Oops, Mark is not here. Vance en de zwarte Nazi Republikein.

Het gaat de verkiezingen niet beslissen maar het kan wel lekker uitgebuit worden door de Democraten, vooral in swing state North Carolina.

JD Vance, de mini me van de psycho, tetterde er lekker op los bij zijn toespraak in North Carolina. Hij was net bezig om de fantastische vice gouverneur, de vreselijke Mark Robinson, ondersteund en grootgemaakt door Donald Trump, de lucht in te prijzen. Tot hij zich realiseerde dat de waarheid van vorige week nu een andere is geworden. Net zomin als Trump ooit van Project 2025 heeft gehoord, kent hij nu Robinson. Die hij, oops, ooit als beter dan Martin Luther King bestempelde.

“I want to give a shout-out to—you guys have a great lieutenant governor,” Vance said before putting his finger up in the air.

“Sorry, um, we got—sorry,” Vance continued. “Mark isn’t here.”

Klik hier voor het verhaal en de video in The New Republic. Toch wel leuk.

 

De LA Times en Washington Post voegen zich al naar een Trumpistaans Amerika.

Twee belangrijke Amerikaanse dagbladen, The Los Angeles Times en The Washington Post, hebben besloten dat ze deze verkiezingsronde geen opinie hebben over wie de verkiezingen zou moeten winnen. Ik zeg dagbladen, maar het gaat om de eigenaars van die kranten. In het geval van de WP is dat Jeff Bezos, die van Amazon, die als voorschotje op de terreur die een regering-Trump gaat loslaten, maar vast afzag van het schofferen van de straatvechter uit angst dat die straks zijn Amazon het moeilijk gaat maken.

Het past wel in een ontwikkeling van Bezos: hij heeft afgelopen jaar omstreden conservatieve, vaak Engelse types benoemd op de hoogste posities in de krant, beide met een verleden bij de kranten van Murdoch, de hoofdredacteur, Matt Murray. De opiniestaf had al een stuk klaarliggen waarin de krant zich uitsprak voor Kamala Harris. Ze mochten het niet plaatsen van de uitgever, in opdracht van de eigenaar. Bezos deed goed werk door de WP te reden en te voorzien van een mooie banner: Democracy dies in darkness. Die kreet blijkt nu hol te zijn. Vanaf nu is het: Darkness kills democracy.

Bij de LA Times speelt iets dergelijks. De eigenaar, een biotech miljardair, Patrick Soon-Shiong, heeft zijn staf opdracht gegeven geen voorkeur voor een kandidaat uit te spreken.  Het zijn de eigenaren, ze hebben het recht dit te doen, maar met onafhankelijke en voorwaartse journalistiek heeft het niets te maken. Sommige kranten doen dit soort dingen ook zonder dit soort bazen. Mijn insteek is dat kranten een maatschappelijke rol vervullen, ook in het gebruiken hun gezag als krant om een opinie neer te zetten. 

Bij beide kranten hebben prominente opinieschrijvers zich uitgesproken tegen deze beslissingen. Een aantal van hen heeft ontslag genomen of aangekondigd niet meer voor de kranten te zullen schrijven. Niet iedereen heeft die vrijheid – sommige opinieschrijvers zijn in vaste dienst en niet medewerkers van een think tank. Zestien van hen spraken zich zo uit:

The Washington Post’s decision not to make an endorsement in the presidential campaign is a terrible mistake. It represents an abandonment of the fundamental editorial convictions of the newspaper that we love. This is a moment for the institution to be making clear its commitment to democratic values, the rule of law and international alliances, and the threat that Donald Trump poses to them — the precise points The Post made in endorsing Trump’s opponents in 2016 and 2020. There is no contradiction between The Post’s important role as an independent newspaper and its practice of making political endorsements, both as a matter of guidance to readers and as a statement of core beliefs. That has never been more true than in the current campaign. An independent newspaper might someday choose to back away from making presidential endorsements. But this isn’t the right moment, when one candidate is advocating positions that directly threaten freedom of the press and the values of the Constitution.

