Bundler

Iemand die potentiële donateurs bij elkaar brengt op zo’n manier dat de kandidaat met zo min mogelijk kosten zoveel mogelijk geld binnenhaalt. Denk aan dineetjes voor duizend dollar per couvert of iets dergelijks. Amerikaans slang voor een hoop geld verdienen is ‘to make a bundle’. Als je die grootverdieners kunt bundelen, inpakken en met een mooie cadeaustrik erom bij de kandidaat inleveren, dan ben je een bundler.

Hele goede bundlers, trouwe friends of, kunnen hopen op een overnachting in de Lincoln-kamer van het Witte Huis, of wellicht een ambassadeurschap als beloning. Niets serieus hoor, maar een post bij het Vaticaan, in Oostenrijk, Luxemburg of Nederland, landen waar een ‘politieke vriend’ geen kwaad kan doen. Vandaar dat we de afgelopen decennia genoten van een pizzaondernemer, een bankier, een vriendin van Hillary, een hypothekenlichter, een zakenman. Alleen toen Nederland lastig was, tijdens de kruisrakettencrisis, kregen we een serieuze diplomaat. Maar ja, dat was Paul Bremer die later in Irak pas liet zien hoe goed hij is in het scheppen van chaos.

 

De bundlers staan in de rij. George W. Bush had in 2000 bundlers die hij ‘Pioneers’ noemde. Ze hadden allemaal toegezegd om minstens honderdduizend dollar aan fondsen te werven – onder de geldende voorwaarden waarbij de maximumbijdrage per persoon 2300 dollar is in de voorverkiezingen, 2300 in het echte spel, oftewel 9200 per echtpaar. Een eenvoudige rekensom leert dat je met een stuk of vijftig rijke gasten, 25 stellen, al ruim over de drempel bent. Nederland is traditioneel een van de favoriete posten voor politieke benoemingen van ambassadeurs, zowel van Republikeinse als van Democratische zijde. We hebben al heel wat bundlers zijn langskomen.

Alle ABC items in dit boek: