De oude mannen die proberen november te halen

Dinsdag 13 februari gepubliceerd in De Standaard

Gisteren hoorde president Joe Biden dat hij niet vervolgd wordt voor het meenemen van documenten, omdat hij een oude man is met een mankerend geheugen. Donald Trump verwarde zijn tegenstandster Nikki Haley met de Democrate Nanci Pelosi. Beide heren praten in rondjes of raken de weg kwijt. Ze zijn dan ook heel oud. Vanzelfsprekend speelt hun leeftijd een rol in de campagne. Niet voor het eerst in de geschiedenis want Biden en Trump zijn niet de eerste bejaarden of fysiek getroebleerde politici die opgingen voor (her)verkiezing.

In 1944 stelde president Franklin Roosevelt zich kandidaat voor een vierde termijn. Iedereen die hem had gezien – een beperkt aantal, want er was nog geen televisie – wist dat zijn gezondheid niet optimaal was. FDR was pas zestig jaar oud, maar journalisten noteerden dat zijn geheugen hem in de steek liet, dat zijn handen trilden en zijn kaak afhing. Hij was ook duidelijk vermagerd. Op 12 augustus 1944 hield Roosevelt in Bremerton, vlakbij Seattle, een toespraak op een scheepswerf. Hij leek te wankelen. Op een beroemde foto kijkt zijn dochter bezorgd om de hoek van een kanon of Roosevelt zijn speech wel af kon maken. In oktober 1944 maakte de president echter indruk door in een open auto tijdens een regenstorm de kiezers op te zoeken. Diezelfde avond hield hij ook een bezielde toespraak over buitenlandse politiek.

Roosevelts problemen waren bekend en toch werd zijn gezondheid geen onderwerp in de verkiezingsstrijd. Roosevelts tegenstander, Thomas Dewey, durfde niet zomaar te verwijzen naar Roosevelts fysieke problemen. De Republikeinen deden het indirect door te spreken over de ‘vermoeide oude man in het Witte Huis’, ‘of het vermoeide kabinet’. Onderwijl putte Dewey’s campagne zich uit in lofuitingen over de jeugdigheid en vitaliteit van hun eigen kandidaat. Verstandig beleid: FDR was de onbetwiste oorlogsleider en kiezers zouden een frontale aanval niet gewaardeerd hebben. Roosevelt valt te verwijten dat hij de kiezers voor het lapje hield. Hij en zijn omgeving wisten dat hij een nieuwe termijn niet zou overleven. Roosevelt overleed in april 1945, drie maanden na zijn inauguratie.

President Dwight Eisenhower, in de zestig bij zijn aantreden in 1953, kreeg twee jaar later een hartaanval waarvan hij in de loop van dat jaar herstelde. In het verkiezingsjaar 1956, nadat hij al een campagne voor herverkiezing had aangekondigd, onderging hij een operatie wegens obstructie van de dunne darm. In de strijd met de Democraat Adlai Stevenson werd Eisenhowers gezondheid nooit aangekaart. Het speelde geen rol: de kiezers waardeerden zijn eerlijkheid, zijn betrouwbaarheid en de relatieve rust. Tijdens zijn tweede termijn zou Eisenhower nog een milde beroerte krijgen.

In 1960 kende de Democratische kandidaat John F. Kennedy serieuze gezondheidsproblemen. Hij had Addison’s disease, allerlei darmproblemen en chronische rugpijn waarvoor hij een corset droeg. De medicijnen die hij nodig had, konden zijn beoordelingsvermogen verslechteren, zoals een latere biograaf onomwonden vaststelde. Het was geen onderwerp in de campagne omdat de pers het óf niet wist, óf het als privé behandelde.

Tijdens de herverkiezingscampagne van Ronald Reagan kwam gezondheid aan de orde toen de toen oudste president ooit in oktober 1984 tijdens een debat met Walter Mondale totaal de weg kwijtraakte. Ineens zag en klonk Reagan als de man op leeftijd die hij was. De week erna was zijn mentale gezondheid het gesprek van de dag. Mondale hintte ernaar zonder al te veel restricties. In het tweede debat herstelde Reagan de schade door op een vraag over zijn leeftijd een ingestudeerde one liner te produceren: ‘Ik zal geen punt maken van de jeugd van mijn tegenstander.’ Zelfs Mondale moest lachen.

De kiezers lieten er zich niet door afschrikken. Achteraf is duidelijk dat Reagan al tijdens zijn presidentschap de eerste tekenen van Alzheimer en dementie vertoonde, waarschijnlijk een van de redenen dat hij tijdens het Iran-Contra schandaal in 1987 de controle op zijn Witte Huis staf had verloren. Echtgenote Nancy Reagan moest de president herhaaldelijk influisteren wat te zeggen.

In 1996 was de 73-jarige Robert Dole de Republikeinse kandidaat. Door een verwonding uit de Tweede Wereldoorlog kon Dole zijn rechterschouder en rechterarm nauwelijks bewegen. Hij hield altijd een pen in zijn hand, zodat niemand het in zijn hoofd haalde die hand te schudden. Toen Dole ongelukkig genoeg van een podium afkukelde, werd dat ruim belicht. President Bill Clinton gebruikte Doles leeftijd en problemen niet in de campagne, maar dat hoefde niet. Je zette ze naast elkaar en het was duidelijk hoe oud Dole was.