Zestien belangrijke opinievormers die door hun eigen krant in de kou zijn gezet. Helaas zal het de kracht van een belangrijke krant als de Washington Post blijvend ondermijnen. 

Het geneuzel van de zetbaas van Bezos, William Lewis, de uitgever van de Washington Post met een WSJ verleden en een omstreden reputatie, dat een krant niet dit soort rol moet vervullen, wordt op de opiniepagina meteen haarfijn weerlegd door andere opinieschrijvers. In 2016 steunde de krant Clinton, kritisch maar in het besef dat Donald Trump een ramp zou zijn. In 2020 kreeg Biden hun steun, zelfde verhaal. En nu, nu er meer op het spel staat dan ooit – zeker gezien die twee eerdere endorsements – zou dat ineens niet meer hoeven? En dat kondig je aan twee weken voor de verkiezingen en niet twee jaar tevoren? Bedenkelijk.

Ongeloofwaardig, laf en vaandelvlucht. 

 

Republikeinen versterken Harris’ boodschap.

Gisteren schreef ik dat ik het onverstandig vond dat Harris het woord fascist plakte op Trump, in navolging van John Kelly die twee jaar Trumps chief of staff was en Mark Milley, voormalig Chef van de Joint Chiefs of Staff. Ik blijf dat vinden. Ze had beter kunnen zeggen: luister naar deze mensen. Ik ben niet iemand van etiketten plakken, ook al doet mijn tegenstander de hele tijd. Luister naar hen.

Ze doet het anders. Ah well.

Maar mooi dat de Republikeinse kandidaten, de psycho zelf en Vance, haar boodschap versterken. Ik zag net Vance uitgebreid een Republikeinse verkiezingsbijeenkomst vertellen dat Kelly een leugenaar is. 

Het leuke is dat daarmee de boodschap van Kelly versterkt wordt. Leugenaars die anderen voor leugenaars uitmaken. Het zal geen Trump kiezer van hen afstoten en geen kiezer die nog niet beslist heeft overhalen. Maar het versterkt de Harris boodschap dat Trump gevaarlijk is.

Hartelijk dank.

Trump een fascist noemen? Harris zou dat beter aan anderen kunnen overlaten.

Twee generaals die onder Trump gediend hebben, noemen de man een fascist. Persoonlijk denk ik dat het te veel eer is voor een hustler die geen beweging leidt maar vooral met zichzelf bezig is. Dat Trump Hitler heeft geprezen voor het aanleggen van de autowegen (hij deed best wel wat goede dingen) is niet zo vreemd. Zelfs Franklin Roosevelt keek in het begin van zijn termijn naar wat er in Duitsland economisch gebeurde – of hij er wat lessen van kon leren. Zoals Hitler naar de VS keek om rassenwetten te bedenken.

De beschuldiging van fascisme ligt veel progressieven in de tong bestorven, vooral sinds Pinochet in Chili. Te pas en te onpas wordt het gebruikt, ook als autoritaire leiders gewoon autoritaire leiders of proto-dictators zijn, zie Orban en Erdogan.

Het lijkt me echter diep onverstandig en zelfs electoraal gevaarlijk voor Harris om de terminologie over te nemen. Ik begrijp dat de campagne de draai heeft gemaakt naar de aanvallen op de persoon Trump, zijn ongeschiktheid, zijn mentale problemen. 

Maar waarom zou je de terminologie van de generaals overnemen? Beter om die twee uitspraken boven de markt te laten hangen, ze krijgen hun eigen dynamiek. Door zelf het woord te gebruiken doet ze wat Trump altijd doet: mensen namen geven, beschuldigen. Volgens de man die een genie is naar eigen zeggen is Harris een communist, een fascist en nog wat andere ismen. Betekenisloze flauwekul, ware het niet dat mijn schoonmoeder nu Harris ook een communist vindt.

Mijn idee is dat je vooral de ongeschiktheid en het gevaar van Trump moet onderstrepen en dat je het er een naam aan geven moet overlaten aan anderen. Ik vrees dat dit een nodeloze fout is van Harris, enkel het verwijt opleverend dat ze zelf niets te bieden heeft en dan maar overgaat op namecalling.

