Geef de schuld niet aan het Supreme Court.

Binnen een paar dagen zal het Amerikaanse Supreme Court beslissen over de vraag of het recht van de vrouw om te beslissen over abortus geldt voor heel Amerika of dat individuele staten het aan banden kunnen leggen. Een gelekte notitie doet vermoeden dat het Hof ervoor zal kiezen de staten daarin vrij te laten wat in de praktijk flinke beperkingen oplevert. En dat terwijl meer dan zestig procent van de Amerikanen vindt dat abortus legaal moet zijn onder vrijwel alle omstandigheden.

Die discrepantie geeft opnieuw aan dat in het Amerikaanse politieke systeem veel macht toekomt aan negen benoemde rechters. Bij alle kritiek daarop is het goed om in het oog te houden dat die macht niet vanzelf spreekt. Het Congres kan immers wetgeving aannemen die op federaal niveau zaken regelt, zoals een recht op abortus en serieuze wapenwetgeving. Als de kiezers iets anders willen dan moeten ze anders kiezen, dan moeten ze andere politici in het Congres en in hun staatscongressen zetten.

Over het abortusdebat kunnen we kort zijn: het is geen debat. Er zijn enkel absolute stellingnames: je bent tegen abortus of je bent voor het recht om dat zelf te beslissen (door tegenstanders ‘voor abortus’ genoemd – niemand is ‘voor’ abortus). Het probleem is ook niet abortus, het probleem is het Amerikaanse politieke systeem. Dat systeem maakt het moeilijk om een compromisoplossing te vinden die vrijwel overal in de westerse wereld lijkt te werken.

Daarbij spelen drie factoren een rol. De eerste is dat staten het recht hebben om eigen regelgeving te maken op terreinen waar het Congres dat niet zelf doet. De tweede is dat het Congres door extreme polarisatie niet in staat is om een federale regeling te maken. De derde dat het Supreme Court als er gen federale wetgeving is, beslist of regels die een staat in overeenstemming zijn met de grondwet.

Voor abortus geldt dat het Congres niet kan beslissen en dus doet het Supreme Court dat binnenkort als het beslist of een beperkende regeling in Mississippi is toegestaan. Als het dat doet, dan moet het Hof haar eigen precedent verwerpen, het beroemde Roe v. Wade arrest uit 1973. Daarin stelde het Supreme Court dat de vrouw dat recht heeft zelf over abortus te beslissen tot de foetus zelfstandig buiten de baarmoeder kan leven.

Cruciaal is dat het Supreme Court dat recht onderbracht in een ‘right to privacy’ van de Amerikaanse burger. Dat zou voortvloeien uit het 14e Amendement op grondwet dat onder meer stelt: ‘geen staat zal een wet aannemen of uitvoeren die de privileges of vrijstellingen van burgers van de Verenigde Staten zal beperken’. Recht op privacy was een creatieve inlezing van dit amendement, zoals rechters in het Tweede Amendement ook inlazen dat je een absoluut individueel recht het op wapenbezit.

Je zou kunnen zeggen dat het aanstaande arrest helemaal niet gaat over abortus maar over een volgens de conservatieve meerderheid in het Supreme Court onterechte uitbreiding van burgerrechten. En als dat de juridische redenering is, dan kunnen ook de rechters geen millimeter toegeven: je hebt het recht of je hebt niet. Maar heb je het niet dan kunnen staten in principe ook voorbehoedsmiddelen en het homohuwelijk verbieden die op het recht op privacy zijn gebaseerd. De superconservatieve rechter Samuel Alito die de gelekte abortusnotitie heeft opgesteld wuifde dat wel weg, maar als abortus sneuvelt dan is er geen reden waarom die andere verworvenheden ook niet onderuit kunnen gaan.

De buitenstaander zou zeggen: regel abortus landelijk en doe het als een groot compromis. Helaas leidt het tweepartijensysteem echter tot extreme polarisatie op onderwerpen die zich lenen om partijpolitiek uit te buiten, de zogenoemde cultural issues, abortus, schoolgebed, wapens, sekse en geloof. Het geeft absolutisten op de vleugels, zowel links als rechts, meer macht dan ze verdienen en het betekent in het geval van abortus dat een compromis onmogelijk is. Omdat in de Senaat nog steeds de filibusterregel geldt dat je zestig van de honderd senatoren nodig hebt om debat af te kappen en tot stemming over te gaan kan een gedisciplineerde partij in dit systeem alles blokkeren. Zo krijgt het Supreme Court zijn macht.

Het vreemde is dat de regeling van de staat Mississippi die Roe nu waarschijnlijk zal torpederen een goed wetgevend compromis zou zijn. Mississippi zou een maximale termijn voor abortus hanteren van vijftien weken. Iedereen is het erover eens dat een foetus dan nog niet leefbaar is buiten de baarmoeder. De recht-op-abortus beweging betoogde echter meteen dat elke aantasting van Roe onacceptabel is en dus deze wet ook. Curieus genoeg is dit het NRA-argument over wapens: geef ook maar een centimeter toe en alles gaat schuiven. Nee, tegen elk compromis.

Als Roe valt dan zullen veel door Republikeinen geleide staten onmiddellijk anti-abortuswetgeving invoeren, van een absoluut verbod onder alle omstandigheden zoals in Oklahoma, tot een zesweken grens zoals Texas die hanteert – als veel vrouwen zich niet eens realiseren dat ze zwanger zijn. De absolutisten kunnen nog verder gaan en morning after pillen verbieden. Zij willen ‘personhood’ claimen voor de foetus de dag na conceptie.

Er zal de komende weken veel gepraat worden over abortus en de terugkeer naar een mogelijk illegale en in elk geval ongelijke abortuspraktijk in de Verenigde Staten. Ook de macht van het Supreme Court zal belicht worden, toegejuicht of juist bekritiseerd. Maar als de hoogste rechters met beslissingen ingaan tegen wat de meerderheid van de Amerikanen wenst (er komt ook een beslissing aan over het dragen van verborgen wapens) dan kan het Hof dat alleen maar doen omdat het Congres geen actie onderneemt.

En zo komt het uiteindelijk terecht bij de simpele vaststelling dat als de Amerikaanse kiezer zijn politici niet afrekent op wat ze massaal wensen, ze krijgen wat een actieve minderheid hen oplegt. Of het nu gaat om wapens, om abortus of homohuwelijk: kiezers krijgen waar ze voor stemmen of in elk geval niet tegen stemmen. Niet het Supreme Court maar de kiezer is het probleem.

De staatsgreep in al zijn perfiditeit blootgelegd

De commissie die de aanval op het Capitool op 6 januari 2020 heeft onderzocht windt er gelukkig geen doekjes om. Dit was een staatsgreep. Dit was een zittende president, Donald Trump, die al vroeg in 2020 het grondwerk verrichtte door de verkiezingen verdacht te maken, die het verhaal opbouwde naar de verkiezingsavond toen hij ronduit stelde de verkiezingen te hebben gewonnen ook al waren de uitslagen nog lang niet definitief. In de weken daarna ging hij door met het verspreiden van de verkiezingsleugen, ook al was hem uitdrukkelijk verzekerd, onder meer door de minister van Justitie Barr, dat er geen sprake was van fraude. En dat liep uit op een poging om de certificatie van de uitslag van democratische verkiezingen te dwarsbomen. Dat deze man zijn vicepresident een lynching toewenste, is dan enkel nog een saillant detail.

