Dutch

Dutch

De vreemde magie waarmee president Reagan zijn gehoor
kon binden, heb ik persoonlijk nooit begrepen. Op mij kwamen zijn woorden en
zijn voordracht geforceerd over, gemaakt, onoprecht, ja, geacteerd. Maar het
werkte blijkbaar en ik heb Reagan nooit onderschat. Wie zag wat er gebeurde aan
het begin van de jaren tachtig, toen ik als correspondent in Amerika werkte,
kon alleen maar respect hebben voor de kracht van deze vreemde man. Zonder hem
goed te begrijpen, zag ik wat het belang van president Reagan was. Iets
dergelijks is zijn biograaf overkomen.

Edmund Morris klaagt luidkeels dat hij geen grip
krijgt op zijn onderwerp, dat hij Reagan niet begrijpt en suggereert dat hij
geen diepte aantreft in de man. Zijn biografie is mislukt, maar Morris heeft
wel degelijk een inzichtrijk boek geschreven. Net als Reagan zelf is Dutch, A
Memoir of Ronald Reagan een boek dat scherp tekent en analyseert in de grote
lijn, maar dat problemen heeft met de details. Wie Ronald Reagan wil begrijpen,
en belangrijker, wie wil begrijpen dat hij een groter president was dan veel
tijdgenoten en politieke opponenten wensten te onderkennen, moet vooral dit
boek lezen, of in elk geval het gedeelte over de tijd voordat Reagan president
werd. Wie precies wil weten wat waar en wanneer is gebeurd, en wat er omheen
plaatsvond, kan beter andere analyses gebruiken, zoals Lou Cannons politieke
biografie The Role of a Lifetime.

 

Interesse in linkse politiek

De publicatie van Morris’ boek in september leidde
tot premature necrologieân over president Reagan. Prematuur in de zin dat de
man nog niet dood is. Maar een eindoordeel was verleidelijk, omdat hij net zo
goed dood zou kunnen zijn nu hij met zijn Alzheimer niet meer in deze wereld
verkeert.

Hoe goed was Reagan? Hoe slecht was Reagan? Dom was
hij in elk geval niet. Want laten we in elk geval ÇÇn canard afschieten die in
alle Nederlandse kranten werd gerapporteerd: Morris meldt niet dat Reagan ’te
dom’ werd bevonden voor de Communistische Partij. Hij vertelt dat Reagan, zoals
veel acteurs in die tijd, geãnteresseerd was in linkse politiek en dat hij zich
zou hebben aangemeld voor de commies. Pikant natuurlijk voor iemand die later
conservatief werd, maar in de context van Reagans levensverhaal niet vreselijk
opwindend. Veel mensen die, zoals Reagan, fervent de New Deal steunden en zich
als progressief beschouwden, zijn intussen vrij fundamenteel van mening
veranderd. Reagan liep alleen maar voorop in zijn bekering. Hij ontdekte gewoon
dertig jaar eerder dan de PvdA dat uitkeringen demotiverend en verslavend
werken en dat de overheid geen efficiânte organisatie is. Dat van die
Communistische Partij neem ik met een flinke zak zout, want Morris heeft er
maar één, niet geheel betrouwbare, bron voor. Deze meldt niets over domheid,
maar over een gebrek aan vertrouwen in Reagans ideologische rechtlijnigheid en
een zekere angst dat Reagan te loslippig was.

Het is veelzeggend dat de kranten in Nederland op het
’te dom’ sprongen. Nog steeds gelooft weldenkend progressief Nederland dat
Reagan een slome sukkel was, een domme man, zetbaas van anderen, een
tweederangs acteur die per ongeluk president was geworden. Afgezien van de
burgerlijke bekrompenheid die hieruit spreekt (want waarom is een acteur
noodzakelijkerwijs dom of in elk geval dommer dan een beroepspoliticus?) weten
ze niet waar ze het over hebben. Reagan was een topacteur, zij het heel kort,
onder meer omdat de oorlog ertussen kwam. Hij was altijd de intelligentste en
best geãnformeerde van de Hollywood-groep (zijn eindeloos gepraat over politiek
verveelde zijn eerste vrouw, die naderhand zei dat de seks ook niet veel soeps
was). Reagan was vele jaren vakbondsleider en vertegenwoordigde als zodanig
bepaald niet alleen rijke acteurs. Hij sprak jarenlang zelfgeschreven lezingen
uit in zijn rol als zegsman voor Amerikaanse waarden van General Electric, was
twee termijnen gouverneur van Californiâ en wist ten slotte, nadat hem in 1976
de nominatie was ontstolen, in 1980 toch het Witte Huis te winnen. Wat moet je
nog meer doen om in elk geval je politieke intelligentie te bewijzen? Voor
Nederlanders, die Clinton in hun hart gesloten hebben, is blijkbaar het hebben
van links-liberale ideeân voldoende. Gelukkig hebben deze mensen met hun
onderschatting van Ronald Reagan alleen zichzelf voor de gek gehouden,
Amerikanen weten wel beter.