Ook enigszins gehandicapt door oorlogsverwondingen, opgelopen tijdens de oorlog in Vietnam, was John McCain, die in 2008 de Republikeinse kandidaat was. McCain had moeite zijn armen op te heffen. Het werd wel degelijk aangekaart, net als McCains huidkanker. Hij nam de voorzorg een medisch rapport te publiceren dat ook meteen stelde dat hij geen psychologische na-effecten had van zijn vijf jaar gevangenschap in Noord-Vietnam. Het deed er weinig toe. Ook hier zagen de kiezers een oude man naast de jonge Barack Obama.

In de campagne van 2016 wervelde het in het conservatieve internetlandschap van geruchten over de gezondheid van Hillary Clinton. Als minister was ze in 2009 gevallen, waarbij ze een arm had gebroken. In 2015 had ze een longontsteking gehad en haar gehoest tijdens campagne-bijeenkomsten werd breed uitgelicht. Toen ze tijdens de 9/11-herdenking in 2016 zich niet lekker voelde en de bijeenkomst verliet, ondersteund door lijfwachten, ging Fox News all out. Vanzelfsprekend kon haar tegenstander Donald Trump de verleiding niet weerstaan om zichzelf te vergelijken met Clinton, en natuurlijk was Trump de gezondste man van New York. Hij liet zijn arts een rapport schrijven dat overduidelijk gedicteerd was.

Of het voor de kiezers wat uitmaakte, is onduidelijk. Dit jaar dreigen we terecht te komen in een strijd over wie van de twee oude mannen het meeste last heeft van zijn leeftijd. Dat beide heren overduidelijk hun beste jaren hebben gehad, lijdt geen twijfel. De kiezer heeft wat dit aangaat niets te kiezen, al is er een gerede kans dat er in november heel andere kandidaten staan. De man met de zeis kijkt om de hoek van het verkiezingspodium.

De politiek van stilstand

Omtzigt is op weg naar een burn out. Ik zeg het niet met plezier, maar als je de man ziet en bezig ziet dan zit er een ongeluk aan te komen. Het is mooi dat hij alsnog de samenwerking met de haatzaaier heeft opgezegd. Hij had het al moeten doen toen hij geen zwart op wit garanties kreeg van de haatzaaier dat die twintig jaar retoriek en verkiezingsbeloften introk (in de ijskast zetten is niet voldoende).

Dat was een mooi en duidelijk breekpunt geweest. Nu zit Omtzigt met de gebakken peren. Overheidsfinanciën, daar geeft de gemiddelde rechtse kiezer niets om, al doet de VVD net alsof haar kiezers wel grof willen bezuinigen. Zouden ze meegaan met de PVV en een linksig sociaal beleid enkel om migratieonzin te kunnen opspelen? Hmm. Ja, zou me niet verbazen.

De Telegraaf zag het al aankomen, dreigde Omtzigt dat het niet goed zou uitpakken en komt nu met een zogenaamd panel (van Hart van Nederland) dat vertelt dat de NSC kiezers met Wilders willen samenwerken. Leuk wel, de vijfde partner aan de onderhandelingstafel van Plasterk is de wakkere krant. Dat was al zo in de verkiezingstijd, het is gewoon dagelijkse politiek nu.  

Laat PVV, VVD en BBB nu maar met de billen bloot. Hogere uitgaven om wat de boerin en de haatzaaier dat hun kiezers beloofd hebben? Lastig voor Yesilgoz. Deze laatste heeft het ook helemaal gehad met die geradicaliseerde boeren. De boerin niet, die gaat nog steeds voor hun belangen en accepteert allerlei haatpraat op de koop toe. Gezelligheid troef. Ik schat dat de steun voor de boeren net zo hard achteruitkachelt als die voor Israël.

Ik constateer met genoegen dat het zaakje in hun gezicht is ontploft. Nu al over een extra parlementair of minderheidskabinet praten lijkt me staatsrechtelijk niet juist. Eerst moet de tweede partij van Nederland het proberen. Nee, ik weet het, dat gaat niets worden, maar dat is wel de juiste volgorde.

Ons moeras van immigratiewoede is vergelijkbaar met de onzin die de Republikeinen in de VS afdraaien. Ze wilden de minister van Homesecurity impeachen, niet vanwege ‘high crimes or misdemanour’ maar gewoon omdat hij niet doet wat zij willen. Het maakt van impeachment een nog slapper middel dan het al is geworden: voor wie denkt dat Donald Trump zich door een impeachment laat afschrikken van het ondermijnen van de democratie heb ik nog een mooie derdehandse fiets in de aanbieding (een VanMoof). Het Congres heeft zichzelf als controlerende instantie ontmand.

Het aardige is natuurlijk dat ze niet eens hun eigen mini meerderheid zo ver konden krijgen. Morgen gaan ze het weer proberen, als twee tegenstemmers door Republikeinse politieke goons onder handen zijn genomen.

Ondertussen zijn de ruggegraatloze Republikeinse senatoren (juist ja, die Trump niet impeachten) tegen een Oekraine, Israel, Taiwan, grensdeal van 117 miljard dollar. Niet omdat het te duur is, niet omdat ze ertegen zijn maar omdat ze, in opdracht van supergoon Trump, hebben besloten dat het probleem aan de grens er moet blijven als verkiezingsonderwerp. Ik moet zeggen, het klinkt inmiddels zo bekend dat je er niet meer van opkijkt. Dit Republikeinse Congres gaat records vestigen in het absoluut niets tot stand brengen. En die evangelische mafketel die Speaker is, gaat het niet lang overleven.

Politiek is stilstand, hier en daar. De rust van een grafkist. 