Voor wie het allemaal heeft gevolgd was de conclusie dat hier sprake was van een staatsgreep geen nieuws. We wisten het op 7 januari al. Het had moeten leiden tot een impeachment van deze fluim van een president maar zijn eigen partij durfde het niet aan en zou in de maanden daarna steeds onderdaniger worden aan de man die nooit erkende dat hij de verkiezingen had verloren – ook al wist hij verdraaid goed dat dit het geval was. Hopelijk krijgen we alles voorgeschoteld wat er op de achtergrond gebeurde: de assistenten die bleven, de idiote hulptroepen in de vorm van Giuliani, Stone en andere zeloten, de gewetenloze juristen, de banden met radicaal rechts en de mate waarin zij de staatsgreep mee voorbereid hadden.

Liz Cheney, de Republikeinse afgevaardigde van onverdacht conservatieve huize, legde de zaak Trump fenomenaal uit. Ze legde de feiten op tafel, wat we konden verwachten, wat het betekende en hield haar laffe collega’s voor dat Trump ooit verdwenen zal zijn maar dat zij voor eeuwig in hun hemd zouden staan. Cheney is zo’n politica die je het presidentschap zou toevertrouwen, ook als je het op inhoudelijke gronden totaal met haar oneens bent. Iemand van de oude stempel, het soort van integere lieden die in Washington met een lampje te vinden zijn.

Ik heb niet de hele vertoning gezien, maar van wat ik erover las lijkt de commissie superb werk te hebben gedaan in het vastleggen en presenteren van getuigenissen. We hadden al gehoord dat Jared Kushner, de schoonzoon, meteen na 4 november afstand had genomen van de leugenaar. Nou ja, hij ging op zoek naar een ander huis en investeringsmogelijkheden bij moorddadige arabieren. Je hoorde hem niet, al zou de ontslagname van Kushner krachtig tegengif geweest zijn tegen Trump. Idem Ivanka, die accepteerde wat Barr zei: geen fraude. Je hoorde haar verder niet.

De commissie maakt duidelijk dat iedereen die bij zijn verstand was, wist dat Trump had verloren. Dat Trump niet anders dan kón weten dat dit zo was. Dat is belangrijk, niet alleen omdat het bewijst dat hij opzettelijk en bij volle bewustzijn de staatsgreep pleegde, maar ook omdat het laat zien dat zijn Big Lie die nu door een groot deel van de Republikeinse kiezers wordt gedeeld, altijd precies dat was, een leugen om te voorkomen dat hij zijn verlies moest nemen. De mottige groep acolieten die om wat voor reden dan ook voordeel zagen in het blijven pushen van Trump zal de komende weken nog wel aan de orde komen. 

Cheney werkt voor de geschiedenisboeken. A profile of courage, zoals het boek heette dat JFK eind jaren vijftig schreef over politici die durfden te staan voor hun principes. Hoe het voor haar ook afloopt, ze heeft al een plek verdiend in dat pantheon.

De commissie werkt aan de toekomst, aan de vraag of de Amerikaanse democratie Donald Trump en zijn zielloze partijgenoten kan overleven. Het blijft, zoals de voorzitter terecht vaststelde, een heikele zaak. Amerika balanceert op het randje en het zou me verbazen als zelfs overweldigend bewijs voor de doortraptheid van de staatsgreep en de vaststelling dat de Big Lie een leugen was met een doelstelling de Republikeinen zou verleiden om toe te geven dat ze zich hebben laten meeslepen door de psycho. Lui als Mitch McConnell en Kevin McCarthy weten dat natuurlijk allang maar hun zucht naar macht is groter dan hun gewetensnood. Nou ja, bij wijze van spreken. Als je geen geweten hebt, kun je ook geen nood hebben.

Gepubliceerd in de Standaard, 18 januari 2021: De Grote Leugen zal Trumps erfenis zijn

Gaat de commissie iets veranderen in de perceptie van de gemiddelde Amerikaan? Die heeft zich, zo hoor je, allang een mening gevormd over 6 januari en die ligt vrijwel vast. Ik denk dat dit inderdaad het geval is maar het moet hen zo moeilijk mogelijk gemaakt worden om hun cognitieve dissonantie – hun afkeer van de feiten – vol te houden. 

Zoals ik eerder heb betoogd was Trumps greep al wat aan het verslappen en was er toch al geen kans dat hij in 2024 kandidaat zou zijn. Ik vermoed dat hij op een glijbaan richting vuilnisbak zit. Let maar op. Straks zeggen de Republikeinen: laten we vooruit kijken, Trump was nooit onze man, kijk naar inflatie, abortus, god weet wat als het maar anti-Biden is. En verdomd, ze zullen er verkiezingen mee winnen. Niemand hoeft meer naar het paleis in Florida te trekken om de voeten van de psycho te kussen. Niets gebeurd. Nu hebben we de macht, we gaan gewoon door.

Daarom: het is goed en nodig dat deze commissie voor november de feiten op tafel legt en conclusies trekt, voordat de staatsgreep van een zittend president – de meest ernstige misdaad tegen het systeem in de Amerikaanse geschiedenis – onder de mat wordt geschoven als een ongelukkig incident dat we maar snel achter ons moeten laten. De geschiedenis sinds 6 januari heeft geleerd dat de vijanden van de democratie in het hart van het Amerikaanse systeem zitten. Voordat ze in januari 2023 het Congres weer in handen krijgen en elk onderzoek, elke conclusie de nek om zullen draaien, moet dat duidelijk worden gemaakt.

Voor wie het wil zien, dat blijfthet geval. De miljoenen Amerikanen die zich hebben laten bedotten zullen niet gemakkelijk toegeven dat ze fout zaten. De politici die hen uitmolken zullen met een glimlach de macht in hun zak steken. Amerika is nog lang niet veilig.

Ondertussen verwacht ik dat Liz Cheney niet alleen haar zetel in Wyoming zal behouden – als een spuug in het gezicht van McCarthy en Stefanik. Ze zou ook een prima presidentskandidaat zijn.

Het domste land

Ongehoord Nederland. 

Blijkt platform van radicaal rechts gewauwel zonder enig tegenwerk. Door ons gefinancierd.

Verrassing! Wie had dat kunnen denken?

Ik kan alleen maar herhalen: dumpen dat publieke omroepsysteem – al moet ik erkennen dat het goed past bij ons domme land.

Trump zakt weg maar de schade is al aangericht

Na de voorverkiezingsrondes in april en mei lijkt de invloed van Trump wat af te nemen. Zijn boodschap raakt ook uitgesleten en zijn narcistische obsessies niet hetzelfde als waar de gemiddelde Amerikaan mee bezig is. Het is goed mogelijk dat de Republikeinen zich los kunnen maken van greep waarin ze zichzelf hebben gestort, zeker als ze in november meerderheden in het congres kunnen veroveren. Maar door zich zo te binden aan de staatsgreep pleger, heeft de partij laten zien dat ze democratie en beschaafde politiek niet hoog in het vaandel heeft. Opluchting straks als Trump wegvalt, maar de schade is al aangericht.

