Biden heeft nog steeds niet door dat hij een probleem is.

In vredesnaam, sluit die oude man op. Heeft Harris een fantastische week omdat Trump zijn haatfeest moet verdedigen, komt Biden weer op de proppen met zijn zoveelste blunder. Ja, een deel van de aanhang van Trump is garbage, maar zoals Biden het zei, de aanhang van Trump garbage noemen, is erger dan een misser. Het is malpractice. 

Natuurlijk sprong Trump er bovenop. Maar erger was dat het Harris’ slotakkoord, de reminder van 6 januari en wat er op het spel staat, ondermijnde. Alle aandacht ging naar Bidens geklungel, Harris moest op de tweede rang plaatsnemen. 

Ik heb mijn geduld met deze oude man al heel lang geleden verloren, na twee jaar om precies te zijn. Na de verkiezingen van 2022 had hij moeten aankondigen met penisoen te gaan en een nieuwe generatie de kans te geven. Hij kon geen afstand doen van de macht en leek in zijn persoonlijke claim op onmisbaarheid steeds meer op Trump, die hem zonder moeite zou hebben verslagen.

Het schijnt dat de oude man de Biden campagne platbelt omdat hij iets wel doen om Harris te helpen. De campagne laat een beleefd dank u horen en negeert hem. Dat kan nu niet meer.

Er waren twee suggesties in de bespreking van Bidens geklungel. De ene was: omarm het. Zeg dat er inderdaad garbage zit in Trumps aanhang en noem de Proud Boys, de racisten, de zeloten en ja, die sprekers op Trumps love fest. Lijkt me goed advies. De andere suggestie was: neem afstand van Biden. Ik weet niet of dat in dit stadium verstandig is. Harris heeft daar te lang mee gewacht en om nu deze nonsens te gebruiken, oogt niet lekker.

Het probleem is dat alles, letterlijk alles, op dit moment van de campagne van belang is. Ja, ook die stemmen van domme Arabische Amerikanen die denken dat ze iets hebben aan Trump en daarom op de psycho stemmen of op Jill Stein, een narcist die net zo arrogant, eigenwijs en koppig is als Biden. Als ze denken dat ze van Trump iets kunnen verwachten dat Palestijnen ten goede komt, dan zijn deze Arabisch Amerikanen in Michigan hopeloos verloren. Maar zoals de garbage commentaren een paar duizende stemmen verschil kunnen maken, zo kunnen deze mensen dat ook. En in Michigan kan dit het verschil maken.

Er waren mensen die vonden dat ik te hard tekeer ging tegen Biden. Dat ik hem niet genoeg krediet gaf voor het zich vrijwillig terugtrekken twee jaar nadat hij dat had moeten doen. 

Biden is een ramp. I rest my case.

Sommige presidenten werden dictator genoemd, nog nooit voerde iemand campagne om dictator te worden

Tijdens mijn lezingen stelde ik dat een mogelijke oktoberverrassing zich zou voordoen als Donald Trumps hoofd zou ontploffen. In figuurlijke zin gebeurde dat tijdens het haatfeest afgelopen zondag in New York. Hij liet zien wat het betekent om een fascist te zijn.

Zonder twijfel is Donald Trump een unieke bedreiging voor de Amerikaanse democratie. Kijk naar zijn daden en zijn woorden. Hij pleegde een putsch en blijft een verkiezingsuitslag ontkennen. Hij kondigt aan een dictator te zijn op dag een en zijn politieke tegenstanders opsluiten. Er zijn mensen, oud-medewerkers, die hem als een fascist die, als hij eenmaal aan de macht is, die macht zal consolideren door het systeem te ontmantelen. Een Victor Orban, Terip Erdogan of misschien zelfs een type als Trumps goede vriend Wladimir Poetin.

Wat vooral uniek is, is dat Trump alles wat hij van plan is heeft aangekondigd voordat hij is verkozen. Het is het hart van zijn campagne. Zijn kiezers willen wat hij wil.

Nu zijn ‘dictator’ en ‘dictatoriaal gedrag’ termen die we vaker hebben gehoord rondom presidenten, zij het meestal nadat ze waren gekozen Zo beschuldigde de vereerde Thomas Jefferson, schrijver van de Onafhankelijkheidsverklaring, John Adams van het de nek omdraaien van democratie toen de tweede president in 1798 de ‘Alien and Seduction Acts’ instelde die de overheid de macht gaf onwelgevallige journalisten op te sluiten. Andrew Jackson, president van 1829 tot 1837, werd door critici King Andrew genoemd omdat hij regelmatig het Congres en het Supreme Court voor het blok zette.