Erger, het kan zijn dat de Harris campagne’s interne opiniepeilingen aangeven dat ze gaat verliezen. Dan is dit het all or nothing spel. Ik vrees dat dan nothing het voorspelbare resultaat zal zijn.

De zelfmoordmissie van Israël.

Mooi artikel in de NRC vandaag (ook onderwerp in het onvolprezen radioprogramma Bureau Buitenland) over Israëlische geloofsidioten en hun aanhangers in de regering-Nethanyahu die Gaza willen opschonen van ‘Arabieren’. Ze bidden en kamperen aan de rand van Gaza. Ondertussen vallen geradicaliseerde kolonisten op de West Bank de Palestijnse bevolking aan. Het geheel wordt gerechtvaardigd met teksten uit een ver, ver verleden. David had het land al beloofd aan deze mensen. Er is geen Westbank, er is Judea en Samaria. Dit is een land dat van de zee tot aan de rivier, en dan nog wat, wil domineren. Steeds vaker zijn dat overigens geloofsgekken die ergens in de laatste twintig, dertig jaar naar Israël zijn gekomen. Uit Frankrijk of uit een gepolariseerd Amerika.

Ooit waren het ontheemden, vervolgden, de nazaten van vermoorden die een veilig thuisland wilden en het ook kregen (letterlijk: aangeboden en gesteund door schuldbewust Amerika en machteloos Europa). Nu zijn het strijders die van dat veilige, democratische en open land een plek van beperking hebben gemaakt. Joods geloof domineert de samenleving. Dat dit gebeurt in een land dat zijn geboorterecht dankt aan de onbeschrijflijke wreedheden tegen de joden begaan, gaat elk begrip te boven.

Als geradicaliseerde moslims bovenstaande teksten hadden gedebiteerd, zouden ze als zodanig betiteld worden. Een land dat dit soort radicale gebiedsuitbreiding zou voorstaan en uitvoeren, zou door de weldenkende westerse wereld geboycot worden. Dat die moslims geweld gebruiken en die joodse geloofsgekken niet snijdt natuurlijk geen hout wie kijkt naar Gaza en de Westbank.

Ik volg de discussie, ook in de NRC, over seculier en atheïstisch, aangejaagd door Stine Jensen. Ik ben zelf niet gelovig. Ik zou atheïstisch kunnen zeggen maar dan gaan de evangelische geloofsgekken in Amerika me verwijten dat atheïsme ook een geloof is: geloven dat er niets is, geen wrede god en dat soort dingen. Daarom gebruik ik atheïsme eigenlijk minder. Een tijdje noemde ik me heiden maar dat past niet want heidenen hadden hun eigen geloven en rituelen. Ik ben tolerant. Iedereen heeft recht op zijn eigen manier om om te gaan met een complexe wereld. Maar ik heb geen tolerantie voor opdringerige fanatici, of ze nu joods zijn of van Isis, of ze nu evangelisch christelijke zijn of katholiek a la JD Vance. 

Terug naar dat geradicaliseerde Israël – en laten we wel wezen: dat was al gaande lang voordat Hamas op 7 oktober het land en de wereld dwong om over Palestijnen na te denken. Ik ben niet de enige die denkt dat Israël bezig is aan een zelfmoordmissie. Al sinds 1973, om precies te zijn, toen het land in een buitengewoon sterke positie verkeerde om een blijvende vrede te sluiten met zijn vijandige omgeving. Het gaat Israël duur te staan komen.

De steun van de VS lijkt onwrikbaar maar dat is een illusie. Donald Trump geeft geen lor om Israël. Hij geeft alleen om zichzelf. Hij deed als president het voetenwerk om aan te schurken tegen moordenaars in Saoedi Arabië en hielp zijn schoonzoon Kushner om zich te positioneren om zich via hen te verrijken. Wie denkt dat Trump een vriend is, zoals de weduwe van de Las Vegas rijkaard Sheldon Adelson, die honderd miljoen in Trumps campagne heeft gestopt, verdient het om belogen en bedrogen te worden door deze charletan. Gaat hij Israël steunen als het op andere overwegingen aankomt? Good luck als u dat denkt.