Vorige maand verloren twee door Trump gesteunde kandidaten de Republikeinse voorverkiezingen in Georgia. Gouverneur Kemp en secretary of state Raffenberger, die beide hadden geweigerd om mee te gaan in Trumps staatsgreep (de president belde Raffenberger met de opdracht: ‘vind die 11.780 stemmen’), wonnen van door Trump gesteunde kandidaten. Dat had met de kandidaten te maken. Vooral de tegenstander van Kemp, David Perdue, een loser als er ooit een was – hij verloor in januari 2021 de run off van de Senaatsverkiezingen en liet zich toen door Trump opnaaien om het tegen Kemp op te nemen – was van het allerbelabberste soort. Maar er was zelfs onder de Republikeinse stemmers een onwil om mee te gaan in het Trump spektakel.

In Pennsylvania vochten twee Trumpistaanse Republikeinen voor de nominatie voor de open senaatszetel van die staat. David McCormick, een zichzelf financierende rijkaard, verloor op het nippertje van Dr. Oz, een mediapersoonlijkheid van het soort dat Trump aanspreekt. Beide heren gingen mee in de Trump leugens, beide kwamen naar de potentaat in Florida om zijn voeten te kussen. Trump steunde Oz en toen die moest wachten op de uitslag omdat die te onduidelijk was, raadde hij Oz aan om gewoon maar de overwinning uit te roepen. Oz was verstandig genoeg om niet naar dat advies te luisteren en won een paar dagen later. Het was echter weer een spektakel van jewelste dat de Republikeinen niet per se met de sterkste kandidaat achterlaat  – Oz heeft twee nationaliteiten, hij is ook Turks, en zijn Trump liefde kon de kiezer in het midden wel eens afschrikken.

Voor de gouverneursverkiezingen in Pennsylvania (gouverneurs zijn belangrijk in 2024 om te voorkomen dat de Republikeinen het stemmen moeilijk maken) won Doug Mastriano, een onguur type, dat met alle macht door Trump werd gesteund. Mastriano was erbij op 6 januari, bij de staatsgreeppoging van Trump, en heeft in het verleden (niet zo lang geleden) geschreven en geroepen dat democratie niet tot zijn prioriteiten behoort. Hij maakt een goede kans in november te verliezen van welke Democraat dan ook.

Trumps steun is dus geen garantie voor succes van een kandidaat, en als een Trump-kandidaat wint in voorverkiezingen is dat meestal goed voor de Democraten omdat die persoon ongeschikt is. 

Trump gaat verder met zijn bezigheidstherapie van ouwehoertoespraken geven. Hij was op de conventie van de moord- en wapenlobby, de NRA, en hij voert campagne in Wyoming tegen Liz Cheney. Cheney, een onversneden echte conservatief, had het lef om voor Trumps impeachment te stemmen na de staatsgreep en vindt dat Trump nooit ook maar in de buurt van het Witte Huis mag komen. Het is voldoende om Trumps eeuwige haat te verdienen en hij probeert Cheney, die door haar minder principiële partijgenoten van leidende functies werd ontheven (de immorele Elise Stefanik nam haar plaats in), van haar plek in het Congres te beroven. Wyoming heeft maar 1 afgevaardigde en die is zonder enige twijfel Republikeins. Het gaat dus om de voorverkiezingen. Daar voert Trump campagne tegen Cheney.

Het goede nieuws is dat de bijeenkomsten matig bezocht worden en dat het enthousiasme over Trumps act (want dat is het) lijkt af te nemen. Alweer die leugens, alweer een lijst van vijanden, alweer dat narcistisch geneuzel – zelfs de Trump fans lijken er wat genoeg van te krijgen. Zalen zijn halfvol, enthousiasme is voorgekookt of afwezig. De media zijn inmiddels verstandig genoeg om zijn tour niet meer te volgen – dat was een van de redenen dat hij in 2016 kon doorbreken.

En dan moeten de hoorzittingen van de 6 januari commissie nog beginnen. Wat inmiddels naar buiten is gekomen geeft aanleiding te vermoeden dat de zaak tegen Trump en zijn acolieten sterk is. Of het de Trumpies van mening zal doen veranderen is en blijft de vraag.

Want helaas is de Trump boodschap inmiddels diep in de Amerikaanse samenleving opgenomen. Zo’n dertig procent van de kiezers (en veel meer Republikeinse kiezers) denkt dat Trumps leugens waarheid zijn, dat de verkiezingen van 2020 zijn gestolen. Dat Trump had gewonnen. Het zijn mensen die niet openstaan voor informatie van het tegendeel en de Republikeinse Partij heeft geen moeite gedaan om de leugens te ontkrachten (zoals ze Trump ook zijn gang lieten gaan met zijn Birther nonsens vanaf 2010).

Als het goed nieuws is dat de kompasloze Republikeinen zich nu wat losser durven te maken van de psycho, dan is het het slechte nieuws dat ze dat pas nu doen. Ze hadden meteen na 6 januari de man kunnen dumpen, dat durfden ze niet. Ze hebben anderhalf jaar lang mee gebabbeld met Trumps leugens en zo meegeholpen om het vertrouwen van de burger in democratische processen te ondermijnen. Tussendoor blokkeerden ze alles wat Biden voorstelde (zoals ze dat ook bij Obama deden). Ze verdienen niet om zich los te kunnen maken van hun totale falen, van hun obstructie en, het ergste, van hun dedain voor democratische processen.

Het slechte nieuws is dat ze toch gewoon gaan winnen.

Zoals ik eerder heb uiteengezet denk ik dat het onwaarschijnlijk is dat Trump überhaupt kandidaat zal zijn in 2024. Dat betekent in de praktijk dat een andere Republikein, iemand die Trumps leugens heeft geaccepteerd en zijn stijl van politiek waardeert, een gerede kans heeft om in 2024 het presidentschap te winnen. Met alles in Republikeinse handen, presidentschap, congres en supreme court, ziet de toekomst van Amerika er somber uit. Daar is Trump niet meer voor nodig.

Geef de NRA niet de schuld, het is de Amerikaan die het probleem is.

In de naweeën van de zoveelste massamoord in de Verenigde Staten kreeg de National Rifle Association (NRA) vaak de schuld van Amerika’s wapengekte. Was het maar zo gemakkelijk. Een lobbyorganisatie, zelfs een met vijf miljoen leden en miljoenen dollars campagnegeld, krijgt niets gedaan zonder diepe voedingsbodem voor haar activisme.

Wie denkt dat de NRA het land naar zijn hand zet en opportunisten als Donald Trump en senator Ted Cruz aanstuurt, miskent een Amerikaanse geschiedenis van geweld, wapens en van moord en doodslag. Trump en Cruz en die vele andere politici die weigeren serieuze wapenwetgeving in te voeren weten wie ze vertegenwoordigen: een Amerikaanse kiezer die hen daarvoor niet afstraft. Dat komt niet door de NRA, zelfs niet door louche politici, maar simpelweg omdat die kiezer het zo wel. Wapens en geweld zijn zo Amerikaans als mom en apple pie.

