Dagelijkse opiniepeilingen die de leiding van het campagneteam vertellen uit welke hoek de electorale wind waait. Zijn tegenwoordig behoorlijk goed opgezet, zodanig dat een campagne vaak precies weet hoe de kandidaat er ergens voor staat. Daardoor zijn ze ook in staat om een nieuw onderwerp uit te testen of een aanval te openen en direct het resultaat te meten. Soms laat een kandidaat een ballonnetje op en merkt dat het niets oplevert, waarna het geruisloos weer verdwijnt. Of als het wel werkt, wordt het ineens vreselijk belangrijk.
Op deze manier weten campagnes ook in welke staten er beweging zit in het kiezersvolk, of waar een onderwerp ineens blijkt aan te slaan. Zo kunnen ze de beperkte middelen en de kandidaten op de meest effectieve plaatsen inzetten. Als de meerderheid in een staat dreigt te slinken, wordt er onmiddellijk actie ondernomen.