Biden heeft veel goeds verricht maar zich laten manipuleren door Nethanyahu die al vijftien jaar Republikeinen gebruikt om zijn macht te vergroten. Het kan Harris de verkiezingen kosten – zie dan hierboven wat er zal gebeuren. Als Harris wint zullen we zien dat de VS afstand gaat nemen. Het Midden Oosten is een drijfzand waaruit Amerika zich al decennia probeert los te maken.

Nixon wilde dat Iran onder de shah zijn regionale machtsrol zou gaan spelen (laten we niet vergeten dat de VS de belangrijkste negatieve macht is in de geschiedenis van Iran, van de steun voor de coup tegen de democratisch gekozen Mossadegh, de hulp voor de shah en Trumps economische oorlog tegen het land). Daar kwam het nooit van maar Irans regionale machtspositie (89 miljoen inwoners) is onveranderd. Hoe dom Amerikaans beleid kan zijn bleek uit de steun voor Saddam Hoessein de oorlog van Irak tegen Iran (1980-1989 – een miljoen Iraanse doden), enkel om Iran dwars te zitten. Daarna draaide Amerika zijn eigen machtspositie de nek om door in 2002 met een berg aan leugens een oorlog tegen Saddam te beginnen en daarmee ook nog eens de belangrijkste luis in de Iraanse pels weg te halen. Laten we het eenvoudig houden: er is voor Amerika niets goeds te halen in het Midden Oosten. Enkel de Fifa ziet daar een toekomst.

Obama probeerde Amerika los te maken van het desastreuze beleid van kleine Bush en de erfernis van vijftig jaar wanbeleid. Hij sloot het visionaire pact over de beperking van Irans nucleaire capaciteiten – kortzichtig gesloopt door Trump op aangeven van Nethanyahu. Zelfs Obama slaagde er niet in om zich los te maken van Afghanistan. Zijn surge maakte het enkel erger. Zelfs Trump wilde vanaf maar kon het niet en liet zijn onwelriekende erfenis na voor Biden. En nu wordt Amerika opnieuw meegezogen in een oorlog van Israël tegen Iran, en dan ook nog zo uitgevoerd dat een aanval komt een week voor de verkiezingen, met onvoorspelbare gevolgen. 

Ik zeg het als zelfverklaarde analist niet als betrokkene of emotioneel angehauchte: ik ben bang voor de toekomst van Israël. Ook voor de toekomst van alle andere inwoners van het Midden Oosten maar ik stel vast dat we in de loop der decennia totaal ongevoelig geworden zijn voor hun lot. De zelfmoordmissie van Israël gaat de komende decennia nog voor veel ellende zorgen. Als Amerika één ding zou moeten doen dan is het zijn macht gebruiken om te zorgen dat de geloofsgekken, moslim, joods of cynisch ongelovig, het niet voor het zeggen hebben en met Amerika’s steun hun spelletjes spelen.

Tijd om het persoonlijk te maken. Alle pijlen op Trump.

Hier is een raadsel. In 2020 kwamen miljoenen Amerikanen naar de stemlokalen of stuurden hun stembiljet in om een tweede termijn van Trump te voorkomen. Ze stemden op Biden, niet uit enthousiasme per se, maar uit zorg. Gegeven de opkomstcijfers mag je stellen dat het kiezers waren die anders niet waren gaan stemmen.

Vier jaar later lijkt het erop dat diezelfde kiezers de verkiezingen van 2024 gaan beslissen. Trump scoort stabiel op 47 procent, raakt niets kwijt en krijgt er niets bij. Maar die bezorgde kiezers lijken minder bereid om nu opnieuw die zorg om te zetten in actie en op Kamala Harris te stemmen.

Het raadsel is dat ze meer bezorgd waren in 2020 dan ze blijkbaar nu zijn. Ik vind dat vreemd. We hebben de putsch gehad op 6 januari, de doodsbedreigingen aan het adres van Pence. We zien de mentale onthechtheid van Trump, de bijna zekerheid dat hij 2028 niet gaat halen en de onervaren, gevaarlijke JD Vance president wordt. We weten wat hij van plan is als hij gekozen wordt en we weten dat hij omringd wordt door jaknikkers en loyale uitvoerders.

