Midterms kunnen alle kanten op

De Democraten zijn weer in mineurstemming. Na een opleving deze zomer, lijken de peilingen weer richting Republikeinen te gaan. Natuurlijk zag ik liever een overweldigende golf richting Democraten maar laten we realistisch blijven: een flink aantal senaatszetels staat op stembiljetten in swing staten. En nu alle verkiezingen landelijk zijn geworden, kan het niet anders dan krap zijn in die staten. 

Ik kan er verder kort over zijn. Iedereen die claimt meer te weten over hoe het gaat aflopen lult uit zijn nekharen. Laat u niets wijsmaken: het wordt ongelooflijk spannend op 8 november en het kan, inderdaad, alle kanten op waaien.

De interesse in de midterms is groot in Nederland, zoals dat ook zo is bij presidentsverkiezingen. Het is het circus dat ons trekt, vermoed ik, en voor een deel de wens dat Democraten winnen. Uit alle hoeken en gaten zullen deskundigen hun licht laten schijnen. Mijn advies: negeer ze.

De PvdA en Arib.

Dat mevrouw Arib geen plezierige baas was, wist ik zelfs. Niet ingevoerd in Den Haag maar wel gehoord of gelezen. Geleidelijk aan blijkt dat dit voor niemand een verrassing was. Ze mocht op een zeker moment haar eigen mensen inhuren omdat andere fractiemedewerkers niet met haar konden/wilden werken. Ze werd voorgedragen als fractiesecretaris en ook gekozen, met tegenstand van de mensen met wie ze moest gaan werken.

Idem voor het kamervoorzitterschap. Zoals velen vond ik dat ze dat goed deed. Ik negeerde de achtergrondkennis over haar capaciteiten als leidinggevende en was verrast dat de Kamer haar liet vallen ten gunste van Vera Bergkamp. Niet meer. 

Over de procedure die is gevolgd bij het behandelen van de klachten over Aribs werkwijze heb ik geen mening. Ik ben alleen verrast dat het zo lang duurde voordat er iets gebeurde. Is de PvdA een harde partij door zich niet met al zijn kracht voor haar op te werken? Ik geloof er niets van. Niet introspectieve steun enkel omdat het om een partijgenoot gaat, lijkt me onverstandig en contraproductief.

Op het congres zaterdag zal Atje Kuiken, die het tot nu toe goed doet, een speech geven die de kerk in het midden houdt. Bewondering en respect, dankbaarheid, gemengd met rechtsstatelijke overpeinzingen maar uiteindelijk een stevig applaus van de aanwezigen.

Ondertussen heeft de wakkere krant met de als journalist vermomde opiniemaker Wouter de Winther, vrij schutsveld om weer eens lekker misogyn tekeer te gaan. Na Halsema, Kaag, Hermans en, ja, Ploumen en Arib, is het nu vrij vuren op Vera Bergkamp. Lelijke krant, lelijke journalistiek.

Ondertussen is het wel pijnlijk dat van de negen PvdA kamerleden er nu al drie zijn vertrokken, waaronder twee gezichtsbepalende vrouwen. Ploumens vertrek vond ik minder acceptabel dan dat van Arib. Ook als niet fractievoorzitster kon Ploumen haar kiezers vertegenwoordigen. Arib was zichtbaar ontevreden als Kamerlid, teleurgesteld dat ze niet nog een periode voorzitter mocht zijn. Het was, denk ik maar ik moet erkennen dat ik onvoldoende interne kennis heb, een Kamerlid waar je als fractie weinig aan had.

Is de PvdA erger dan andere partijen? Ik geloof er niets van. Ook elders wordt er genadeloos omgesprongen met mensen en kan middelmaat blijven zitten.

Terzijde: ik had deze week een eerste bijeenkomst met Tim ‘S Jongens, de nieuwe voorzitter van de Wiard Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Hij heeft een stuk of vier van dit soort bijeenkomsten georganiseerd om kennis te maken en, neem ik aan, respons te krijgen. 

Hij hield een aardig verhaal over zijn eigen ervaringen met de disconnect tussen beleidsmakers en de mensen voor wie beleid gemaakt moest worden. Ik miste de volgende stap, een conceptueel verhaal over wat dat moet gaan betekenen. Maar ik was onder de indruk van zijn enthousiasme en antropologische onderzoekslust.

Hij vertelde dat de WBS zich gaat concentreren op het thema solidariteit. Ik keek daarvan op. Het lijkt me een beladen en weinig specifiek thema. We zijn solidair met Oekraïne, met Black Lives Matter, al of niet met boeren. Dat is een houding van welwillende eensgezindheid, steun als het nodig is. Maar binnen Nederland doet solidariteit als thema me te paternalistisch aan. Doe goed aan hen die het niet zo goed hebben, liefst zo efficiënt en doelgericht mogelijk. De discussie die volgde onderstreepte naar mijn idee die valkuil, met ietwat neerbuigende ondertonen. Ik stelde ook vast dat een niet gering deel van de samenleving wel de verzorgingsstaat ondersteunt en daar ook voor wil betalen, maar de uitvoering daarvan graag uitbesteed. Het lijkt me een feit, niet iets om een mening over te hebben. Ik ben solidair maar val me er niet mee lastig.

Ik pleitte voor een breder thema dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van mensen in een samenleving onderstreept. Een nieuwe grondslag voor de verzorgingsstaat. De sociaal democratie is volgens mij nog steeds een geweldig merk, een idee over hoe je de samenleving inricht, een idee waaraan je de daden van sociaal democraten en sociaal democratische partijen kunt afmeten. Het lijkt een uitdaging om met een breder begrip dan solidariteit te komen. Ik heb hier eerder over geschreven (ook over de onverminderde actualiteit van veel observaties van de node gemiste Bart Tromp). Klik hier voor mijn verhaal na de verkiezingsnederlaag van 2017. En dit in het blad van de WBS, Socialisme en Democratie.

 

Truss en de onverwoestbaarheid van domme ideeën, zoals supply side economie.

Het is een waar genoegen om mevrouw Truss en haar radicale minister van Financiën, Kwasi Kwarteng, in het stof te zien bijten. De markten reageerden furieus op hun absurde belastingverlaging voor de rijken, waardoor de tekorten enkel oplopen en scherpe kortingen op alle vormen van overheidsbeleid moeten volgen. De FT columnist Martin Wolf liet geen spaan heel van de gedachtenwereld achter dit voorgestelde beleid.