Weg met de boeren, in elk geval hun zelfzuchtige activisme

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik heb het wel gehad met die boeren. Veel mooier dan ik het kan samenvatten doet Caroline de Gruyter het in haar column in de NRC. Ik mag het niet herplaatsen maar laat ik het zo zeggen: die klagers over de EU met name, slorpen een derde deel van de Europese begroting op, terwijl landbouw goed is voor 1,4 procent van het gezamenlijke Bruto Nationaal Product. Frankrijk krijgt daarvan een zesde deel. 

Het gaat ook helemaal niet naar kleine boeren: twintig procent van de boeren krijgt tachtig procent van de subsidies. Kleine boeren zijn alleen nog in Oost-Europa te vinden. 

Het is hetzelfde verhaal als in de VS en het blijft me een raadsel waarom boeren een zo grote claim op onze sympathie kunnen leggen. Iets met basis activiteiten, voedsel maken (dat vooral wordt gebruikt om vee te voeren, zoals Carolina Trujillo in de NRC eerder deze week terecht betoogde). Zelfs haters van overheidsbeleid zijn blijkbaar in staat om deze druktemakers de hand boven het hoofd te houden.

Ik vind daarom ook de onttakeling van die Boerenclub van Caroline wel amusant om te zien. Ze hebben niets laten doorrekenen, sterker nog, ze kunnen zelf niet rekenen, en hun programma (afgezien van bij Wilders aanschuiven omdat het kan) kost meer dan ze kunnen ophoesten – minder geld naar die boeren, misschien? Ze ruzieën met PVV kopstuk Dion Gauss over wolven en het al of niet afschieten ervan. Gaus is de volksheid zelve: een wolf die een boer aanvalt als hij in het nauw komt? Wat verwacht je anders? Zelfs mijn konijn zou in de aanval gaan, dixit Gaus.

Caroline schoot vervolgens Omtzigt in de knieën door te zeggen dat de gratis bier motie eerder dit jaar wel door haar ondertekend was maar door Pieter was voorgesteld. Zo zijn onze manieren. Wilders had eerder deze week al de hopeloze Yesilgoz gekapitteld. Dat wordt nog leuk regeren samen. En Omtzigt laat weten dat hij zich niet lekker voelt bij de haatzaaier aan tafel – of in elk geval een deel van zijn fractie niet. Ts. Hoe zou dat nou komen? 

En blijkbaar heeft mevrouw gisteravond in het Ouwehoer Programma op 1 nagelaten de oproep tot geweld van een van die boerenterroristen te veroordelen. Had ze geen zin in. Afgezien van de haatzaaier zelve, heeft iedereen daar vandaag zijn oordeel over gegeven. Gezellige boel daar bij mislukt minister Plasterk aan tafel. Ben benieuwd naar zijn rapport.

De doodstraf, revisited, again en ik ben nog steeds niet tegen

Vorige week probeerde de staat Alabama een ter dood veroordeelde te executeren met een nieuw middel, verstikking met nitogeen gas. Voor zover we er verslag van kregen, was het een weinig humane manier om iemand dood te maken. Deze specifieke veroordeelde was al eerder geïnjecteerd met dodelijke middelen, maar dat bleek niet te werken. Nu hield hij zijn adem in (wat verwacht je?) en trok aan zijn boeien. Het duurde nogal wat minuten voordat de man dood was.

Het leidde, zoals viel te verwachten, tot nieuwe verklaringen dat de doodstraf inhumaan is, dat hij verboden zou moeten worden waar hij dat nog niet is. En niet toegepast. Goedbedoeld, ongetwijfeld.

Ik denk er anders over en herhaal daarom graag nog eens het essay dat ik inmiddels al enige tijd geleden schreef over de vraag die mij bezighoudt: is levenslang niet inhumaner dan de doodstraf? En moet je tot levenslang veroordeelden niet een optie geven om dat leven te kunnen bekorten?

For what it’s worth: hieronder nog een keer.

Waarom ik niet tegen de doodstraf ben.

De actuele aanleiding voor dit essay was het afschaffen van de doodstraf in Virginia, in februari 2021. Het blijft actueel, kijk naar de poging van de regering Biden om de doodstraf op federaal niveau af te schaffen, nadat de psycho staatsgreep president in januari, op de valreep, nog 17 federale executies liet voltrekken.

Het is bij diverse redacties blijven liggen, vandaar dat ik het nu toch maar hier plaats. Wie meer wil weten over levenslang in de hele wereld, kan terecht in de Economist. Mijn verhaal is meer persoonlijk, waarom ik het lastig vind om de doodstraf te verbieden en dan tevreden achterover te leunen.

Nog barbaarser dan de doodstraf is levenslang.

In februari 2021 schafte Virginia de doodstraf af, als eerste staat in het Amerikaanse zuiden. Het besluit werd breed toegejuicht, onder meer in een hoofdartikel van The New York Times. Ook u ziet dit waarschijnlijk als een goede ontwikkeling. Natuurlijk, u bent een beschaafd mens, dus u bent tegen de doodstraf. Hoera, de wereld is weer wat beter. 

Bij mij leidt het tot gemengde gevoelens. Niet omdat ik zo graag de doodstraf omarm, maar omdat ik niet een principieel tegenstander ben. Een dergelijke stellingname roept de verdenking op dat je contrair wilt zijn, wilt uitdagen of shockeren. In beschaafd gezelschap is het immers vanzelfsprekend de doodstraf te verwerpen. Beschikken over het leven van een ander, dat past niet.