We weten dat honderden, zoal niet duizenden mensen die voor de regering-Trump gewerkt hebben, nu uitdrukkelijk verklaren dat hij niet geschikt is voor het ambt en dat ze niet op hem gaan stemmen. 

Wat lijkt te ontbreken is een gevoel van urgentie. Waarom precies is me een raadsel. Wie Trump bezig ziet en hoort wat hij en zijn bende van plan zijn, kan niet anders dan buitengewoon geëngageerd zijn – of niets geven om wat er met het land gebeurt. Campagne adviseur James Carville, beroemd uit de Clinton-jaren onder meer vanwege zijn ‘It’s the economy, stupid’ maar gewoon een hele sluwe en inzichtrijke analist, vindt dat Harris er harder tegenaan moet gaan.

Ze lijkt die boodschap gekregen te hebben. De afgelopen dagen aarzelde ze niet om het persoonlijk te maken, simpelweg met de boodschap dat Trump totaal de weg kwijt is. Ze deed het in alle interviews die ze heeft gegeven, inclusief dat met Fox News. Dat interview was ’testy’, geïrriteerd, maar vooral van de kant van de interviewer die eerder in debat ging dan vragen stelde en fact checkte (het is weer nuttig om te zien hoe de correspondent van de foute krant, de fataal vooringenomen en inzichtloze Paul Janse, verslag deed van het interview, en hoe andere, serieuze kranten dat deden).

Het is rijkelijk laat om in de aanval te gaan, maar misschien is het juist perfecte timing. Als je langer drie weken dit soort aanvallen lanceert dan worden ze gewoon, dan hebben ze geen impact meer. Zie Trump met zijn onbehouwen, onbeschofte en wraakzuchtige taal tegen Harris. Dan werkt het alleen om de mensen die toch al stemmen te bevestigen. 

Ik vermoed dat Harris hier de juiste calibratie heeft. Advertentie spots die de talloze momenten waarop Trump aan het dementeren is belichten lijken me de juiste manier om mensen nog eens duidelijk te maken dat we hier een persoon kiezen. Bij een lezing vroeg iemand me wat er zou gebeuren als Trump ineens weg zou vallen – zich zou terugtrekken, afgevoerd wegens dementie, of gewoon, dood neergevallen.

Gaat allemaal niet gebeuren natuurlijk, zeker niet dat terugtrekken want het is een kenmerk van psychoten dat ze denken dat ze zelf heel normaal zijn en hij wil wraak, niet bekend staan als een loser. Maar stel dat dit gebeurt: de kiezers van Trump zouden massaal thuisblijven. Vance maakt niets los en voor hen draait het allemaal om de persoon. Programma’s doen er niet.

In de laatste weken heeft Harris dus de juiste toon gevonden, het mag nog wel wat scherper. Ze loopt geen risico mensen kwijt te raken maar moet wel die bovengenoemde lui die te weinig urgentie voelen weten te engageren.

Speeltje voor miljardairs

Okay, je hebt 185 miljard dollar, een flink aantal kinderen, een eigen opinieplatform en een grote mond. De volgende stap is niet alleen rijk zijn maar ook macht hebben. In Trumpistan kun je macht kopen.

Dat is precies wat Elon Musk doet met zijn investering van 75 miljoen dollar en zijn persoonlijke aanwezigheid bij de Trump festijnen. In elk geval dementeert een van de twee op het podium niet.

Wat is 75 miljoen voor iemand als Musk? Wisselgeld. Hij besteedde meer dan 44 miljard dollar (gefinancierd) aan het omvormen van Twitter tot een persoonlijk medium. Trump belooft van alles en nog wat aan mensen die hem steunen, van de olieindustrie tot de Las Vegas weduwe van Israels grootste private sponsor.

Musk weet best dat je Trump niet kunt vertrouwen. Misschien krijgt hij geen rol in het Trump-regime, misschien wel. Het is de investering waard. 

