Halloween is een van de raarste feestdagen van Amerika. Op de avond van 31 oktober dossen veel mensen zich uit in bizarre kostuums, om naar Halloween feesten te gaan of gewoon op straat te paraderen. Kinderen gaan in rare costuums langs de deur en roepen ’trick or treat’ tegen degene die de deur open doet. Om een trick te voorkomen wordt die geacht snap of fruit te geven. Het geheel wordt opgesierd met uitgekerfde pompoenen met een kaarsje erin. Deze worden bij voorkeur op de veranda gezet, of voor het raam als dat niet kan.
Frans Verhagen
Historisch gezien heeft de 31ste oktober over de hele wereld een belangrijke betekenis als het begin van een nieuw jaar. De oogst is binnen, de zomer is afgelopen, een jaar is afgesloten. In veel culturen heeft de dag ook spirituele betekenis gekregen. Het Hindu nieuwjaar valt rond deze tijd, veel indianen voeren heilige dansen uit, en de oude Egyptenaren brachten eer aan Isis. De tijd tussen de jaren, de nacht van de 31ste, werd in bijna elk van die culturen gezien als een tijdstip waarop de geesten van de doden terug konden komen om zich te mengen onder de levenden. In sommige versies konden de levenden zich ook in de wereld van de doden begeven en ongeschonden terug keren.
Ook werd het als een gelegenheid gezien om eer te betonen aan de geesten van de voorvaderen. Veel culturen doen aan voorouderverering omdat ze worden gezien als de hoeders van de wijsheid die de levenden vooraf ging. Bepaalde rites maakten deze verering en het contact met de geesten gemakkelijker. Vuur was altijd een symbool van goddelijkheid en puurheid, en daarom hoorde het aansteken van vuren en van kaarsen tot de vaste patronen van veel geloven, inclusief het katholicisme.
Volgens de meest gangbare verhalen is Halloween een erfenis van de Kelten. Zij vierden op 31 oktober het eind van het oogstjaar en op 1 november het nieuwe jaar. Het was een viering van het begin van de donkere tijd, de winter. De Kelten geloofden dat de geesten van de doden terugkwamen om te proberen bezit te nemen van de levenden. Dat is de reden waarom de dorpelingen vreemde kleren aandeden om zich onherkenbaar te maken en een dode geesten af te schrikken. Alle vuren werden gedoofd om de huizen ongastvrij te houden en ook op andere manieren werd de geesten duidelijk gemaakt dat ze niet welkom waren. Volgens andere versies was de nacht van 31 oktober de nacht dat Saman, de god van de doden, kwade geesten opriep. Om zich daartegen te beschermen, staken de druïden grote vuren aan.
Omdat de katholieke kerk bij haar bekeeractiviteiten niet in staat bleek om deze oude heidense dagen af te schaffen, coöpteerde ze die door van 1 november Allerheiligen te maken, in het Engels All Hallows Day, om alle helden en martelaren te eren die nog niet heiligverklaard waren. Omdat dit per definitie het gewone volk buitensloot, werd 2 november verheven tot Allerzielen. Maar het is de avond voor 1 november, All Hallows Eve, die later Halloween werd.
Er zijn ook verscheidene verklaringen aangeboden voor de trick or treat gewoonte, waarbij kinderen verkleed langs de deur gaan om snoep of iets lekkers te vragen, onder dreiging van een trick die anders uitgevoerd zou worden. Het schijnt te dateren uit de negende eeuw en te stammen van het Engelse souling. Op All Souls Day gingen christenen van dorp naar dorp om te bedelen om ‘soul cakes’, vierkante stukken krentenbrood. In ruil voor de cakes beloofden de bedelaars dat ze zouden bidden voor de dode familieleden van de gulle gevers.
Ierse erfenis
Amerika dankt het aan zijn anglo-saksische erfenis, en vooral aan de Ieren, dat Halloween de Keltische variant heeft aangenomen. Zij brachten de gewoonte mee in de jaren veertig van de negentiende eeuw toen ze na de hongersnood in Ierland in groten getale naar Amerika kwamen. Het aantrekken van rare kleding is een specifieke gewoonte van de Kelten, die zich vooral vermomden als geesten en skeletten. De Kelten waren ook degenen die met het van deur tot deur bedelen begonnen en het uithalen van grappen met de minder gulle mensen. Vroeger bestonden giften uit geld, brood en boter, en produkten van de herfst-oogst, zoals appels, noten en wortels. Melk, en vooral melk met room erbovenop, werd zeer hoog geprezen.
Pompoenen, nu een vast onderdeel van Halloween, zijn een typisch Amerikaanse toevoeging aangezien ze niet bekend waren in Europa. De traditie van de Jack-O’-Lantern komt er wel vandaan. Volgens dit verhaal uit de Ierse folklore was er een man die Jack heette en bekend stond als dronkeman en trickster. Hij zou de duivel ooit in een boom hebben gelokt, waarna hij een kruis op de boom kerfde en daarmee de duivel opsloot in de boom. Jack maakte een deal met de duivel dat hij hem naar beneden zou laten als de duivel hem nooit meer zou verleiden. Volgens het verhaal zou Jack na zijn dood de toegang geweigerd zijn tot de hemel, maar ook tot de hel. In plaats daarvan gaf de duivel hem een enkele gloeiende spaan om zijn weg te vinden in het donker. Jack plaatste die in een uitgeholde biet om hem langer te laten branden. Bij gebrek aan bieten in Amerika, gebruikten de Ieren pompoenen en zo raakten die bij de Halloween traditie betrokken.
De tricks die werden uitgehaald bestonden in vroeger tijden vooral uit het omgooien van outhouses (schijthokken) of van hun hengsels lichten van deuren. In de steden werd dat zeep op de raam smeren, toiletpapier in de tuinen gooien en het kapotmaken van Jack-O’Lanterns. Iets echt destructiefs wordt algemeen als totaal niet in de traditie van de dag gezien. Als het tegenwoordige geregeld uit de hand loopt met Halloween (vooral in studentensteden wil de mix van drank en losbandigheid met een masker op nog wel eens ontsporen) dan is dat in de oorspronkelijke viering een belediging voor de bezoekende geesten.