospect de luidruchtigheid van racistische uitingen heeft versterkt. Ik denk dat de interveniërend variabele de progressiviteit was van Obama, waarbij de combinatie van ras en progressief denken door Republikeinen als Donald Trump, Ted Cruz, Josh Hawley en de hele Fox News staf werd opgejuind en uitgebuit. Mitch McConnell en de Republikeinse elite hielden zich gedeisd. Als ze er al bezwaar tegen hadden dat Obama racistisch werd bejegend, dan lieten ze dat niet horen. Voor de goede orde: dit is geen verwijt aan Obama, de meest capabele persoon die sinds Richard Nixon in het Witte Huis zat.

De tweede is dat een belangrijke factor in het Trumpisme, althans wat de aanhang betreft, niet de elite, is te vinden in de behoefte om ergens bij te horen. Om deel te zijn van een groep, en dan ook nog een groep die zich keert tegen de dominante meerderheid (die Biden legitiem gekozen heeft). Op de een of andere manier heeft Trump dat briljant ingeschat: MAGA, petjes, bijeenkomsten, websites, samenzweringen, een gezellige bestorming van het Capitool, de we-zijn-onder-elkaar toon van Fox News. Het is allemaal deel van een behoefte aan groepsverband. Het is naar mijn gevoel minder identiteit als boze blanke burger die de Trumpies bindt als wel een wanhopige strijd tegen de vereenzaming van de moderne wereld. Het is geen uniek Amerikaanse fenomeen. De corpsballenclub van Baudet heeft ook zo’n aantrekkingskracht. Vraag het die gezellige jongerenclub met zijn perfide provocaties.

Dit is ook het jaar dat ik alles wat met de firma Facebook te maken had uit mijn leven bande. Zuckerberg en zijn lulverhalen, de tolerantie voor misbruik van persoonlijke informatie, het kanaal voor de psycho uit Florida, de onthullingen van de whistleblower. Genoeg. Het was geen heldendaad. Facebook heb ik nooit gebruikt. WhatsApp kon gemakkelijk verruild worden voor Signal. Ik heb vast een paar contacten verloren, maar het is geen geweldig grote stap.

Mijn familie kon verbazend gemakkelijk worden overgehaald om de familie app om te zetten en (voor zover ik kan zien) ook alleen daar nog te communiceren. Mijn oude studentenhuis, pas net begonnen op WhatsApp had meer moeite. Ik heb nog steeds twee van de tien mensen niet kunnen bereiken. Mijn fietsclub gaf het op of gaf mij op. Het is geen wereldveroverende groep, volgens een van hen, onze voorzitter, was de ‘overstap’ te groot. Hij dacht, geloof ik, dat je WhatsApp moest laten vallen voor Signal, maar ik heb me erbij neergelegd dat communicatie zonodig via email zal gaan.

Ik vermoed dat ik de uitzondering ben, in elk geval in bovenstaande groepen. Omdat ik geen Netflix heb, nauwelijks televisie kijk, geen Spotify gebruik en niets weet van bekende Nederlanders of populaire muziek gaat een deel van wat Nederland bezig houdt me voorbij. Ik heb niet het gevoel iets te missen. Een voorspoedig 2022 gewenst, laten we hopen dat er niets uitkomt van mijn sombere voorgevoelens en voorspellingen.

Een buitengewoon exceptioneel land

Amerika ziet zichzelf graag als een buitengewoon land, exceptioneel. Dat gebeurt meestal in de context van een idee over de VS als voorbeeld voor de wereld, als uitzonderlijk goed, beschaafd of anderszins positieve vibesuitstralend. Het is een verhaal dat Amerikanen elkaar vertellen, iedereen die dit credo niet luid genoeg bevestigt kritiserend.

Het is een vorm van whistling in the dark, jezelf moed in praten, want de werkelijkheid ziet er steeds treuriger uit. De VS is inderdaad buitengewoon, uitzonderlijk, maar dan juist in zijn afwijking van wat elders in de beschaafde wereld gebruikelijk is.

Neem de curieuze liefde voor wapens. In Amerika circuleren meer wapens dan er mensen wonen. Die wapens worden ook gebruikt. Geen enkel westers land kent zoveel doden door wapengeweld als de VS. Je mag er op veel plaatsen vrij mee rondlopen in alle publieke ruimtes. Regelmatig vinden massamoorden plaats, scholieren worden getraind wat te doen als iemand los gaat met zijn wapens. Als er ooit bewijs nodig was dat je samenleving van veel wapens niet veiliger wordt, dan levert Amerika het. Je voelt je er altijd bedreigd.