Zover zijn we gezakt. Macht in Amerika is een speeltje voor miljardairs en demente politici.

Dansen voor ouderen met mentale problemen

Hem een mentale flipperkast noemen is nog vriendelijk. Trump is de weg kwijt. In Pennsylvania stond hij 35 minuten te dansen op zijn playlist. Kristi Noem, die ooit bedelde om vice-president te kunnen worden bij de psycho, had hem moeten interviewen. Trump had geen zin. Hij danste en zoals alle Republikeinen danste Noem mee.

 

Hoe beïnvloeden de verkiezingen de verhouding tussen China en de VS

Amerikaans buitenlands beleid kent meer continuïteit dan we vaak denken. De strategische verhoudingen blijven immers onveranderd. Voor de relatie tussen China en de Verenigde Staten doet het er dan ook weinig toe of Donald Trump of Kamala Harris wordt gekozen. Natuurlijk zijn er verschillen in de marge en in retoriek, maar in de praktijk zal dat weinig uitmaken.

Alle gepraat over tariffs, de importheffingen die president Trump begon, president Biden overnam en die kandidaat Trump nu flink wil verhogen, is niet meer dan taktisch gerommel. Veel belangrijker zijn de objectieve omstandigheden, om in Chinees vocabulair te blijven, en die beginnen met de vaststelling dat geen van beide landen elkaar direct bedreigt. De Stille Oceaan biedt bescherming, de kernwapens van beide zijden bieden afschrikking. Een confrontatie zal zich eerder voordoen in de randgebieden, met Taiwan als grootste risico.

Sinds de ‘pivot to Asia’ van Barack Obama in 2011, een (bescheiden) verschuiving van middelen naar de Pacific, staat de verhouding met China centraal in het Amerikaanse veiligheidsdenken. In de National Security Strategy (NSS), een analyse die de Amerikaanse overheid iedere vier jaar moet publiceren, is deze relatie inmiddels het ijkpunt. De NSS van Trump, gepubliceerd in december 2017, noemde China en Rusland ‘revisionistische machten’. De wereld was een strijdperk en China zou ‘de Amerikaanse macht, invloed en belangen uitdagen, in een poging Amerikaanse veiligheid en welvaart te ondermijnen’.

De National Security Strategy van de regering-Biden, vier jaar later, onderkent dat China de enige staat is met de doelstelling de internationale orde te hervormen en ook de enige die daarvoor de economische, diplomatieke, militaire en technische middelen heeft. Dat scheelt niet heel veel van wat de regering-Trump stelde. Het verschil zit hem in waar dit toe gaat leiden: een clash eindigend met de dominantie van een van de twee (Trump) of een gebalanceerde relatie waarin beide landen onderkennen dat die balans in hun belang is (Biden en Harris).

Volgens sommigen is er sprake van een nieuwe koude oorlog, en is Taiwan het Berlijn van nu. Maar indertijd stond de Sovjet Unie vrijwel buiten de wereldeconomie en was Berlijn alleen van belang als symbool. Feit is dat China en Amerika wederzijds meer afhankelijk zijn dan ze zouden willen en dat Taiwan de belangrijkste producent van halfgeleiders in de wereld is. Terwijl handelsbeleid in de koude oorlog nauwelijks relevant was, is het nu een wapen in de strijd. Ook aan de Chinese kant heeft de koude oorlog ook een belangrijke plek in het bewustzijn: Xi zou geobsedeerd zijn met de ondergang van de Sovjet Unie.

Volgens anderen is er sprake van een klassieke botsing van een gevestigde en een opkomende, die erg lijkt op wat tussen 1890 en 1914 plaatsvond tussen Groot-Brittannië en Duitsland. Een arrogante hegemonistische macht die de opkomende macht het gevoel geeft dat ze gehinderd wordt, niet erkend en gedwarsboomd in legitieme ambities. Ondanks economische samenwerking groeiden de spanningen. Volgens Odd Arne Westad, auteur van het beste boek over de koude oorlog, lijkt het op ‘de neerwaartse spiraal’ tussen Groot-Brittannië en Duitsland die uitliep op de Eerste Wereldoorlog. Sleepwalking Toward War is de dreigende titel van zijn essay in Foreign Affairs.

