Niet partijen maar aanvoerders beslisten deze verkiezingen. Rutte, Kaag, Baudet en aan andere kant van de balans Hoekstra, Klaver en Marijnissen. Ik laat Ploumen even buiten beschouwing want Asscher had zijn partij leiderloos achtergelaten. Ik weet nog niet of ik hem dat moet verwijten, het was uiteindelijk zijn eigen achterban die hem kwijt wilde – waarbij nog mag aangetekend dat Asscher zelf in 2107 Diederik Samsom onderuit had gehaald. Werden hier nog rekeningen vereffend? Het doodvonnis was misschien onvermijdelijk voor een ouderwetse partij. Asscher had het wel mogen uitzitten, wat mij betreft.
Terug naar die leiders. Ik klaag al langer over de veelheid aan loopjongens en loopmeisjes die op die lijsten opduiken. Fractiemedewerker is het beste opstapje naar kamerlid. Relatief weinig kamerleden zijn echt volksvertegenwoordigers. Nummer 3 op de VVD lijst, de persoonlijk adviseur van Rutte, wordt nu fractieleider. Pechtold had zich al omringd met deskundigen in plaats van politici en die stroomden dan ook gemakkelijk door naar uitvoerend werk.
Leiders. Waar staan die partijen voor? De NRC breekt zich het hoofd over twee liberale partijen die nu het midden vormen van de Nederlandse politiek (in het artikel ernaast legt Tommy Wieringa het hard rechtse contingent in ons parlement op de pijnbank – nou ja, de nazi verheerlijkend en haatzaaiers, de zevende partij klanten, de chauffeur van Pim: zij lachen erom). Maar liberalisme is niet waarop de VVD of D66 campagne voerden. Het ging om leiderschap, zowel bij Rutte als bij Kaag, en ze wonden er in hun posters en campagne uitingen geen doekjes om.
Ik ben zo langzamerhand hopeloos ouderwets in mijn verlangen naar beginselpartijen, moet ik vaststellen. Beginselen zijn plezierig als je besluiten moet nemen en ze geven de kiezer of het partijlid een idee van richting. Je hoeft niet elke keer weer pragmatisch te overwegen welke kant je op wil, beginselen wijzen die kant aan. En je hoeft niet iedere verkiezing van partij te wisselen. Maar ja, inderdaad, hopeloos ouderwets.
Veel mensen waren blij met de winst van D66, de Telegraaf was blij met de ineenstorting van links, wat dat woord ook nog mag betekenen. Zelf vond ik de winst van Baudet, niet onverwacht na een campagne gericht op corona ongenoegen, het meest verontrustend. Corona ongenoegen kan ik me voorstellen, maar het negeren van de kletspraat in FVD gelederen niet. De kiezer maalt er niet om. Die kiezer geeft er evenmin iets om dat Wilders haat zaait tegen een flink deel van de Nederlanders (Leo Lucassen is de enige die daarover stevig aan de bel trok, zonder veel effect, helaas). De kiezer geeft niets om het opportunisme van Eerdmans en zijn bende.
Je kunt nauwelijks optimistisch zijn over dit resultaat. 28 rechts radicale kamerleden kunnen niet meeregeren. 25 linkse kamerleden likken hun wonden. Het midden is het enige dat overblijft. Niets te kiezen daar. Een schamel resultaat, helaas.