Amerika is altijd een samenleving geweest waarin wapens een eerste levensbehoefte waren en geweld deel van het dagelijks overleven. Aan de frontier, vanaf de eerste kolonisten in Jamestown en New Plymouth, baanden nieuwkomers zich een weg door de autochtone bevolking weg te jagen of uit te moorden. Beren en andere gevaarlijke dieren bedreigden een wankel bestaan. Het bezit van een geweer en de vaardigheid om ermee om te gaan behoorde tot de eerste levensvereisten.

De Verenigde Staten bevochten hun onafhankelijkheid in een langdurige oorlog. Het veelbesproken Tweede Amendement op de grondwet gaat over militia’s, over het recht (en de noodzaak) van staten om gewapende groepen op te zetten om binnenlandse opstanden zoals de Whiskey Rebellion in 1784 of mogelijke Engelse invasies te weerstaan – de Engelsen kwamen ook werkelijk in 1812. In die context kon ‘het recht van het volk om wapens te bezitten en te dragen, niet worden beperkt’. Niets was normaler dan zo’n regeling in een land dat tot ver in de twintigste eeuw geen staand leger had. En niets stond verder af van het denken in die tijd dan dit te interpreteren als een individueel onvervreemdbaar recht op wapenbezit.

Cruciaal voor begrip van Amerika’s obsessie met vuurwapens is ook dat de overheid altijd is gezien als een potentiële vijand. Eerst de Engelsen, daarna de eigen federale overheid. Die Whiskey Rebellion was een opstand tegen belastingheffing, een van de vele conflicten tussen het nieuwe overheidsgezag, zowel in staten als op federaal niveau, en de individuele burger. Het is deze houding, deze afkeer, deze angst die neonazi’s, white supremacy activisten en westelijke superindividualisten nog steeds koesteren.

Niet alleen aan de frontier maar ook in het al ‘geciviliseerde’ deel van Amerika was geweld aan de orde van de dag. Een slaveneconomie zoals die in het zuiden bestond, was gebaseerd op geweld. Plantagehouders waren tot de tanden bewapend, altijd bang voor slavenopstanden. Een zwarte met een wapen was zo ongeveer de ergste nachtmerrie van de zuiderling.

Als Amerika al zwom in de wapens in het midden van de negentiende eeuw, dan gaf de burgeroorlog die in 1861 begon daar een flinke extra zwaai aan. Legers hebben wapens nodig en oorlog is heerlijk voor wapenproducenten. Die wijsheid van overal en altijd gold zeker na 1865 toen het einde van de burgeroorlog een veel wankeler Verenigde Staten opleverde dan we vaak onderkennen. Los daarvan en los van het geweld van dat dagelijks leven onder reconstructie en later, was er simpelweg het gegeven dat Amerika in 1861 55.000 wapens per jaar produceerde en in 1865 3,5 miljoen. Samuel Colt, van Colt’s Manufacturing Company, gesticht in 1855, werd er schatrijk van.

Die producenten wilden hun lucratieve business natuurlijk gaande houden en begonnen wapens actief te marketen. Productontwikkeling maakte van pistolen, waaronder de Colt Single Action Army, treffend genoeg ook de ‘peacemaker’ genoemd, noodzakelijke levensbehoeften. Het westen was een gewelddadig deel van Amerika, misschien minder dan Hollywood soms wil doen geloven – er was niet iedere dag een ‘shoot out at the OK corral’ – maar toch genoeg om deel te zijn van het dagelijks bestaan.

En niet alleen in het westen. De vele arbeidsconflicten in het industrialiserend noorden en midden westen werden vaak bloedig uitgevochten. Industriëlen huurden privélegertjes in zoals de beruchte Pinkerton detectives om stakingen te breken of onruststokers uit de weg te ruimen. In dit geval schaarde de overheid zich meestal achter de grote bazen, niet aarzelend om het leger in te zetten om onrust de kop in te drukken. Een fameus bloedige confrontatie vond in de jaren 1890 plaats in het mijndistrict Coeur d’Alene in noord Idaho. Moord en het opblazen van mijnen was aan de orde van de dag. In Pennsylvania eindigde de Homestead Staking bij een Carnegie fabriek in bloedig geweld.

En altijd was er in het zuiden het racisme, de segregatie en de onderdrukking van de zwarte burger. Lynching was heel normaal maar veel wijdverbreider was simpelweg wapengeweld tegen mensen ‘die hun plaats niet kenden’. Dat soort geweld werd zelden bestraft. De drooglegging tussen 1919 en 1933 zorgde voor een geweldsexplosie in de grote steden en de opkomst van de georganiseerde misdaad.

Een land van angst

Kortom, het gaat niet te ver om te zeggen dat Amerika altijd een land is geweest van wapens en geweld. En een land van angst. Angst voor de indianen, de beren, de buren op een net afgepaald stuk land, veerovers, slaven, dronken ruziezoekers. Angst en wapens en geweld gaan hand in hand. Het een veroorzaakt het ander en het ander versterkt het een. Amerikanen zijn bange burgers. Het gaat verder dan geweld. Amerikanen zijn bang om hun baan te verliezen, om ziek te worden, hun huis uit te worden gezet. De Amerikaanse samenleving is fameus hard en Amerikanen zijn terecht bang dat alles morgen in elkaar kan donderen.

Het is gemakkelijk om een bange samenleving nog banger maken. En daarmee komen we bij de NRA en de ontwikkelingen sinds pak weg de jaren zestig. Angst en afkeer van de overheid hebben daar alles mee te maken. We vergeten vaak hoe gewelddadig (en gepolariseerd) de samenleving was in die jaren. De totstandkoming van de burgerrechtenwetgeving frustreerde de racisten in het zuiden, de oorlog in Vietnam verdeelde de samenleving, linkse radicalen en zwarte terroristen pleegden serieus geweld. De ene ‘hete zomer’ volgde op de andere.

In 1968 werd een wet aangenomen die wapens enigszins aan banden legde. Dat bood een mooi doelwit voor voorstanders van zoveel mogelijk wapens voor iedereen. De NRA, opgericht in 1871 als club van wapenbezitters maar vooral bedoeld om te trainen, gaf zichzelf in de jaren zeventig dan ook een nieuwe missie in het verzet tegen welke beperking dan ook op wapenbezit. Dat vergde een coup binnenshuis, waar in 1975 de activisten onder leiding van Harlon Carter (die, zoals later bekend werd, als 17-jarige een 15-jarige jongen had gedood) de macht grepen.

De NRA begon te lobbyen voor het afschaffen van welke regulering dan ook en met zijn miljoenen leden en hun financiële bijdragen beschikte het ook over een grote kas om politiek invloed uit te oefenen. Die invloed had twee kanten. De ene was politici steunen die het programma van de NRA wilden uitvoeren (lui als Trump en Cruz, maar ook een relatief verstandige Republikein als Mitt Romney die meer geld krijgt dan wie dan ook), de andere poot was minstens zo belangrijk: in kiesdistricten waar ze het verschil konden maken negatieve campagnes voeren tegen politici die wapenwetgeving steunden.

