De Amerikaanse toekomst. Een geschiedenis. Door Simon Schama

De Amerikaanse toekomst. Een geschiedenis. Door Simon Schama. Uitgeverij Contact, 2008. ISBN 9789025429645

Simon Schama springt op tilt.

Een historische flipperkast

Geschiedenis is populair. Bekende televisiepersoonlijkheden, van Simon Schama tot Charles Groenhuijsen, lezen scripts voor, bedachtzaam peinzend op historisch relevante plekken, soms als voice over bij maar al te bekende beelden. Over Groenhuijsens saaie verhaal zal ik het hier niet hebben, Schama is degene van wie ik de hoogste verwachtingen had. Ik zag het grootste deel van Schama’s televisie serie en daar was ik in elk geval niet enthousiast over. Een rommeltje, een omgekeerde prullemand met stukjes en beetjes Amerikaanse geschiedenis waarover een zo langzamerhand ouwelijk ogende Schama zalvende woorden heen legde.

Het boek is niet veel beter, vrees ik. Om te beginnen lijdt het aan actualiteitsdenken. Het begint met Obama’s overwinning in Iowa, verwijst naar McCain en stopt stukjes ‘reportage’ in Schama’s historische verhaal. De bedoeling is waarschijnlijk om de grote continue lijn te laten zien of misschien is het gewoon een poging om op Obama’s populariteit mee te surfen. Het resultaat is chaos. Zijn stelling dat de democratie van Amerika werd herboren op 3 januari 2008 is van een adembenemende kortzichtigheid. Bij Obama’s toespraak over ‘rode en blauwe staten’ (die overigens dateert van de conventie van 2004) moest de grote historicus meteen denken aan Thomas Jefferson bij diens inaugurele rede: we zijn allemaal democraten, we zijn allemaal republikeinen. Ja, zo lust er nog wel een paar.

Het grote canvas van de Amerikaanse geschiedenis leent zich minder voor Schama’s stijl van verhalen vertellen dan bijvoorbeeld het leven van Rembrandt, of het door mij bewonderde boek ‘The Embarrassment of Richess’, over onze eigen gouden eeuw. Zo begint Schama het boek met een deel ‘Amerikaanse oorlogen’, waarbij hij een aantal generaties van een familie met aan West Point afgestudeerde militairen gebruikt om de geschiedenis tot en met de Burgeroorlog te vertellen – met een verlengstukje naar Theodore Roosevelt en een kort slotakkoord in de Tweede Burgeroorlog. Hij opent het hoofdstuk met een quote van Dick Cheney dat Amerika geen ‘warrior culture’ heeft. En vertelt met deze voorbeeld familie waarom dat onzin zou zijn. Maar zo simpel is het niet. Cheney heeft ongelijk en Schama ook. Zoveel wordt wel duidelijk. Maar waarom dat zo is, dat zal de lezer nooit echt ontdekken.

Er komt een hoop aan de orde in Schama’s vuistdikke boek maar op zo’n vluchtige en onnavolgbare manier dat ik vermoed dat de lezer zonder een grondige kennis van de Amerikaanse geschiedenis al snel de draad kwijt is – of beter gezegd, alleen de draad van Schama kan volgen. Maar zelfs dat is lastig, want ook Schama zelf is regelmatig de weg kwijt. Zijn zijsporen worden vaak hoofdsporen en leiden dan nergens toe. Hij springt van 1890 naar 1960 en dan meteen maar door naar 1985.

De vier onderdelen van het boek zouden bepaalde ijkpunten in de Amerikaanse ontwikkeling vastleggen. Amerikaanse Oorlog, geloofsijver, wat is een Amerikaan? en Amerikaans overvloed. Inderdaad, onderwerpen die vaak terugkomen in de Amerikaanse geschiedenis, maar bepaald niet uitputtend en ook onderling niet helemaal in verhouding behandeld. Ernstiger is dat Schama geen nieuw inzichten biedt en met zijn gemeander soms het zicht ontneemt. Clichés stapelen zich op.

Schama’s researchhulpjes hebben goed werk gedaan. Aardige biografische portretten van Crèvecoeur, John Wesley Powell, de familie Meigs. Keurig gedaan, niets nieuws en in verhouding tot het verhaal te omvangrijk. Je kunt zien dat ze er nou eenmaal lagen en dat Schama ze daarom heeft meegenomen in die veel te lange vorm Zo wordt het soms pijnlijk om te zien hoe zo’n dik boek (zoals zo vaak tegenwoordig: te dik) in elkaar gezet wordt door zo’n veelproducent als Simon Schama. Nou ja, ik ga er maar van uit dat hij het zelf in elkaar gezet heeft. Dat is niet helemaal duidelijk.

In elk geval heeft de beroemde veelschrijver nooit echt besloten of hij nu een lang essay wilde schrijven over Amerika anno 2008, een historische verhandeling over thema’s, of dat hij gewoon de archiefkast met losse stukken heeft omgekeerd en geprobeerd heeft daar enige ordening in te brengen (zonder succes).

Als u Schama een charmante geschiedenisverteller vindt, dan kunt u misschien deze flipperkast van observaties en meningen waarderen. Als u een geschiedenis van de VS zoekt, kijk dan ergens anders. Wilt u een visie op de moderne Amerikaanse samenleving, er zijn veel betere boeken dan dit werk. De vertaling van Schama’s boek is redelijk, al zie je soms door het Nederlands de Engelse alliteraties die zijn verdwenen (‘a famous fiasco’ wordt een ‘beroemd fiasco’). Er staan talloze fouten in het boek maar vooral irriteert de onnadenkende gewoonte om Republikeinen en Democraten niet met een hoofdletter te spellen als het om de partijen gaat. Nou ja, soms wel en dan weer meestal niet. Het past misschien bij een dergelijk boek: supersized en weinig voedzaam.

 

Frans Verhagen