Net als in andere landen kun je in Amerika verkracht worden. Meisjes kunnen door hun vaders bezwangerd worden. Of er kan iets misgaan. Maar eenmaal zwanger tegen je zin of onbedoeld en ongewenst, is het moeilijk om een abortus te krijgen. Formeel geldt nog de keuzevrijheid van de vrouw, praktisch gezien wordt abortus steeds moeilijker gemaakt. Republikeinse staten en het Supreme Court lijken op weg naar het wegnemen van het recht van de vrouw om daarover te beslissen. 

Nog los van deze abortuspraktijk is Amerika uniek in het hoge aantal ongewenste zwangerschappen. Kennis van en gebruik van voorbehoedsmiddelen is gemankeerd, vooral onder de meest kwetsbare groepen. Seksuele voorlichting op scholen en vaak ook door ouders is abominabel of afwezig. Seks is iets waar je niet over praat, volgens sommige buitengewoon wereldvreemde conservatieven omdat tieners meer seks zouden praktiseren als je erover praat.

In Amerika zitten meer mensen in de gevangenis dan in welk ander zich beschaafd noemend land dan ook. Dat dit aantal zo hoog is, komt onder meer omdat het rechtssysteem niet deugt. Zonder in details te gaan, is het duidelijk dat veel arme Amerikanen slechte rechtsbijstand krijgen, en dat het systeem een afwijking vertoond ten nadele van mensen van kleur en mensen met lage inkomens. Het kost ook ongelooflijk veel geld. Gevangenen leggen een grote claim op begrotingen, waardoor andere, belangrijkere doelstellingen niet bereikt kunnen worden. De lobby van private gevangenissen probeert zoveel mogelijk mensen opgesloten te houden, liefst ook immigranten.

Tijdens de coronacrisis heeft Amerika een record aantal doden per 100.000 inwoners. De leiding van het land in het eerste, cruciale jaar was uitzonderlijk slecht in wat voor opzicht dan ook. Ook andere landen, waaronder Nederland, leden onder inadequaat leiderschap, maar de VS sprong eruit. En springt er nog steeds uit in het politiseren van wat elders verstandig geacht wordt. De kosten zijn hoog.

Het hoge aantal corona-doden verhulde of bagatelliseerde het record aantal Amerikanen dat in 2020 aan een drugs overdosis overleed: tegen de 100.000. De opioid-crisis, een combinatie van uitbuiting door de farmaceutische industrie, meegaandheid en criminele stupiditeit van artsen, en gebrek aan federaal beleid, heeft de afgelopen tien jaar vele honderdduizenden doden gekost. Nog afgezien van de doden, legt de opioid-crisis een loden last op de overheid in staten waar de meeste verslaafden wonen, niet toevallig ook staten waar de armoede en werkeloosheid hoog is. Dan hebben we het nog niet eens over de crystal methcrisis die minder doden kost maar meer verruïneerde levens oplevert.

Gezondheidszorg in Amerika is een permanent drama. Ondanks pogingen van welwillende progressieven om structurele en uiterst schadelijke ongelijkheid weg te werken, is nog steeds een onaangenaam groot deel van de Amerikanen helemaal niet verzekerd. Wie zijn baan verliest, is ook zijn verzekering kwijt. Ernstiger is de onveranderde inefficiëntie van het systeem. Amerika spendeert achttien procent van zijn bruto nationaal product aan gezondheidszorg, Europese landen minder dan tien procent. Wie gelooft dat dit gerechtvaardigd wordt door een betere zorg heeft het systeem niet aan den lijve ervaren. Uren in een Amerikaanse Emergengy Room genezen je voorgoed van die gedachte. 

Wie ernstig ziek wordt, ook verzekerd, loopt een groot risico dat hij financieel wordt uitgekleed. Een van de gerelateerde problemen: wat kindersterfte betreft staat de VS op de 33e plaats van 36 OESO-landen. Geen wonder dat de levensverwachting in Amerika terugloopt, zelfs met in achtneming van de hoge aantallen coronadoden.