Oorlogspresident Abraham Lincoln kreeg te maken met buitengewone omstandigheden toen negen zuidelijke staten zich na zijn verkiezing afscheiden. De burgeroorlog begon op 6 april 1861 toen het Zuiden Fort Sumter aanviel, het fort in de baai van Charleston. Het Congres was nog op reces tot juli, wat Lincoln behoorlijk wat vrijheid gaf om noodmaatregelen te nemen. Hij schortte de habeas corpus op, het beginsel dat iemand alleen kan worden voorgeleid of gevangenghouden op basis van een gerechtelijk bevel, de heilige graal van Amerikaans strafrecht, en sloot dagbladen die valse informatie verspreidden. Vanaf 1917 sloot president Woodrow Wilson tegenstanders van de Eerste Wereldoorlog op, niemand bekender dan de socialist Eugene Debbs, die in 1920 vanuit de gevangenis campagne moest voeren voor het presidentschap.

Afgezien van Lincoln is Franklin Roosevelt misschien wel de president die het meest omringd werd met de term dictator. Zijn tegenstanders, vooral die in de zakenwereld, gingen het steeds harder roepen naarmate Roosevelts New Deal succesvol was. Maar de crisis in 1932, de Grote Depressie, was zo groot dat zelfs voordat hij president werd mensen FDR opriepen dictatoriale maatregelen te nemen. De gerespecteerde politieke commentator Walter Lippmann was een van hen.

In de aanloop naar zijn inauguratie vond menig adviseur dat Roosevelt de gelegenheid moest gebruiken om zichzelf dictatoriale bevoegdheden te verschaffen. Het punt is: hij deed het niet. Roosevelt respecteerde de grondwet, zette in zijn inaugurele rede het Congres op scherp en kleurde binnen de lijntjes. Hij was een fantatisch politicus. Dat hielp.

Richard Nixon was geen dictator maar misbruikte zijn macht op veel terreinen, onder meer door geheime bombardementen op Cambodja. Het Congres had het nakijken. Hij werd geen dictator genoemd en alleen fascist door mensen die hem verweten dat hij de fascistische generaal Pinochet in Chili aan de macht had gebracht. Hij was gewoon een machtsmisbruiker en toen de Republikeinse Partij nog enige ruggegraat had, kwamen senatoren hem vertellen dat hij moest aftreden of afgezet zou worden.

George W. Bush werd niet dictator genoemd, maar na 9/11 deed hij wat hij wilde in de ‘strijd tegen terrorisme’. Hij gaf toestemming voor marteling en gebruikte daarvoor black sites in bevriende dictatoriale buitenlanden. Hij stelde een gevangenkamp in in Guantamo Bay waar mensen tot op de dag van vandaag worden vastgehouden zonder procesgang. Het is en blijft een blamage is voor de Amerikaanse rechtsstaat.

Iemand dictator noemen is nog heel wat anders dan vragen om dictatoriale bevoegdheden. Donald Trump en zijn omgeving hebben er geen misverstand over laten bestaan dat ze alle mogelijke middelen gaan gebruiken om hun agenda erdoor te drukken. De oud-president heeft al laten zien dat hij de grondwet aan zijn laars lapt als het hem zo uitkomt. Extra problematisch is dat het door hem opgevulde Supreme Court (gevolg van machtsmisbruik door Mitch McConnell, de man die de geschiedenis in zal gaan als de slappeling die nooit opstond tegen Trump) eerder dit jaar uitsprak dat een president als president zowat alles kan doen wat de wet heeft verboden.

Een Donald Trump met die wetenschap is gevaarlijker dan ooit. De beschuldiging ‘dictator’ is een ding, de aankondiging dat je er een gaat zijn, wetend dat je kunt doen wat je wilt, is waarlijk uniek. Dat is wat er op het spel staat, volgende week dinsdag. Het punt is dat de Amerikaanse grondwet een wanna-be dictator enkel kan tegenhouden als alle andere onderdelen van het politieke systeem hun democratische rol spelen. Zoals menig politiek analist opmerkt, democratie is meer een levenshouding dan een onwrikbaar systeem. Als de kiezers het overboord willen zetten, dan kunnen ze dat doen. De keuze kon niet helderder zijn.