En het is inderdaad een bizarre throw back naar de Reagan flauwekul van supply side en de extreme verlagingen van de belastingen voor de rijken die Reagan en Tatcher doorvoerden, leidend tot de extreme ongelijkheid die we veertig jaar later kennen. Een van de meer positieve commentatoren claimde dat de groei van de jaren tachtig en negentig aan dat beleid te danken waren.

Dat is onzin. De diepe recessie van 1981-1983 (we zijn vergeten dat menigeen dacht dat Reagan na de midterms va 1982 een eentermijn president zou zijn), geëntameerd door Paul Volcker (met steun van de moedige Jimmy Carter) om de inflatie uit de samenleving te wringen, ruimde veel dood materiaal op. Dat was de impuls die de Amerikaanse economie nodig had. Niet Reagans belastingverlagingen. Die werden in 1981 werden al snel weer teruggedraaid en in 1986 kwam hij met het congres tot een grote herziening van het belastingstelsel. Inderdaad gingen de hoogste schijven omlaag maar dat was niet de motor voor groei, enkel de motor voor ongelijkheid.

En wat de jaren negentig betreft, het was Clinton die in 1993 de belastingen verhoogde, onder druk van het congres, voordat hij aan zijn neoliberale hervormingen van de sociale voorzieningen mocht beginnen (en voordat Hillary de gezondheidszorg mocht saneren – dat was ook meteen het einde daarvan). Clinton liet in 2000 een begroting in evenwicht achter, die vervolgens door kleine Bush om zeep werd geholpen.

Het is wat bizar om na het clowneske regime van Boris Johnson, die tenminste nog het inzicht had dat de overheid moet investeren in de rest van het land om de Engelse productiviteit te verbeteren en in de NHS om de wachtlijsten te verkleinen, nu ineens een neoliberaal radicaal regime opduikt. Die Kwarteng is interessant in zijn ideologisch radicalisme. Hij is, volgens alle verhalen, razend intelligent, maar ook in de greep van maar een enkel idee: kleine overheid, lage belastingen, leidt tot grote groei. Een drammer.

Truss schijnt in de loop van de jaren tot neoliberaal denken bekeerd te zijn. Het is waar dat niemand verrast moet zijn over haar blunder (dat is het als je je beleid na een week weer moet terugdraaien). Ze versloeg uiteindelijk de keurige minister van Financiën onder Boris die tenminste nog de tekorten wilde beperken.

Wat vooral frappeert is hoe lang idiote ideeën kunnen overleven. Je zou denken dat supply side economie en helemaal de variant daarvan dat lage belastingen voor de stinkend rijken enorme groei opleveren zo langzaam aan wel ten grave waren gedragen. Wat dat betreft is dit een interessante ontwikkeling: als een zombie kwam het falende beleid van Reagan en Tatcher weer terug. Als het leidt tot een snelle val van Truss en verkiezingen die de Tories straffen voor Brexit, voor Boris en voor Truss, des te beter. Maar het blijft een vreemd fenomeen dat twee personen zomaar beleid erdoor kunnen duwen dat niet bediscussieerd is en onmiddellijk schipbreuk leidt omdat het onzinbeleid is.

Midterms onvoorspelbaar.

De midterms zijn inmiddels meer onvoorspelbaar dan ooit. In de late zomer leken de Democraten in de lift te zitten, nu lijkt dat wat minder duidelijk. Eerst maar de Senaat. Daar hebben de Democraten te kampen met twee zetels die mogelijk verloren kunnen gaan. In Nevada en Georgia wordt het kiele kiele. In Wisconsin waar een van de meest ellendige Republikeinen zit, Ron Johnson, is niet zeker dat een winbare staat dat ook daadwerkelijk zal blijken.

Daar staat tegenover dat het er in de peilingen redelijk goed voorstaat in staten waar Trump idioten heeft neergezet (dat deed hij ook in Georgia, maar het electoraat daar staat er mogelijk niet voor open). In Pennsylvania heeft Democraat Fetterman een redelijke voorsprong op Dr. Oz, in Arizona leidt senator Mark Kelly tegen de vreselijke Blake Masters. In Ohio ligt de uitstekende Democratische kandidaat Tim Ryan licht achter op J.D. Vance, de als populist vermomde intellectueel (of is het omgekeerd?). Het doet me genoegen dat in Florida Marco Rubio maar heel weinig voorligt op Val Demings, maar ik zou mijn geld toch op Rubio moeten zetten. North Carolina is een staat om in de gaten te houden.

Het zal er om spannen. In 2016 en 2020 wonnen de Democraten niet de senaatszetels die mogelijk waren. In tussentijdse verkiezingen is over het algemeen de opkomst van Democraten lager dan bij presidentsverkiezingen (nog los van de Republikeinse dwarsbomerij). Of abortus dat deze keer kan veranderen, blijft de vraag. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen idee heb hoe dit uit zal pakken.

In het Huis liggen de Republikeinen zelfs zonder toss ups (kan beide kanten op vallen) op voorsprong. Het zal lastig worden om daar heel veel aan te veranderen. De verwerpelijke Kevin McCarthy zal wel Speaker worden, de op president en vicepresident belangrijkste nationale positie.

Er staan meer gouverneurszetels op het spel voor Democraten dan voor Republikeinen. Daar valt weinig winst te behalen en veel te verliezen. Gelukkig heeft Trump weer voor een paar idioten gezorgd, maar toch. 

Wat kan er nog veranderen de komende maand? Niet zoveel, denk ik. Er zijn nog wat debatten waar cruciale fouten gemaakt kunnen worden. Biden verdient meer krediet dan hij krijgt, zowel voor de economie als voor Oekraïne, hij moet dat krediet ook daadwerkelijk claimen.

Trump zou Trump niet zijn als hij niet met nog wat verrassingen komt. Maar de opinies over Trump zijn nu in beton gegoten. Daar gaat niets meer aan veranderen. Ik denk niet dat hij zijn kandidatuur voor 2024 aankondigt (ook later niet) maar zou hij het doen dan zou dat een enorme opsteker zijn voor de Democraten. Verder is het altijd afwachten of massamoorden of binnenlands terrorisme Amerikanen op drift jagen.

