Volgens Volkskrant-correspondent Jan Tromp, die zichzelf een ‘argeloze Europeaan’ noemt, is Amerika gefascineerd door geweld. In een land met die fascinatie, ‘waar geweld tot het alledaagse tijdverdrijf behoort, kan men niet zonder doodstraf’, schrijft Tromp. Ik zal deze argeloze waarnemer zijn krasse observatie niet ontnemen [hk] Tromp zat al wel vier maanden in New York toen hij het schreef [hk] maar het is natuurlijk klinkklare onzin.
Inderdaad, het is waar dat de doodstraf is verbannen in honderdtien landen van de wereld. De Europese Unie laat geen landen toe die de doodstraf hanteren. Met het hanteren van de doodstraf bevinden de Verenigde Staten zich in het bedenkelijke gezelschap van China, Iran, Saoedi-Arabië en Kongo. Met enige regelmaat vegen Europese landen de Verenigde Staten de mantel uit over de doodstraf, hoewel hun principiële stellingname vaak pas enkele decennia oud is.
Toch is er in Amerika nauwelijks oppositie tegen het principe van de doodstraf. Er zijn geen landelijke politici die ertegen uitspreken. Bill Clinton, held van menig Europeaan, haastte zich in 1992 terug naar Arkansas om als gouverneur het doodvonnis te bekrachtigen van een geestelijk gestoorde zwarte man. Hij moest wel: het nalaten was politieke zelfmoord geweest. Dat begrepen we best. We knepen een oogje toe: Bill meende het niet echt. Dat was wel anders met George W. Bush. De gouverneur van Texas werd in 2000 hoogstpersoonlijk verantwoordelijk gehouden voor de grote hoeveelheid doodstraffen die Texas uitdeelt en voltrekt. Waarin verschilde hij van Clinton? Bush wond er geen doekjes om dat hij het nut inziet van de doodstraf, en zo denken de meeste Amerikanen erover. Clinton had het er liever niet over.
Een paar jaar geleden schreef ik een stukje waarin ik betoogde dat de doodstraf wellicht een goede ‘oplossing’ was voor het probleem-Timothy McVeigh. Deze 28-jarige man had 167 mensen vermoord door in 1995 in Oklahoma City een kantoorgebouw op te blazen. Er was geen twijfel over zijn rol als dader en evenmin over zijn motieven en zijn gezonde verstand. Was de doodstraf niet een uitstekende straf voor zo iemand, zo vroeg ik me af, te meer daar voor een man van McVeighs leeftijd levenslange gevangenisstraf uitzonderlijk wreed oogde.
Het stukje leverde heftige reacties op maar op de argumenten werd nauwelijks ingegaan. Iedereen vond dat McVeigh nooit meer vrij zou mogen rondlopen, maar de doodstraf werd op principiële gronden afgewezen. Met levenslang hadden mensen geen probleem. Als hij maar opgeborgen was. Sindsdien ben ik ingedeeld in het kaartenbakje ‘voorstanders van de doodstraf’. Toch was het enige dat ik had betoogd dat een samenleving het recht heeft te kiezen voor een doodstraf in plaats van levenslang en dat daarvoor goede argumenten zijn te vinden. De Amerikanen hebben daarvoor gekozen en dat is hun goed recht.
[k2]Buiten de rechtsorde[2x]
Toen in Nederland toenmalig minister Nawijn kranig sprak over de mogelijkheid van de doodstraf voor Volkert van der G., kreeg hij zowat het hele land over zich heen. De held blies schielijk de aftocht. Een debat(je) volgde. Nawijn werd zowat gekielhaald, maar alleen minister Donner nam de moeite inhoudelijke argumenten aan te voeren. De rest riep maar wat. Wie de doodstraf niet afwijst, zo kregen we van de politieke kansel te horen, is ‘middeleeuws’, ‘onbeschaafd’ of ‘buiten de rechtsorde’.
Oppositie tegen de doodstraf op principiële gronden is gemakkelijk. Té gemakkelijk, vind ik. Wat is nu precies het verschil met levenslang, dat deze principiële tegenstanders zo gemakkelijk accepteren? Is het moreel beter te verantwoorden om Timothy McVeigh de rest van zijn leven op te sluiten dan om hem ter dood te brengen? Het onomstreden uitgangspunt is dat mensen als McVeigh en Dutroux permanent uit de samenleving verwijderd moeten worden. De doodstraf voorziet daarin en is dus ontegenzeglijk effectief. Burgers hoeven niet bang te zijn dat iemand na een aantal jaren ‘behandeld’ is, tot inkeer gekomen, de Here heeft gevonden of een ‘tweede kans verdient’ en dan wordt losgelaten.
De angst voor dit soort slap beleid is een belangrijk argument van voorstanders van de doodstraf. En laten we eerlijk zijn, al te vaak zijn do-gooders in staat gebleken veroordeelden weer vrij te krijgen. De schrijver Norman Mailer wist de moordenaar Jack Abbott uit de dodencel te krijgen omdat hij in de gevangenis zo mooi was gaan schrijven. Binnen zes weken vermoordde Abbott iemand in New York. In Nederland hadden we de Groningse moordenaar van prostituees die na zijn vrijlating nog eens drie vrouwen doodde. In België ontsnapte Dutroux nog voordat hij goed en wel veroordeeld was. Enige scepsis bij de burger is begrijpelijk.
