De idee dat zelfs een arme sloeber door een voorbeeldig leven te leiden een fortuin kan vergaren, is misschien wel Amerika’s sterkste sociale drijfveer. Het houdt mensen op de been, op het juiste pad en stimuleert ze, ook als de werkelijkheid een stuk minder prozaïsch is dan dit ideaal. In een verhaal over het pad van grote armoede naar puissante rijkdom wordt vaak verwezen naar Horatio Alger. Waarom, dat weten zelfs veel Amerikanen niet.
Wim Roefs
De Amerikaanse droom om van ’rags to riches’ op te klimmen, van krantenjongen tot miljonair, hebben Amerikanen al sinds de eerste kolonist voet aan land zette in hun hart gesloten. Vaak wordt zo’n leven, waar Amerikanen graag van dromen, een Horatio Alger Story genoemd – ook al weten weinig mensen wie of wat Horatio Alger was of waar hij voor stond. Zo werd de Engelse premier John Major in de Los Angeles Times een ’Horatio Alger’ genoemd. En de Wall Street Journal noemde in 1989 een net voorgedragen Amerikaanse minister een Horatio Alger omdat zijn jongensdroom daarmee werkelijkheid werd. Zwarte zakenlui in Zuid Afrika werden omschreven als ’de Horatio Algers’ van dat land, en een verhaal over ondernemende Koreanen kreeg de titel ’Horatio Alger Kim’.
Anders dan men uit deze voorbeelden zou kunnen afleiden, was Horatio Alger niet eenvoudigweg een voorbeeld van deze opwaartse mobiliteit. Hij schreef er alleen maar over. Niet zomaar een verhaaltje, nee, meer dan honderd boeken produceerde Alger, steeds met een stichtelijke boodschap van ambitie, hard werken en uiteindelijk succes, met typerende titels als Ragged Dick, Mark the Match Boy, Strife and Succeed, Strong and Steady en Struggling Upward.
Bijna honderd jaar na zijn dood is Alger geheel ingekapseld in de Amerikaanse mythologie, wordt hij geassocieerd met het Amerikaanse succesverhaal, de self made man, of, zoals een historicus het breder formuleerde, met verhalen over de grootsheid van het kapitalisme. Volgens de filosoof Rychard Fink was Horatio Alger ’een belangrijk pompstation waar de Amerikaanse Droom doorheen stroomde’. ’Alger droeg ertoe bij dat succes een quasi-religieuze opdracht werd’, schreef Fink. ’Wie dit land wil leren kennen, dient kennis te maken met Horatio Alger.’ Veel van wat Alger schreef, zegt Fink, was kletskoek, maar geïnspireerde kletskoek, en Algers romans lieten een scherpere afdruk na op de Amerikaanse ziel dan het werk van meer intellectueel ingestelde schrijvers.
"Ik hoop, mijn jongen’, zei Mr. Whitney, ’dat je het goed zult doen en dat je omhoog zult komen in de wereld. Je weet, in dit vrije land verhindert armoede een man niet om vooruit te komen"’
Dat Alger vandaag de dag weinig gelezen wordt doet weinig af aan zijn blijvende betekenis als symbool en mythe. En met dat lezen was het wel eens anders. In de jaren dertig kenden meer volwassen mannen hun Alger dan hun Tolstoi, Balzac of Melville. Maar al hebben ook nu nog de meeste Amerikanen Algers gedachtengoed opgepikt, in wat voor vorm dan ook, van de man erachter weten ze bar weinig.
Opdringerige hospita
Horatio Alger werd in 1832 geboren nabij Boston, de zoon van een strenge predikant. De jonge Alger was een bijziend, ziekelijk kind met astma. Hij was blijkbaar zo braaf en bedachtzaam dat andere kinderen hem spottend ’heilige Horatio’ noemden. Ondanks een groot tekort aan gezinswarmte deed Alger het goed op school en hij was een van de beste studenten van zijn lichting op Harvard University. Daar kwam hij voor het eerst in aanraking met het ’echte leven’, in eerste instantie via opdringerige hospita’s, later toen de man bij wie hij onderhuurde bijna zijn huis kwijtraakte wegens een hypotheekschuld. Alger won $40 in een opstel-wedstrijd, hielp de man, en erfde van hem in 1860 tweeduizend dollar.