Los van het feit dat we dagelijks beschikken over vele levens op vele manieren, een vaststelling die in de coronacrisis maar al te onontkoombaar is, vraag ik me af waarom iemand levenslang opsluiten minder kwalificeert als ‘beschikken over een leven’ dan een executie. Scherper gesteld: is levenslang niet minstens even problematisch? En is het in die context niet juist barbaarser om de optie doodstraf helemaal uit te sluiten? De vraag wordt niet vaak gesteld. Als je eenmaal hebt besloten dat de doodstraf echt niet kan, hoef je er niet meer over na te denken. Dat is me te gemakkelijk.

Vier redenen om tegen de doodstraf te zijn

De tegenstanders van de doodstraf die in Virginia succes hadden voerden vier redenen aan voor hun standpunt. Moreel/filosofisch noemen ze het principe dat je niet over levens mag beschikken. Doe je het wel dan kom je in een groepje landen terecht waar je niet wilt thuishoren: China, Iran, Irak, Saoedi Arabië en Noord Korea. Dat zijn eigenlijk twee redenen, de morele waar ik het hierboven over had en die de morele problemen van levenslang ongemoeid laat, en de ik-wil-er-niet-bij-horen reden. Laat ik zeggen dat het niet kennen van de doodstraf geen garantie is voor beschaving.

Een tweede reden is het relatief grote aantal Amerikaanse veroordeelden dat onterecht tot de doodstraf is veroordeeld, hetzij door fouten, al of niet opzettelijk, bij de vervolging, of door magere rechtsbijstand. Het rechtssysteem is niet honderd procent waterdicht, betoogt Virginians for Alternatives to the Death Penalty. Daardoor loop je het risico onschuldigen te executeren. Ook hier een dubbele reden, eigenlijk. Mogelijk onterecht veroordeelden en een belabberd rechtssysteem. Ik kan het het alleen maar eens zijn met beide zorgen, maar dit gaat verder dan enkel de doodstraf. Die afschaffen lost niets op.

De derde reden is de ogenschijnlijk arbitraire aard van veroordelingen tot de doodstraf: meer zwarte Amerikanen dan gemiddeld, meer zuiderlingen. Ze hebben het niet eens over de weigering van sommige gouverneurs om de doodstraf te laten voltrekken, en het enthousiasme daartoe bij anderen. Gouverneurs van dezelfde staat, wel te verstaan, maar van een andere partij. Ridicuul natuurlijk, maar uiteindelijk gaat het hier om een variant van de tweede reden: een belabberd en racistisch getint rechtssysteem.

De vierde reden zijn de kosten, de doodstraf in harde dollars. De doodstraf eisen en na oplegging handhaven tot alle beroepen zijn uitgewerkt is dure business. Duurder dan levenslang, want op death row is het ‘beter’ toeven dan in de overvolle, levensgevaarlijke gevangenissen. Meestal zit je alleen, in een aparte vleugel. Het is zeker waar dat Amerikaanse gevangenissen op zijn zachtst gezegd een probleem zijn, maar dit financiële argument lijkt me niet erg moreel.

Een onschuldige is beter af met een veroordeling tot de doodstraf

Ook de ACLU, de American Civil Liberties Union, een organisatie voor de handhaving van basisrechten waaraan ik jaarlijks doneer, is tegen de doodstraf. Net als Amnesty, ook op mijn jaarlijkse lijst. De ACLU voert bovenstaande argumenten op, met als extra de vaststelling dat de doodstraf gewelddadige misdaad niet vermindert. Dat lijk me niet erg relevant, andere straffen doen dat ook niet. Meer hout snijdt de overweging dat politici voor de doodstraf pleiten om te verhullen dat ze niet in staat zijn de ‘ware redenen’ voor gewelddadige misdaad te onderkennen. Dit lijkt me een moeizame formulering om te zeggen dat politici de handen in de lucht gooien, niet weten hoe ze criminaliteit moeten verminderen en dan de doodstraf roepen om kordaat te klinken. Of de doodstraf laten uitvoeren, zoals Bill Clinton deed, toen hij zich in 1992 als gouverneur van Arkansas en presidentskandidaat niet durfde uit te spreken als tegenstander en er een punt van maakte een zwak begaafde man te laten executeren.

Ook de ACLU voert een financieel argument aan. De doodstraf als veroordeling en straf kost veel tijd, geld en juridische aandacht die beter besteed kunnen worden. Het is moeilijk om het daar niet mee eens te zijn, maar het is, opnieuw, geen principieel argument. Sterker, het roept enkel de vraag op hoeveel mensen die levenslang hebben gekregen zouden kunnen profiteren van vragen over hun juridische bijstand, nieuw DNA, valse getuigenverklaringen en andere dure procedures die nu enkel toekomen aan ter dood veroordeelden. Het is immers onwaarschijnlijk dat er onder hen niet net zo’n groot percentage onterecht veroordeelden zou zitten.

Zo gezien ben je zelfs als onschuldige beter af met een veroordeling tot de doodstaf. Dan heb je tenminste de kans dat je onterechte veroordeling wordt heroverwogen in eindeloze beroepszaken. Die kans is bij levenslang een stuk kleiner. Dat lijkt me pervers.

Rechtvaardiging van straf in het algemeen

In mijn eerste colleges strafrecht praatten we over de rechtvaardiging van straf in het algemeen, gevangenisstraf in het bijzonder. Boetedoening is de belangrijkste. Je hebt wat gedaan, daar zitten consequenties aan. Ons rechtvaardigheidsgevoel wordt bevredigd. Genoegdoening voor slachtoffers is een andere grond. Het woord wraak gebruiken juristen liever niet.

