Harriet Beecher Stowe 1811 -1896
Harriet Beecher Stowe werd op 14 juni 1811 geboren in het stadje Lichtfield in de noordelijke staat Connecticut. Haar vader was predikant en stimuleerde zijn kinderen om zich te ontplooien. Harriet volgde opleiding tot lerares aan het seminarie voor vrouwen van de staat Connecticut. Dit was best wel bijzonder want in die tijd kregen maar weinig meisjes de kans om een goede opleiding te volgen.
In 1834 begon Harriet verhalen te schrijven voor het tijdschrift Western Monthly. In 1836 trouwde ze met de predikant Calvin Ellis Stowe. Ze kregen zeven kinderen, maar vier kinderen stierven op jonge leeftijd. Ondanks dat ze een groot gezin had, bleef Beecher Stowe verhalen en artikelen schreven voor verschillende tijdschriften
Tijdens een bijeenkomst hoorde Harriet Theodore Weld spreken over de slavernij in het zuiden van de Verenigde Staten. Deze toespraak maakte zoveel indruk op haar, dat ze besloot om zich in te gaan zetten voor de afschaffing van de slavernij. Ze besloot dat ze dat het beste kon gaan doen door een boek over de misstanden van dit systeem te schrijven. Ze baseerde haar verhaal op de ervaringen van de weggelopen ex slaaf Josiah Henson.
Het boek heette De negerhut van oom Tom. Het verscheen eerst als een vervolgverhaal in het anti-slavernij tijdschrift the National Era. Toen het boek in 1852 gepubliceerd werd, was het een groot succes. Binnen zeven dagen waren alle 5000 exemplaren van het boek al uitverkocht en in het eerste jaar ging het 300.000 maal over de toonbank, ondanks het feit dat het boek in het zuiden van de Verenigde Staten verboden was. Het boek werd vertaald en ook buiten de Verenigde Staten waren de exemplaren niet aan te slepen. In Engeland alleen al werden er een miljoen exemplaren van verkocht. Het boek was zo populair in Engeland dat Harriet tijdens haar tournee door koningin Victoria werd ontvangen.
De negerhut van oom Tom werd gepubliceerd op het moment dat er al grote spanningen waren tussen het zuiden en het noorden van de Verenigde Staten. Het noorden en het zuiden vormden dan samen wel een land, maar qua cultuur en levenswijze verschilden ze enorm.
Het zuiden was voornamelijk agrarisch gebied en de meeste inwoners waren voorstander van slavernij. Zij waren immers van mening dat slavernij nodig was voor de katoenplantages. In het noorden was industrieel gebied en de bevolking vond het houden van slaven maar barbaars. Het boek van Harriet Beecher Stowe wekte zoveel verontwaardiging dat steeds meer mensen in het noorden vonden dat er maar eens een einde aan de slavernij in het zuiden moest komen. Het boek joeg die spanningen verder op en zo ontstond er een klimaat waarin er wel een oorlog tussen en het noorden en het zuiden uit moest breken. Dit gebeurde dan ook in 1861.
Beecher Stowe bleef boeken schrijven en hoewel deze goed verkocht werden, bleef de negerhut van oom toch haar belangrijkste boek. Toen ze tijdens de Burgeroorlog aan president Abraham Lincoln werd voorgesteld, vroeg die: ‘So you are the little lady that caused this great war?' Licht overdreven, maar Beecher Stowe vertaalde de ergernis over de slavernij in het zuiden in een menselijk verhaal.