Stop met zeuren over het kiesmannensysteem

De komende week zal er weer veel gelamenteerd worden over de manier waarop Amerikanen hun president kiezen. Dat rare systeem waarin niet degene wint die landelijk de meeste stemmen haalt, maar degene die de meeste kiesmannen bijeen sprokkelt door in staten te winnen. Raar en onrechtvaardig: dat is wat iedereen ervan weet.

De klagers weten hoe het anders moet: maak gewoon degene met de meeste stemmen president. Dat lijkt eenvoudig maar is het niet. Sterker, het is bijzonder onverstandig om dit te doen. Er zijn redenen waarom het huidige systeem eigenlijk best wel goed is. In elk geval het is moeilijk een beter systeem te bedenken.

De nadelen ervan zijn evident. Ja, degene met de meeste stemmen kan verliezen. Ja, kandidaten laten zich niet zien in staten waar de uitslag min of meer voorspelbaar is. Ja, de kiezer in dergelijke staten kan het gevoel hebben dat haar stem er niet toe doet. Dan is het gemakkelijk jezelf te overtuigen om niet te stemmen. Het verklaart iets van de lage opkomst, en het betekent dat het landelijk aantal stemmen vertekend is.

Immers, als alle stemmen gelijkelijk meetelden dan zouden misschien meer mensen de moeite nemen het stembiljet in te vullen. In plaats van 150 miljoen kiezers zouden er wellicht 180 miljoen komen opdagen. Overigens heeft onderzoek laten zien dat dit de uitslagen bij de meest recente presidentsverkiezingen niet veranderd zou hebben. Anders gezegd: die afwezige kiezers zijn min of meer verdeeld als het wel stemmende electoraat.

Waarom is het dan toch buitengewoon onverstandig om de stemmen landelijk te tellen? Het cruciale woord is hier ‘tellen’. Onder het huidige systeem leiden de krappe marges in een drie of vier staten tot hele kleine overwinningen. Die kunnen provocateurs als Donald Trump aanleiding geven om de uitslagen aan te vechten en rechtszaken aan te spannen. Aan de andere kant waren Hillary Clinton in 2016 en Al Gore in 2000 staatslieden genoeg om zich bij de procedures en de uitslagen neer te leggen. Met andere woorden, niet het systeem maar de kandidaat is het probleem.

Bij een landelijke telling is er niets aan de hand als de uitslag een grote spread vertoont, zoals in 2020, toen Trump 73 miljoen stemmen haalde en Biden 81 miljoen. Misschien zou de verliezer zich daar wel bij neergelegd hebben. Maar het komt vaker voor dat de getallen dicht bij elkaar liggen, zoals zoals in 1960 toen John F. Kennedy landelijk maar 118.000 stemmen meer haalde dan Richard Nixon. In een dergelijk geval zal de verliezer altijd om een hertelling vragen, en niet enkel in een of twee staten maar overal. Er zou nooit een bevredigende uitslag komen want je kunt overal wel een probleem vinden. Het wordt Florida 2000, maar dan in vijftig staten. Landelijk tellen los dus niets op. Sterker, het schept een nieuw probleem.

Ergo een van de grote voordelen van het huidige systeem: als er telproblemen zijn dan zijn ze beperkt tot een paar staten. Dat is vervelend, maar waarom zou je die problemen transponeren naar het hele land? Het zou vijftig Georgia’s, Michigans en Pennsylvania’s opleveren (ervan uitgaande dat het aan de staten is om verkiezingen te organiseren, zoals nu het geval is).

Kan het anders? Ja. Mag het anders? Dat ook. Het systeem met het electoral college ligt vast in de grondwet en kan alleen per amendement veranderd worden, maar niets verhindert staten om een andere manier te bedenken om hun kiesmannen aan te wijzen. De grondwet geeft hen die vrijheid. Twee staten doen dat: Maine en Nebraska, maar als niet alle staten meedoen levert het weinig op.

Je kunt je voorstellen dat per staat de kiesmannen evenredig worden verdeeld op basis van het percentage in die staat. Dan zouden Biden en Trump in die cruciale staten evenveel kiesmannen hebben gekregen. Alleen zou het niets oplossen: ze zouden blijven bakkeleien over die laatste kiesman die net naar de ander ging. En dan niet alleen in die drie staten waar het om draaide maar in elke staat want overal valt dan wel een kiesman te halen. Het zou niets opleveren en een extra probleem scheppen omdat derde partijen dan kiesmannen kunnen wegsnoepen waardoor geen van beide kandidaten de benodigde absolute meerderheid zou kunnen halen. Dan beslist het Huis, maar niemand zou er blij mee zijn en de legitimiteit van de president zou altijd onder vuur liggen.

