Na de teloorgang van de Sovjet Unie en het afschudden van diverse soorten ideologische veren in West Europa, is het misschien weinig verrassend dat er zich in de Verenigde Staten nooit een stevige socialistische of arbeidersbeweging heeft ontwikkeld. Ondanks diverse red scares – meestal meer geïnspireerd door paranoia of politiek gewin – speelden noch communisten noch socialisten een prominente rol in de samenleving, behalve misschien als fictieve boeman. Toch blijft dat raar. De klassieke analyse van dit fenomeen door Werner Sombart, daterend uit 1906, blijft een mooi, klein meesterwerk – oorspronkelijk verschenen in het Duits. Er valt genoeg af te dingen op zijn analyse, maar het blijft historisch een interessant werk. Sombart gaf de aanzet tot de studie van Amerikaans exceptionalisme, later door politicologen als Samuel Lipset verder uitgewerkt.
Werner Sombart was een prominent Duits socioloog, die in 1904 uitgebreid de Verenigde Staten bezocht. In zijn eigen carrière als publicist en academicus maakte Sombart de volledige draai van Marxist aan het einde van de negentiende eeuw tot supporter van de Nazi's en antisemiet in de jaren dertig. Zoals Tocqueville's werk is het boek van Sombart natuurlijk gedateerd, maar dat neemt niet weg dat zijn observaties, net als die van zijn Franse voorganger, to the point waren. Herlezing na al die jaren (ik las het voor het eerst begin jaren tachtig, toen de schrijver van het voorwoord, Michael Harrington, binnen de Democratische Partij nog spraak maakte met een Sociaal Democratisch alternatief) leidde tot gemengde gevoelens. Het boekje is aantrekkelijk beperkt van omvang, zeker vergeleken met de pillen van geconstrueerde zinnen die Duitse sociologen uit die tijd (denk aan Max Weber) neigden te publiceren. Wel staat het bol van taalgebruik dat in de marxistische sfeer van de eeuwwisseling past en dat ik als socioloog vroeger gemakkelijker toegankelijk vond dan nu.
Opvallend vond ik ook de gedegen poging van Sombart om het leven van arbeiders in Europa en Amerika te vergelijken – een staaltje toegepast onderzoek (zij het nu wat marginaal aandoend). Maar bovenal bleven de overwegingen die Sombart aanvoerde waarom het socialisme in Amerika niet doorbrak interessant. De gelukzalige tevredenheid van de gemiddelde Amerikaan met zijn leefomstandigheden, zijn geloof in een speciale Amerikaanse aard, in de Amerikaanse droom, zijn geringe zorg over grote verschillen tussen arm en rijk (wat iets anders is dan de zorg van de gewone Amerikaan om in armoede te geraken), de relatieve vrijheid en zelfwerkzaamheid van de burger: het zijn allemaal dingen die je in het Amerika van 2003 evenzeer tegenkomt en die zeer afwijken van wat in Europa de norm is – of die in elk geval voor Nederlandse polderaars vaak moeilijk te begrijpen zijn.
Wat zijn nu de belangrijkste argumenten die Sombart vindt voor het ontbreken van een socialistische beweging, terwijl daarvoor, in Marxistische terminologie, de objectieve voorwaarden toch wel aanwezig waren? Sombart stelt vast dat de Amerikaanse arbeiders niet vijandig staat tegenover kapitalisme per se. Veel arbeiders waren als immigrant uit een gepolariseerd en verpauperd Europa gekomen en konden hun relatieve welzijn in de VS vergelijken met wat ze hadden achtergelaten.
Verder had de arbeider een min of meer positieve houding tegenover het Amerikaanse politieke systeem, oftewel, er werd niet geroepen om revoluties, veeleer om verkiezingen. Sinds de Jacksonian revolutie (1829-1837) was het kiesrecht aanmerkelijk uitgebreid en de blanke arbeider had niet het gevoel buitengesloten te zijn. Binnen dat systeem was het echter uitzonderlijk moeilijk om een derde partij tot wasdom te laten komen. De twee partijen die sinds 1856 domineren, zijn bijzonder goed in het absorberen van agenda's van randgroepen en potentiële derde partijen. In elk geval deden ze het voldoende om de scherpe kantjes weg te nemen. In Sombarts tijd was het Theodore Roosevelt die een eerste bijsturing van het rauwe Amerikaanse industriële systeem realiseerde (en het was natuurlijk de New Deal van Democraat Roosevelt die een soort van verzorgingsstaat schiep).
Volgens Sombart was een cruciale overweging dat de Amerikaanse arbeiders werden gecoöpteerd in het systeem doordat ze van de vruchten ervan profiteerden – waarbij hij zijn omstandigheden kon vergelijken met wat hij wist of hoorde van nieuwe immigranten uit Europa. De werkende klasse kreeg quasi-middenklasse overtuigingen. Cru gezegd: er was onvoldoende Verelendung en te veel vals klassenbewustzijn. Dit geldt zelfs als de verhouding tussen arm en rijk zeer ongelijk is.
In Sombarts boek neemt opwaartse mobiliteit slechts één paragraaf in maar het is dit argument, dat de krantenjongen inderdaad miljonair kon worden, dat tot veel latere studies heeft geleid. De socioloog Ralph Dahrendorf noemde het 'het kardinale punt in Sombarts briljante essay'. Lipset werkte het uit door te betogen dat in het algemeen de Amerikaanse samenleving meer open was dan de Europese. Sombart echter beperkt zicht tot de vaststelling dat het vooral leidde tot het afzwakken van arbeidersbewustzijn. Marx zelf had in 1852 in 'The Eighteenth Brumaire' al vastgesteld dat in Amerika klassen wel bestonden maar nog niet in beton gegoten waren.
Ten slotte komt Sombart met het frontier-argument. De arbeider die het niet beviel, kon gewoon verder trekken, 'om te ontsnappen naar de vrijheid'. In de laatste alinea van zijn boek voorspelt Sombart dat al deze factoren in hun tegendeel zullen verkeren en dat er dan wel degelijk socialisme kan ontstaan in de VS.
Post-Sombart kun je natuurlijk vaststellen dat Amerika zijn eigen sociaal democratische ontwikkeling heeft doorgemaakt. Niet ideologisch maar pragmatisch, in de vorm van de New Deal en niet geleid door Socialisten maar door Democraten en, oh ironie, ook Republikeinen. Presidenten als Lyndon Johnson en Richard Nixon hebben dat beleid uitgebreid en verfijnd en zo een Amerikaanse vorm van verzorgingsstaat gecreëerd. Het idee dat er niets van een sociaal vangnet zou zijn in de VS, is onzinnig. Het is simpelweg anders dan dat in Europa omdat het land een andere ontwikkeling heeft doorgemaakt. Sombarts boek biedt daarom nog steeds een interessant inzicht, zelfs bijna honderd jaar nadat hij het op papier zette.
Why there is no Socialism in the United States door Werner Sombart, voorwoord door Michael Harrington; M.E. Sharpe, NY, 1976. ISBN: 0873321448.