Toen George Washington in april 1789 de eed zou afleggen als eerste president boog het Congres zich over de vraag hoe de nieuwe machthebber moest worden aangesproken. Suggesties varieerden van ‘His Excellency’, ‘Elective Majesty’, ‘His Serene Highness’ tot ‘His Highness, the President of the United States and Protector of the Rights of the Same’. Na veel heen en weer besloot het Congres tot de meest eenvoudige maar ook meest veelzeggende aanspreektitel: ‘Mr. President’. Deze gewoonte strekt zich uit tot het hele overheidsapparaat: Mr. of Mrs. gevolgd door het ambt. Zo spreek je een ambassadeur ook aan met Mr. Ambassador. Overigens blijven titels een heel leven meegaan. Ook een ex president is Mr. President, een ex-minister Mr. Secretary.