De algemene boodschap, denk ik, wat de deskundigen er ook van mogen zeggen: geen idee hoe dit gaat aflopen.

Xi en Poetin bewijzen ons een dienst door het falen van autoritaire regimes te onderstrepen.

Alle aandacht gaat de komende weken naar de midterms in Amerika. Kunnen de Democraten op zijn minst de Senaat houden en misschien beter dan verwacht presteren in het Huis? Gaan de Trumpkandidaten ten onder en durven de labbekakken in de Republikeinse Partij zich eindelijk los te maken van de psychopaat?

Ik kom er straks op terug maar wat er in Amerika gebeurt is onderdeel van de confrontatie van onze tijd: die tussen democratie en autoritaire regimes. De afgelopen jaren ging de trend richting autoritaire regimes, verlies aan vertrouwen in de democratie en de democratische processen, het opporren van ressentiment van ontevreden burgers als middel voor de elite om de macht te verwerven of te houden. Leiders als Xi en Poetin, maar ook Orban en Fox News meelopers, betogen al lang dat autoritaire (al of niet illiberaal genoemd) regimes beter zijn in het nemen van besluiten dan democratische systemen. Xi kon wijzen op de enorme economische groei die honderden miljoenen Chinezen hebben meegemaakt. De partij kan beter beslissen dan de burgers, kon hij met enige geloofwaardigheid betogen.

Ik denk dat China de komende maanden, jaren, razend interessant zal zijn om te observeren. Want terwijl in Amerika de Republikeinen de democratie sabotteren, lijkt Xi zichzelf in de weg te lopen bij het kapitaliseren van zijn eigen successen. Het is ironisch, of hoe je het ook maar wilt noemen, dat covid, afkomstig uit China en in eerste aanleg met enig succes bestreden in en door China, nu Xi’s archillespees blijkt. In Amerika konden vrolijk meer dan een miljoen mensen doodgaan, deels door gebrek aan beleid van de Trumpies en inherente Amerikaanse domheid, in China leek het goed uit te pakken. Minder doden, minder golven.

Tot het niet meer goed werkte. Een zero covid beleid in een samenleving waarin veel ouderen rondlopen die niet gevaccineerd zijn of een vaccin hebben gekregen dat slechter werkt dan de westerse, in een samenleving waarin nu de enige manier om de zaak te controleren lijkt te bestaan in het omtoveren van steden in coronagevangenissen waarin tientallen miljoenen mensen worden geîsoleerd en opgesloten. Het resultaat is voorspelbaar: de maatschappelijke onrust is groot, de economie vertraagt dramatisch en covid zal gewoon deel worden van China maar onder veel slechtere condities dan we er in het Westen aan moeten wennen. Niet an accident waiting to happen, maar een accident happening.

De teloorgang van Poetin en wat er nog restte van Ruslands reputatie van een serieuze militaire grootmacht levert acutere gevaren op dan China (Taiwan is voorlopig van de tafel, zoals ik eerder heb betoogd, weet China dat het die confrontatie nu niet kan winnen). Maar ook voor Rusland geldt dat het autoriataire model kapot is. Als de geldkraan van de EU voor Orban zou worden dichtgedraaid zou ook zijn regime waardeloos blijken.

Wat we zien is een real life experiment dat gaat laten zien of en hoe autoritaire regimes inderdaad beter functioneren dan democratische. Mijn lezing van dit verhaal is dat autoritaire regimes heel goed zijn in het nemen van besluiten en in het die erdoor duwen. Als een fase in een ontwikkeling heeft dat voordelen, zie Taiwan, Korea en andere tijgers. Zie China tot voor kort.

Maar het probleem met autoritaire regimes is dat ze niet in staat zijn te onderkennen wanneer beleid niet werkt of niet goed werkt, laat staan dat te erkennen. Ze kunnen niet bijsturen omdat ze zichzelf te hoog achten om fouten of vergissingen toe te geven. Xi zal vroeg of laat zijn covid beleid moeten aanpassen (na de oktober partij jamboree, schat ik zo) maar zal dat ongetwijfeld te laat doen om zichzelf te redden. Poetin had zijn beleid al moeten aanpassen, nu zit hij in de val van eigen makelij. Het kan alleen maar eindigen in tranen. In Korea en Taiwan en andere landen met militaire dictaturen of autoritaire regimes moesten opstanden de zaak redden. Toen werden het onvolmaakte democratieën. Of dat het voorland is voor Rusland en China, in plaats van een totalitair regime, waag ik te betwijfelen.

Democratieën hebben meer moeite om besluiten te nemen die getuigen van daadkracht. Maar ze zijn wel in staat om, al modderend en polderend, hun beleid aan te passen. Het Nederlandse covid beleid mag als voorbeeld gelden. De kracht van een democratie is dat je kritiek kunt hebben, alternatieven neer kunt leggen, en dat een overheid en een samenleving zich kunnen aanpassen aan wat de ervaring heeft geleerd. Ik denk dat we die boodschap beter moeten uitdragen en dat we meer geduld en compassie moeten hebben met ons eigen krukkig democratisch functioneren.

Het is te belangrijk om het podium over te laten aan charlatans en antidemocratische, ronduit kwaadwillende populisten, van de kleutervariant in de vorm van Baudet en zijn kwalijk riekende maatjes, tot de levensgevaarlijke vorm van Trump en zijn acolieten. Minstens even gevaarlijk voor vertrouwen zijn de BBB blaters, mevrouw van der Plas die recht voor zijn raap praat maar inhoudelijk niets bijdraagt.

Maar dat is natuurlijk allemaal klein bier vergeleken met het grote geweld waarin China en Amerika de toon zetten. Er staan grote dingen te gebeuren in China zelf. Met enig geluk kan het land de autoritaire regimes liefhebbers laten zien hoe desastreus zo’n regime kan uitpakken.

Laten we ons nog niet rijk rekenen. November kan nog een drama worden.

Laten we niet te snel denken dat de Democraten in november Senaat en/of Huis kunnen behouden. In de NYT voert Ross Doughart een gesprek met twee mensen die er meer vanaf weten dan u en ik. Ze houden het beide op 51 in de Senaat en 235 in het Huis – voor de Republikeinen.