Er zijn varianten mogelijk. Je kunt de winnaar in een staat één of meer kiesmannen extra geven, of de landelijke winnaar een bonus toezeggen. Leuk om over te speculeren, maar het zal allemaal niet gebeuren. De harde werkelijkheid is dat het huidige systeem, door de Founding Fathers bedoeld om de macht van het gewone volk te temperen, niet veranderd zal worden. Een grondwetswijziging is lastig en zal geboycot worden door staten die belang hebben bij het huidige systeem, dat wil zeggen kleine staten die door het kiescollege meer macht hebben dan ze verdienen op basis van het aantal inwoners.

Laten we daarom ophouden te zeuren over het systeem van de kiesmannen. Met die voor alles passende dooddoener: het is wat het is. Aan de media de taak om het systeem goed uit te leggen en over de gevolgen ervan te berichten. En er ook meteen erbij te zeggen dat het met een systeem van landelijk tellen honderd procent zeker chaos zou worden. Uiteindelijk is dit een democratie, kleine ‘d’, waarin de verliezer zich neerlegt bij het eindresultaat. Anders gezegd: het is niet het systeem, het is de kandidaat.



Trumps slotakkoord: in stijl.

De Neurenberg-stijl verkiezingsbijeenkomst die Donald Trump gisteravond in New York organiseerde laat geen ruimte voor besluiteloosheid. Wie nu nog twijfelt of hij of zij op Harris moet stemmen, verdient het dat zijn of haar burgerrechten door deze wanna be dictator worden ondermijnd.

De bijeenkomst was een festival van leugens, racisme, mysogenie en de onwelgevoeglijke taal die in de Trump-wereld gewone conversatie is geworden. De bende rondom Trump vertoonde zich in vol ornaat, van de hulk-mafketel tot een racistische Puerto Rico belediger, van de Trump-familie (wie dacht dat Melania een verzachtende kracht was ….) tot die fluim van een meeloper Tucker Carlson: ze lieten zien waar de Republikeinse Partij anno 2024 voor staat. De ‘enemy from within’ was de opmaat naar de aankondiging van wraak, in alle mogelijke vormen, op iedereen met wie hij wat te wreken heeft – en dat zijn nogal wat mensen.

De psycho zelf vulde de avond uit met 78 minuten van zijn greatest hits. Het bang maken voor immigranten was natuurlijk weer prominent en de dreiging van concentratiekampen voor mensen die al jaren illegaal in Amerika verblijven en de economie op gang houden, expliciet. Ik herinner me hoe collega’s in januari 2017 blijmoedig schreven dat Trump zich wel zou aanpassen. Dit is wat ze terugkrijgen.

In het Trump-tijdperk is het moeilijk te zeggen dat je je ogen niet kunt geloven en inderdaad, voor wie de gezellige Republikeinse conventie had gezien, was hier enkel sprake van een reprise. Maar toch, dit Amerika waarin deze man en zijn cult partij kunnen rekenen op minstens 47 procent van de stemmen en zelfs een goede kans hebben het presidentschap, en dan waarschijnlijk ook het Congres, te veroveren, is moeilijk te rijmen met waar het land altijd voor stond. De enige manier om te overleven als beschaafd land is dat Trump op 5 november massaal wordt afgewezen door de kiezers. 

Campagne technisch gezien kan ik dit festijn alleen maar verwelkomen. Het laat de partij en zijn cultleider zien zoals ze zijn. Ik was even bang dat Trump de slotweek van zijn laatste campagne zou gebruiken om zich te concentreren op zijn programmatische thema’s en op de economie – en hij leek dat ook even te doen met het lenen van Reagans ‘bent u beter af dan vier jaar geleden’ (tricky overigens, aangezien vier jaar geleden de Newyorkers bij bosjes doodgingen door Trump wanbeleid), maar al snel vond Trump zijn groove en ratelde voort in zijn weave, een woord dat straks in wikipedia een nieuwe betekenis zal krijgen als de uitingen van een dementerende performer. Hij had een kans om de deal te sluiten met aarzelaars, hij besloot om zijn vaste achterban te plezieren. Het zou hem zomaar de verkiezing kunnen kosten.