Maar mag de samenleving wel voor God spelen? Ja, natuurlijk mag ze dat. Met levenslang doet ze niets anders. Laten we voor het gemak uitgaan van mensen van wie de schuld aan begane misdrijven onomstotelijk vaststaat, zoals Timothy McVeigh of de beruchte Jeffrey Dohmer, een geperverteerde homoseksueel die vijfendertig jongens vermoordde, pekelde en in tonnen onder zijn huis verborg. De mogelijkheid van juridische dwaling is hier niet aan de orde. Is levenslang dan humaner dan de doodstraf? Ik weet dat zo net nog niet. McVeigh wist het wel. Hij koos voor de dood: hij ging niet in beroep en liet zich executeren. Dohmer wist het waarschijnlijk ook. Alleen werd hij veroordeeld in een staat waar de doodstraf niet geldt. In 1996 werd Dohmer doodgestoken door medegevangenen [hk] nadat televisiestations zo onkies waren geweest interviews met de moordenaar uit te zenden.
Als Amerikanen het over de doodstraf hebben, gaat het vaak over wraak. Meestal wordt wraak gezien als een onwaardig element in ons rechtsstelsel. Boetedoening vinden we beter klinken. Maar waar het om gaat, is dat in alle gevallen het belangrijkste nut van straf de bestraffing is, je moeten inderdaad boeten voor een fout. Wraak is in die zin gewoon onderdeel van ons systeem. Maar waarom mag dat ineens niet bij de doodstraf? Is wraak dan ineens middeleeuws of onbeschaafd?
Ik vind het moeilijk mij in slachtoffers en hun familie te verplaatsen, maar ik kan mij voorstellen dat het nabestaanden genoegdoening geeft om de dader letterlijk definitief verwijderd te zien. Zonder doodstraf loop je altijd het risico dat een moordenaar zoals die van Gerrit-Jan Heyn na vijftien jaar vrij rondloopt, een uitkering heeft gekregen en per televisie bedelt om medeleven voor de zware tijd die zijn vrouw en zijn kinderen hebben doorgemaakt. Dat moet zijn slachtoffers pijn doen.
Als sterkste argument tegen de doodstraf wordt altijd aangevoerd dat die het onmogelijk maakt juridische dwalingen te herstellen. Dat is ontegenzeglijk waar. Maar het geeft geen antwoord op de principiële vraag of de doodstraf is toegestaan.
[k2]Willekeur in de uitvoering[2x]
Hoewel de meeste Amerikanen niet principieel tegen de doodstraf zijn, realiseren ze zich heel goed dat er nogal wat praktische problemen komen kijken bij de uitvoering ervan. In de praktijk blijkt de feitelijke tenuitvoerlegging van de doodstraf samen te hangen met de politieke toestand van het moment. Een staat als New York kent de doodstraf, maar gedurende twaalf jaar weigerde gouverneur Mario Cuomo de vonnissen te tekenen. Zijn opvolger dacht er anders over en toen gingen ze weer gewoon door. Idem in Californië. Zou Bill Clinton dat doodvonnis ook getekend hebben als hij niet president had willen worden? Er zit ontegenzeggelijk willekeur in de praktische uitvoering.
Een sterk argument tegen is verder dat de rechtsgang vaak belabberd is. Dat mag natuurlijk niet als er een mogelijke doodstraf op het spel staat. Slechte of slapende advocaten leiden tot veroordelingen van arme sloebers, terwijl dure toppleiters zorgen voor vrijspraken van rijke lui zoals O.J. Simpson. Ook duiken er onevenredig veel Amerikanen uit etnische minderheden op in de dodencel.
In verscheidene Amerikaanse staten is de uitvoering van de doodstraf stopgezet omdat er aantoonbaar problemen waren met de rechtsgang en de waarborgen voor een eerlijk en fair proces. De gouverneur van Massachusetts, Mitt Romney, probeert dat nu te omzeilen door een nieuwe eis te introduceren. Voor de doodstraf moet de juridische standaard voor schuld niet enkel beyond reasonable doubt zijn maar moet er sprake zijn van no doubt about the defendant’s guilt. Hij wil ook de doodstraf alleen voor de ‘ergste van de ergste misdrijven’ met strengere eisen dan tot nog toe aan het bewijsmateriaal (alleen direct bewijs bijvoorbeeld).
Over de afschrikwekkende werking van de doodstraf is weinig bekend. Bij de meeste misdrijven die voor doodstraf in aanmerking komen, is dit aspect niet aan de orde. Ze worden in een opwelling begaan, of in een uit de hand gelopen situatie. Maar zou de dreiging met de doodstraf voor moord op een publieke functionaris de moordenaar van Pim Fortuyn hebben weerhouden? Of de doodstraf voor moord op een gegijzelde en ontvoerde ondernemer de dood van Gerrit-Jan Heyn hebben voorkomen? In de VS staat op het doodschieten van een politieagent vrijwel altijd levenslang of de doodstraf. Je weet natuurlijk nooit zeker of het leidt tot minder dode politiemannen, maar het kan menig heethoofd weerhouden.
Het beeld van de bloeddorstige Amerikaan, zoals geschetst door Jan Tromp, klopt dus niet. Er wordt in Amerika heel zinnig nagedacht over de doodstraf (en soms ook heel onzinnig). Je hoeft het er niet mee eens te zijn. Maar het is goed mogelijk om niet principieel tégen de doodstraf te zijn zonder er meteen voor te zijn en die in Nederland te willen invoeren. Ik ontzeg geen samenleving het recht de doodstraf te hanteren en evenmin om euthanasie of abortus legaal te maken. Principes hoeven niet gelijkgeschakeld te zijn, zelfs niet in beschaafde westerse landen. Daar kun je over discussiëren, daar kun je over van mening verschillen. Lees er maar ruim tweehonderd jaar vonnissen van rechters van het Supreme Court op na. Amerika als samenleving heeft bij volle bewustzijn en na heftig debat gekozen voor de doodstraf [hk] dat lijkt me verstandiger dan die buiten de discussie te plaatsen.