Alger ontmoette er ook zijn eerste en grootste liefde. Toen vader Alger hoorde van het voorgenomen huwelijk van zijn zeventienjarige zoon, haastte hij zich naar Boston om het te verbieden. Alger gehoorzaamde en, zoals een biograaf het uitdrukt, ’omdat hem de moed ontbrak liefde te kiezen toen die zich aandiende, vond Horatio nooit meer de kracht in zijn latere leven om keuzes te maken’. De toon voor een in wezen ongelukkig leven was gezet.
Na college probeerde Alger zich lost te maken van zijn vader. Hij ambieerde een literaire carrière en verdiende zijn eerste dollars door gedichten en artikelen te schrijven voor een klein religieus blad. Toen het failliet ging, ebde Algers rebelse houding weer weg en hij begon toch maar een studie theologie aan Harvard. In 1860 studeerde hij af. De ’heilige Horatio’ bleek echter nog steeds een andere kant te hebben, want terwijl zijn ouders op hem wachtten bij de afstudeerceremonie, was Alger met twee vrienden, en de erfenis van tweeduizend dollar, naar Parijs vertrokken, zoals zovelen voor en na hem op zoek naar ’Literature and Life’.
Uiteraard was het leven in Parijs een openbaring voor iemand die als Heilige Horatio door het leven ging. In een café ontmoette hij een zangeres, Elise Monselet, die hem snel van zijn maagdelijkheid af hielp. ’Ik moet wel gek geweest zijn om zo lang te wachten’, schreef Alger in zijn dagboek, ’het is lang niet zo laag bij de gronds als ik dacht’. Na een week begon zijn geweten echter al te knagen. ’Ik zal het niet meer doen’, schreef hij, ’van nu af aan zal ik kuis blijven. Dat zal ik.’
"Sam’s kans was gekomen. Hij kreeg de uitnodiging om een nederige maar respectabele positie in het leven in te nemen’
Deze houding kwam meer overeen met het soort vrome waarden dat hij de jongens van Amerika in zijn boeken zou voorhouden dan het Parijse avontuur. Maar ja, kuisheid was ook niet alles en Alger, die zich in zijn boeken een waar egalitair democraat zou tonen met groot respect voor het gewone volk, zocht uitkomst in zelfingenomen geneuzel. ’Ze zeggen dat ware genieën zich niet aan conventies hoeven te storen’, zo vertrouwde hij zijn dagboek toe. ’Genialiteit heeft voorrechten. Dan zal ik ook voorrechten hebben.’ En Elise zag Horatio nog vele malen op bezoek komen. Charlotte trouwens ook. Van deze laatste kreeg brave Horatio al snel genoeg, maar toen hij stiekem de boot naar Amerika nam, bleek zij mee te reizen naar New York. Alger was niet zo heilig dat hij zich niet bij de eerste gelegenheid uit de voeten maakte.
Stichtelijke verhalen
In 1861 brak de Burgeroorlog uit. Alger probeerde verscheidene malen in het noordelijke leger te komen, maar zijn zwakke gezondheid bleek steeds een sta-in-de-weg. In 1864 werd hij predikant in Brewster, Massachusetts, schijnbaar op weg om toch maar in de voetsporen van zijn vader te treden. Ondertussen had hij enige naam verworven met ballades en pro-noordelijke artikelen voor het prestigieuze blad Harper’s Weekly. Hij verdiende er echter weinig mee en zijn werk leverde hem zeker niet het gewenste respect op.
Een Newyorkse schrijver die hem eens hoorde preken, vroeg Alger om het manuscript, en de stichtelijke verhalen werden al snel gepubliceerd. De uitgever vroeg meer en toen de eerste hoofdstukken van Ragged Dick binnenkwamen, suggereerde hij een carrière in de letteren – Horatio Algers grote droom.