Zijn mini-me JD Vance deed bij de zondagshows ook zijn uiterste best om de slechtste kanten van deze Republikeinse Partij te onderstrepen. Schaamteloos als altijd noemde hij sommige Democraten erger dan buitenlandse vijanden, verdedigde hij Trumps dreigingen en bleef hij liegen over verkiezingen. Ik had niet gedacht dat deze man zo diep zou zinken dat hij niet in staat was Trumps goede vriend Wladimir Poetin niet als een vijand maar als een concurrent. ‘We moeten voorzichtig zijn met de taal die we gebruiken in diplomatie’, zei de man. Precies, en hij kon geen duidelijker boodschap geven aan Poetin en zijn handlangers.

Het schijnt dat de zaal leger werd in de loopt van Trumps slotakkoord. Je kunt alleen maar hopen dat dit een metafoor is voor het leeglopen van zijn kiezersbestand.  

De hypocresie van de VS ondermijnt de internationale rechtsorde.

Sinds de Tweede Wereldoorlog geldt de Verenigde Staten als de hoeder van de internationale rechtsorde. De belangrijkste democratie ter wereld. Althans, zo ziet Amerika zichzelf. In de rede waarmee president Biden zich terugtrok uit de verkiezingsstrijd verwoordde hij het Amerikaanse zelfbeeld: een speciaal land, een buitengewoon land, ‘het meest krachtige idee in de geschiedenis van de wereld’.

Ook veel niet-Amerikanen zien het land zo, en het staat buiten kijf dat Amerika de wereldorde zoals we die kennen heeft geschapen. Niet uit goedertierenheid of hoge idealen, maar omdat ze in het Amerikaanse belang was. En in ons belang. We hebben ervan geprofiteerd, al heeft de VS zelf die orde met grote regelmaat overtreden, in Korea en in Vietnam, om maar twee heikele punten te noemen.

Toch hield Amerika zijn status als handhaver van de rechtsorde en als voorbeeldige democratie. Het einde van de Koude Oorlog en het einde van de ingegraven vijandbeelden hebben die rol steeds meer ter discussie gesteld. Leeft Amerika nog naar de orde die het land zelf heeft geschapen? Of is het een steeds opportunistischer gebruiker ervan, de elementen die van pas komen naar voren schuivend, wat minder bruikbaar is wegmoffelend?

Is Amerika nog steeds een voorbeeld? Vergeet, als u kunt, even Donald Trump als een unieke chaoot die het Amerikaanse politieke systeem en de internationale orde bedreigt. Het is al langer bezig. Sinds de val van de muur is de Verenigde Staten aan het schuiven, struikelend over zijn eigen hegemonie en de illusie dat er nu een unipolar world was ontstaan, waarin niet voorbeelden maar daden de toon zetten.

De 21ste eeuw is vooralsnog niet vriendelijk voor die vermeende unieke supermacht. De aanval op 9/11 kwam als een koude douche. Het was niet een aanval ‘op onze manier van leven’ zoals president Bush zei, maar een aanval op imperialistisch gedrag, zoals alle terreur bedoeld om een extreme reactie uit te lokken. Amerika beet, begon een ‘war on terror’, negeerde internationale fora en startte twee oorlogen onder dubieuze voorwendsels, die in Irak ronduit gebaseerd op leugens. Zoals alle oorlogen leidden ook deze tot grove schendingen van de internationale rechtsorde.

Amerika maakte van stond af aan duidelijk dat het gedrag van Amerikaanse soldaten nooit en te nimmer door het Internationaal Strafhof (ICC) besproken kon worden. De VS erkent het hof niet. In 2002 nam het Amerikaanse Congres een wet aan die de VS niet toestaat samen te werken met het hof, de American Services Protection Act, door critici de The Hague Invasion Act genoemd. De angst dat het hof gebruikt kon worden voor politiek gemotiveerde vervolging van Amerikaanse soldaten, is niet onterecht, maar zo wordt het wel moeilijk soldaten en leiders van andere de regels overtredende landen te vervolgen.

Soldaten misdroegen zich in Irak, maar belangrijker was dat de Amerikaanse regering zijn eigen regels en principes schond door marteling toe te staan en ruim toe te passen. We zitten nog steeds met de gevangenis op Guantanamo Bay, waar zonder proces vele tientallen mensen gevangen werden gehouden. Niet vergeten is de erfenis van black sites in Amerika vriendelijk gezinde landen, vaak met onfrisse regimes. De schade voor Amerika’s aanzien was groot.