Angst speelde een doorslaggevende rol. Angst voor de ander, maar ook angst dat de overheid jouw recht op wapens zou afnemen. Vandaag is het dit, morgen is het dat, overmorgen moet je je jachtwapens inleveren. De Democraten hadden in 1988 al grote moeite met die NRA-boodschap, door de Republikeinen met graagte (en niet weinig racisme) omarmd. Het was geen toeval dat een zwarte crimineel, Willie Horton, in hun campagne een hoofdrol speelde.

In 1994, net voordat de Republikeinen de macht veroverden in het Congres, werd een wet aangenomen die halfautomatische wapens aan banden legde. Het leek haast vanzelfsprekend: het ging om wapens die geen enkel ander doel konden hebben dan mensen overhoop schieten in oorlogssituaties. De wet had een looptijd van tien jaar (sunshine wetgeving die vaak wordt gebruikt om iets erdoor te krijgen) en werd in 2004 niet verlengd. Wie de cijfers van massamoorden bekijkt sinds 2004 ziet een explosieve toename.

Een ander succes voor de NRA is de kaping van het Tweede Amendement. Of beter gezegd, het heeft het Supreme Court gekaapt. De conservatieve rechters die zogenaamd ‘original intent’ belijden – wat de founding fathers bedoeld hadden- maakten van die stellingname een lachertje door in 2008 van dit amendement een individueel recht op wapenbezit te maken dat niet door wetgevers aan banden gelegd kan worden. Sindsdien kakelt iedere wapenpromotor en wapenbezitter over dat onvervreemdbare recht, op gelijke hoogte staand met vrijheid van meningsuiting en geloof. Geef de NRA er krediet voor, maar onderken dat het de door de Republikeinen benoemde rechters zijn die hun vuile werk deden.

Trump voerde het angstniveau lekker op door in de zomer van 2020 elke Black Lives Matters demonstratie als komend naar uw buurt om uw huizen in brand te steken te beschrijven. Onderwijl tolereerde en moedigde hij geweld aan van blanke nationalisten en neonazi’s. Angst regeerde weer. Mijn zwager in een keurige suburb in New Jersey vond het nodig om een wapen aan te schaffen voor als de demonstranten bij hem langs zouden komen. Een vriend in Marin County, progressief Californië, had hetzelfde overwogen toen corona losbarstte, bang dat het uiteenvallen van de samenleving tot geweld zou leiden. Hij werd tegengehouden door zijn vrouw, die nog banger is van een wapen in huis dan van mogelijke relschoppers. Bang is iedereen.

En zo zijn we op een punt gekomen waar massamoorden, op school en in de supermarkt, aan de orde van de dag zijn – nog afgezien van het dagelijks geweld van zelfmoorden, ongelukken en ander wapengeweld (inclusief schietgrage politieagenten). Dit is het Amerika van vandaag. De helft is bang voor mensen met wapens, de helft is bang dat hun wapens worden afgenomen. En ondertussen heeft Amerika hogere moordcijfers dan welk ander land dan ook. Een waarlijk exceptioneel land.

Cultuur

Het grootste succes van de NRA in dit treurige verhaal is dat ze van wapenbezit een cultural issue hebben gemaakt. Een identiteitsverhaal. Een wapen is deel van je Amerikaan zijn. En verdomd als ze niet gelijk hebben, al werken ze er dagelijks aan om dat gevoel te versterken. Want dat is precies het probleem: veel Amerikanen geloven dat als je aan hun wapens komt, je komt aan hun Amerikaan zijn. Dit zijn de Trump kiezers die zich als blanke mannen in de kou voelen staan, die denken dat hun leven zo armzalig is omdat niet-blanken het overnemen. Mensen die zich met een wapen meer voelen dan zonder wapen. Republikeinen hebben dit narratief overgenomen, het kost hen niets en levert veel op. In een tweepartijensysteem is het heerlijk als je een onderwerp binair kunt maken: voor of tegen, er zit niets tussenin.

Het is moeilijk om nog een discussie te voeren over rationeel beleid als het onderwerp je diepste identiteit betreft (en ja, links weet daar ook wel weg mee). Het is inderdaad een daverend succes van de NRA. Maar laten we ze niet teveel eer geven of de laffe politici die hierin meegaan van de haak halen. Als er niets gaat veranderen in de wapenwetgeving en niets aan de misselijk makende massamoorden (‘thoughts and prayers’ is routine) dan komt dat niet enkel doordat er een NRA bestaat.

Het komt omdat de Amerikaanse samenleving van oudsher geweld en wapens heeft geaccepteerd. Omdat Amerika een samenleving is van angsthazen, bange mensen die in hun onzeker bestaan zich vastklampen aan het drijfhout van een wapen. Omdat Amerika een samenleving is waar je inderdaad je dagelijks leven niet zeker bent. Maar vooral omdat noch de NRA noch de politici in een vacuüm opereren. Het zijn de Amerikaanse burgers die deze politici hun macht geven. Zij sturen hen niet weg, zij rekenen hen niet af, zij laten zich voor het lapje houden, zij accepteren een angst-samenleving.

Zo gezien is het wapengeweld in Amerika, inderdaad, zo Amerikaans als het maar kan zijn. Geheel verklaarbaar, onvermijdelijk als de hurricane of tropische storm die over het land raast, onoplosbaar. Nee, er gaat niets veranderen en dat is omdat de meeste Amerikanen niets willen veranderen. Take it or leave it, dat is Amerika. Thoughts and prayers.

Don’t say curley hair.

In Florida is het streng verboten om in een schoolomgeving, zelfs op high schools, iets te zeggen over gay zijn. U weet wel, die gouverneur DeSantis met zijn ‘don’t say gay’ wet. Republikeinen die denken dat je als je over iets wat met seks te maken heeft praat, je jongeren maar op slechte ideeën brengt.

Toen Zander Moricz zijn commencement speech voorbereidde, de toespraak die de vertegenwoordiger van de klas die afstudeert mag houden, kreeg hij een verbod om iets te vertellen over gay zijn en hoe hij dat op zijn school had ervaren. Say gay en we draaien de elekrticiteitsknop om.

Moricz heeft er een schitterende oplossing voor gevonden, een oplossing die meteen laat zien hoe absurd die wet is, hoe absurd die Republikeinen zijn die niet willen praten over seks, sekse of wat dan ook maar hun ‘culturele waarden’ bedreigt. In zijn toespraak gebruikt hij ‘curley hair’ waar hij in een vrije samenleving gay gezegd zou hebben. Iedereen is in on the joke, maar de bovenbazen durven toch niet de microfoon uit te zetten.

Klik hier om te zien hoe dit in zijn werk ging. 

Rod Dreher is een gevaarlijk type – zie NRC.

‘Amerika is een ziek land dat uiteen valt’. Dat verkondigt conservatieve bestsellerauteur Rod Dreher in een interview in de NRC. Klinkt me bekend in de oren. Ook ik vind Amerika ziek en een samenleving zonder samen. Interessant dus om te kijken waar Dreher het over heeft. 