Alle redenen waarom het beter gaat met de Democraten zijn al de revue gepasseerd. Samengevat: Trump en 6 januari, Trump en de documenten, Trump en de idiote kandidaten, Dobbs – de abortus uitspraak van het Trump Supreme Court en de dreiging van meer, resultaten in het Congres, studentenleningen, iets minder inflatie en lagere benzineprijzen. De Republikeinen hopen nog steeds dat de economie de doorslag zal geven.

Biden heeft genoeg vertrouwen om vol in de aanval te gaan. Of was het juist een wanhoopsoffensief? In elk geval ging hij vol op het orgel tegen de Trump vleugel van de Republikeinen. Hij was voorzichtig om niet alle Republikeinen in het Trump kamp te zetten, maar dat was omdat het nou eenmaal zo hoort. Zijn boodschap was dat de Republikeinen zich uitgeleverd hebben aan de antidemocraten van de Republikeinse Partij. De reden dat hij in de aanval ging is dat het kon. Waarom zou hij niet net dat laatste zetje geven? Het was een puur politiek besluit. Biden had al veel eerder kunnen waarschuwen voor de Trumpies. Geeft hem krediet voor de waarschuwing nu, maar niet te veel. Het was politiek. Hij is niet ineens wakker geworden, hij ziet ineens voordeel. Good for him.

Er zijn nogal wat senaatszetels die op het spel staan. Arizona lijkt nu veilig voor de Democraten, maar Colorado is het niet meer. Ook New Hampshire kon wel eens problemen opleveren. De staten waar echt gevochten wordt zijn deze: Georgia (een Trump idioot), Pennsylvania (een Trump idioot), Ohio (een Trump paladijn), Wisconsin (Senator Ron Johnson is ook zonder Trump een idioot). In Florida kon Marco Rubio wel eens meer tegenvuur krijgen dan gedacht – hij verdient het. North Carolina is een open senaatszetel. In Ohio, ook een open zetel, hebben de Democraten een sterke tegenstander voor J.D. Vance, de door Trump gesteunde pseudo intellectueel.

Je kunt er van alles over zeggen maar de werkelijkheid is dat dit soort senaatsraces altijd verrassingen opleveren (in 2020 was de verrassing dat Biden won maar de Democraten niet). De deskundigen in het NYT gesprek hielden het op 51 zetels maar 50 of 52 voor de Democraten zou me ook niet verbazen.

In het Huis ligt het moeilijker. Vooral door de gerrymandering is het moeilijk daar de Republikeinen af te stoppen. Maar het zou een mooie dag zijn als het gebeurde, vooral omdat Kevin McCarthy dan geen Speaker kan worden. In het pantheon van verwerpelijke politici, lieden zoals Ted Cruz en Josh Hawley, hoort ook McCarthy thuis. Hij zou zijn moeder, zijn kinderen, zijn hond, en de democratie, nog verkopen om Speaker te worden.

De grote onvoorspelbare factor is de vraag hoe enthousiast Democratische kiezers zullen zijn. Ze zijn verontwaardigd over de abortus uitspraak en mijn gok zou zijn dat de mensen die daar een probleem mee hebben zich minder laten beïnvloeden door de staat van de economie. Hoge opkomst, ondanks alle barrieres die de Republikeinen op staatsniveau hebben opgeworpen, moet het verschil maken.

Ik denk dat bij de gouverneursraces Stacy Abrams, die in 2018 bijna won (Kemp had de kiesregisters uitgedund, dwz Democraten eruit gegooid), en die in 2020 zorgde voor de hoge opkomst in Georgia die de staat twee Democratische senatoren opleverde, het niet gaat halen. Een campagne tegen een zittend gouverneur is altijd lastig en Kemp heeft ervoor gezorgd dat hij door Trump gehaat wordt. 

Een van de interessantste staten is Florida. Het is maar de vraag met hoeveel DeSantis, de zelfverklaarde Trump opvolger, gaat winnen en of Marco Rubio zijn senaatszetel kan behouden. Hij heeft met Val Demings een sterke tegenstander maar of een zwarte vrouw in Florida kan winnen? Ik betwijfel het. In Pennsylvania hebben de Democraten een goede kans te winnen omdat de Trump-tegenstander een gevaarlijke extremist is. Helaas zal Beto O’Rourke er niet in slagen om in Texas de vreselijke Greg Abbott te wippen.

Labor Day is voorbij. De campagne kan nu goed beginnen. De Democraten hebben hun financiën beter op orde dan de Republikeinen en dat geldt ook voor het niveau van de kandidaten. De vraag is of het voldoende zal zijn.

Senator Graham dreigt met geweld. Nog steeds niet bezorgd over de VS?

Volgens senator Lyndsey Graham, een trouwe hielenlikker van Donald Trump, zou een vervolging van Trump naar aanleiding van zijn weigering om staatsdocumenten terug te geven, leiden tot ‘rellen in de straten’. Het leek niet mogelijk maar hier bereiken we een nieuw niveau van de ondermijning van de rechtsstaat door de Republikeinse Partij. Volg de regels, kijk naar de wet en vervolg, of vervolg niet, zou normaal zijn. Nu dreigen de Republikeinen, deze Republikeinen althans, met geweld. De jaren dertig zijn vroeg gearriveerd.

Het is allemaal een gevolg van de weigering van de Republikeinen om zich op 7 januari te ontdoen van Donald Trump. Maar niet alleen zij zitten nu vast in de teloorgang van Amerika, veel burgers denken inmiddels dat geweld waarschijnlijk is. En conclusies dat de democratie en de rechtsstaat ernstig bedreigd zijn, lijken onontkoombaar.

Wie denkt dat de waarschuwingen overdreven zijn, kan ik behalve op deze perfide Graham wijzen op twee artikelen in the New Yorker – ik weet niet in hoeverre ze voor niet abonnees toegankelijk zijn, dus ik zal ze heel kort samenvatten.

Het eerste gaat over de staat Ohio en een proces dat ook elders plaatsvindt, State Legislatures are Torching Democracy. Een swingstaat, steeds meer leunend naar de Republikeinen. In 2004 besliste Ohio de presidentsverkiezingen door kleine Bush de benodigde kiesmannen te geven (een verkiezingen die volgens mij een betere kandidaat is om als ‘gestolen’ te bestempelen dan die van 2000). Het artikel vertelt hoe de Republikeinen op landelijk niveau na de verkiezing van Obama en de realisering dat ze met hun blanke en Wall Street achterban niet ver meer zouden komen, een strategie inzetten om de politiek op staatsniveau te veroveren. Dat kon door na de tienjaarlijkse volkstelling in 2010 de staten zodanig in te delen dat ze enorme meerderheden kregen met een kleine meerderheid van de stemmen. Ook is relevant dat het Supreme Court in 2010 in Citizens United de poorten openzette voor ‘dark money’ in de Amerikaanse politiek. Een direct gevolg was 30 miljoen dollar van donors voor het project REDMAP: het herindelen van kiesdistricten.