De verkiezing van Barack Obama, op zich een feest voor de democratie, veranderde weinig aan het glijdend vlak waarop het land verkeerde. Obama wilde Guantanamo sluiten maar botste op de grenzen van presidentiële macht. Onthullingen van Edward Snowden over Amerikaans diplomatiek optreden werden niet op hun inhoud beoordeeld maar op de ‘roekeloosheid’ van de onthuller. In het Midden-Oosten stuurde president Obama soms persoonlijk drone aanvallen, zoals Lyndon Johnson in de Vietnam-oorlog zich boog over doelen voor bombardementen.

President Trump maakte er een punt van om zijn eerste bezoek af te leggen aan Arabische landen die mensenrechten en de democratische rechtsstaat vijandig gezind zijn. De moord op een journalist, in opdracht van de baas van Saoedi-Arabië, werd in Washington bekritiseerd, maar de Amerikaanse regering was al snel weer beste vrienden met Mohammed bin Salman. Er moesten deals gemaakt worden – met Israël en later met schoonzoon Jared Kushner die financiële deals zag hangen. Ook president Biden slikte aanvankelijke kritiek snel weer in.

De mislukte staatsgreep van Trump op 6 januari en zijn corruptie van de democratie met verkiezingsleugens heeft het aanzien van Amerika als democratische rechtsstaat fundamentele schade berokkend. Een nieuwe verkiezingen van Donald Trump en de sinistere groepen achter hem zou die democratie wel eens om zeep kunnen helpen.

Was de internationale rechtsorde toch al een wankel en vrij interpreteerbaar geheel, de oorlogen in Oekraïne en in Gaza hebben pijnlijk blootgelegd hoe hypocriet het Westen en vooral de Verenigde Staten is. President Biden kwalificeerde de wreedheden van Rusland in Oekraïne als ‘genocide’ en het lijdt geen twijfel dat Rusland de regels van het oorlogsrecht, de Geneva Conventions, met voeten heeft getreden. Biden heeft president Poetin een oorlogscrimineel genoemd en opgeroepen bewijsmateriaal te verzamelen om hem voor het gerecht te brengen. Tja, dat is lastig als de VS het ICC niet erkent en de aanklachten tegen premier Netanyahu en de leiding van Hamas negeert.

De VS erkent wel het Internationaal Gerechtshof, het andere gerechtshof in Den Haag, maar legt evenzogoed uitspraken die het land niet bevallen naast zich neer. Dat gold bijvoorbeeld voor de uitspraak in Nicaragua vs. US waarin het in retrospect desastreuze Midden-Amerikabeleid van Ronald Reagan werd bekritiseerd. Natuurlijk heeft de zaak die Zuid-Afrika heeft aangespannen tegen Israël wegens genocide in Gaza vooral betekenis als middel om de hypocresie van de VS aan de kaak te stellen. Hoe de uitspraak ook uitvalt, het zal Amerikaans beleid niet beïnvloeden, maar wel de wereldopinie.

Het laatste restje geloofwaardigheid van Amerika, van het Westen, is in Gaza gesneuveld. Amerika liet zijn bondgenoot Israël zijn gang gaan, zonder zijn eigen macht te gebruiken om dat optreden in te tomen toen het, al snel, de normen van beschaafd gedrag overtrad. De internationale rechtsorde werd door Amerika genegeerd. De wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde premier werd door een gepolitiseerd Amerikaanse Congres met alle egards ontvangen. Het maakte het gemakkelijker voor de provocateur Victor Orban om namens de EU op bezoek te gaan bij voorstanders van een andere wereldorde.

The Economist publiceerde in juli een interessant artikel gewijd aan de 75ste verjaardag van de Geneva Conventions. Het stemde niet vrolijk. Het artikel concludeerde dat de erosie van het respect voor internationale oorlogsregels – en, mag je zeggen, alle internationale rechtselementen – alleen maar erger zal worden ‘nu de wereld een nieuwe periode van grootmacht rivaliteit’ betreedt. Omfloerst concludeert het dat ‘sommige westerse officials’ steeds meer denken dat China of Rusland het oorlogsrecht zal negeren. Dat is hen dan wel erg gemakkelijk gemaakt doordat het westen zelf zich niet aan de regels houdt. Vandaag niet, gisteren niet, al een hele tijd niet.

Een optimist kan hopen dat de horror van Gaza de ogen opent en misschien een opening kan bieden om de regels aan te scherpen of nog eens te onderstrepen wat we al geregeld hebben. De pessimist, misschien de realist, kan alleen maar verwachten dat de internationale rechtsorde blijvend ondermijnd is. De optimist kan hopen dat een verlies van Donald Trump in november de erosie van de democratische rechtsstaat in Amerika kan stoppen maar ook in dat geval moeten we concluderen dat het beeld van de VS als superdemocratie, een voorbeeld dat in stelling gebracht kan worden tegen anti-democraten als Orban, Erdogan en Modi, om niet te spreken over dictators als Poetin en Xi, aan flarden is.

