Wat seksuele moraal betreft, heeft Amerika een reputatie. Je denkt al snel: preuts, hypocriet en soms totaal wereldvreemd. Je denkt aan discussies over abortus, de morning-afterpil, voorbehoedsmiddelen en Obamacare, misschien aan de krampachtige reactie op die blote borst van Janet Jackson in de pauze van de Superbowl. Wellicht schieten je ook nog de huilende zondige dominee of de ‘niet-seks hebbende’ Bill Clinton door het hoofd.
Mijn ervaring is dat Amerikanen allesbehalve preuts zijn en niet meer of minder hypocriet dan Nederlanders. Toen ik er studeerde in de jaren tachtig had zowat iedereen The joy of sex op het boekenplankje staan, een handboek met illustratieve tekeningen. Het werd zelden geraadpleegd, maar fungeerde als een soort beginselverklaring. Op persoonlijk niveau wordt er gemakkelijk over seks gepraat, helaas vaak in een competitieve sfeer. In de publieke sfeer is het meestal taboe.
De aids-epidemie maakte zelfs studenten iets terughoudender. Ik was me in die jaren niet bewust van het gedrag van types als Harvey Weinstein, maar hoorde van mijn vrouw en vrienden over opdringerige klanten die hun machtspositie wilden markeren, zowel in haar advocatenonderneming als op Capitol Hill. Het werd weggemoffeld, wie er een probleem van maakte had een probleem. Latere berichtgeving over roofdiergedrag op de campussen, date rape en tamelijk vulgaire tienerseks, haalden het idee van joy er wel vanaf. De relatieve openheid die ik als student ervoer, verdween zodra we de universiteit verlieten. Gewoon over seks en seksualiteit praten doen Amerikanen liever niet, ook niet als dat maatschappelijk gezien relevant is. Het was een van de redenen dat Ronald Reagan de aids-epidemie lange tijd negeerde. Natuurlijk wist hij dat er in Hollywood homo’s rondliepen, maar hij zag liever dat die zich gedeisd hielden. Een probleem benoemen dat met seks had te maken – tja, dat was toch ongemakkelijk.
Seksuele voorlichting op scholen is op zijn best marginaal. Het gevolg is een cultuur van ontkenning, het wegmoffelen van een dagelijkse werkelijkheid die niet past in het beeld dat men publiek wil uitdragen. Hoewel Amerika te maken heeft met het hoogste aantal tienerzwangerschappen van de westerse wereld, weigeren veel Amerikaanse ouders over seks te praten met hun kinderen, laat staan over voorbehoedsmiddelen. Een te groot aantal van hen denkt werkelijk dat je tieners op een idee brengt.
Dankzij het onvolprezen Guttmacher Institute, een onderzoeksbureau op dit terrein, weten we dat onbedoelde tienerzwangerschappen in Amerika vaker voorkomen dan elders. Sowieso is meer dan de helft van de Amerikaanse zwangerschappen per jaar ‘onbedoeld’, het sluierwoord voor ‘ongewenst’. Op 45-jarige leeftijd heeft meer dan helft van de Amerikaanse vrouwen een ‘onbedoelde zwangerschap’ ervaren en een kwart heeft een abortus ondergaan.1 Hoe lager het inkomen, hoe lager de opleiding, des te meer kans op ongewenste zwangerschappen, des te meer abortussen, des te meer alleenstaande moeders – een gezinsstructuur die maar al te vaak armoede continueert van generatie op generatie.
Dat verband tussen ongewenste zwangerschappen en abortus schijnt moeilijk door te dringen. De Republikeinen proberen al jaren hun cultureel conservatieve achterban te plezieren door het geld weg te halen voor Planned Parenthood, een organisatie die voorlichting geeft over voorbehoedsmiddelen en family planning en in het algemeen gezondheidszorg voor vrouwen biedt. Volgens het Guttmacher Institute zouden er jaarlijks 700.000 méér abortussen plaatsvinden zonder het werk van Planned Parenthood. Maar de Republikeinen proberen deze organisatie de nek om te draaien.
In juni 2016 maakte een kandidaat voor de senaat van Louisiana bekend dat zijn 17-jarige dochter zwanger was. Dat wil zeggen, want dat klonk beter: hij vertelde dat hij grootvader zou worden. De dochter zit in het laatste jaar van high school, houdt de baby en het is onduidelijk of het kind een aanwezige vader zal hebben. Wat me het meest verbaasde, was dat haar beide ouders arts zijn. Geen zuidelijk rednecks, geen dommeriken, maar wel werkelijkheidsontkenners. Hun dochter was een keurig meisje, die deed niet aan seks.