De uitnodiging om naar New York te komen, nam Alger met beide handen aan, temeer daar hij in Brewster was beschuldigd van al te enthousiaste omgang met de jongste kerkgangers. Een kerkdocument noemde zijn vergrijp een ’grove immoraliteit en een ontzettend afschuwelijke misdaad, een misdaad van geen geringere omvang dan de abominabele en weerzinwekkende misdaad bestaande uit onnatuurlijke familiariteit met jongetjes’. Alger ontkende niet en vertrok naar New York.
Zijn vriend liet hem de stad zien en suggereerde mogelijkheden om over de jongens te schrijven die naar de stad kwamen. Met A.K. Loring, een uitgever in Boston, sloot Alger ondertussen een contract om Ragged Dick te publiceren, en nog vijf andere boeken. Allitererende titels
In New York raakte Alger al snel betrokken bij het Newsboys Lodging House, een soort pension voor dakloze jongetjes die na de Burgeroorlog bij bosjes door het land zwierven. Het Lodging House zou hem veel materiaal opleveren. Alger schreef per jaar zo’n drie romans, veelal met typische, allitererende titels als Mark the Matchboy, Rough and Ready of Ben the Luggage Boy. De eerste recensies waren goed, al vielen de verkopen tegen. Alger werd een bekende burger in New York en verscheen in commissies die zich bezig hielden met grote stadsproblemen. In 1871 schreef Alger Phil the Fiddler waarin hij het probleem van contract-arbeid voor jongens aan de kaak stelde. Slavenarbeid was een beter woord, want het ging om jonge straatmuzikanten die uit Calabrië werden gehaald om muziek te maken en te bedelen in dienst van een padrone. Mede dankzij Algers werk nam de staat New York in 1874 een wet aan die wreedheid tegen kinderen moest voorkomen, de eerste in het land.
Alger-scenario
Naarmate Alger meer boeken produceerde, ging de verkoop omhoog en werden de recensies negatiever. Algers boeken werden al snel tamelijk voorspelbaar. In het Alger-scenario gaat het vrijwel altijd om een dakloos en goudeerlijk jongetje, dat gevangen zit in bittere armoede. Wanneer hij even, door toeval, van dichtbij meemaakt hoe een beter leven eruit ziet, stelt hij zichzelf een beter lot ten doel. Met toewijding en hard werken en de hulp van uit het niets opduikende rijke weldoeners boekt hij vooruitgang.
Hij krijgt gratis en voor niets een net pak – de eerste stap naar een respectabel bestaan – en de gelegenheid om zich te wassen. En er wacht altijd wel ergens een fraaie beloning voor een opzienbarende prestatie, zoals het redden van een bankiersdochtertje voor een op hol geslagen paard. De prestaties stellen Algers jonge helden in de gelegenheid te tonen uit welk hout zij zijn gesneden, en dan is de doorbraak al bijna voor elkaar. Rijke lui die dit karakter herkennen moedigen hem aan, stellen hem in de gelegenheid om te leren lezen en schrijven, en uiteindelijk tuimelt het maatje in een onverwacht goede baan.
Hoewel er eensgezindheid bestaat over de geringe literaire kwaliteiten van Algers werk en het verhaal geen verrassingen biedt, krijgt de lezer toch een zwak voor de schrijver. Dat komt door de bijna kinderlijke naïveteit die uit Algers boeken spreekt en een taalgebruik dat zo plechtig is dat het grappig wordt. Algers grote voorliefde voor het toeval, de deus ex machina – altijd handig om een slordig opgezet verhaal recht te trekken – is aandoenlijk, net als zijn gebrek aan subtiliteit.
Ragged Dick, het titelpersonage in Algers achtste en bekendste verhaal, heeft bijvoorbeeld groot succes met opmerkingen als: ’Oh, ik ben een ruwe klant. Maar ik zou nooit stelen. Dat is gemeen.’ Hij trekt daarmee de aandacht van weldoeners, die dingen zeggen als: ’Ik hoop dat het je goed zal gaan en dat je omhoog zult klimmen in deze wereld. Want je weet dat in dit vrije land, armoede tijdens de jonge jaren geen obstakel is voor een mans vooruitgang.’ Twee pagina’s later legt dezelfde man het nogmaals uit. ’Herinner je altijd, dat je toekomstige positie vooral afhangt van jezelf en dat die zo hoog of laag zal zijn als jij zelf verkiest haar te maken.’