De sociale en economische ongelijkheid in de VS is groter dan in andere westerse landen. Dat geldt voor inkomens en voor vermogen. Inkomensongelijkheid in de VS is de hoogste van de G-7 landen. De OESO gebruikt daarvoor de Gini coëfficiënt die uitkomt tussen nul, perfecte gelijkheid, en 1, totale ongelijkheid. In 2017 stond die voor de VS op 0,434. Frankrijk had de laagste van de G-7 met 0,326. Er zit een raciale component aan: de mediaan van de inkomens van zwarte huishoudens is 61 procent van die van blanke huishoudens.

Tussen 1989 en 2016 is het gat tussen rijk en arm, de wealth gap, meer dan verdubbeld. In 1989 had de rijkste vijf procent van gezinnen 114 keer zoveel vermogen als de gezinnen in het tweede quintiel van onderen. Tegen 2016 had de top 5 procent 248 maal zoveel vermogen. De gezinnen in de lagere quintielen (de laagste 40 procent) hadden het meeste vermogensverlies door en na de crisis van 2008. Miljoenen mensen raakten in die crisis hun huis kwijt.

Amerika heeft een bijzonder belastingsysteem waarin de hoogste schijven inkomstenbelasting relatief laag zijn en door elke nieuwe Republikeinse regering verder verlaagd worden. In zijn voortstrompelende Build Back Better plan heeft zelfs Democraat Joe Biden een regressieve regeling opgenomen die toestaat staatsinkomstenbelasting af te trekken, een regeling waarvan alleen de rijken profiteren. Toppercentages zijn laag maar zeggen ook niet erg veel, want er zijn eindeloos veel manieren zijn om je belastingdruk te verminderen. Zoals de financier Warren Buffet zei: ik betaal procentueel minder belasting dan mijn secretaresse. De vermogensbelasting is te verwaarlozen. Investeerders in financiële vehikels genieten speciale voordelen. Successiebelasting is zo laag en begint pas op zo’n hoog niveau dat weinig Amerikanen iets hoeven te betalen. Vermogen kan gemakkelijk doorgegeven worden aan kinderen. De beste manier om rijk te worden in de VS is rijke ouders hebben. 

Onderwijs, gemeten aan de PISA-resultaten, staat in Amerika op lager niveau dan in andere westerse landen. De financiering van onderwijs uit lokale en onroerend belastingen garandeert dat de ongelijkheid enkel dieper wordt. Arme wijken hebben de slechtste openbare scholen. Wie veel geld heeft, stuurt zijn kinderen naar private scholen. Zeker, de VS heeft nog steeds topuniversiteiten, maar onderwijs in de brede zin is geen motor meer voor verbetering. 

Al deze factoren samen, hoe je zo ook groepeert, maken dat de sociale mobiliteit in Amerika buitengewoon laag is. Een onderdeel van de Amerikaanse droom, ook zo’n populaire mythe, is dat kinderen het beter doen dan de ouders. Afgezien van die kinderen die vermogen in de schoot geworpen krijgen, is dat niet het geval. Toekomstverwachtingen zijn niet erg rozig. Veel studenten blijven zitten met tonnen schuld en een opleiding waar ze in een overvolle hoger opgeleidenmarkt weinig mee kunnen. De mobiliteit tussen inkomensgroepen (quintielen, groepen van twintig procent) is gering. De kans dat iemand een aantal groepen opschuift is niet te meten. Iedereen in de laagste tachtig procent van de inkomensquintielen weet dat de Amerikaanse droom een fabeltje is.

Voor de bezoeker is Amerika nog steeds een land met een ongelooflijke natuur, ook al wordt die voortdurend bedreigd door op winst belaste exploitanten. Maar het is ook een land dat er in publieke sfeer buitengewoon aftands en slecht onderhouden uitziet. Shabby, zogezegd. Rommelige vliegvelden, slechte wegen, kapotte bruggen. Van alle hoog ontwikkelde landen is de VS het enige zonder hoge snelheidslijnen, sterker, het ontbreekt aan behoorlijk openbaar vervoer. De nieuwe infrastructuurwet moet daar wat aan veranderen, maar het was wel weer heel bijzonder dat het zo lang duurde voordat er geïnvesteerd werd in het land.