Rehabilitatie en klaarmaken voor terugkeer in de samenleving is een ander doel van strafoplegging, of in elk geval de uitvoer daarvan. Verder werkt de mogelijkheid om gestraft te worden in brede zin ook preventief, daar kunnen we het over eens zijn. Tenslotte in dit niet uitputtende lijstje staat bescherming van de samenleving. Dit laatste is voor mijn betoog van belang, want de doodstraf of levenslang moeten ervoor zorgen dat iemand niet terugkeert in de samenleving.Ze zijn bedoeld om op te ruimen.

Zonder moeite accepteren we dit voor plegers van massamoorden, zoals Andres Breivik die in Noorwegen 77 tieners doodschoot, de moordenaar van vijftig moslims in Christchurch, Nieuw Zeeland, of gestoorde lui zoals Jeffrey Dahmer, die 35 mannen en jongens vermoordde, in stukken sneed en onder zijn huis in tonnen stopte. Zij moeten nooit meer vrij komen. Er zijn veel voorbeelden van vreselijke misdragingen – veel te veel – en voor de meeste veroordeelden geldt dat hun daden onomstreden zijn. In die gevallen, de overgrote meerderheid, hoeven we ons geen zorgen te maken over een onterechte veroordeling. 

Neem Timothy McVeigh, de man die in 1995 in Oklahoma City een gebouw opblies en 165 doden veroorzaakte. Niemand bestreed dat McVeigh de dader was, ook hijzelf niet. Hij werd ter dood veroordeeld en weigerde in beroep te gaan. Als 29-jarige vond hij zijn executie aantrekkelijker dan levenslang. McVeigh kon uitzien naar een belabberd en saai bestaan, met een goede kans om overhoop gestoken te worden, zoals de tot levenslang veroordeelde Dahmer overkwam. 

Het was mogelijk geweest dat McVeigh zich in de gevangenis had ontwikkeld tot eminent jurist, of dichter, wellicht zou hij ongewoon talentvol blijken met het penseel. Wellicht vond hij de Heer of Allah. Misschien kon hij zin geven aan zijn bestaan. Maar eruit komen was uitgesloten en moest dat ook blijven. McVeigh koos voor de dood, waarmee hij zichzelf maar ook een groot deel van de familie van de honderden slachtoffers een plezier deed. Een flink aantal van hen vond dat ze het hoofdstuk Oklahoma pas konden afsluiten met de dood van McVeigh. Heel begrijpelijk voor iedereen die zich een ongeluk schrok toen meervoudig meisjesmoordenaar Marc Dutroux ontsnapte.

Helaas behoren wrede, onbegrijpelijke meervoudige moorden tot de geregeld voorkomende problemen van de Verenigde Staten en zoals bovenstaande voorbeelden aangeven, het is geen uniek Amerikaans fenomeen. Veel moordenaars doden zichzelf of nodigen uit tot ‘zelfmoord via een politieman’ door zich te laten doodschieten. Dat lost veel op. Maar even zo vaak gaat het om ‘gewone’ moorden, uitzonderlijk wreed of op politiemensen, die levenslang opleveren. Donald Trump versnelde in januari nog even de executie van een vrouw die een ongeboren kind uit de buik van een moeder had weggesneden. Er zijn ongeveer 2500 ter dood veroordeelden in de VS terwijl liefst 200.000 Amerikanen levenslang hebben, van hen 50.000 zonder recht op parole.

Vergeet die afschrikkende werking

Ik geloof niet in de afschrikwekkende werking van de doodstraf op bepaalde misdaden, met een uitzondering, waarover zo meer. De meeste gevallen van moord en doodslag die met de doodstraf bestraft worden hebben te maken met opwellingen, pathologie of ongelukkige uitkomsten van onverantwoordelijk gedrag. In geen van die gevallen schrikt de doodstraf af. De ene uitzondering zou politieke moord moeten zijn. Toegegeven, dat is een categorie die op zich al verwarring kan veroorzaken, maar simpelweg moord op iemand die een vertegenwoordigende functie bekleedt of daarvoor kandidaat is, lijkt me duidelijk genoeg.

Dat verlegt onze focus van de Verenigde Staten naar Nederland. De moord op Pim Fortuyn was een politieke moord, dat lijdt geen twijfel. De moordenaar wist wat hij deed. Dat hij twaalf jaar later weer vrij man was, onderstreept dat hij de juiste calculatie maakte, voor hemzelf dan. Grof gezegd, hij kwam ermee weg. Twaalf jaar is niet niks, maar wat mij betreft was het veel te weinig. Mijn rechtvaardigheidsgevoel was niet bevredigd: ik had hem graag permanent buiten de samenleving gehouden. De doodstraf zou goed gepast hebben. Zou de zekerheid van de doodstraf van der Graaf hebben weerhouden? Zou het preventief gewerkt hebben? Ik weet het niet. 

Met alle voorspelbare kritiek op Amerika, zie je hoe onrechtvaardig ons eigen rechtssysteem kan uitpakken bij de moord op Theo van Gogh. Het was geen politieke moord, althans niet in de vorm waarin dat hierboven heb gedefinieerd. Het werd terrorisme genoemd. De moordenaar kreeg levenslang. Mohammed Bouyeri was liever doodgeschoten bij zijn arrestatie. Hij had de ambitie martelaar te worden. Helaas voor hem schoten ze in zijn been en nu zit hij levenslang vast.