We vergeten vaak dat gerrymandering, het trekken van de lijnen van kiesdistricten om je partij te bevoordelen, niet enkel op het niveau van de kiesdistricten van Afgevaardigen plaatsvindt, maar dat het ook mogelijk is voor de kiesdistricten van staatsafgevaardigden. Dat is wat de Republikeinen in Ohio deden (en ook in andere staten die ze sinds 2010 domineren). Het resultaat is imponerend: in een Republikeins leunende staat als Ohio hebben de Republikeinen een meerderheid van 64 tegen 35 in het Huis, van 25 tegen 8 in de senaat. Dit zijn veto-veilige meerderheden, waardoor de Republikeinen kunnen doen wat ze willen – hun eigen gouverneur Mike DeWine stond erbij en keek ernaar.

Het gevolg is een stortvloed van idiote wetten, extreem in abortus, wapens, onderwijs, gezondheidszorg. DeWine werd tijdens de coronamaatregelen voortdurend de voet dwars gezet door zijn eigen afgevaardigden. Extreem rechts heeft de politiek overgenomen. Met de wens van de kiezers heeft het niets meer te maken. Zelfs als de kiezers deze lui weg willen stemmen moeten ze zich in alle bochten wringen om door het gestoken kiesstelsel heen te breken.

Ohio is niet uniek. In onder meer Pennsylvania, Arizona en Texas is hetzelfde gebeurd. Het artikel borduurt verder op de conclusie van een boek dat ik onlangs las, dat deze ontwikkeling breder trekt: State Capture. How Conservative Activists, Big Business, and Wealthy Donors Reshaped the American States — and the Nation  door Alex Hertel-Fernandez. Zeer aanbevolen, al is het door zijn opzet als proefschrift soms wat al te volledig.

Het andere artikel heet Inside the War between Trump and his Generals. Wie denkt dat het praten over een staatsgreep door Trump en zijn bende overdreven is, krijgt hier te lezen waarom het verhaal van een mogelijke staatsgreep allesbehalve uit de lucht is gegrepen. Het artikel is opgebouwd rond de ervaringen van generaal Mark Milley, sinds 2018 hoofd van de Joint Chiefs of Staff (JCS). U kent Milley omdat hij zo dom was om in de tijd van de George Floyd rellen Trump te vergezellen naar een photo opp, nadat op Lafayette Square, de voortuin van het Witte Huis, de betogers waren verjaagd. Hij liep mee in camouflage uniform, zich halverwege realiserend dat hij zich had laten opnaaien en wegsluipend naar zijn dienstauto.

Maar toen was het kwaad al geschied. Hij had zich geëncailleerd met de Trump bende. Milley dacht over ontslagname maar bood later aan het leger en het land zijn verontschuldigingen aan, feitelijk zeggend dat Trump dreigde het leger te gebruiken voor zijn doeleinden. Het was in 2020 overduidelijk dat de president een nederlaag niet zou accepteren en in het Pentagon en trouwens ook het State Department (Mike Pompeo lulde met Trump mee om invloed te houden maar overlegde op de achtergrond met het Pentagon) werd ruk overlegd hoe ze konden voorkomen dat Trump de militairen meesleepte.

Hier loopt Milley met Trump en anderen naar de kerk waar Trump de bijbel zou vasthouden.

Het artikel vertelt over die toenemende zorg, die werkelijheid werd toen Mike Esper, de minister van Defensie, de dag na de verkiezingen werd ontslagen. Esper en zijn staf werden vervangen door Trump clowns, waaronder een ex-generaal, Fox talking head, die vond dat Obama een ’terroristenleider’ was. Wat volgt is een spannend verhaal hoe de militairen voorkwamen dat ze door Trump werden gebruikt. De zorg was dat Trump overhaast uit Afghanistan en Syrië zou vertrekken, maar erger, dat hij een oorlog met Iran zou beginnen om zichzelf een grond voor het uitroepen van een noodtoestand te geven (er werd zelfs gecommuniceerd met Teheran om het regime te laten weten dat ze zich niet moesten laten provoceren door Trump – die eind 2019 de baas van de Iraanse milities had laten vermoorden).

U herinnert zich misschien dat Mike Flynn, Trumps eerste veiligheidsadviseur, veroordeeld wegens contacten met de Russische ambassadeur (en in november 2020 gratie verleend door Trump), op 18 december 2020 in het Witte Huis opriep om de noodtoestand af te kondigen, voor wat voor reden dan ook, en de militairen de verkiezingen in cruciale swing staten ’te laten overdoen’. Zoals het artikel zegt, het was de eerste keer in de Amerikaanse geschiedenis dat een president serieus overwoog de militairen in te zetten om een verkiezingsuitslag ongedaan te maken. De verkiezingsleugenaars hadden een document bij zich, een voorstel voor een presidentiële order om de acting minister van Defensie (Trump acoliet Christopher Miller) opdracht te geven alle stemmachines in beslag te nemen en binnen zestig dagen verslag uit te brengen (ruim na de inauguratiedatum van 20 januari). Daar kwam het niet van. Ze kozen voor het alternatief: later die avond riep Trump zijn aanhangers op om op 6 januari naar DC te komen: ‘Be there, will be wild!’

Het vervolg kennen we. Het was Mike Pence, geen held, die vanuit Capitol Hill contact onderhield met het Pentagon om het beleg op te heffen, Trump deed niets. Milley was steeds bang dat hij toch nog zou worden meegesleept in het inzetten van militairen tegen Amerikaanse burgers, en moest werken met de wetenschap dat hij Trump niet kon vertrouwen maar dat hij zelf, sinds het optreden op Lafayette Square, niet meer werd vertrouwd door top Democraten zoals Nancy Pelosi.