Dat valt tegen. Gezeur over Woke, zijn afkeer van het homohuwelijk, van het recht op abortus, over christelijke Amerikanen die zich veilig wanen terwijl ze zich bedreigd zouden moeten voelen. Oh ja, nationale identiteit moeten we ook koesteren. En links heeft al gewonnen, meent deze diepe denker, omdat het zijn ideeën heeft kunnen omzetten in concreet beleid. Zie het homohuwelijk. Hij claimt dat de Republikeinse partij nauwelijks oog heeft voor culturele kwesties, maar in de zak zit van de zakenwereld. Dat laatste mag zo zijn, maar de Republikeinen zijn wel erg goed in het gebruiken van Drehers verhaal om kiezers te winnen.

Het verhaal claimt dat Dreher J.D. Vance op de kaart zette. Lijkt me wat overdreven. Drehers boek The Benedictine Option ‘over hoe christenen hun geloof kunnen veiligstellen in de „vloeibare moderniteit” waarin we volgens hem leven – namelijk door op een spreekwoordelijke ‘ark’ te stappen en de „seculiere zondvloed” uit te zitten in afwachting van religieuzere tijden’. Een geloofsverdwaalde als de columnist David Brooker verwijst regelmatig naar dit boek. Het opzoeken van een Ark in afwachting van betere tijden, nou ja, religieuzer tijden – het zoeken van isolement tot de storm overwaait. Daar heb je wat aan!

Waar het gevaarlijk wordt is waar Dreher zich naadloos past in het patroon van compromisloze polarisatie. Hij ziet geen samen voor Amerika. Je moet kiezen voor uiterst rechts of voor uiterst links, vindt hij. Orban laat zien hoe het moet. De westerse beschaving gaat teloor, meent Dreher, met Orban in wie hij de opportunist niet onderkent. Alsof Dreher er het alleenrecht op heeft.  

Deze Dreher is een gevaarlijk type. Hij is de wegbereider voor autoritaire regimes die andersdenkenden opsluiten, marginaliseren en de democratie ondermijnen. Zie Orban. Zie Erdogan. Zie Trump. Hij denkt dat ‘don’t say gay’ gouverneur DeSantis de samenleving bindende waarden vertegenwoordigt, een competente Trump. Mijn idee is dat Amerika nog zieker kan, en dat iemand als DeSantis en helemaal gewetenloze types als Ted Cruz, Josh Hawley en consorten op uiterst rechts, het land definitief over de kling zullen jagen.

Deze zogenaamd christelijke denker ziet geen heil in het proberen een gezamenlijke basis te vinden voor een samenleving, leven en laten leven. Zijn waarden zijn absoluut, curieus genoeg precies wat hij de vermeende woke winnaars verwijt. Laat ik nou denken dat die westerse beschaving nou juist ruimte biedt voor verschillende uitingsvormen van dezelfde waarden. Dat deze man die aan het scheiden is andere mensen die van elkaar houden niet toestaat dat in een huwelijk te beleven, vertelt alles wat je dient te weten.

Hij heeft niets te bieden, behalve gezeur over mensen die andere dingen belangrijk vinden en anders leven dan hij doet. Een moderne conservatief dus. Zo een waar je helemaal niets aan hebt, niet eens een interessante sparringpartner bij vindt.

 

Texas krijgt waar het voor kiest.

Texas krijgt wat het verdient, of in elk geval de politici waarvoor Texanen gestemd hebben. Gouverneur Abbott, met presidentsaspiraties voor 2024, spreekt volgende week op het congres van de NRA, de wapenlobby. Hij is niet gevraagd om zijn kritische noten. Ook Trump en Ted Cruz mogen hun parels van wijsheid laten zien bij de conventie van de wapen- en moordlobby in Houston.

Ken Paxton, zeg maar de minister van Justitie van Texas, zelf in allerlei schandalen verwikkeld, was er als de kippen bij om te verklaren dat onderwijzers en docenten bewapend moeten worden. De gewetenloze senator van Texas, Ted Cruz, babbelde hem na. En vergeet niet, dit is de staat waar abortus zo goed als verboden is. Waar onderwijs kloten is. Waar de armoede enorm is. Waar de gouverneur stemming maakt tegen immigranten.

Het klinkt hard, maar zo lang Amerika politici kiest die niet bereid zijn iets te doen aan de wapenziekte van het land, zullen ze het resultaat moeten accepteren. Zoals Biden monkelde op de terugweg van Tokio: hoe is het toch dat er geen land in de wereld is waar zoveel massamoorden plaatsvinden? Hij weet het antwoord: er is geen land in de wereld waar zoveel wapens rondwaaieren. En laat ik er aan toevoegen, weinig landen kennen zo’n vergiftigde politieke atmosfeer. En ja, de Republikeinen zijn daar in overgrote mate verantwoordelijk voor.

Op twitter werd een tweet bovengehaald van de politicus die nota bene Uvalde in het congres vertegenwoordigt: Tony Gonzales, een Republikein natuurlijk. Hij meldde toentertijd dat hij trots had gestemd tegen twee magere wetsvoorstellen in 2021, die door het congres de nek om werden gedraaid. Gonzales was ‘een trotse supporter van het Tweede Amendement’ altijd bereid wat dan ook te doen om de ‘gun grabs’ van extreem links te dwarsbomen. Vandaag is hij ‘heartbroken’. Ook Cruz pretendeerde een hart te hebben dat was gebroken en ook hij was ‘lifting up in prayer’, wat dat ook mag betekenen.

Wat die jongen in Texas motiveert, is niet erg interessant. De moordenaar in Sandy Hooks (een massamoord die door de Trumpistaanse samenzweerderskliek als een fake gebeurtenis werd gekenschetst) had zich ten doel gesteld het record van Columbine te verbeteren. Ook hij schoot eerst zijn moeder (of was het ook zijn grootmoeder?) dood, voordat hij de gemakkelijkste doelwitten ooit opzocht. Gestoord zijn ze allemaal, al mag je je afvragen of de politici die het verband tussen wapens en massamoorden ontkennen, niet het meest gestoord zijn. Gestoord? Deze jongen van 18 mag geen alcohol drinken in de VS, maar op zijn verjaardag kocht hij twee geweren.

We zullen het allemaal weer zien langskomen: people kill people, not guns; een slechterik met een wapen kan alleen gestopt worden door een goederik met wapen; misbruik dit drama niet om er wapenwetgeving door te jassen; we moeten meer doen aan mental health care (uitgesproken door tegenstanders van behoorlijke ziektekostenwetgeving). Aan de andere kant: het is de schuld van de NRA en hun financiële greep op politici. De demonisering door de Republikeinen van elke wetgeving, met het argument dat het een slippery slope is en het recht op wapens dan geleidelijk wordt ondermijnd.

En kijk naar het Supreme Court dat in zijn oneindige vervreemding van de samenleving het Tweede Amendement, ooit bedoeld om militia’s mogelijk te maken om zich tegen de Engelsen te verweren, heeft uitgerekt tot een absoluut recht op wapenbezit. Ze claimen dat dit was wat de Founding Fathers bedoelden. Original intent? Bullshit.  

En we zullen weer door de routine gaan. Zelfs de psychopaat uit Florida ontving scholieren nadat hun school in Parkland overhoop was geschoten in het Oval Office. Hij lulde wat, liet de foto’s nemen en, u raadt het, daarna gebeurde niets. Zeker, senator Schumer heeft de wetgeving al klaar liggen. Hij zal op zijn best door de Democraten in de senaat worden aangenomen. Het Huis is misschien niet eens zover. Maar serieuze wetgeving? Reken er niet op.