De beschuldiging van hypocrisie van het westen en meer speciaal van de Verenigde Staten staat tegenover het machtsrealistische cynisme van Rusland en China. Voor de slachtoffers is het om het even. Gebeten door de kat of door de hond, ze lijden en sterven. Thomas Hobbes is een betere gids voor deze tijd dan Hugo de Groot.

Oops, Mark is not here. Vance en de zwarte Nazi Republikein.

Het gaat de verkiezingen niet beslissen maar het kan wel lekker uitgebuit worden door de Democraten, vooral in swing state North Carolina.

JD Vance, de mini me van de psycho, tetterde er lekker op los bij zijn toespraak in North Carolina. Hij was net bezig om de fantastische vice gouverneur, de vreselijke Mark Robinson, ondersteund en grootgemaakt door Donald Trump, de lucht in te prijzen. Tot hij zich realiseerde dat de waarheid van vorige week nu een andere is geworden. Net zomin als Trump ooit van Project 2025 heeft gehoord, kent hij nu Robinson. Die hij, oops, ooit als beter dan Martin Luther King bestempelde.

“I want to give a shout-out to—you guys have a great lieutenant governor,” Vance said before putting his finger up in the air.

“Sorry, um, we got—sorry,” Vance continued. “Mark isn’t here.”

Klik hier voor het verhaal en de video in The New Republic. Toch wel leuk.

 

De LA Times en Washington Post voegen zich al naar een Trumpistaans Amerika.

Twee belangrijke Amerikaanse dagbladen, The Los Angeles Times en The Washington Post, hebben besloten dat ze deze verkiezingsronde geen opinie hebben over wie de verkiezingen zou moeten winnen. Ik zeg dagbladen, maar het gaat om de eigenaars van die kranten. In het geval van de WP is dat Jeff Bezos, die van Amazon, die als voorschotje op de terreur die een regering-Trump gaat loslaten, maar vast afzag van het schofferen van de straatvechter uit angst dat die straks zijn Amazon het moeilijk gaat maken.

Het past wel in een ontwikkeling van Bezos: hij heeft afgelopen jaar omstreden conservatieve, vaak Engelse types benoemd op de hoogste posities in de krant, beide met een verleden bij de kranten van Murdoch, de hoofdredacteur, Matt Murray. De opiniestaf had al een stuk klaarliggen waarin de krant zich uitsprak voor Kamala Harris. Ze mochten het niet plaatsen van de uitgever, in opdracht van de eigenaar. Bezos deed goed werk door de WP te reden en te voorzien van een mooie banner: Democracy dies in darkness. Die kreet blijkt nu hol te zijn. Vanaf nu is het: Darkness kills democracy.

Bij de LA Times speelt iets dergelijks. De eigenaar, een biotech miljardair, Patrick Soon-Shiong, heeft zijn staf opdracht gegeven geen voorkeur voor een kandidaat uit te spreken.  Het zijn de eigenaren, ze hebben het recht dit te doen, maar met onafhankelijke en voorwaartse journalistiek heeft het niets te maken. Sommige kranten doen dit soort dingen ook zonder dit soort bazen. Mijn insteek is dat kranten een maatschappelijke rol vervullen, ook in het gebruiken hun gezag als krant om een opinie neer te zetten. 

Bij beide kranten hebben prominente opinieschrijvers zich uitgesproken tegen deze beslissingen. Een aantal van hen heeft ontslag genomen of aangekondigd niet meer voor de kranten te zullen schrijven. Niet iedereen heeft die vrijheid – sommige opinieschrijvers zijn in vaste dienst en niet medewerkers van een think tank. Zestien van hen spraken zich zo uit:

The Washington Post’s decision not to make an endorsement in the presidential campaign is a terrible mistake. It represents an abandonment of the fundamental editorial convictions of the newspaper that we love. This is a moment for the institution to be making clear its commitment to democratic values, the rule of law and international alliances, and the threat that Donald Trump poses to them — the precise points The Post made in endorsing Trump’s opponents in 2016 and 2020. There is no contradiction between The Post’s important role as an independent newspaper and its practice of making political endorsements, both as a matter of guidance to readers and as a statement of core beliefs. That has never been more true than in the current campaign. An independent newspaper might someday choose to back away from making presidential endorsements. But this isn’t the right moment, when one candidate is advocating positions that directly threaten freedom of the press and the values of the Constitution.