Natuurlijk, er zijn ook veel goede dingen te melden over de VS, maar eerlijk gezegd zijn die niet zo bijzonder. Grosso modo mag je concluderen dat het land eerder bijzonder is in bovengenoemde afwijkingen van wat elders gewoon is, dan in de positieve eigenschappen die het zou onderscheiden. Het is waar dat Amerikanen buitengewoon hard werken, of in elk geval veel uren maken, soms in twee banen. Het aantal weken vakantie is beperkt, er zijn nauwelijks regelingen voor zwangerschaps of ouderschapsverlof, doorbetaalde ziektedagen bestaan meestal niet. Voor een groot aantal Amerikanen is het een armzalig bestaan. Het wonder is dat ze desondanks vaker dan je zou verwachten blijven hangen aan hun exceptionele status, het idee dat geen land beter is dat de Good Old US of A. Er bestaat onbegrip als de rest van de wereld het Amerikaanse voorbeeld negeert.

Er valt nog veel toe te voegen over het Amerikaanse politieke systeem, ooit een voorbeeld voor andere landen, nu een schrikbeeld van disfunctionaliteit en mogelijkheden voor misbruik. Het systeem leidt tot stagnatie en een gedurig ondermijnde overheid. Verkiezingen worden zo moeilijk mogelijk gemaakt, het kiesstelsel ondermijnd en gestoken, zodat een minderheid de macht kan grijpen en houden. Het laat zich met geen enkel ander land vergelijken.

Ten slotte is ook de macht van religie in Amerika buitengewoon in vergelijking met andere westerse landen. Dat was altijd al zo, maar kon gezien worden als een rare afwijking in een seculariserende wereld. Niet echt van belang en tot verdwijnen gedoemd. Niet zo, want de manier waarop met name evangelische christenen beleid beïnvloeden en hun macht doen gelden, is ongeëvenaard. Er zijn geen ontwikkelde landen waar de evolutieleer alleen wordt onderwezen in de context van een concurrerende ‘theorie’, die van ‘creationism’, dat er een wezen is die alles geschapen heeft. Waar de bijbel letterlijk genomen moet worden. Waar scholen worden gedwongen bepaalde boeken uit hun bibliotheken te halen. Laten we zeggen dat dit soort onderwijs het intelligent zelfstandig denken niet bevordert.

Hoewel de founding fathers van de Verenigde Staten weinig op hadden met georganiseerd geloof, net zomin als de belangrijkste president, Abraham Lincoln, is het nu niet voor te stellen dat Amerikanen een president zouden kiezen die zijn of haar geloof niet luidkeels uitdraagt. Uitdragen is daarbij het sleutelwoord, praktiseren is een heel ander verhaal. De kluit laat zich graag belazeren en vergevingsgezindheid zit ingebakken in Amerikaanse geloof.

Het is allemaal buitengewoon buitengewoon. Zozeer dat de wereld de afgelopen decennia vaak met uitpuilende ogen en toenemende ongerustheid de ontwikkeling van Amerika heeft gadegeslagen. Hierboven staan de aspecten die de meest vergaande consequenties hebben, het is geen uitputtende lijst, maar voldoende om het met Amerikanen eens te zijn dat hun land exceptioneel is.

Waarom zo inhakken op de Verenigde Staten, kunt u vragen. En het is waar, er zijn talloze andere landen met talloze andere problemen. Maar er zijn twee redenen om de VS eruit te pikken. Ten eerste zijn dat de problemen op zich. De bovengenoemde cijfers laten zien dat in vergelijking met zijn peers, landen met vergelijkbare waarden en normen en politieke systemen, Amerika het slechter doet dan zij. Ook in relatieve zin is Amerika een buitengewoon problematisch land.

De tweede reden is dat Amerika pretenties heeft. Te voor en te na houdt het zichzelf op als voorbeeld voor de wereld. Als iemand dat relativeert, zoals indertijd president Barack Obama, dan wordt hij meteen afgebrand als onpatriottisch, onamerikaans. ‘Hij haat Amerika’, verkondigde Fox News. Als je je eigen pretenties zo hoog opschroeft, is het alleszins redelijk om die te meten aan de werkelijkheid. Een land dat zichzelf als voorbeeldig en uitzonderlijk ziet, kan des te harder worden gekapitteld als het alleen maar in het negatieve aan die kwalificatie toekomt.

