Alle nieuwsjunkies zullen inmiddels hebben gehoord van de poll in Iowa. In die diep rode staat, in 2016 en 2020 gewonnen door de psycho, waar hij in september vier punten voorlag op Harris, loopt Trump nu achter met drie procentpunten. Allemaal binnen de marge van onzekerheid, dat wel, maar toch.
Hoeveel waarde moet je eraan hechten? Moeilijk in de schatten. Dit is een van de betere peilinstellingen van de natie, zelden fout.
Wat het interessant maakt is of je er iets uit kunt afleiden over de manier waarop de stemmen ‘breken’ in deze laatste week. Het is de week van het haatfestival, de Neurenberg-bijeenkomst in New York waar Puerto Ricans tot trash werden verklaard, Harris werd uitgemaakt voor een prostituee en racistisch grappen de toon voerden. Een week waarin Trump, vergezeld van de seksmaniak Robert Kennedy Jr. (zie het New Yorker artikel over de man die nu fluor uit het drinkwater wil halen), luidkeels verkondigde dat hij vrouwen wil helpen, ‘of ze het nu willen of niet’. Jazeker, de man die is veroordeeld wegens aanranding en over wie tientallen vrouwen zich beklaagd hebben, bood zich aan als beschermheer.
Het lijkt erop, als je Iowa mag geloven en de analyses van de nu al uitgebrachte stemmen (75 miljoen, dat is de helft van het totaal in 2020), dat vrouwen voor zover ze nog niet overgehaald waren richting Harris gaan. Dat is hoe dan ook goed nieuws.
Beide kandidaten waren in North Carolina. Trump in een half vol stadion, Harris voor een enthousiaste menigte. Het wordt een cruciale staat. North Carolina is cruciaal voor Trump. Verliest hij daar, dan is het nauwelijks mogelijk om genoeg kiesmannen te winnen. Trump wordt in North Carolina omlaag gehaald door de zwarte Nazi (zelfverklaard) die de Republikeinse kandidaat is voor gouverneur.
Er is een oude riedel die zegt zoals Maine goes, goes the nation. Ooit was Maine een zogenoemde ‘bellweather’ staat, waar je kon zien welke kant het op ging met de verkiezingen. Dat is niet meer zo. Misschien is Iowa nu een staat die de weg wijst.