Wat maakt iemand een Democraat of een Republikein? Het antwoord: ouders, woonplaats, interesse in een politieke carrière en ideeënwereld. In deze volgorde. Meer dan wat dan ook is het een gevoel van een leefwereld waar je bij hoort. Kinderen van Democratische ouders zullen meer positiefs horen over de rol van de overheid, minderhedenbeleid en emancipatie dan kinderen van Republikeinse ouders die belastingen, vrije markt en individuele verantwoordelijkheid erin zullen pompen. En als het dan over politiek gaat, dan kan de Republikein, respectievelijk de Democraat natuurlijk niets goed doen.
Dat is natuurlijk allemaal een zaak van grote, brede streken want wat een Democraat en wat een Republikein is, ligt nergens vastgelegd. Er is geen beginselprogramma, het is niet zeker dat de kandidaat van een partij ook zal doen wat hoort volgens het geijkte patroon. En het varieert in de loop van de tijd. Kijk bij Partijen, kiezers en opkomst hoe het zich ontwikkeld heeft.
De partij van Lincoln, de Republikeinen, kon lange tijd op de steun rekenen van de (weinige) zwarten die mochten stemmen. Democraten waren racisten of onverschillig. Een president als Woodrow Wilson liet het totaal onverschillig wat er in het Diepe Zuiden (of in zijn eigen staat New Jersey) met zwarten gebeurde, terwijl Republikeinen als Warren Harding en Calvin Coolidge (ja, ja, die conservatieve lieveling) er moedige woorden over spraken.
Franklin Roosevelt veranderde daar wel wat aan, zij het vooral door zijn reputatie als redder van de economie, niet omdat hij erg veel deed voor burgerrechten. Nee, pas Lyndon Johnson, die in 1964 en 1965 met de burgerrechtenwetgeving een eind maakte aan de segregatie, was de Democraat die de meeste zwarten Democratisch deed stemmen. Opmerkelijk, want juist de Democraten in het Diepe Zuiden waren de grootste racisten en waren het moeilijkst over te halen om Johnson te steunen.
In de loop van de jaren zeventig en tachtig werd het zuiden dan ook Republikeins. Deels uit ergernis over die burgerrechten wetgeving, deels omdat de conservatieve zuiderlingen alleen maar Democratisch waren omdat honderd jaar tevoren de Democratische Partij de partij van het Zuiden was, in de Burgeroorlog. Democratische Afgevaardigden waren vaak eindeloos veel conservatiever en zelfs reactionair dan liberale Republikeinen uit het Midden Westen of New England. En nu is het Diepe Zuiden Republikeins terrein.
Kortom, het is een gecompliceerd verhaal. Partijen zijn vooral kiesmachines en niet ideologische beginselpartijen. En verkiezingen draaien om personen niet om partijen. Er zijn mensen die vrolijk hun leven lang op een Republikein als burgemeester stemmen terwijl ze Democraat zijn, gewoon omdat ze de betreffende man kennen.
Registratie
Burgers moeten zich als kiezer registreren. In de meeste staten doen ze dat als Demomcraat, Republikein of Independent. In sommige staten mag je als je je als Democraat registreert niet meestemmen in de voorverkiezingen van de Republikeinen. Dat leidt soms tot strategisch registreren. Als jouw staat of district namelijk erg Republikeins is en je wilt meepraten (meestemmen) dan registreer je je als Independent of als Republikein. Heeft met opinie niets te maken. Verder heeft het ook geheel geen consequenties.
Idem voor wie een politieke carrière wil. Lange tijd was het zo dat in Texas iedereen die wat wilde als Democraat kandideerde, want Republikeinen werden toch nergens voor gekozen. Nu is het omgekeerd. Kandidaat zijn voor de Democraten garandeert verliezen. Neem Phil Gramm, een conservatief baasje, nu Senator voor Texas. Hij begon als conservatief Democratische Afgevaardigde. Tijdens de Reagan `revolutie´ zag hij het tij keren en maakte een verstandige carrière move: hij stapte over naar de Republikeinen die qua ideeën veel dichter bij hem stonden. Hij was zo slim om zijn district om een nieuwe verkiezing te vragen en hij werd opnieuw gekozen, nu als Republikein. Alle mediaaandacht was genoeg om wat later op te stappen naar de Senaatszetel voor Texas, die nu ook in Republikeinse handen kwam. In 1988 probeerde hij nog eens presidentskandidaat voor de Republikeinen. Zonder succes.