Het plaatje van de regering Trump wordt steeds duidelijker. Zeker in het laatste jaar waarin hij elk denkend persoon verving door een ja-knikker blijkt de democratie al ernstig bedreigd te zijn geweest. Niets nieuws, zult u zeggen. Maar dit is wel de man die door de Republikeinse Partij omarmd is. Als volgens recente peilingen veertig procent van de Amerikanen (en meer dan de helft van de Republikeinen) denkt dat geweld onontkoombaar is, dan weten we waar we de schuldige moeten zoeken. Niet dat je daar een beter gevoel van krijgt.

Bespreking van Booths, een roman door Karen Joy Fowler

Booth. A novel. Door Karen Joy Fowler. New York, 2022. ISBN: 978059333149.

John Wilkes Booth was een acteur van enige faam, deel van een familie van acteurs. Vader Junius Booth was de beroemdste Shakespeare-vertolker van zijn tijd, diens zoon Edwin idem, zij het in een andere tijd en ook met een andere stijl: bombast tegenover wat naturel werd genoemd. Edwins broer John was niet van hun niveau. Maar hij zou van hen allen de beroemdste worden in zijn rol als moordenaar van president Abraham Lincoln op 14 april 1865.

Karen Joy Fowler erkent in het nawoord van haar boek over deze disfunctionele familie dat John toch al beroemder is dan hij verdient en dat ze daarom niet een boek over hem wilde schrijven. Ze schreef het boek over de familie die John Wilkes Booth als product opleverde. Of misschien niet, want disfunctioneel als de familie was, met in alle aspecten van het leven theatrale trekjes, John was afwijkend genoeg om niet helemaal door de rest van het stel verklaard te kunnen worden.

De crux van de familie is dat ze leefde in Maryland, een staat met slavernij en in veel aspecten een zuidelijke staat, maar in de Burgeroorlog zich niet afscheidend. Een cruciale staat, want had Maryland zich wel afgescheiden dan was Washington DC geïsoleerd komen te liggen. De familie had een zwart gezin voor zich werken, feitelijk als slaven. Hun kinderen konden pas in de loop van de jaren vrijgekocht worden. De Booths waren geen plantagehouders die zwarten onderdrukten, kochten en verkochten, maar kleine slavenhouders, zoals er veel waren – ook in het noorden. In de tweeslachtigheid die een staat als Maryland kenmerkte, kon John Wilkes een Lincoln-hater worden, terwijl de rest van de familie merendeels op noordelijke hand was of Lincoln bewonderde.

Joy Fowler bouwt het verhaal op via het leven van vader Booth, vaker afwezig dan thuis bij zijn gezin. Een drinker die soms zijn voorstelling niet kon afmaken omdat hij te dronken was om zijn tekst te kunnen houden. Zoon Edwin werd bij hem gestald als bewaker, wat tot diens frustratie leidde en overigens ook tot dezelfde soort dronkenschap en wanprestatie.

Het verhaal van Junius Booth wordt verteld vanuit het perspectief van dochters dochters Rosalie en Asia, tien jaar jonger, geven de mogelijkheid veel te vertellen over de verhouding tussen de broers en de zussen. Sowieso waren de vrouwen de spil van het huishouden, met de moeder als getormenteerde overlever, die vier kinderen ten grave moest dragen en mede daardoor hing aan kleine John. In Joy Fowlers verhaal observeren en beoordelen de zussen. Als Edwin de derde hoofdpersoon is, is er sprake van een verteller die zijn wedervaren optekent. Zeker in de tweede helft van het boek speelt Edwin een hoofdrol. Omdat hij het geld binnenbrengt, gaat het gezin om hem draaien – of althans om de plek waar hij zijn moeder kan onderbrengen.

Een dergelijk boek zit vol, bomvol. John speelt een ondergeschikte rol, hij wordt pas na een kwart van het boek geboren. Maar in de tweede helft van het boek doet Joy Fowler haar best om toe te werken naar de daad waarvan je steeds weet dat die komt. Ja, hij was altijd al wreed, speelde met wapens, opvliegend en wie keek er uiteindelijk van op dat hij zich aan de kant van het Zuiden schaarde toen het op kiezen aankwam? Slavernij als onderwerp blijft onderbelicht. Het is een familieverhaal waarvoor je de afloop niet echt nodig had.

Sterker, het is vooral een verhaal over acteurs in het midden van de negentiende eeuw, toen zij de belangrijkste entertainers waren. Ze concurreerden met elkaar, strijdend om de pluim als beste. De vader, Junius Booth, door de vertellers Father genoemd, was de ster van zijn tijd. Het boek is het best als het gaat over de theatersfeer, de acteurs die Shakespeare van voor naar achter kenden, de rollen stante pede op zich nemen als dat nodig was of als het programma variatie nodig had. Zoon Edwin draaide honderden voorstellingen van Hamlet in New York, zoals tegenwoordig musicals eindeloos doordraaien. Hij geldt tegenwoordig als belangrijker acteur dan zijn vader.

Een deel van het boek speelt zich af in Californië waar door de goldrush vraag ontstond naar ontspanning en dus theater. Een van de zonen, Junius, slaat er permanent zijn tenten op, vader Junius maakt er een tour, begeleid door Edwin die hem van de fles af moet houden. Vader was ook een bigamist en als zijn eerste vrouw opduikt wordt de penibele situatie van de Booths, permanent op de rand van serieuze armoede, nog erger. Vader sterft op de terugweg uit Californië, daarmee Edwin, die hem had laten gaan om zelf succes te boeken in die staat, een schuldcomplex bezorgend.

De schrijfster is genomineerd voor de Booker Prize, maar als het aan mij lag gaat die niet naar dit boek. Het is goed maar niet bijzonder, naar mijn smaak. Joy Fowler beschrijft mooi het leven in die tijd, met veel detail – soms misschien wat al te opzichtig geresearched. Maar ook veel rare verwijzingen naar later, en dooddoeners als ‘change is hard’. Ook veel clichematig taalgebruik. Transities als ‘now it’s 1846’, en stukjes over Lincoln om hem in hetzelfde tijdgewricht te plaatsen maar zonder dat hij een rol speelt in het verhaal, behalve als slachtoffer van John. In de familie speelt Lincoln überhaupt geen rol totdat hij de vijand wordt van het Zuiden en van John die zich daarmee vereenzelvigt. De conflicten tussen Edwin en John, inclusief de opgewonden passie van de laatste, over de Confederatie en over Lincoln lijken op de familietragedies die zich afspelen rondom Donald Trump. Liever niet over praten. Maar John kon zich niet inhouden.