Het deed me denken aan de toenmalige kandidate voor het vicepresidentschap Sarah Palin, die in 2008 liet weten dat haar 17-jarige dochter Bristol zwanger was. Ze hield het kind, verklaarde Palin trots, en dat werd in Republikeinse kringen als een groter moreel goed beschouwd dan praten over de vraag hoe het mogelijk was dat alweer een leven werd verwoest. Een artikel in het tijdschrift People had een mooi citaat van de dochter zelf: ‘Als meisjes zich de gevolgen van seks realiseerden, zou niemand seks hebben. Geloof me, niemand.’
In evangelische kringen is een abstinence only-beweging populair die seksvoorlichting beperkt tot de oproep om geen seks te hebben voor het huwelijk. Dat beloven ook de meisjes die een purity ring dragen. Een groot aantal Republikeinse politici, waaronder de huidige minister van Gezondheid, wil het voorlichtingsbeleid van de overheid helemaal beperken tot onthouding. Ontegenzeggelijk is geen seks een goed middel om niet zwanger te worden, maar wie denkt dat tieners zich daarnaar schikken lijdt aan ernstige dagdromerij.
Waar Amerika beter in is dan Europa, is terughoudendheid in de publieke ruimte. Daardoor komt het gratuit uitbuiten van seks minder vaak voor en blijft de publieke omgeving wat cleaner. In Europa werd nogal lacherig gedaan over de Janet Jackson-affaire, toen de zangeres tijdens een concert in de pauze van de Superbowl eindigde met een ontblote borst. De wereld was te klein. Toch was het niet het zicht op deze borst die al die Amerikanen dwarszat. Het ging om de hele show. Niet alleen stond Justin Timberlake tegen Janet Jackson op te rijden, de kijkers werden ook nog getrakteerd op een stel rappers, gekleed in de Amerikaanse vlag, die in hun kruis stonden te grijpen.
Ik geef toe dat het allemaal nogal tam is, vergeleken met wat Nederlandse cabaretiers op televisie doen. Amerikanen hechten aan een niet-confronterende publieke ruimte. Iedereen mag zijn eigen gebrek aan smaak ten volle beleven, maar niet in de publieke sfeer. Daar moet decorum overheersen, saaiheid zelfs. Elk onvertogen woord wordt weggebliebt. Het heeft het voordeel dat je niet Veertig dagen zonder seks, een realityserie van de EO, krijgt voorgeschoteld door de publieke omroep.
Soms is de Amerikaanse populaire cultuur verrassend subtiel. Neem Paradise by the dashboard light, een unieke popsong, niet omdat het zo’n fantastisch stukje muziek is maar omdat er zoveel in verstopt zit. Het wordt gezongen door een kortademige dikzak die zich tooit met de naam Meat Loaf – het woord voor gehaktbrood, de Amerikaanse variant van onze gehaktbal. Het liedje gaat over seks in de auto, voor veel tieners nog steeds de plaats waar ze worden ingewijd in de wereld van de intieme relaties. Het liedje gebruikt gangbaar tienerjargon over dit onderwerp, in een code die is afgeleid van de Amerikaanse sport bij uitstek: baseball.
Hoe ver je komt in je exploraties in die auto wordt uitgedrukt door het honk dat je bereikt. Daar zingt Meat Loaf over, met op de achtergrond een radioverslag van een honkbalwedstrijd. Hij haalt honk één (zoenen), honk twee (rommelen), honk drie (vingerwerk) maar de thuisplaat (gemeenschap) blijft onbereikbaar totdat de hoofdpersoon belooft ook met de betreffende dame te trouwen. Hij geeft toe en zit er levenslang aan vast.
Paradise by the dashboard light is een geniaal lied. Iedere Amerikaan weet wat het onderwerp is zonder dat het expliciet wordt. Menig luisteraar herinnert zich wat er in de auto gebeurde en misschien zelfs de afgedwongen huwelijken. En daar gaat het om. Justin Timberlake mag wel suggestief doen richting Janet Jackson, maar echt pakken of ontbloten, dat gaat te ver. Er moet iets te raden overblijven.