In veel Amerikaanse staten is de doodstraf weliswaar niet afgeschaft, maar zijn executies gestopt of zelfs verboden. De redenen voor de verandering zijn gevarieerd. De misdaadcijfers zijn teruggelopen en minder moorden betekent minder zaken voor de rechter waarvoor de doodstraf geëist kan worden. Het grote aantal zaken waarin na jaren gevangenisstraf DNA bewijs liet zien dat de veroordeelde onschuldig was, leiden tot grotere voorzichtigheid en aarzeling. 

Het Innocence Project, een landelijk organisatie, heeft al minstens zeventien mensen gered van death row. In Texas zijn openbare aanklagers die glorieerden in doodstrafzaken die naderhand gecorrumpeerd bleken, vertrokken of ontslagen. Nieuwe aanklagers én juries zijn voorzichtiger nu ze weten hoe vaak er fouten gemaakt zijn. Veel juries lijken nu levenslang zonder de optie tot herziening, in lingo Life Without the Possibility of Parole (LWOP), voldoende te vinden.

Te gemakkelijk om simpelweg de doodstraf te verbieden

Het spectrum overziend is het probleem duidelijk. Ja, het is een stuk gemakkelijker, om niet te zeggen goedkoper, om de doodstraf te verbieden. Gegeven de hoeveelheid beroepsprocedures lijken ook de meeste veroordeelden hun dood liefst zo lang mogelijk uit te willen stellen. Maar daarmee kan de kous niet af zijn. Je blijft immers zitten met de mijns inziens morele onaanvaardbaarheid van een levenslange gevangenisstraf als de gestrafte geen manier heeft om daaraan te ontkomen. Het is een straf die ongemakkelijk veel lijkt op levend begraven. Zelfmoord voor de veroordeling, à la Jeffrey Epstein, of het opzoeken van een gevangenismoord (Dahmer werd overhoop gestoken), zijn wel erg wrede alternatieven.

Ik ben geen pleitbezorger voor Breivik en andere supercriminelen, maar hun levenslange gevangenisstraf is voor mij moreel problematischer dan hun executie geweest zou zijn. Ik heb geen gemakkelijke oplossing. Mag je mensen die levenslang hebben gekregen de optie geven die dodelijke straf om te zetten in een doodstraf? Menselijke waardigheid moet toestaan dat een veroordeelde zelf kan bepalen of hij een leven in het gevang prefereert boven de dood. Ik geef toe dat dit een weinig realistisch voorstel is, dat wil zeggen, in de praktijk niet zal worden overgenomen. Maar waar het me om gaat is de ogenschijnlijk moreel hoog te paard zittende tegenstanders van de doodstraf aan het denken te zetten over levenslang, een straf die veel barbaarser is. Misschien eindigen sommigen van hen dan ook, net als ik, als niet-tegenstander van de doodstraf.

In het Midden Oosten is Amerika veroordeeld tot reactie – een zwakke positie.

“We had a tough day last night in the Middle East.” President Biden formuleerde het op zijn Bidens maar hij had niet ongelijk. Hoe moet hij reageren op drie dode soldaten? Liever geen reactie zou ik zeggen, maar dat lijkt geen optie.

Gelukkig hoeft hij zich niets aan te trekken van de Trumpies, want bij hen kan je het nooit goed doen. Als Biden Iran zou aanpakken, zou de psycho hem beschuldigen van het beginnen van een nieuwe oorlog (geen nieuwe oorlogen onder Trump I is een standaard verhaal), als Biden te weinig doet (het laat bij een bombardement in de Beka vallei) dan krijgt hij om zijn oren als een lafaard die niets doet en over zich heen laat lopen. Ik reken erop dat Biden de tweede optie neemt en het er verder bij laat.

Achter Bidens dilemma ligt een enorm probleem. Terwijl Amerika zich onder Obama probeerde los te maken van het Midden Oosten en dat onder Trump voortzette, al encanailleerde hij zich met moorddadige Arabische dictators, dreigt het land nu weer diep in het moeras van het Midden Oosten getrokken te worden. En dat terwijl het strategisch belang dat in de Koude Oorlog een rol speelde (houd de Sovjets buiten de deur) nu nauwelijks meer een rol speelt. Laat Poetin maar modderen, laat Xi maar een teen in het water steken. Het zal hen niet goed bekomen.

Waarom zit de VS eigenlijk nog steeds in het Midden Oosten? Olie? Veel minder belangrijk dan in de jaren zeventig en, eerlijk gezegd, relevanter voor de Chinezen die van de oliestroom afhankelijk zijn.

Het korte antwoord is Israël. Biden heeft onomwonden laten zien, de afgelopen maanden, dat Amerika zij aan zij staat met Israël, wat dat land ook doet. Ik stel het vast. Ik stel ook vast dat het geen houdbare positie is. Veel Amerikanen hebben er wel genoeg van, die ongeclausuleerde steun, en politiek gezien is Biden positie weinig aantrekkelijk. De intense slechtheid van Benjamin Nethanyahu werkt ook tegen diepere steun van de Verenigde Staten zolang die zelfzuchtige opportunist er de leiding heeft.

Niets is gevaarlijker dan zich met kleine stootjes en duwtjes opnieuw in dit moeras te laten lokken. Er is geen optie om Amerikaanse troepen aan de grond te zetten (eerder zal er een neiging zijn die kwetsbare, zoals in Jordanië weg te halen – wie wist dat daar troepen zaten?). Wat dan wel? Ooit leverde Amerika bombardementen vanaf zee – ik meen me te herinneren tijdens de Libanese oorlog. Dat is nu ook mogelijk maar gevaarlijker dan toen. 