Amerika krijgt wat het verdient, wat het toelaat, wat het acceptabel acht. Amerika krijgt de ruggegraatloze politici die tegen de certificering van de verkiezingen stemden en zich door Trump laten meeslepen. Het is een door en door verrot land. Voor mijn verhaal over een buitengewoon exceptioneel land, klik hier.

Nee, Trump zal in 2024 geen kandidaat zijn.

Gepubliceerd in de Standaard, maandag 23 mei 2022

Het is tijd om on the record te gaan: ik voorspel dat Donald Trump in 2024 niet de Republikeinse kandidaat zal zijn, en dat Joe Biden dat niet zal zijn voor de Democraten.

Voordat u een zucht van opluchting slaat, dat wil niet zeggen dat de VS gered zal worden uit zijn dodelijke pirouette. Biden en Trump zijn enkel symptomen van een land in diepe rot, van een politiek systeem dat hopeloos is vastgelopen en een samenleving waarin samen ontbreekt.

Ter zake. Eerst maar Biden. Hij zal na de verkiezingen van 2022 die, zoals het er nu uitzien, desastreus gaan uitpakken voor de Democraten (abortus zal hen niet redden, vrees ik), aankondigen dat hij niet beschikbaar is. Te oud, te breekbaar, te vaak de weg kwijt en te zeer een teleurstelling. Als hij het einde haalt zonder om te vallen dan ligt nu toch al vast dat Biden niet de transformerende president zal blijken die sommigen, inclusief ikzelf, zagen opdoemen in de mist van enorme investeringsprogramma’s.

De mislukking van Biden valt hem aan te wrijven. Zeker, de Republikeinen blokkeerden alles, dat doen ze van nature. Het waren echter de progressieve Democraten die Build Back Better, Bidens grote plan, ter waarde van 3.500 miljard dollar, optuigden met elementen die de conservatievere politici in hun eigen partij deden afhaken. Door de minimale meerderheid in de Senaat (dankzij de stemmenbrekende rol van vicepresident Kamala Harris) kregen twee dwarsliggers, Joe Manchin van West Virginia en Krysten Sinnema van Arizona, blokkeermacht en die gebruikten ze.

Machin is een kolenlobbyist, voor hem waren de milieumaatregelen doorslaggevend. Viel daar te marchanderen? Niet voor de linkervleugel van de Huis-Democraten. Ze eindigen nu met lege handen. Biden valt te verwijten dat hij zich liet meezuigen in een ongerechtvaardigd machtsdenken nadat de verkiezingen in november 2020 hadden laten zien dat kiezers wel van Trump afwilden maar niet de Democraten een vrije hand wilden geven. Al Bidens ervaring bleek nutteloos, en in Afghanistan stond hij in zijn hemd.

Hoe sneller Biden zijn terugtrekken aankondigt, hoe beter. Hillary Clinton zat sinds 2014 op het vinkentouw om nog een keer kandidaat te zijn en hield daardoor betere, jongere kandidaten tegen. Biden deed hetzelfde in 2020. Liever jonge krachten, frisse geluiden. Misschien kan Kamala Harris, die vooralsnog zich niet heeft kunnen profileren als mogelijke opvolger, dan tot haar recht komen. Misschien Pete Buttigieg, die nu als minister van Transport, bouwen op de goodwill van 2020.

Trump dan, van wie zowat iedereen zeker lijkt te zijn dat hij zich voorbereid op een revanche in 2024. Ze wijzen dan op zijn greep op de Republikeinse Partij waarin de leidende politici de knie buigen voor zijn verkiezingsleugens en hem blijven accepteren, ondanks de poging tot staatsgreep op 6 januari 2020. Ze wijzen erop dat hij kandidaten uitkiest die zijn leugens verkondigen en hen door zijn steun verkozen weet te krijgen. J.D. Vance, de opportunistische auteur die in Ohio op de schouders van Trump de Republikeinse nominatie won, zou er het voorbeeld van zijn. Ook elders lijkt Trump verkiezingen binnen de Republikeinse Partij definitief te kunnen beslissen.

Het geeft een vertekend beeld. Binnen de Republikeinen is Trump inderdaad machtig genoeg om invloed te hebben. De vraag is of zijn acolieten in november een breder electoraat kunnen aanspreken dan zijn directe achterban en het deel van de Republikeinen die macht belangrijker vindt dan moraal (toegegeven, dat zijn er nogal wat – de leiding in Washington voorop) kunnen overhalen. Het is een leuk spel voor de potentaat in Florida, een spel zonder nieten. De narcist geniet met volle teugen van de macht om ruggegraatloze types naar zijn landhuis te noden, zijn voeten te laten kussen en zijn leugens laten herhalen. Een droomwereld voor iemand van Trumps geestelijke conditie.

Het beeld van Trumps almacht is misleidend want zegt niets over de mogelijkheid om in 2024 als president gekozen te kunnen worden. En Trump weet dat hij geen kans heeft. Ga maar na. In november 2020, onder voor Trump ideale omstandigheden, wist hij 63 miljoen kiezers achter zich te krijgen. Joe Biden haalde er 70 miljoen. Van die 63 miljoen kiezers zijn er toch wel een flink aantal miljoenen die na door Trump gesponsorde aanval op het Capitool niet meer bereid zijn om op hem te stemmen. Misschien willen ze niet Democratisch stemmen, ze zullen thuisblijven. De kritiekloze, fanatieke Trump aanhang is simpelweg niet voldoende om hem gekozen te krijgen – ongeacht de Democratische tegenstander.

Trumps spel is om zo lang mogelijk zijn macht uit te melken, misschien tot en met het kronen van een opvolger. Een aantal senatoren zoals de ongure Ted Cruz, racistische hondenfluiters als Tom Cotton en Josh Hawley, en de Trumpistische provocerende gouverneur van Florida, Ron DeSantis, hebben zich al aan Trump verbonden en hun vroegere kritiek ingeslikt. Hij zal een aankondiging over eigen kandidatuur zo lang mogelijk uitstellen, tot het niet anders kan omdat andere Republikeinen zich moeten gaan voorbereiden op een campagne. En dan zal hij iemand zalven, waarna de strijd kan losbarsten. Dat is het einde van de macht van de dan 78-jarige demagoog, maar het heeft hem een langer post-presidentschap gegeven dan na 6 januari voor mogelijk werd gehouden.

Het treurige nieuws is dat onder die omstandigheden de Republikeinen, ondanks hun trouw aan de leugenaar en staatsgreeppleger, een goede kans hebben om het Witte Huis te veroveren. De partij lijkt niet te worden gestraft voor haar ondemocratische, demagogische en vaak ronduit racistische strapatsen. Helaas bevestigt dat dat ronduit negatieve ontwikkeling van de belangrijkste democratie in de wereld. Een samenleving die als los zand aan elkaar hangt, waarin de maatschappelijke discussie is doodgeslagen, een land van gratuite polarisatie, leidend tot onmacht en stagnatie: ook voor een post-Trump Amerika zijn de vooruitzichten geenszins opmistisch. Maar zoveel is zeker: Trump zelf zal dat land niet de afgrond in leiden. Hij heeft zijn kwalijke werk al verricht.

