Op 1 oktober 2017 vond de grootste massamoord plaats in de Amerikaanse geschiedenis: een man schoot met automatische en halfautomatische wapens op de menigte bij een countrymuziekconcert in Las Vegas. Hij schreef 58 doden en meer dan 500 gewonden op zijn conto, een nieuw record. Het vorige was 49 doden in Orlando, Florida. En daarvoor schokte de dood van 26 mensen in Newton, Connecticut, vooral vanwege de 22 lagereschoolkinderen die daar werden doodgeschoten. Massamoorden: het is iets waar Amerika great in is.
De reacties erop waren steeds dezelfde: afschuw, rouw, bidden en medeleven. Maar ook: de verkoop van nog meer wapens en de roep om nog vrijer wapenbezit en pogingen om het dragen van wapens in de publieke ruimte te vergemakkelijken. Sinds de moordpartij op de lagere school hebben meer dan 25 staten de vrijheid uitgebreid om een wapen mee te brengen naar cafés, kerken, scholen, universiteiten en andere plekken. Let wel: uitgebreid, niet teruggedraaid. De schietpartij in Las Vegas vond plaats toen het Congres wetgeving overwoog om de ‘verborgen-wapens-wetgeving’ van een staat ook te laten gelden in staten die deze regels niet hebben. Dan kunnen Texanen hun wapens meenemen naar, pak weg, Minnesota. Het wetsvoorstel werd in december door het Huis aangenomen. In Texas hoef je sinds juli 2014 ook niet meer 48 uur te wachten, maar kun je je wapen meteen na aankoop uit de winkel meenemen. In Florida mag je iemand neerschieten zonder dat dit arrestatie oplevert. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat je ‘niet redelijk’ handelde. ‘Stand your ground’, heet dat.
Geen land in de wereld kent meer massamoorden met vuurwapens dan de Verenigde Staten: meer dan één gemiddeld per dag, afhankelijk van waar je de grens legt voor ‘massamoord’. Maar dat is in zekere zin misleidend, omdat de overgrote meerderheid van vuurwapenmisdaden in Amerika, goed voor meer dan 35.000 doden per jaar, niet deze vorm heeft. Ongelukken en zelfmoord tikken harder aan. Ieder jaar zijn er wel hartbrekende verhalen van een kleuter die papa’s revolver uit het nachtkastje haalde en zijn vriendje of broertje doodschoot. Nog wreder is dat het Congres gemakkelijk te installeren veiligheidswaarborgen voor vuurwapens weigert te verplichten.
Het aantal wapens in de VS wordt geschat op meer dan 310 miljoen. Volgens het Pew Research Center hebben vier van de tien Amerikanen naar eigen zeggen een wapen of wonen ze in een huisgezin met wapens. De helft van de Amerikanen zegt te zijn opgegroeid in een huis waarin wapens aanwezig waren. Het aantal vuurwapendoden in de VS is meer dan 25 maal zo hoog als dat in andere ontwikkelde landen. Daarvan is ongeveer twee derde deel onbedoeld, zelfmoord of niet vastgesteld, en een derde deel moord of doodslag. Zelfmoord met een vuurwapen ligt in de VS ongeveer acht keer zo hoog als elders.
Na Newton en ook na de racistische moord op negen kerkgangers in Charleston, South Carolina, op 17 juni 2015, zei president Obama: ‘This is not who we are.’ Hij had ongelijk. Dit ís Amerika. Massamoorden door individuen met wapens zijn een uniek Amerikaans fenomeen. Het hebben van een wapen is deel van de identiteit van een groot aantal Amerikanen. Ook de gedachte dat meer wapens meer veiligheid bieden, is een uniek Amerikaanse illusie, een typisch geval van cognitieve dissonantie: het wegredeneren van de feiten om je mening te laten prevaleren.
