John Adams door David McCullough, Simon & Schuster, 2001. 724
pagina’s. $ 35. Importeur: Van Ditmar
Founding Brothers The Revolutionary Generation door Joseph Ellis.
Alfred Knopf, 2001. 288 pagina’s. Importeur: Van Ditmar.
De afgelopen zomer waren deze twee boeken bestsellers in Amerika. Ik
moet bekennen dat ik daar niet veel van begrijp. Misschien dat Amerikanen
veel dikke pillen kopen voor de vakantie die ze uiteindelijk toch niet
lezen. Ik waag te veronderstellen dat menig exemplaar van John Adams
maagdelijk en ongebroken in de boekenkast terecht is gekomen.
Er is een hoop te doen geweest in de Amerikaanse pers over de behoefte
aan helden, aan rolmodellen en over het gebrek aan aansprekende en vooral
opofferende politici vandaag de dag, zeker in vergelijking met deze
Founding Fathers en met de tweede-wereldoorloggeneratie die in een andere
bestseller tot grootste generatie werd verheven. Ik ben daar sceptisch
over. Amerikanen nemen hun Founding Fathers natuurlijk wel erg serieus
maar John Adams is een onwaarschijnlijke held in dit Pantheon. Hij gold
altijd als een ietwat ijdeltuiterige, maar hard werkende en bijzonder
slimme man die een belangrijke rol speelde als gezond verstand op de
achtergrond. Adams verbleef jaren in Philadelphia, in Frankrijk, Engeland
en Nederland om als diplomaat de belangen van de jonge natie te
behartigen. Zijn opofferingen voor het publiek belang stonden altijd
buiten kijf. Maar vooral werd de arme Adams herinnerd als de eerste
president die niet werd herkozen, als een man die niet echt geschikt was
voor het ambt en er ook niet veel van bakte. Dat was natuurlijk altijd een
onterecht verwijt: hij weerhield heethoofden ervan om Amerika een
premature oorlog met Frankrijk aan te gaan.
Met de afbladdering van zijn vriend en opvolger Thomas Jefferson, die
in het Pantheon lang tijd een prominentere plaats innam, zou je kunnen
zeggen dat een herwaardering van Adams op zijn plaats was. Nu is David
McCullough een uitstekend schrijver, maar het verhaal van John Adams
blijft toch een stuk minder fascinerend dan dat van zijn eerdere
onderwerpen Harry Truman en Teddy Roosevelt. Zelfs als liefhebber van
presidenten had ik soms moeite het boek uit te lezen. McCullough geeft
geen nieuwe visie of een nieuwe insteek, al komt de persoon Adams redelijk
tot leven, vooral omdat onstuitbare brievenschrijver een stroom van papier
achterliet. Maar ik lees hier veel te veel quotes uit die brieven.
Buiten kijf staat dat McCullough een betere schrijver is dan John
Ellis, hoewel die met Founding Brothers een Pullitzer Prijs won. Ellis’
collectie van essays, want dat is Founding Brothers, vond ik niet
bijzonder interessant. Voor zijn stukjes pikte Ellis de krenten uit de pap
in de vorm van belangrijke gebeurtenissen die hem de gelegenheid geven om
de betrokken personen neer te zetten. Zo begint het boek met het meest
spectaculaire festijn: het duel tussen Alexander Hamilton, de briljante
maar immer samenzwerende Founding Father en Aaron Burr, ieders favoriete
schurk in het gezelschap van helden. Ik was niet onder indruk van Ellis’
boek, al heb ik het met plezier gelezen. Het verschaft geen nieuwe
inzichten, is te gemakkelijk gecomponeerd en matig geedit (het woord
labyrint – voor onder meer de geest van Jefferson en Burr – zou Ellis
moeten schrappen, net als crucible).
McCulloughs onderneming is gewichtiger. Hier komt tenminste het hele
verhaal van de Amerikaanse revolutie, de beginjaren van de Republiek en de
eerste presidenten tot leven. Een afgerond geheel dat meer uitnodigt tot
overpeinzing dan Ellis. Wat me in geen van beide boeken erg bevalt is de
gepersonifieerde heldenverering die eruit spreekt. Ik ben een groot
liefhebber van biografieën maar vooral als die meer doen dan het leven
van een persoon tot onderwerp nemen en een tijdsbeeld neerzetten. Volgens
mij had korter en tegelijk meeromvattender gekund.
Frans Verhagen