Als criticus kan ik gemakkelijk worden weggezet als een teleurgestelde lover, iemand die zelf te hoge verwachtingen had en die nu botviert op het object van zijn vergane liefde. Die kritiek accepteer ik graag, al heb ik Amerika nooit door een rozige bril gezien. Maar hij doet niets af aan de feiten. Er waren ooit ‘Amerikaanse toestanden’ die ik ook bij ons zou wensen, maar inmiddels is Amerika zo problematisch geworden dat ik weinig meer kan vinden dat ik graag hier toegepast zou zien.

Ik wil nog wel verder gaan: Amerika is een buitengewoon onaangenaam land geworden. Je voelt je er onveilig, je wilt er niet ziek worden en je moet aftasten wat te bediscussiëren valt in het gezelschap van het moment. Meer dan ooit wordt je geconfronteerd met de rafelranden van een rijke samenleving waarin weinig compassie is voor hen die niet tot de gelukkigen behoren.

Jazeker, Rusland is veel erger, en China niet veel beter. Maar dat is wat je noemt cold comfort. Een hele groep andere westerse landen doet het veel beter, is veel buitengewoner, in het goede, dan Amerika. Je kunt het negeren. De zaken van Amerika zijn de zaken van Amerika. Maar zo gemakkelijk komen we er niet vanaf. Want wij, de rest van de wereld, hebben ons buitengewoon afhankelijk gemaakt van de Verenigde Staten. We spiegelden ons maar al te vaak aan de VS, rekenen op het land als de nood aan de man is. De vraag is of een land dat zo buitengewoon afwijkt van de westerse norm die leidende rol nog wel kan vervullen. Amerika’s onderscheidenheid is ook onze zaak. 

Democraten en succes, het blijft een lastig verhaal

Er is iets onaangenaam terugkerends in de zeperds die Democratische presidenten zich op de hals halen. Joe Biden is de meest recente in een lange rij.

Democraten willen de overheid inzetten om de samenleving te verbeteren. Daarvoor moeten ze serieuze wetgeving doorvoeren, geld alloceren en bereid zijn om potten te breken. Dat is van een hogere orde dan wat Republikeinen willen, namelijk lagere belastingen voor de rijken en ondernemingen en een kleinere overheid.

Helaas moet ik vaststellen dat Republikeinse presidenten er in hun eerste jaar vrijwel altijd in slagen om hun doelstellingen te bereiken, althans in de hierboven beschreven beperkte zin. Ronald Reagan, kleine Bush en de psycho in Mar a Largo wisten allemaal belastingverlaging erdoor te jassen en zo de overheid in een dwangbuis te persen die langer meeging dan hun termijnen. De oude Bush is de enige die niet in dit patroon past. Hij had geen wetgeving, geen ideeën en dus ook geen nederlaag. Die kwam pas toen hij gedwongen was belastingen te verhogen, terwijl hij zich had laten vastpinnen op verlagen.

Terug naar de Democraten. Jimmy Carter had een stortvloed aan plannen. Te veel en het congres, toen stevig in Democratische handen, schoot ze een voor een af. Les: het is beter je te concentreren op één groot stuk wetgeving. Democraten zijn slecht in het leren van lessen (vraag maar aan Hillary) en dus is het ook later weer misgegaan.

Bill Clinton werd door de Republikeinen en de FED van Alan Greenspan gedwongen eerst de economie aan te pakken (belastingen verhogen) voordat hij zijn health care geconcentreerd kon voorstellen. Met alle gekruk van Hillary was het toen al te laat. De kans om direct iets groots te doen ging verloren. Clintoncare kwam er nooit.

Clinton verloor de meerderheden in het congres in 1994 en beperkte zich daarna tot kleinere wetgeving die er wel door kon, en neoliberale naäperij die de Republikeinen graag steunden.

Barack Obama was succesvoller. Nou ja, een beetje. Hij kreeg zijn Obamacare erdoor, op het nippertje. Daarna was het ook over en uit. Dat wil zeggen, hij moest zich beperken tot kleine wetgeving en belangrijke benoemingen.

En nu Joe Biden. Zeker, hij heeft als 2.000 miljard aan steun erdoor gekregen en de infrastructuur. Maar beide waren relatief onomstreden. De Republikeinen waren ook voor infrastructuur. De tegenstemmers waren alleen tegen omdat de psycho het eiste en omdat ze nou eenmaal tegen alles zijn wat een Democraat voorstelt.