In het naschrift schrijft Joy Fowler dat ze niet nog meer aandacht wilde geven aan John Wilkes Booth die zijn leven lang zocht naar een hoofdrol. En dat ze was geïnspireerd door de vele massamoorden in de VS. Hoe verging het die familie, vroeg ze zich af? Hoewel ik het pas na lezing van de rest van het boek las, voelde ik me ietwat bekocht. Ik word het boek ingelokt omdat John Wilkes Booth zo beroemd is, maar het gaat niet over hem. En het gaat al helemaal niet over hoe de familie omgaat met de moordenaar die ze heeft voortgebracht, afgezien van de tien laatste pagina’s die weglopen in nietszeggendheid, Het gaat over de familie voordat John een monster blijkt. Meer ‘We need to talk about John’ dan ‘hoe John ons leven voorgoed veranderde’.

Karen Jay Fowler is op 15 september te gast bij het John Adams Institute.

Democraten zijn opeens optimistisch over november. Terecht.

De Republikeinen maken zich zorgen. De verkiezingsoverwinning in november, winst in zowel Huis als Senaat, is minder vanzelfsprekend geworden dan het leek. Twee van de meest opportunistische en gevaarlijkste onderwerpen die de Republikeinse Partij als partij heeft omarmd lijken nu problemen op te leveren: Trump en het Supreme Court. De programmaloze Republikeinen hoopten geheel gratis te kunnen profiteren van de inflatie die vooral het gevolg is van factoren die de regering-Biden niet kan beïnvloeden, een algemeen gevoel van ongenoegen dat al jaren heerst, en het Afghanistan fiasco. 

Slim voetenwerk van Biden (ik moet hem weer opwaarderen, nadat ik hem eerder had afgeschreven) heeft toch een investering opgeleverd in het grootste milieuplan ooit. Minder dan gehoopt, minder dan misschien ooit mogelijk was, maar het is tenminste iets. Dat de belastingontduikende bedrijven nu minimaal 15 procent winstbelasting moeten betalen is een goede zaak. Helaas haalde de teleurstellende senator van Arizona Kyrsten Sinnema, andere belastingverhogingen voor grootverdieners onderuit. En dan is er nu de vergeving van een deel van uitstaande studieschulden – een schuldenberg die al lang boven de markt hing – die in alle opzichten de middenklasse helpt. Als elitaire roeptoeters als Cruz, Hawley en het Fox Murdoch team roepen dat dit de elite bevoordeelt, dan hebben ze niet goed gekeken. De mensen die het aangaat, vier jaar college, soms privé, altijd duur, weten dat het hen ten goede komt.

Afghanistan was een drama, maar Biden heeft zich herpakt in zijn beleid tegenover Rusland. En ondanks verdeeldheid in eigen kring over de wijsheid van Pelosi’s bezoek aan Taiwan, kan Biden ook daar op enig succes bogen.

Wat de negatieve factoren voor de Republikeinen betreft: eerst Trump. Er leek de afgelopen weken eensgezindheid te ontstaan over zijn greep op de Republikeinse Partij, vooral na het bezoek van de FBI aan het kasteel in Florida. The Economist besteedt deze week zijn hoofdartikel aan die greep. Als bewijs wordt aangevoerd dat Trump een groot deel van zijn kandidaten door de voorverkiezingen wist te slepen. Het artikel verbaasde me.

Ik denk er anders over. De Republikeinse elite is helemaal niet in de Trump-greep. Dat wil zeggen, ze lullen maar wat mee met de psycho en gebruiken hem om een deel van de Republikeinse achterban (daarover later) aan zich te binden. Of beter gezegd, ze zijn bang dat deel van zich te vervreemden. Ze zijn angsthazen en principeloze bedreigers van de democratie. Niet omdat ze in de greep van Trump zijn maar omdat ze er politiek voordeel bij denken te kunnen behalen. Ik voorspel dat na november de Republikeinen steeds meer afstand van Trump zullen nemen. Niet uit principe natuurlijk, maar uit opportuniteit.

Maar voorlopig zitten ze nog met hun fout keuze. De psycho heeft de Republikeinen opgezadeld met brekebenen als kandidaten, met name voor senaatszetels. In Pennsylvania, Ohio, Arizona en Georgia gaat hem om politieke krukken, soms intellectueel (Vance in Ohio), soms te dom om voor de duvel te dansen (Walker in Georgia). In Wisconsin is Ron Johnson een senator die kwetsbaar is wegens overweldigende domheid. Mitch McConnell, de vleesgeworden cynische antidemocraat, is inmiddels bang dat hij geen senaatsmeerderheid zal halen. Hij moet op venturekapitalist en extreme libertariër Peter Thiel terugvallen voor de financieringe van de campagnes. Mitchell realiseert zich ook dat mogelijk kwetsbare Democraten gebruik kunnen maken van abortus en de dreiging van nog meer onzin door McConnells Supreme Court.

Hoe groot is de greep van Trump? Ik vermoed dat die toch beperkt is tot dat deel van de achterban dat onvoorwaardelijk gelooft in zijn leugens. Waarom blijven die mensen hem steunen? Het is een cult geworden van de man die ooit zei dat hij op Fifth Avenue iemand kon doodschieten en ermee weg kon komen. Nu vermoordt hij het democratische proces en bovenal de maatschappelijke ruimdenkendheid die nodig is voor democratie en denkt ermee weg te kunnen komen. Zijn kiezers geloven. Ze zijn in de ban. Ze kunnen niet zelfstandig meer denken.