Met onrust en onzekerheid in beide landen is de kans op strategische miscommunicatie aanzienlijk. Dat Amerika probeert de Chinese groei te beperken door exportbeperkingen en het onthouden van technologie is begrijpelijk maar geeft China het gevoel dat het beperkt wordt. Op haar beurt moet China begrijpen dat het overspoelen van markten met goedkope producten problemen oplevert. Volgens Westad zouden China en de VS allebei netto verliezers zijn als protectionistisch beleid overal aansloeg. Weer andere auteurs zien een protectionistisch tit-for-tat-beleid opdoemen, vergelijkbaar met wat in de jaren dertig zoveel schade aanrichtte.

De meest logische Amerikaanse zet was om de landen rondom de Stille Oceaan te binden in een handelsverdrag waarin China geen partij was. Dat bereikte president Obama met het Trans-Pacific Partnership (TPP), waarin dertien staten rond de Stille Oceaan een blok zetten tegenover China. Obama tekende het verdrag maar voordat het geratificeerd kon worden werd het in Amerika het slachtoffer van anti-globalisme, zowel van Democraten als van Republikeinen.

Onder druk van vakbonden moest Hillary Clinton er in 2016 afstand van nemen en als president stapte Trump uit het verband (de twaalf gingen samen verder als Trans-Pacific Pact Agreement). President Biden heeft geen moeite gedaan het verdrag nieuw leven in te blazen. Dat is en blijft onverstandig in een wereld waarin China weinig vrienden heeft die bereid zijn een bondgenootschap aan te gaan. Vanuit liberale denktanks wordt dan ook aangedrongen op hernieuwde Amerikaanse participatie.

In de tussentijd heeft de VS gebouwd op oude banden om het Quadrilateral Security Dialogue (QUAD)op te zetten met Australië, India en Japan. Dat geldt ook voor AUKUS, afspraken met Australië en het Verenigd Koninkrijk. China heeft geprobeerd zelf dit soort verbanden op te zetten, maar die zijn fragiel. Het land heeft geen strategische partners of speciale vrienden. De Shanghai Cooperation Organization van Eurazatische landen (inclusief Rusland en China) en de BRICS, oorspronkelijk een club van opkomende economieën, maar nu een vehikel voor China, hebben beperkte invloed.

Binnen de Amerikaanse beleidsmakers is er wel verschil van mening over de dreiging die uitgaat van China. De laatste veiligheidsadviseur van president Trump, Robert O’Brien, pleit voor ‘een Trumpiaans herstel van peace through strength’. Hij vindt het verbeteren van contacten met Beijing en de belofte van samenwerking zoals president Biden die voorstaat, een vorm van appeasement. In O’Briens ogen is China een niet in te pacificeren tegenstander en is Xi iemand die elke zwakte, of vermeende zwakte, van Amerika zal uitbuiten. Als president Biden zegt dat Amerika er niet op uit is om China in te tomen of schade toe te brengen omdat ‘we allemaal beter af zijn als het China goed gaat’, dan is dat volgens O’Brien gevaarlijk geneuzel. Amerika moet zijn economie helemaal loskoppelen van die van China.

Eenzelfde soort analyse geeft Trumps China-expert Matt Pottinger, een goed ingevoerde hardliner die vloeiend Mandarijn spreekt. Pottinger is geen Trump-acoliet. Hij nam ontslag als deputy veiligheidsadviseur na 6 januari, werkt nu bij de Hoover Institution, en publiceerde onlangs The Boiling Moat: Urgent Steps to Defend Taiwan. Volgens hem voert China de facto een ‘proxy war’ tegen het Westen in Oekraïne. China helpt Iran door olie te kopen die onder Amerikaanse sancties valt. In Pottingers visie heeft de Verenigde Staten geen andere optie dan te streven naar structurele verandering in China, samen te vatten als ‘regime change’.

