Inkomensongelijkheid

Winner of loser?

Democraten: +

Republikeinen: +/-

Campagne

Sinds het Romney debacle (vijf auto's, drie huizen, 47 %) zijn de de Republikeinen voorzichtiger, maar ze zullen steeds terugkomen op de klacht dat de Democraten de Amerikaanse droom niet erkennen en afgunst aanjagen.

De Democraten kunnen inspelen op een diep gevoeld ongenoegen over de enorme ongelijkheid, gecombineerd met het gevoel van de middenklasse dat ze de aan het terugvallen zijn en hun kinderen minder kansen hebben. Wel lastig dat Hillary en Bill miljoenen binnenhalen.

Zal een belangrijke onderwerp worden, mits goed gespeeld een net winner voor de Democraten in de groep van zwevende kiezers.

Inhoud

Sinds het veelbesproken maar weinig gelezen Capital in the Twentieth Century van Thomas Picketty staat ongelijkheid ook in de Verenigde Staten hoog op de agenda. Het onderwerp was niet nieuw, maar Picketty zorgde voor een dieper bewustzijn. Hij toonde dat verlaging van de hoogste belastingschijf onder president Reagan er enkel toe leidde dat de grootverdieners zich extra inspanden om zoveel mogelijk dollars binnen te harken – ze hielden er immers veel meer aan over.

Sinds die tijd ook inkomen uit vermogen zo laag belast dat Warren Buffet, een van de rijkste mannen ter wereld, klaagt dat hij procentueel minder belasting betaalt dan zijn secretaresse.

De tolerantie voor deze excessen lijkt af te nemen. Een paar opiniepeiling in de afgelopen maanden geven een idee. In een New York Times/CBS onderzoek stelt tweederde deel van de Amerikanen dat rijkdom gelijkmatiger verdeeld zou moeten zijn. Het percentage dat vindt dat ‘iedereen een gelijke kans heeft vooruit te komen’ is sinds begin 2014 met 17 procentpunten gedaald. Zes van de tien ondervraagden zeggen dat alleen mensen aan de top die kans hebben, 57 procent wil dat ‘de overheid meer [doet] om de kloof tussen arm en rijk te verkleinen’.

We zijn hier getuige van een wreed ontwaken uit de Amerikaanse droom. Het idee dat iedereen die ‘hard werkt en goed zijn best doet’ vooruit kan komen, zoals president Clinton het ooit formuleerde, was altijd al een wassen neus, een collectief beleefde mythe die mensen met hun lot verzoende. Als het niet lukte dan lag het immers aan jezelf. Steeds minder Amerikanen geloven die nonsens. Steeds minder Amerikanen vertrouwen op de vooruitgang tussen generaties, de zekerheid dat hun kinderen het beter zullen hebben dan zij. Ze weten dat het niet zo is.