Degene die aan kop ligt in de verkiezingsrace. Pas helemaal tegen het einde is dat een aantrekkelijke positie, want iedereen probeert de front runners te laten struikelen. Wie tot front runner wordt gebombardeerd moet aan hoge verwachtingen voldoen. Je krijgt meer media aandacht, meer interviews, journalisten komen vaker kijken en luisteren, maar het risico op een struikelpartij neem geweldig toe.
Je hoeft helemaal niet permanent front runner te zijn, als je aan het eind maar wint. John Kerry gold begin 2003 als zodanig, maar hij zakte in de loop van het jaar helemaal weg. Aan het einde van de rit, bij de eerste caucus in Iowa, dook hij niettemin op als winnaar. Intussen was Howard Dean tot front runner gebombardeerd en dat was een druk die Dean niet aankon. In 2008 gaat de eer naar Hillary Clinton . Het is waarschijnlijk goed voor haar campagne als ze in een vroeg stadium wat buitelingen maakt, zodat het niet allemaal vanzelf lijkt te gaan. Daar houden kiezers namelijk niet van. Ze willen wel wat te kiezen hebben. Anders steken ze de kandidaat zelf wel een stok tussen de benen.
De Republikeinen hebben dit jaar al een stuk of zes front runners versleten, zodat je je mag afvragen wat de term nog waard is.