Zestien belangrijke opinievormers die door hun eigen krant in de kou zijn gezet. Helaas zal het de kracht van een belangrijke krant als de Washington Post blijvend ondermijnen. 

Het geneuzel van de zetbaas van Bezos, William Lewis, de uitgever van de Washington Post met een WSJ verleden en een omstreden reputatie, dat een krant niet dit soort rol moet vervullen, wordt op de opiniepagina meteen haarfijn weerlegd door andere opinieschrijvers. In 2016 steunde de krant Clinton, kritisch maar in het besef dat Donald Trump een ramp zou zijn. In 2020 kreeg Biden hun steun, zelfde verhaal. En nu, nu er meer op het spel staat dan ooit – zeker gezien die twee eerdere endorsements – zou dat ineens niet meer hoeven? En dat kondig je aan twee weken voor de verkiezingen en niet twee jaar tevoren? Bedenkelijk.

Ongeloofwaardig, laf en vaandelvlucht. 

 

Republikeinen versterken Harris’ boodschap.

Gisteren schreef ik dat ik het onverstandig vond dat Harris het woord fascist plakte op Trump, in navolging van John Kelly die twee jaar Trumps chief of staff was en Mark Milley, voormalig Chef van de Joint Chiefs of Staff. Ik blijf dat vinden. Ze had beter kunnen zeggen: luister naar deze mensen. Ik ben niet iemand van etiketten plakken, ook al doet mijn tegenstander de hele tijd. Luister naar hen.

Ze doet het anders. Ah well.

Maar mooi dat de Republikeinse kandidaten, de psycho zelf en Vance, haar boodschap versterken. Ik zag net Vance uitgebreid een Republikeinse verkiezingsbijeenkomst vertellen dat Kelly een leugenaar is. 

Het leuke is dat daarmee de boodschap van Kelly versterkt wordt. Leugenaars die anderen voor leugenaars uitmaken. Het zal geen Trump kiezer van hen afstoten en geen kiezer die nog niet beslist heeft overhalen. Maar het versterkt de Harris boodschap dat Trump gevaarlijk is.

Hartelijk dank.

Trump een fascist noemen? Harris zou dat beter aan anderen kunnen overlaten.

Twee generaals die onder Trump gediend hebben, noemen de man een fascist. Persoonlijk denk ik dat het te veel eer is voor een hustler die geen beweging leidt maar vooral met zichzelf bezig is. Dat Trump Hitler heeft geprezen voor het aanleggen van de autowegen (hij deed best wel wat goede dingen) is niet zo vreemd. Zelfs Franklin Roosevelt keek in het begin van zijn termijn naar wat er in Duitsland economisch gebeurde – of hij er wat lessen van kon leren. Zoals Hitler naar de VS keek om rassenwetten te bedenken.

De beschuldiging van fascisme ligt veel progressieven in de tong bestorven, vooral sinds Pinochet in Chili. Te pas en te onpas wordt het gebruikt, ook als autoritaire leiders gewoon autoritaire leiders of proto-dictators zijn, zie Orban en Erdogan.

Het lijkt me echter diep onverstandig en zelfs electoraal gevaarlijk voor Harris om de terminologie over te nemen. Ik begrijp dat de campagne de draai heeft gemaakt naar de aanvallen op de persoon Trump, zijn ongeschiktheid, zijn mentale problemen. 

Maar waarom zou je de terminologie van de generaals overnemen? Beter om die twee uitspraken boven de markt te laten hangen, ze krijgen hun eigen dynamiek. Door zelf het woord te gebruiken doet ze wat Trump altijd doet: mensen namen geven, beschuldigen. Volgens de man die een genie is naar eigen zeggen is Harris een communist, een fascist en nog wat andere ismen. Betekenisloze flauwekul, ware het niet dat mijn schoonmoeder nu Harris ook een communist vindt.

Mijn idee is dat je vooral de ongeschiktheid en het gevaar van Trump moet onderstrepen en dat je het er een naam aan geven moet overlaten aan anderen. Ik vrees dat dit een nodeloze fout is van Harris, enkel het verwijt opleverend dat ze zelf niets te bieden heeft en dan maar overgaat op namecalling.

Erger, het kan zijn dat de Harris campagne’s interne opiniepeilingen aangeven dat ze gaat verliezen. Dan is dit het all or nothing spel. Ik vrees dat dan nothing het voorspelbare resultaat zal zijn.