Maar Build Back Better ging onderuit. Ik heb al eerder gezegd dat Biden gewoon het klimaatdeel eruit had moeten halen. Dat is een onderdeel waar op een zeker moment iedereen aan moet geloven, ook Trumpies. Dwind ze er maar toe als er genoeg overstromingen, tornado’s en Texaanse koudegolven zijn geweest om ook de Republikeinse geesten rijp te maken voor klimaat.

Nu werd het de doodsteek voor belangrijke sociale wetgeving. Ik ben ook niet treurig dat de honderden miljarden die rijken via deze wet terug zouden krijgen op staatsniveau nu is gesneuveld. Het was eigenlijk wel een behoorlijk slechte wet.

Ik weet niet helemaal zeker wat voor lessen we moeten trekken. Meer kleine wetgeving die structurele veranderingen brengt, denk ik. Sprokkelen. En vooral: je zaak verkopen. Daar was Reagan goed in. Als hij dacht dat het congres dwars zou liggen, ging hij gewoon naar het volk. Obama en Biden stelden wat dat betreft teleur.

Ik lees een mooie bundeling essays van Rachel Greenwald Smith getiteld On Compromise. En daar gaat het over. De essentie van een compromis is dat het een minder dan ideale uitkomst is. En dat het een uitkomst is. Als je, zoals vaak in Nederland, al meteen je compromis op tafel legt of water in de wijn doet, valt er niets meer te winnen. Je moet je idealen scherp formuleren, onderhandelingen ingaan alsof je geen milimeter wil toegeven en dan zien wat eruit komt. Zoals diezelfde Reagan altijd zei: als je een half brood wil moet je om een heel brood vragen.

Aan de andere kant, als je niet op tijd je compromis weet te sluiten, zoals de vermeend progressieve Democraten nu is overkomen (nou ja, dat klinkt te passief), dan komt er niets tot stand. Ik vind het moeilijk voor te stellen dat president Manchin niet over de streep te halen was voor 1.500 miljard of iets dergelijks. En zonder de belastingverlagingen zodat hij minder argumenten had tegen de kosten.

Biden en de progressieve Democraten hebben zich slechte onderhandelaars getoond, simpelweg omdat ze met lege handen blijven staan terwijl ze toch aardig wat troeven in handen hadden.

Een teleurstelling, maar helaas, gezien het verleden, een voorspelbare teleurstelling. Vandaar dat de Republikeinen van anti-democraat McConnell rustig konden wachten tot het bouwwerk door de Democraten zelf in brand werd gestoken. En Biden maar fiddelen.

Bidens grote plan de nek omgedraaid

Senator Manchin van West Virginia, nominaal een Democraat, heeft het Build Back Better plan van Joe Biden de nek omgedraaid. Een half jaar heeft hij het Witte Huis aan het lijntje gehouden, suggererend dat hij openstond voor onderhandeling. Of het Witte Huis hem totaal verkeerd gelezen heeft, of dat Manchin een sneeky doubletalking SOB is, is een open vraag. Het een sluit het ander niet uit.

Of het plan nu dood is, is geen vraag. Dat is het. De Republikeinen hebben er niets voor hoeven te doen.

Joe Biden, de ervaren onderhandelaar, de man die met zijn achtergrond het wel voor elkaar zou krijgen, staat in zijn hemd. Amerika staat in de kou.

Wat nu, nadat het wederzijds gescheld voorbij is? Onderdelen van het plan erdoor jassen als invidivuele wetsontwerpen. De Green Deal zal het poortje van de door kolenindustrie betaalde Manchin niet passeren. Misschien andere onderdelen wel.

De kans dat er nu federale wetgeving komt om de rechten van kiezers te beschermen is ook minimaal geworden. Het vergt een doorbreken van de filibuster regels. Vast ook iets waar Manchin bij zijn kiezers niet hoeft aan te komen.

Waar laat het Joe Bidens toch was sukkelende presidentschap? In de sloot, zou ik zeggen. Aan hem om er weer uit te komen, zoniet dan wordt november 2022 een bloedbad, ondanks de stupiditeit en antidemocratische instellingen en praktijken van de Republikeinen.

Ruim een jaar na 3 november, toen de kiezers een einde maakten aan het desastreuze presidentschap van Trump, worden we geconfronteerd met een mislukte president. Het komt allemaal bij alle andere ellende waar Amerika mee te maken heeft.

