Verzamelnaam voor kiezers die een hoge prioriteit geven aan traditionele waarden en normen. Op economisch terrein zijn ze meestal tamelijk liberaal en anti-overheid, hoewel ze nog weleens in verwarring raken als er overheidsgeld valt te halen voor door de kerk gesteunde goede doelen. Op buitenlands politiek terrein zijn ze middle of the road en dat betekent in Amerika behoorlijk nationalistisch – haviken. Het is verleidelijk om deze groep te beperken tot de christelijk-rechtse vleugel van de Republikeinse Partij, maar dat is misleidend. Veel Amerikanen zijn sociaal conservatief, vooral in vergelijking met West-Europa. Bovendien houden traditioneel Democratische groepen, zoals zwarten en Hispanics, er behoorlijk conservatieve normen op na.
Voor de echte social conservatives zijn de normen en waarden in het dagelijks leven belangrijker dan economische belangen. In de praktijk betekent dat onvoorwaardelijke steun voor het gezin als hoeksteen van de samenleving, tegen abortus, tegen seks buiten het huwelijk, tegen voorbehoedsmiddelen, homohuwelijken, drugs en andere hedonistisch geachte excessen. De jarenzestiggeneratie van de Clintons en hun vrienden worden symptomatisch geacht voor het verval van deze waarden.
In 2008 speelden deze social values nauwelijks een rol. Rudolph Giuliani was twee keer gescheiden, John McCain één keer en Hillary vertegenwoordigde toch echt de Clintons. Dit jaar hoopte de conservatieven op brave lieden als Bachmann, Palin en Perry maar die zakten al vroeg door het ijs. Een andere brave borst, Herman Cain, bleek serie sexual harassment verzamelaar. Newt Gingrich is twee keer gescheiden, drie keer getrouwd en een liefhebber van affaires. Blijft over Mitt Romney. Die is braaf, een Mormoon die geen koffie of alcohol drinkt, maar één vrouw heeft. Maar ja, die is weer niet christelijk, vinden de christelijken. Het is ook nooit goed. (Zie ook: culture wars, family values, social issues.)