Ga maar na. Van Colin Powell en eerder van Dwight Eisenhower, beide militair en dus zogenaamd onpolitiek, was niet bekend bij welke partij ze hoorden. Maar toen hun potentieel als kiezerstrekker duidelijk werd, vochten de partijen erom. En het valt nog steeds vol te houden dat Colin Powell veeleer thuishoort in de Democratische dan in de Republikeinse Partij. Dat geldt in elk geval voor de binnenlandse politiek. De rede die hij op de afgelopen Republikeinse conventie hield, veegde zijn partij de mantel uit over de verhouding tussen de hulp die het bedrijfsleven krijgt en de hulp die arme kinderen in Amerika krijgen. Maar ja, Powell maakte carrière in Republikeinse regeringen. Die mensen kent hij en zo bleek hij dus toch Republikein.
Eisenhower had beide partijen voor het uitkiezen. De generaal was paars avant la lettre, want het maakte hem eigenlijk niets uit. Zijn regering bleek ook niet geweldig Republikeins maar het grote verschil was natuurlijk wel dat hij putte uit een reservoir van Republikeinse mensen.
Minderheid in het congres
Ook de verdeling in het congres is van belang. Tot 1994 was het vrijwel onmogelijk dat je als Republikeins Afgevaardigde een rol van betekenis speelde. De Democraten hadden al sinds 1954 de meerderheid in het Huis en wie mee wilde spelen kon beter Democraat zijn.
Natuurlijk zijn er ook mensen die ervan overtuigd zijn dat hun ideeën alleen maar in een bepaalde partij zijn te vinden. Meestal is dat onzin. Er zijn hele conservatieve christelijke lieden in het Zuiden die Democraat zijn (veel zwarte christenen zijn conservatief, maar toch niet Republikeins), al is het zeker waar dat Christelijk Rechts zich niet thuis zal voelen bij abortus en homo’s tolererende Democraten. Evenzo zal een activist van de Sierra Club weinig gehoor vinden voor milieu argumenten bij de Republikeinse Partij.
Zo gaat geleidelijk aan een deelgroep helemaal op in een van de partijen. Milieu bij de Democraten, Christelijk gedoe bij de Republikeinen. Maar ook dat kan gaan schuiven. Vakbonden worden altijd Democratisch geacht maar in de tijd van Reagan stapten ze over naar de Republikeinen. En als ze hun belangen beter kunnen afdwingen bij de andere partij, dan zijn ze weg. Want ook dat is een sleutel tot het systeem: waar worden onze belangen het best behartigd?
Amerika is al jaren paars
Qua ideeënwereld overlappen de achterbannen van beide partijen elkaar nogal en dat komt omdat de Amerikaanse samenleving een hele grote middengroep kent die dezelfde ideeën heeft. Alleen de extremenen zijn uniek voor elke partij. Het grote midden is gematigd conservatief, voor de vrije markt, voor een redelijke rol van de overheid, voor een verstandig buitenlands beleid. Democraten hebben meer vakbondsleden als lid, terwijl big business Republikeins stemt, maar ze doen dat beide om voordelen te krijgen van de overheid. Ze eten uit dezelfde trog en met dezelfde gulzigheid.
Dat brede politieke midden wordt dan weer eens door de ene, dan weer eens door de andere partij bevolkt. Clintons grote succes was dat hij de Democraten weer in het midden neerzette, het falen van Bush de Oudere en in 1996 Bob Dole was dat hun partij een zootje extreem ongeregeld rechts leek. Bush de Jongere probeert dat nu weer recht te breien, schijnbaar zonder al te veel succes.
Kandidaat stellen
De essentie is dat in de VS het partijlidmaatschap nauwelijks relevant is. Iedereen kan meepraten, meedoen, niemand vraagt naar je lidmaatschapskaart. Een kandidaat wil gekozen worden en vraagt steun, zowel van Democraten als van Republikeinen. Een heel andere verhaal is hoe je uiteindelijk de kandidatuur verwerft, want daar hebben beide grote partijen een soort exclusief systeem opgezet dat hun kandidaten bevoordeeld. Maar toch, de Democraten konden er niets tegen doen dat een Ku Klux Klan lid, mijnheer Duke, in Louisiana als Democraat meedeed aan de voorverkiezingen.