Was 2021 al een rampjaar voor Amerikaanse democratie, er is geen reden voor optimisme in het komende jaar.

Hoe Bidens rollator de sloot in werd geduwd

Joe Biden is erin geslaagd een diepterecord te vestigen wat populariteitscijfers betreft. Weinig of geen presidenten zagen zichzelf zo snel afbladderen in de publieke opinie.

Toch joeg hij een stimulans van 1,9 miljard door het congres, en kon hij eindelijk, na jaren eikelen en Republikeinse wanprestatie, een infrastructuur programma over de streep halen. Daartegenover staan zeperds als de chaotische aftocht uit Afghanistan en de soap van Build Back Better, nu vooruitgeschoven naar 2022. En ja, Biden oogt breekbaar en bejaard, want hij is breekbaar en bejaard.

Er stond een treffende anecdote in de Washington Post. Senator Joe Manchin, de dwarsligger die op zijn eentje het hele Democratische programma frustreert en de weg plaveit voor een Republikeinse comeback, liep de lift binnen waar het vermeende geweten van de Republikeinen, Mitt Romney al stond. ‘Hallo president Manchin’, zei Romney.

Het is niet enkel dat één senator Bidens rollator de sloot in rijdt. In zekere zin is de verrassende meerderheid die de Democraten in januari kregen toen ze Georgia wonnen (na de teleurstellende resultaten in november 2020) hun probleem geworden. Had super anti-democraat (want hij weet beter) Mitch McConnell de meerderheid in de senaat gehad, dan had je tenminste hem kunnen verwijten dat alles vast zat. Nu krijgen de Democraten het op hun brood.

Is dat voldoende verklaring voor Bidens lage cijfers? Ik denk het niet. De meeste Amerikanen zijn niet bezig met wetgevende programma’s. Ze kijken naar de dagelijkse economie en horen en zien inflatie (vooral hogere benzineprijzen) en geloven dat het slechter gaat dan onder de psychopaat uit Florida, ook al is dat niet zo.

Ze krijgen ook een gestadig dieet voorgeschoteld van ‘het land gaat naar de kloten’ retoriek van de Trumpies en, ernstiger, van de would be Trumpies die enkel uit zijn op macht (dat denk ik althans, ik zie geen diepere waardes of idealen bij Cruz, Hawley, Rubio, noch bij de zogenaamd weldenkende Republikeinen die braaf hun mond houden).

Trump is erin geslaagd een jaloersmakende greep op zijn partij te houden, ondanks zijn verlies. Knap werk. Geen loser voor hem lukte dat, sterker, ik kan geen president of oud president bedenken die zijn partij meer in zijn zak had. Een sleutel tot verklaring daarvan is dat Trump iets biedt dat andere politici niet hebben: je kunt lid worden van een club. Je kunt je deelgenoot voelen van een Stop the Steal beweging. Je hoort ergens bij. Je leven heeft weer zin. Ik overdrijf maar een klein beetje.

Biden is een goner. Ik heb al eerder geschreven dat hij er goed aan zou doen zich maar voor één termijn beschikbaar te stellen – een zelfde verhaal hield deze week de conservatieve columnist van the New York Times (nee, hij had mijn blog niet gelezen). In die zin maken die lage peilingen niets uit. Ze kunnen volgend jaar weer anders zijn. Er zal vast wel weer een nostalgie komen naar iemand die fatsoen uitstraalt, maar nu even niet.

We sluiten een historisch jaar af, een jaar waarin Amerika de draai maakte die zijn definitieve ondergang als serieuze democratie, als leidende natie in de wereld, markeerde. Daarover later. Biden heeft daaraan niets kunnen veranderen. Misschien was dat ook te veel gevraagd. Misschien zijn presidenten gedoemd niet aan de verwachtingen te voldoen. Niemand sinds FDR (en klein Bush voor de verkeerde redenen) slaagde erin in zijn eerste twee jaar zo succesvol te zijn dat hij de tussentijdse verkiezingen kon winnen.

Zo gezien was Bidens lot voorbestemd. Maar toch, dat Manchin en Sinnema de enige partij in Amerika die staat voor democratie en een eerlijke samenleving kunnen gijzelen was niet voorbestemd. Biden dacht hen mee te kunnen nemen, dat is niet gelukt. Daarom is hij grotendeels mislukt.