Mediamarkt

Campagnes kopen tijd in bij televisie- en radiostations om hun kandidaten te promoten. Daartoe verdelen ze het land of de staat waarin ze actief zijn in mediamarkten. De vraag is grofweg: hoe bereik je met zo min mogelijk kosten zo veel mogelijk potentiële stemmers. Een mediamarkt is een regio waar mensen hetzelfde media-aanbod hebben. Meestal gaat het om grotestadsgebieden, al kunnen die soms ook in segmenten verdeeld worden. Los Angeles is een mediamarkt, net als New York. Daarbinnen is er een markt voor Hispanics, van zwarten en van Aziaten, die allemaal naar specifieke stations kijken of luisteren. De mediamarkt van Boston strekt zich uit tot het zuidelijk deel van New Hampshire, de staat in New England waar de eerste voorverkiezing wordt gehouden. Dat betekent dat de stations en media die vanuit Boston opereren, ook die eerste kiezers bereiken.

Meestal wordt een markt genoemd naar de grootste stad. Radiomarkten zijn kleiner dan televisiemarkten aangezien radio niet op de kabel zit en vaak in de auto wordt beluisterd, en bovendien zijn de beperkingen voor het adverteren op de radio van oudsher strikter. In het bespelen en analyseren van mediamarkten doen campagnes niets anders dan gewone marketeers: ze kijken hoe ze hun product het beste kunnen verkopen aan een zo groot mogelijke doelgroep. Verkopen in deze context betekent enerzijds het inkopen van tijd voor commercials anderzijds het verkrijgen van media-aandacht voor de kandidaten – free publicity.

Kandidaten moeten goed opletten hoe ze hun campagne indelen, zodat ze zo veel mogelijk grote mediamarkten bereiken. Zo besloten Walter Mondale en Geraldine Ferraro in 1984 aan het begin van de campagne om voorlopig samen op te treden om het voordeel van de eerste vrouw op een ticket uit te buiten. Het nadeel daarvan was dat ze maar de helft van de mediamarkten konden bestrijken. Meestal zien de twee kandidaten op een ticket elkaar niet meer tot de verkiezingsdag. Twee campagnes leveren nu eenmaal meer op dan één. In ieder geval in kiezerscontacten.