Trump in de ogen van de historici.

The Presidency of Donald J. Trump. A First Historical Assessment, Julian E. Zelizer, editor. Princeton, 2020. ISBN 9780691228938. $ 77 (bespreking gebaseerd op Kindle uitgave, $ 21,60)

Hoewel oud-president Donald Trump vanuit Florida de mogelijkheid van een terugkeer openhoudt en in elk geval zorgt dat hij in de aandacht blijft, is het mogelijk, verstandig en nodig zelfs, om zijn presidentschap als geheel te interpreteren. Dat is wat de historici in dit boek doen. Historici zijn daar beter in dan journalisten en auteurs die Trump als fenomeen behandelen, en vier jaar als vier jaar.

Wat de essays in dit boek laten zien is dat Trump past in een ontwikkeling van de Amerikaanse samenleving en de Amerikaanse politiek die veel verder terug wortelt. In veel opzichten zover terug als de New Deal, toen de sociaal politieke orde voor de twintigste eeuw tot stand kwam. Zover terug als Nixons opening naar China, als de immigratiewetgeving die in 1965 alle poorten openzette, de anti-overheidsdraai onder Ronald Reagan, en de ook door Republikeinse presidenten onderkende en gebruikte uitbreiding van presidentiële macht. In de woorden van de editor van het boek: Trumps presidentschap ‘was niet een unieke gebeurtenis die automatisch zal leiden tot een koerscorrectie, maar een periode van diep geworteld conflict dat ons politieke systeem pijnlijk verwond heeft’.

Zelizer had zelfs een interview met Trump, door de narcist zelve aangeboden toen hij las over het project. Het zou Trump niet zijn als hij niet dacht zelf de analyse te kunnen beïnvloeden. Hij is uiteindelijk, in eigen ogen, een geweldig succes en komt dat graag bevestigen. In het interview gaf Trump met zoveel woorden toe dat hij de verkiezingen van november 2020 had verloren, daarmee maakte Zelizer nog nieuws. Officieel heeft Trump nooit zijn verlies erkend.

Er staan mooie analyses in van de structuur van Amerika’s extreem rechtse clubjes. Van de mediawereld die Trump, schrijft Nicole Hemmer, al voor zijn campagne in zijn zak had. Dat bleek in zijn aanvaring met Megyn Kelly. In een debat tijdens de voorverkiezingen stelde deze Fox journaliste vragen over Trump seksisme. Naderhand verklaarde Trump: ‘Je kon zien dat er bloed uit haar ogen kwam, bloed uit haar overal’. De Fox nieuws bazen hielden zich gedeisd, niemand verdedigde Kelly.

James Mann, de schrijver van de Rise of the Vulcans over het nationale veiligheidsteam van George W. Bush (die dankzij Trump niet zo slecht lijkt als hij daadwerkelijk was), vast de karakteristiek van Trumps buitenlandse politiek samen al een gepersonaliseerde benadering, waarin hij meende met zijn persoonlijke charme het nationale veiligheidsbelang van onderhandelingspartners kon pareren. Dat lukte natuurlijk niet en de transactionele benadering van het buitenland, en de afkeer van multilateraal overleg ten faveure van bilateraal bakkeleien leverde weinig op. Het dumpen van het Trans Pacific Partnership als middel om landen rond de Pacific te binden met Amerika als leider was een eigen doelpunt. Nu zou zo’n verdrag wonderen doen (ik moet erbij zeggen dat Hillary tijdens de campagne ook afstand had genomen, onder druk van de antiglobalisten, die het in dit geval helemaal fout hadden).

Angus Burgin maakt een scherpe observatie over Trumps anti-intellectualisme: ‘In plaats van het bespotten van “eggheads”, zoals normaal onder McCarthy types in de jaren vijftig, claimde Trump dat zijn eigen kennis die van de experts en wetenschappelijke autoriteiten oversteeg’.

Niet alle hoofdstukken zijn mij analytisch genoeg. Veel hervertellingen van wat is gebeurd, met van tijd tot tijd een mooie observatie of verder reikende conclusie dan dat Donald Trump in het pantheon van presidenten op plek 41 terecht komt. Alleen Franklin Pierce, Andrew Johnson en James Buchanan staan lager. Dat neemt niet weg dat Trump, dat blijk in dit boek ook maar weer eens, behoorlijk invloedrijk zal blijken (maar dat was de burgeroorlog prutser Buchanan ook). Trump heeft normen overboord gezet, de grondwet naar eigen inzicht aangepast en het politieke systeem van checks and balances weten te ondermijnen – met hulp van de Republikeinen.

Een van beste analytische hoofdstukken is dat over Trumps Midden Oosten-beleid, een voorbeeldige filering van Trumps voorkeur voor wat binnenlands steun opleverde, roepen per tweet, en tactische manoeuvres ten koste van een strategie. Afgezien van de Abraham-akkoorden tussen Israël en Arabische landen, die toch al in de pijplijn zaten, heeft het niets opgeleverd. Volgens Daniel Kurtzer kan Trumps nalatenschap worden samengevat als ‘een lege, doelloze propositie van Amerikaanse almacht, zonder enig blijvend gevolg’.’

Het laatste hoofdstuk over impeachment, of beter gezegd, de mislukte pogingen om Trump af te zetten en wat die ons vertellen over deze ultieme maatregel om van een president af te komen is dreigend. Trumps erfenis (of misschien moet je het McConnells erfenis noemen: de Republikeinse senator was rücksichtloos effectief in het voorkomen dat Trump werd gedumpt) is, in de woorden van Gregory Downs dat het falen om Trump te veroordelen ‘met onbetwistbaar bewijsmateriaal op tafel’ alle opvolgers van de 45ste president kunnen overtuigen ‘dat ze vrijwel straffeloos kunnen optreden zo lang als de steun van hun politieke basis behouden, ongeacht wat de grondwet zegt’.

Een boek als dit, een round up door specialisten op verschillende terreinen, maakt het onvermijdelijk dat niet alle bijdragen even sterk zijn, hoewel ik moet zeggen dat het niveau zonder uitzondering hoog is. En dat er enig overlap is. Drie hoofdstukken over immigratie illustreren het laatste, al wordt mooi de rol duidelijk dan Stephen Miller, Trumps adviseur die als enige een lange termijn beleid in zijn hoofd had (afkeer van alle vormen van immigratie) en daar ook werk van maakte. Andere auteurs geven een nuttige samenvatting van de gebeurtenissen zonder daar al te veel analyse aan toe te voegen.

In middels is een schier eindeloze stroom van ‘ik was erbij’ boeken verschenen. Deze maand nog aangevuld met Trumps minister van Defensie Mark Esper (ook zo iemand die bleef om de schade te beperken in plaats van af te treden om de schade te laten zien) en volgende week Kellyann Conway, zij van de ‘alternative facts’. En de journalisten, onder leiding van patriarch Bob Woodward, hebben ook al hun verhaal gedaan. Zij maakten, zoals dat heet, ‘de first draft of history’. Deze historici maakten een second draft maar het laatste woord over Trumps historische presidentschap is nog niet gezegd.