In voorverkiezingen geven de meest gemotiveerde kiezers vaak de doorslag. Het resultaat: extreem rechtse Republikeinen en meer dan gemiddeld linkse Democraten. Dat is de reden dat Trump zijn successen (such as they are) kon boeken. De Republikeinse achterban is er een geworden van kleine luiden, van werkers en pensionado’s die vinden dat de elite op hen neerkijkt omdat ze zo dom zijn om te houden van god, geweren en Trump. Dat neerkijken is waar. Maar de gedachte dat iemand als Trump of de politieke leiders van de Republikeinse Partij (en Fox News) hun belangen behartigt, is een illusie. Het probleem van McConnell en de Yale en Harvard senatoren en gouverneurs van de Republikeinse Partij is dat ook zij neerkijken op de Trump kiezer. Omgaan met uiterst rechtse slachtofferdenkers en vuurgevaarlijke activisten is iets waar de Republikeinen aan zullen moeten wennen. De partij is er nu een van een blanke, cultureel conservatieve maar niet per se economisch conservatieven achterban. De traditionele anti-overheid, subsidies voor het bedrijfsleven en de Wall Street Republikeinen zijn nu in de minderheid. De partij zal zich moeten aanpassen. Ze zijn nog niet zover.

Straks in november zijn die fanatici van Trump een minderheid van het kiezersvolk. Ze zijn te extreem voor de kiezers in het midden en zelfs voor andere Republikeinen. Gegeven de kwaliteit van de Democratische kandidaten in bovengenoemde staten, kan dat een Republikeins debacle opleveren. Lees dus niet te veel in die greep van Trump, die zal in november minder blijken dan het nu lijkt. Het is sowieso een lose-lose situatie voor Trump. Als zijn kandidaten verliezen, zal de partij zich van hem afkeren. Als zijn kandidaten winnen en meerderheden in het Congres opleveren, zullen de politici hun eigen weg gaan. Macht is macht, binnen is binnen. Vandaar dat Trump zo hard werkt aan het binnenlepelen van zoveel mogelijk miljoenen van die achterban. Hij heeft haast.

Gaat hij nog voor november zijn kandidatuur voor 2024 aankondigen? Ik hoop het maar ik verwacht het niet. Hoop omdat het de Democraten een extra motivatie zou geven, zelfs luie kiezers naar de stembus zou lokken. Een aankondiging zal de Republikeinen geen extra stemmen opleveren en de Democraten wel, punt uit. 

Ik verwacht van niet omdat het Trump helemaal niet gaat om 2024, zoals ik eerder heb geschreven. Bovendien wordt hij op het moment dat hij kandidaat is, officieel dan, verplicht om aan allerlei regels te voldoen. Een presidentsrace is ook voor de media reden om hem anders te behandelen. 

Uiteindelijk maakt het niet uit. Mijn verwachting is dat Trump begin 2023 een ondergeschikte rol zal gaan spelen. Dat heeft met bovenstaande overwegingen te maken maar ook met het rapport van de 6 januari commissie dat geen Trumpie van hem zal afkeren maar de rest van de Republikeinse kiezers duidelijk zal maken hoe gevaarlijk hij is. Het heeft ook te maken met de rechtszaken tegen Trump. Niet enkel de FBI, maar vooral het bedreigen van de verkiezingsofficials in 2020 in Georgia en de zaken die in New York lopen over zijn leugens bij het bedelen om leningen.

Wat de Republikeinen ook zal opbreken in november is het Supreme Court. Het omverhalen van Roe, het beëindigen van het recht van de vrouw om over haar eigen lichaam te beslissen, was iets dat de Republikeinen vijftig jaar lang konden uitbuiten om evangelische zeloten en katholieke conservatieven aan zich te binden. Zolang Roe omver gehaald kon worden, was het aantrekkelijk dat te doen. 

Nu is het gelukt en hebben we een geval van de hond die de auto heeft ingehaald waar hij achteraan liep te blaffen: wat doe je met je succes. Steeds meer zal blijken dat Dobbs, de abortusbeslissing (terugverwijzing naar de staten – de wijsheid van de kiezer die slavernij en segregatie in stand hield) en de erop volgende absurde en levensgevaarlijke wetten van Republikeinse staten, een desastreuze uitspraak was. De radicale antiabortusbeweging wil nu wetten met personhood, dat wil zeggen dat het leven begint bij de conceptie – een idee dat alleen wereldvreemde katholieke ongetrouwde wrede mannen in Rome omarmen. De gevolgen daarvan zijn niet te overzien. Maar ook zonder dat maken artsen zich nu al zorgen en er zullen talloze gevallen opduiken zoals het tien-jarige verkrachte meisje in Ohio dat naar Indiana moest voor een abortus (inmiddels heeft Indiana abortus verboden).

Het is chaos, waarbij de Republikeinse politieke elite, die geen donder geeft om dit onderwerp, nu zit met een besluit dat vrouwen wegjaagt. En het Supreme Court, Mitchells grootste succes (door het stelen van twee zetels), is nog niet klaar. De dreiging dat ook voorbehoedsmiddelen en homoseks verboden gaan worden door rechters die de bizarre overwegingen van rechter Alito zullen volgen – iets dat rechter Clarence Thomas, de meest conservatieve rechter, getrouwd met een fanatieke Trump-aanhanger die haar invloed gebruikt om verkiezingsleugens te verspreiden, al heeft aangekondigd.

De ontwikkelingen lijken aan te geven dat dit een probleem gaat worden voor de Republikeinen. En terecht. Vrouwen hebben zich de afgelopen twee maanden in hogere aantalen ingeschreven als kiezer dan tevoren. Bij een congresverkiezing in New York, afgelopen dinsdag, won een Democraat die campagne had gevoerd op abortus, een zetel die normaliter naar Republikeinen zou gaan.

De Democraten zouden er goed aan doen om campagne te voeren op abortus en vrouwenrechten, op het succes van Biden, en op de dreiging van Trump en zijn kornuiten. Daarbij zou ik, ware ik adviseur, de aanstaande Speaker van het Huis (na de vicepresident de opvolger als het nodig is), Kevin McCarthy, het doelwit maken. Zorg dat McCarthy geen Speaker wordt. McCarthy is erger dan een Trump aanhanger. Hij is een van normen gespeende opportunist die alles zal doen om de meerderheid te krijgen. Hij vormt een heerlijk doelwit om Democratische kiezers ook voor congresverkiezingen naar de stembus te krijgen.

Mijn conclusie is dat de Democraten een kans hebben om in november in elk geval de Senaat te behouden. Het Huis is lastiger maar niet onmogelijk. Verder blijf ik van mening van Trump in 2024 niet de Republikeinse nominatie zal krijgen en dat Biden met pensioen gaat. En zoals ik hierboven stelde, ik verwacht dat Trumps rol na november 2022 grotendeels uitgespeeld zal zijn. En dat de democratie onverminderd bedreigd is.