Voor het geval dat Dick er nog niet achter is, wordt hij er dertien pagina’s later nogmaals aan herinnerd. ’Was ik maar geen schoenpoetsertje’, zegt hij mistroostig tegen een politieagent. ’maak je geen zorgen’, zegt de agent, ’het is een eerlijk beroep.’ Hij wijst naar een goedgeklede man aan de overkant van de straat. Ziet Dick die heer? Ja hoor. ’Welnu, ooit was hij een krantenjongen.’ Dick is danig onder de indruk, zo vertelt Alger zijn lezertjes. Hij ’bekeek de heer met grote interesse en vroeg zich af of hijzelf er ook zo respectabel uit zou zien wanneer hij volwassen zou zijn.’
Protestantisme
Algers boodschap was niet nieuw maar de perfecte verwoording van wat veel Amerikanen over hun land geloofden. Zijn pleidooi voor ondernemingsdrang, hard werken, zuinigheid, bescheidenheid, toewijding en een voorbeeldig bestaan als het pad naar succes, paste in een lange traditie. Daarin domineert de geografische expansie op het nieuwe continent die de Amerikaan altijd een kans bood op zelfverbetering, maar ook de rol van het protestantisme is onmiskenbaar.
Niettemin is het idee dat iedereen zich zo aan zijn schoenveters kan optrekken tot miljonairsniveau weinig realistisch. Zo schreef Richard Schenkman in zijn boek Legends, Lies and Cherished Myths of American History: ’De enige periode dat de omstandigheden min of meer gelijk waren, was vòòr de Amerikaanse Revolutie. Als er ooit al een Tijdperk van de Gewone Man bestond, dan was het in de periode dat we werden geregeerd door Brittannië.’ In die tijd was een groot deel van de elite in steden als Boston, New York en Philadelphia zelf ooit in armoede geboren.
Volgens Schenkman waren al voor de negentiende eeuw half voorbij was de kansen voor de self made man al sterk verminderd. Maar toen bestond de zelfverbeterings-mythe al, net als een politieke variant ervan, samengebald in slogan ’from log cabin to White House – van blokhut naar het Witte Huis’. William Harisson, die in 1840 werd gekozen, was de eerste die hiervan gebruik maakte – al had hij alleen blokhutten van buiten gezien. Toch is het voor een president nog altijd een pré om van bescheiden komaf te zijn – tot op de dag van vandaag zoals Bill Clinton en Robert Dole in 1996 bewezen.
Beschuldiging van moord
Toen aan het eind van de jaren tachtig de verkoop van Algers boeken terugliep, suggereerde zijn uitgever dat een verandering van omgeving wellicht nieuwe inspiratie op kon leveren. Alger vertrok naar Californië, waar hij inderdaad een paar nieuwe boeken afleverde. Terug in New York raakte hij verzeild in een affaire met Una Garth, die hij dank zij een bizarre draai van het lot had leren kennen. Garth was de zuster van een weduwe waardoor Alger, in een bizarre episode van persoonsverwisseling, valselijk van moord was beschuldigd. De zuster kwam uit Parijs en alsof hij de dagen van weleer wilde herbeleven, stortte Alger zich zonder dralen op de dame – zonder zich veel aan te trekken van de echtgenoot die ze had meegebracht. Deze haalde zijn vrouw over om mee terug te gaan naar Parijs, Alger ongelukkig achterlatend in de wetenschap dat hij geen geld had haar te volgen.
Een paar boeken en een vet contract later was dat probleem verholpen. Maar in Parijs ontdekte Alger dat mevrouw Garth inmiddels tot bezinning was gekomen en Algers avances werden niet beantwoord. Steeds meer dacht hij na over de grote ’echte’ roman, die hij nog wilde schrijven. Het kwam er niet van, in plaats daarvan produceerde hij Struggling Upward, opnieuw een bestseller.