Biden wordt uitgelokt tot een red line, a la Obama indertijd in Syrië. Als het Syrische regime chemische wapens gebruikte, zou Obama zijn positie heroverwegen. Prompt deed Assad dat en Obama moest reageren. Hij deed dat verstandig, door het Congres erbij te betrekken (dat wel oppaste zich te commiteren) en door een deal te maken die chemische wapens vernietigde, maar het leverde hem enkel kritiek op. Ook nu heeft Biden geen goede opties, al was het maar omdat hij niet de actor is maar voortdurend moet reageren op wat anderen doen. Dat is een zwakke positie, het gaat hem politieke schade opleveren.

Blijven de Republikeinen als lemmingen richting afgrond rennen?

Ik wil niet steeds mijn gelijk halen, maar wijs er toch op dat de afgelopen de reacties op Trumps overwinning in New Hampshire duidelijk maakten dat het niet allemaal goed gaat voor de psycho. Zoals ik woensdag schreef was de 54 procent in New Hampshire mager en inderdaad heeft het ook veel andere publicaties, eigenlijk alle serieuze media in de VS, geïnspireerd tot verhalen over Trumps zwakke plek: het binnenhalen van de kiezers in het midden. 

Dat heeft te maken met zijn voorgeschiedenis. De Republikeinse politici die in ganzenpas achter de proto-dicatator aan marcheren krijgen straks de rekening gepresenteerd, dat wil zeggen, ze beginnen zich langzaam maar zeker te realiseren dat Trump opnieuw tot een verkiezingsramp zal leiden. Het heeft te maken met Trumps karakter. De ‘overwinningstoespraak’ was een staaltje van ressentiment en het ordinaire gescheld tegen Nikki Haley was niet alleen dom en onnodig maar ook beschamend. De oerdomme senator van South Carolina, Tim Scott, die zich na een mislukte campagne achter de psycho schaarde in de hoop een vice-presidentskandidaat te kunnen zijn, zette zichzelf voor schut door achter Trump mee te lachen en diens foute grappen over te nemen. Exit Scott – hij is geen kandidaat meer, ook niet voor vicepresident.

Nikki Haley doet nu eindelijk wat ze eigenlijk al maanden had moeten doen: de nadruk leggen op de totale ongeschiktheid van de psycho. Zijn presidentschap was chaos, zijn afscheid schandelijk en een misdaad tegen de grondwet, maar hij raakt ook steeds vaker de weg kwijt. Het blijft jammer (voor Haley) dat ze niet eerder de aanval opende en ik begrijp nog steeds niet waarom ze de debatten waar Trump niet aanwezig was en zich dus niet kon verdedigen of met birdbrain-achtig gezeur kon redden, niet beter gebruikte om hem aan te vallen.

Het kan zijn dat het te laat is, maar alle schade die ze de komende weken nog toebrengt – dwz. de mate waarin ze Republikeinen ervan kan overtuigen dat ze hun partij voor gek zetten door met Trump in zee te gaan – alle schade helpt in november. Als Trump dan de kandidaat is. Ik schreef eerder in de Standaard over de mogelijkheid van een brokered convention. Het is nog lang niet zeker dat Trump de kandidaat zal worden. 

De veroordeling van Trump tot betaling van pak weg 83 miljoen dollar omdat hij zijn grote bek niet kan houden, is een eerste stap op weg naar een reeks van juridische veroordelingen. Dit was geen wraakactie van de Democraten, zoals Trump graag volhoudt, maar een uitspraak van zijn ‘peers’ van een jury, van zijn landgenoten, zijn collega burgers. En, zoals de peilingen in New Hampshire ook lieten zien, die rechtszaken gaan toch een rol spelen.

Ik ben er nog steeds zeker van dat Trump in november niet kan winnen, en tamelijk zeker van de kans dat Trump helemaal niet de kandidaat zal worden. Evenmin ben ik overtuigd van Bidens kandidatuur, want daar zitten ook nog wel wat hobbels in de weg. 

Kortom, alle verhalen dat het voorspel voor de grote verkiezingen al voorbij is, lijken me prematuur.

Krappe overwinning Trump

Ja, hij was krap. 54 procent voor een zittend president (want daar komt het op neer) is niet overweldigend. Het betekent dat in een behoorlijk conservatieve staat de helft van de Republikeinen Trump niet ziet zitten. En dat is niet zomaar een voorkeur voor een andere kandidaat, het gaat hier om mensen die een afkeer hebben van Trump. Zo gezien ben ik niet onder de indruk van de uitslag in New Hampshire. Natuurlijk het zou leuk geweest zijn als Haley hem had verslagen of onder vijftig procent had kunnen houden, maar anders dan de media nu verkondigen: het is nog niet voorbij.

De processen komen eraan. Het Supreme Court moet nog wat zeggen over de vermeende vrijwaring van Trump voor welk proces dan ook en zelfs of hij wel op het stembiljet mag (een test voor hun original interpretation routine). Hij moet nog een paar keer getuigen en het meest recente optreden in een rechtszaal was schadelijk. Ik wijs ook nog maar eens op zijn in toenemende mate onthechte en idiote retoriek. U hoeft het niet van mij aan te nemen, Dana Milbank van de Washington Post ging naar zijn bijeenkomsten. ‘Confused’ is het woord. Je krijgt het beeld van een oude man die loopt op adrenaline. Dat gaat een keer sputteren. In zijn ‘overwinningstoespraak’ ging Trump al wild tekeer tegen Haley en, en passant, zette hij de nieuwste acoliet, de zwarte senator van South Carolina, Tim Scott, voor joker. De man is een wandelende tijdbom. 