Ideologische omslag

Terug naar Morris’ boek. Als biografie is het een
mislukking. De man had last van een ernstig writer’s block en heeft dat
opgelost door fictieve personen in te voeren om zijn verhaal te vertellen,
onder andere zichzelf als tijdgenoot van Reagan. Deze lieden hebben allerlei
ontmoetingen en gesprekken met elkaar en met Dutch – zoals Reagan werd genoemd.
Het probleem is dat daardoor niet meer is vast te stellen wat wel en niet waar
is. Ik was bijvoorbeeld onder de indruk van twintig manuscripten van eigen werk
uit de jaren dertig (essays door de jonge Reagan) die Morris opduikt, maar
bestonden ze eigenlijk wel? Heeft Morris ze niet geschreven? Is die bron voor
de Communistische Partij geen verzinsel? Je wordt soms razend van de vrijheden
die Morris zich permitteert. Dat geldt ook voor Morris’ neiging om gevarieerd
te schrijven, als een moderne John Dos Passos. Hij voegt filmscripts in, met
aanwijzingen voor de cameraman, manuscripten en vooral veel geleuter over zijn
eigen rol als biograaf. Vooral in de laatste hoofdstukken, over het
presidentschap, loopt het boek gierend uit de rails en stelt Morris ernstig
teleur.

Maar daar tussendoor trof ik toch interessante parels
van inzicht in Reagans ontwikkeling. Zijn politieke interesse van jongs af aan,
zijn schrijfkwaliteiten (tot zijn presidentschap schreef Reagan alles zelf en
hij was er goed in), zijn acteursinstelling die ervoor zorgt dat er geen
gisteren is, maar alleen de volgende opname, zijn ideologische omslag in de
jaren vijftig tot de toespraak voor Goldwater die hem doet doorbreken. Kortom,
de mens Reagan komt goed uit de verf. Ik begrijp beter dan tevoren hoe deze man
in elkaar zat.

Op inhoudelijk gebied is het echter moeilijk om aan
de hand van Morris’ boek een oordeel te vormen over Reagans presidentschap of
zijn kwaliteiten, eenvoudigweg omdat Morris met zevenmijlslaarzen door zijn
gouverneurschap en zijn presidentschap heenbanjert. Bovendien toont hij zich
een slecht kenner van de geschiedenis en een nog simpeler econoom dan Reagan
zelf was. Volgens Morris was Reagan in 1980 al helemaal verstard in zijn
opinies en zijn handelen. Hoe hij dan toch uitermate flexibel en open kon zijn
en uiterst effectief kon onderhandelen, blijft voor Morris een raadsel.
Gelukkig niet voor zijn lezers, die zich daar wel een mening over hebben kunnen
vormen. Reagan was een leider, meer dan de opiniepeiling gestuurde Bill Clinton
of de fantasieloze George Bush.

Duidelijk is dat de fysieke problemen die Reagan
ondervond,  van de aanslag in 1981 tot
de kankeroperatie in 1985, hem danig parten hebben gespeeld. De hele
Iran-Contra-affaire, waarvoor Reagan eigenlijk ge-impeached had moeten worden,
stamt wellicht uit vage toestemming vanuit een ziekenhuisbed en een
afstandelijke houding in een tijd dat het Witte Huis een paar idioten in zijn
staf had. En ook, laten we dat niet vergeten, door de weigering van mensen als
George Bush, George Shultz en Caspar Weinberger om in te grijpen en met
aftreden te dreigen. Meer dan Reagan zijn deze mensen verantwoordelijk voor de
blamerende laatste twee jaar.

Heeft Reagan de economie gebracht naar het nirvana
waar we nu denken te zijn? Nee, natuurlijk niet. Wel ondersteunde hij door zijn
belastingrevolutie een ander soort denken over entrepreneurschap en ondernemen,
dat ons geen windeieren heeft gelegd. Brak hij de verzorgingsstaat af? Welnee,
dat deed Clinton tien jaar later. Zorgde hij voor de ondergang van de
Sovjet-Unie? Bespottelijk, al gaf hij nuttige schoppen tegen het verrotte
bouwwerk en bofte hij met het aantreden van Gorbatsjov. Maakte hij geschiedenis
of maakte de geschiedenis hem? Wat doet het er toe. Bij belangrijke presidenten
is dat niet uit te maken.

Enorme fout

Morris’
schrijversblok kan ik me voorstellen. Hij had natuurlijk ook een enorme fout
gemaakt door zich in 1985 tot officiâle, geautoriseerde hofbiograaf te laten
benoemen. Gesprekken met je onderwerp en met andere participanten zijn vast
onderdeel van biografische arbeid, maar het lijkt me wat ver gaan om mee te
vliegen naar Genäve, Reykjav°k en andere buitenplaatsen waar Morris als
toeschouwer de president mag observeren. Dutch is een bizar boek. Volgens
Morris zelf moet het tot de fictie gerekend worden. Als zodanig is het
misschien te vergelijken met Gore Vidal’s Burr of diens Lincoln, alleen is
Vidal een betere schrijver. De alles overheersende indruk die dit boek nalaat,
is dat Reagan heel wat meer heeft begrepen van de geschiedenis en van hoe
Amerika in elkaar zit dan Edmund Morris. Maar wie wil begrijpen waarom, zou het
moeten lezen. Als fictie.