De vaststelling dat wapenbezit een onaangenaam maar bepalend onderdeel is van de Amerikaanse identiteit, beantwoordt niet de vraag waarom. Eén verklaring ligt in het verleden: Amerika was altijd al een gewelddadige samenleving. Altijd geweest. Altijd gebleven. De eerste kolonisten waren geen doetjes. Ze werden bedreigd door de lokale indianen en vochten onderling de nodige gevechten uit. Het leven aan de rand van de beschaafde wereld was altijd gevaarlijk, en naarmate die rand opschoof naar het westen, schoven het gevaar en de gewelddadigheid mee. In het zuiden waren de blanke bewoners niet alleen bang voor indianen, maar ook voor slaven die in opstand zouden kunnen komen.
Een minder voor de hand liggend deel van het antwoord is dat Amerika heel lang een surplus kende aan jonge mannelijke immigranten. Het leidde tot marginaliteit van alleenstaande mannen. Het maakte hen lastige burgers en gaf Amerika een ingebouwde tendens naar geweld en ordeloosheid. Voeg daarbij dat aan de frontier er lange tijd geen officiële instanties waren met een geweldmonopolie, en dat drank, gokken en prostituees eindeloos problemen veroorzaakten, en je hebt een krachtig mengsel voor gewelddadigheid. Tijdens de Goldrush van 1849 arriveerden 89.000 gedreven goudzoekers in Californië – vrijwel allemaal mannen. Binnen zes maanden was één van iedere vijf nieuwkomers dood, terwijl de meesten van hen hun avontuur waren begonnen in goede gezondheid en in de bloei van hun leven verkeerden.
De wapenbezitters menen dat hun recht om wapens te dragen is vastgelegd in het Tweede Amendement op de grondwet, dat zegt dat de federale overheid niet het recht van staten kan beknotten ‘om goed bewapende milities op de been te houden’. Het Amendement werd geschreven in 1790, toen de Engelsen hun kolonies nog wilden terugveroveren en Amerikanen in staat wilden zijn zich te verdedigen, ook zonder staand leger. Dankzij een volgens velen volstrekt bizarre interpretatie van het Supreme Court wordt het amendement nu gelezen als een onvervreemdbaar recht op persoonlijk wapenbezit.
De National Rifle Association (NRA) is de lobby van wapenbezitters – gesteund door de wapenverkopers. Weinig politici durven deze club te bruuskeren, want als de NRA besluit om jou als politicus het leven zuur te maken, dan ga je een moeilijke campagne tegemoet. De meeste politici nemen dat risico niet. De NRA hanteert de redenering dat je op geen enkel punt van je recht op vuurwapens mag toegeven, omdat anders het hele bouwwerk aan het schuiven gaat.
Hun argumenten zijn altijd weer wonderbaarlijk. Zelfs halfautomatische wapens die tientallen schoten per minuut kunnen lossen vallen volgens hen onder het recht om wapens te bezitten. Gaat het mis dan roept de NRA: het zijn niet wapens die mensen doden, het zijn mensen die mensen doden. Ze denken echt dat als de leraren in die school in Newton maar wapens hadden gehad het niet zover was gekomen. Toen de schutter op de 32ste verdieping van een hotel in Las Vegas zat, hielden ze zich muisstil, wat de NRA altijd doet bij dit soort binnenlands terrorisme.
Een zinnig gesprek over wapens is bijna onmogelijk, omdat het net als abortus of euthanasie een conversatie is tussen gelovigen. Je gelooft in de veiligheid van een eigen vuurwapen of je gelooft er niet in. Je gelooft dat Democraten je al je wapens willen afnemen en dat een beetje regulering daartoe de eerste stap is, of je gelooft het niet. Na Newton stelde president Obama nieuwe wetgeving voor. Die kwam er niet. Integendeel, de verkoopcijfers van wapens stegen. Na Las Vegas liet het Witte Huis van Trump weten dat het ‘ongepast’ was om ‘na een dergelijk drama’ over wapens te praten. Het bleef nog lang stil.