Kiezers in de staat Missouri, die ongeveer in het midden van het land ligt, hebben sinds 1940 altijd gestemd voor de uiteindelijke winnaar – met uitzondering van 1956. In de tussentijdse verkiezingen voor de Senaat van 2006 bevestigde Missouri zijn reputatie. Toen verloor de zittende Republikein Jim Talent van zijn Democratische uitdager Claire McCaskill, waarmee ook de meerderheid in de Senaat van kleur veranderde en de partij van president Bush verloor. Het zette de toon voor een desastreuze uitslag voor de Republikeinen.
De reden dat Missouri zo goed voorspelt wie gaat winnen, heeft te maken met zijn geografische locatie en zijn bevolkingssamenstelling. De staat weerspiegelt bijna perfect de demografische, economische en politieke opbouw van de natie. Met aan beide kanten een grote stad – St. Louis in het oosten en Kansas in het westen – en daar tussenin een grotendeels landelijke bevolking, is de balans tussen rood en blauw ongeveer zoals die landelijk bestaat. Sinds 1980 ligt de mediaan van de Amerikaanse bevolking in Missouri: evenveel mensen wonen ten westen van dat punt als ten oosten ervan. Die mediaan verschuift al sinds 1790 naar het westen, maar sinds 1970 ook sterk naar het zuiden. Tegenwoordig zijn het staten als Ohio, Florida en Pennsylvania die de verkiezingen beslissen. Naar Missouri wordt niet zoveel meer gekeken. (Zie ook: How does it play in Peoria?, Heartland, Rood en Blauw).