Het grote verschil met de regering-Biden is dat we het hier niet hebben over het managen van strategische verhoudingen maar over een einddoel: een meer open en liberaal China. Het probleem is dat onder die omstandigheden Beijing er geen belang bij heeft om zich terughoudend op te stellen. Critici stellen dat het roekeloos is om de econcurrentie tussen twee landen met kernwapens te beschouwen ‘als niet te managen’.

Aan de andere kant van het spectrum stelde Bidens veiligheidsadviseur Jake Sullivan in januari 2024 dat we ‘realistische veronderstellingen’ moeten hebben over de mate waarin de VS het Chinese politieke systeem vorm kan geven. Anders gezegd: regime change is een gevaarlijke dagdroom. Bidens beleid concentreert op het lange termijn doel van de VS: voorkomen dat één land hegemonistisch kan optreden in de Indo-Pacific, het behoud van Amerikaanse economisch en technologisch leiderschap en de ondersteuning van regionale democratieën. In de analyses van verschillende benaderingen valt meer op dat de directe actuele beleidsstappen meer op elkaar lijken dan de uitgesproken doelstellingen.

In hoeverre Amerika’s verlies aan aanzien, deels door Trump, deels door weinig doortastend optreden van de regering-Biden, China bevoordeelt, valt lastig uit te maken. Het is niet een eenvoudige nulsom. Hoewel China helemaal niets heeft gedaan om een einde te maken aan oorlogen in Gaza en Oekraïne (in dit laatste geval de Russen helpt) trekt het land wel voordeel van Amerika’s dalend aanzien. Het aloude koude oorlogsspel waarin secundaire landen een van de supermachten aan zich proberen te binden, is in volle gang. De Chinese aanwezigheid in Afrika en het Midden Oosten is onmiskenbaar, maar zeker niet stabiel.

Na de oorlog in Irak en de economische crisis van 2008 blaakte China van zelfvertrouwen, deels ingegeven door de vaststelling dat de Verenigde Staten er een potje van konden maken. Het ‘bewees’ de kwetsbaarheid van het westerse politieke en economische systeem. Het was een factor in de manier waarop Xi toen hij in 2012 aan de macht kwam vastbesloten was om het Chinese voordeel (China op weg omhoog, Amerika omlaag) uit te buiten. Zoals Xi het formuleerde: de wereld ondergaat ‘grote veranderingen, groter dan we in een eeuw hebben zien’.

De afstand die president Trump nam van oude bondgenoten, diens geklungel tijdens de pandemie en Trumps schending van democratische normen werd gezien als bewijs dat ‘het Oosten in opkomst is en het Westen neergaat’. Trump werd niet zozeer gezien als spijkerhard maar vooral als onvoorspelbaar en gericht op transacties. Toen president Biden aantrad was Beijing overtuigd van de neergang van de Verenigde Staten. Na de zeperd van haar eigen corona-beleid en de economische problemen, al of niet verhuld achter misleidende statistieken en autoritaire onderdrukking van vrije informatiegaring, is China wat minder op de borst klopperig.

De afgelopen jaren heeft China ook zijn beleid aangepast, erkennend dat de superagressieve buitenlandse politiek meer schade deed dan goed opleverde. De ‘Wolf Warrior Diplomacy’ is in de ijskast gezet en de uitspraken van Xi zijn gematigder dan tevoren. In september 2023 zei hij tegen een groep bezoekende senatoren ‘we hebben duizend redenen om de verhoudingen tussen China en Amerika te verbeteren, maar geen enkele reden om ze te ruïneren’.

Onrust in de Verenigde Staten, hetzij door winst van Donald Trump, hetzij door zijn weigering een nederlaag te erkennen, zal China direct in de kaart spelen. In die zin is het wel degelijk van belang hoe hoe de verkiezingen in de VS zich ontrollen. Dat wil niet zeggen dat ze die onrust graag zien. China houdt niet van onzekerheid, van onrust. Maar het versterkt het beeld dat de Chinese top toch al heeft: Amerika is een natie waar het beste vanaf is. Van Trump kunnen ze meer chaos verwachten, van Harris meer samenwerking. Als je zo zelfverzekerd bent als dit China laat het zich raden naar wie de voorkeur uitgaat.