Het is ook duidelijk dat een veroordeling in een van de processen zelfs veel Republikeinen zal afstoten. Kortom, sluit niet de mogelijkheid uit dat de conventie anders uitpakt (geldt trouwens ook voor de Democraten, waar Biden een magere 50 procent write ins bij elkaar schraapte).

Als inderdaad de landelijke campagne is begonnen, zoals de media graag willen, dan is het nuttig te overwegen dat Trump enkel met zijn basis van trouwe, hondstrouwe aanhang niet kan winnen. Hij moet op zijn minst het enigszins denkend deel van de Republikeinen overhalen, en dan nog wat. Nu is het inderdaad zo dat de Republikeinen door het kiessysteem met de kiesmannen en de dunbevolkte staten waar het Trump volk zich schuil houdt, een ingebouwd voordeel heeft van pak weg vier procent. Trump kan winnen met 47 procent van de stemmen, zeker als er nog wat derde kandidaten aan Bidens marge rommelen.

Niet te vroeg juichen dus, maar er zijn twee redenen (nou ja, drie) waarom Trump zou verliezen. De eerste is dat zijn basis te smal is om te kunnen uitbouwen tot het niveau waarop valt te winnen. De tweede is dat het economisch klimaat zich nu richting Biden ontwikkelt, waardoor een deel van diens zwakte wegvalt. De derde reden is dat Trump een idioot is met een gevaarlijk programma dat de rechtsstaat en de democratie ondermijnt en dat de kiezer, althans de meeste kiezers, niet gek zijn. Wel een flink aantal van hen, en dat zagen we in New Hampshire.

 

Florida, waar DeSantis goes to die.

Ron DeSantis, de autoritair aangelegde cultuur oorlog voerende gouverneur van Florida, heeft zijn campagne voor het presidentschap beëindigd. Nou ja, de kiezers hebben hem vertelt dat hij maar beter terug kan gaan naar Florida, waar volgens hem ‘woke goes to die’. Soms is het nieuws niet echt nieuws maar gewoon iets dat er aan zat te komen.

Ik heb nooit geloofd in de kansen van DeSantis en ik heb het opinieartikel in de NRC en de blogs om het te bewijzen. Zijn falen heeft meerdere lagen. Primair was het een cruciale fout om zichzelf als mini-Trump te presenteren. Daarmee maakte DeSantis niet alleen zichzelf ondergeschikt aan het baasje, want hij wilde en kon de psycho niet kritiseren, maar vertelde hij al meteen aan de kiezer dat als ze het echte product wilden, ze gewoon op Trump zelf moesten stemmen.

Daarnaast bleek DeSantis een vervelende man, saai, eigengereid en arrogant. Iemand die geen behoorlijke toespraak kon houden, het lastig vond om met gewone mensen te praten en zelfs moeite had om een glimlach op zijn gezicht te toveren zonder dat die leek op een gemene trek van iemand die je zak wilde rollen.

Enigszins geruststellend is dat DeSantis ook vooral last bleek te houden van zijn intolerantie, haatzaaiende en verdeeldheid veroorzakende culturele oorlogsagenda in Florida. Hij verbood boeken, nam een universiteit over, liet geschiedenislessen herschijven om de zieltjes van blanke kindertjes niet te laten kwetsen door kennis van een racistisch verleden. Hij verbood drag queens en zette homofobie om in fobie over trans. Verbood seksuele voorlichting en maakte het strafbaar voor docenten om te praten over homohuwelijken. Hij voerde, zei hij, oorlog tegen woke. En vervolgens begin hij een kortzichtige ruziet met Disney dat bezwaar aantekende tegen zijn ‘don’t say gay’ wet. Hij zou Amerika meer maken zoals hij Florida had gemaakt – genoeg om iedereen angst aan te jagen.

Nu is dat gedoe over woke vooral een gemakkelijke manier voor rechtse columnisten en opjuiners om met een enkel woord mensen bang te maken. Anti-woke heeft zichzelf in de staart gebeten door zo woke te worden dat het door mensen verworpen wordt. DeSantis kwam er niet ver mee.

Als de gouverneur zich had gepresenteerd als een capabele bestuurder die dingen gedaan krijgt en excessen voorkomt, dan had DeSantis zeker een kans gemaakt. Amerika schreeuwt om competente gouverneurs die president willen worden, lui als Chris Sununu en Brian Kemp. Mensen die Trump neerzetten voor wat hij is, een ordinaire volksmenner wie niets te dol is om zijn cultverering op peil te houden. DeSantis miste een kans voor open doel om in dat gat te springen. Het had lef vereist, het lef om de confrontatie aan te gaan. Maar hij was zo laf als de rest van zijn partij en kan nu terug naar Florida waar hij het afgelopen half jaar heeft uitgeblonken door juist afwezig te zijn als gouverneur.

Het vertrek van DeSantis verandert weinig aan de campagne. Haley moet morgen in New Hampshire buitengewoon scoren, dat wil zeggen dik in de veertig procent, om nog serieus mee te doen. Anders heeft de couppleger de nominatie op zak en kunnen de politici in de rij om zijn ring te kussen. Notoire gewetenloze opportunisten als senatoren Ted Cruz en Marco Rubio hebben dat al gedaan (weet u nog wat ze in 2016 zeiden over Trump?). DeSantis mag nu ook op de knieën. 

De loser mag zich koesteren in de illusie dat hij een van de prominente kandidaten zal zijn in 2028 als Trump er zeker niet meer bij zal zijn. Maar de erfenis van deze onzalige campagne zal niet snel vergeten zijn. Ik heb zo’n vermoeden dat we DeSantis niet meer terugzien.