Terug in New York zette Alger zich aan zijn laatste reeks boeken. Hij voorzag ze nu van inleidingen die soms wel vijfduizend woorden besloegen maar die door verstandige uitgevers steeds werden weggelaten. In juli 1899 stierf hij in New England, in armoede want hij had nooit zo zuinig geleefd als hij zijn jongetjes voorhield. Het grafschrift dat Alger wenste, was samengesteld uit boektitels:
’Six feet underground lies Horatio Alger, Helping Himself to a part of the earth, not Digging for Gold or In Search of Treasure, but Struggling Upward and Bound to Rise at last In a New World where it shall be said he is Risen from the Ranks.’
Zijn humorloze familie weigerde het te gebruiken.
Malle zedepreker
Aan het eind van zijn leven waren er honderduizenden exemplaren, zoniet miljoenen, van Algers boeken verkocht. Herdruk na herdruk verscheen en beïnvloedde generaties Amerikanen. Schrijvers als Jack London, Ernest Hemingway en F. Scott Fitzgerald schreven hun eigen literaire versies van ’het succesverhaal’, waaronder Fitzgerald’s The Great Gatsby. Na de grote depressie nam de verkoop van Algers boeken af en geleidelijk aan werd de Horatio Alger Story niet veel meer dan een journalistieke stijlfiguur.
In de overlevering gingen de nuances in Algers boeken veelal verloren. Want al was de man natuurlijk hopeloos naïef en een malle zedepreker, Alger was geen propagandist van het ongebreidelde, ieder-voor-zich, laissez-faire kapitalisme. Een onderwijzer van traditionele waarden en moraliteit is misschien een betere omschrijving. Bovendien verheft Alger bepaald niet alleen het vergaren van rijkdom tot ideaal – het gaat hem vooral om het verkrijgen van respect – voor jezelf en van de samenleving.
In dat beeld passen Algers andere activiteiten als humanitair activist en zijn verzet tegen de vaak mensonwaardige omstandigheden waaronder kinderen te werk werden gesteld. Ook vond hij rijkdom zonder liefdadigheid tamelijk zinloos en in zijn boeken zijn rijke, onbetrouwbare en gierige slechterikken en hun etterige, verwaande nageslacht ruim vertegenwoordigd. Corruptie in hoge kringen werd door hem niet verhuld en hij belicht geregeld het juist goede karakter van veel ’gewone’ lieden.
Het is ook niet zo dat Alger simpelweg stelde dat wie hard werkt in Amerika vanzelf rijk zal worden. In zijn boeken zijn er heel wat jongetjes die ook goed hun best doen, maar toch niet zover reiken als ’onze held’. Alger suggereert ook dat hard werken alleen zelfs in Amerika niet noodzakelijkerwijs voldoende is. Een flinke individuele inspanning is essentieel, maar nadat Algers kleine helden aan die voorwaarde hebben voldaan, is enig geluk nodig, al laat Alger er geen twijfel over bestaan dat ze hun mazzel verdienen. Ze zijn immers loyaal, gul, bescheiden, beleefd, leergierig en bereid hun straattaal te verruilen voor het stijve jargon dat Alger prefereert. Ze zijn boven alles goudeerlijk, weigeren ondanks hun beroerde situatie te stelen en verdienen in plaats daarvan op ondernemende wijze, stuiver voor stuiver, hun eigen kostje.
Algers jonge helden worden dan ook niet helemaal schatrijk, ook al suggereren titels als Striving for Fortune, From Farm to Fortune of Fame and Fortune wellicht iets anders. Het weekblad Time berekende ooit eens dat de gemiddelde Alger-held een fortuin heeft van zo’n tienduizend dollar. De held in Fame and Fortune, het vervolg op Ragged Dick, heeft uiteindelijk een inkomen van veertienhonderd dollar per jaar en een spaarrekening van tweeduizend dollar. Maar dat waren in de tweede helft van de vorige eeuw heel behoorlijke bedragen, te meer daar Algers hoofdpersonen nooit hun tienerjaren ontgroeien. Hoe het ze verder verging blijft onduidelijk, maar het stelt de lezer in staat om verder te dromen, van supervermogens. Nog steeds hoopt iedere Amerikaan dat ook zijn leven een Horatio Alger Story zal zijn. En nog steeds is het beter om net als Bill Gates van Microsoft met welgestelde ouders aan je leven te beginnen.