Wat maakt de Democraten zo zwak?

Het aanstaande verlies van de Democraten roept de vraag op waarom de Democratische Partij niet in staat is een electorale vuist te maken, terwijl de Republikeinen hen, ondanks hun Trump-ziekte, aan alle kanten voorbij racen. Het antwoord, u raadt het, is complex, of beter gezegd, er zijn veel antwoorden of randanalyses die deelaspecten duidelijk maken.

Om te beginnen zijn het midterms met een Democraat in het Witte Huis. Dat loopt nooit goed af voor de partij in het Witte Huis, zie 1994, 2006, 2010, 2014 en 2018, met verschillende partijen. Kiezers wijten alles wat hen niet bevalt aan de president en, eerlijk is eerlijk, als het goed gaat claimt de president ook alle eer. Inflatie, immigratie en misdaad zijn fijne onderwerpen – voor de Republikeinen – om de huidige regering en congresmeerderheid om de oren te slaan.

Ook is de opkomst bij midterms altijd minder dan bij presidentsverkiezingen. Dat schaadt Democraten over het algemeen meer dan Republikeinen. De laatsten hebben trouwer kiezersvolk, het meestal oudere Amerikanen (veel boomers die hun jaren zestig idealen hebben ingeruild voor huisje, boompje, beestje standaarden). In 2018 konden de Democraten op de golven van afkeer van Trump hun kiezers enthousiasmeren, het omgekeerde, positieve reacties op een partijgenoot, hielpen niet in 2010. Toen kwamen de Obama-kiezers van 2008 niet opdagen. In 2020 kwamen de kiezers wel, maar dat was om Trump weg te jagen. Het leverde de Democraten minimale meerderheden op in het Congres. Anders gezegd: Trump verloor maar de Democraten wonnen niet.

Ook een structurele factor is dat de kiezers van de Democraten vaker in steden wonen dan Republikeinse kiezers. Dankzij Amerika’s aftandse kiessysteem zijn ze ondervertegenwoordigd in kiesdistricten op het platteland, waar minder kiezers nodig zijn om te winnen. Bovendien zijn ze armer en is het lastiger voor Democratische kiezers om een halve dag in de rij te staan voor de schandalig slecht georganiseerde verkiezingen in Amerika. De Republikeinen hebben het aantal plekken waar je kunt stemmen, en het aantal tijdstippen waarop dat kan, drastisch gereduceerd en het zal niemand verrassen dat dit hun kiezers bevoordeelt.

Allemaal structurele problemen die Democraten alleen in een jaar waarin veel op het spel staat kunnen pareren. Nu staat er wel degelijk veel op het spel dit jaar, maar niet in een vorm die electorale winst voor de Democraten oplevert. Terzijde: de rol van groot geld is belangrijk maar gelijk verdeeld over beide partijen. Ze storten allebei kapitalen in verkiezingen. Tech miljardairs zijn net zo vaak bij de Democraten te vinden als bij de Republikeinen, als zijn er weinig in het Republikeinse kamp als Peter Thiel, die rijk werd van Paypal, en als doelstelling heeft de Amerikaanse politieke infrastructuur te vernietigen zodat de overheid nauwelijks meer relevant is.

Maar het grootste probleem zijn die Democraten zelf: ze zijn hun ergste vijand. Een van redenen is dat Democraten over het geheel genomen keurige politiek bedrijven, anders dan de Republikeinen zijn ze niet bereid alles te doen voor de macht. Het zet ze onmiddellijk op een afstand. Ook nu, maar eerst de lange termijn factoren.

Anders dan menigeen vanaf 2008, de crisis en de verkiezing van Obama, had verwacht is Amerika niet progressiever geworden, niet een land dat van zijn overheid verlangt dat die behulpzaam optreedt. Het is moeilijk vast te stellen dat het land per se veel conservatiever is geworden, in elk geval niet in de traditionele zin van kleine overheid en lage belastingen. Donald Trump wist Hillary Clinton de weg af te snijden en maakte (en maakt) daarmee duidelijk dat een kiezersgroep die eigenlijk Democratisch zou moeten zijn, namelijk blanke lage en midden middenklasse, de Democraten wantrouwt.

Kort door de bocht: veel oorspronkelijk Democratische kiezers wijten hun problemen aan globalisme en high tech die hun industrie kapot maakte. De Democraten hebben niets voor ons gedaan, klagen ze. En ze hebben niet ongelijk. Als Barack Obama iets te verwijten valt dan is het dat hij dat gevoel niet heeft kunnen keren (en Bill Clinton voor hem dat evenmin deed). De Republikeinen hebben dit zelfbeklag kundig omgezet in niet-sociaal economische onderwerpen (die stiekem natuurlijk wel sociaal economisch zijn). Amerika is niet conservatiever geworden ook al is de Republikeinse Partij op extreem rechts verdwaald. Amerika is radicaler geworden, kortzichtiger en staat meer open voor een eenvoudige boodschap die gemakkelijk via social media valt te verspreiden. Progressief en conservatief zijn weinig bruikbare middelen om het electoraat te analyseren.

Sowieso hebben de Democraten een moeilijker verhaal. Voor hun programmatische doelstellingen hebben ze een actieve overheid nodig. Dat kost moeite en het kost geld. Joe Biden deed zijn best en boekte zelfs successen, maar wat je altijd mist bij de Democraten is dat ze zichzelf niet eigenaar maken van de agenda, anders gezegd: ze verkopen hun successen slecht. Zelfs goede communicatiepresidenten, zowel Obama als Clinton, konden hun retorische vaardigheden hier niet rendabel maken, laat staan dat ze gewoon populistisch verkondigden dat de hoogste inkomens en vermogens meer belasting zouden moeten betalen. Als je agenda door zestig tot zeventig procent van de kiezers wordt gedeeld terwijl je steeds weer verkiezingen verliest, dan is het hoog tijd om de hand in eigen boezem te steken. En, het complement hiervan, de Republikeinen genadeloos aan te pakken.

Een ander probleem is de diversiteit binnen de Democratische Partij. Het is de partij van de minderheden. Maar minderheden is meervoud en dus zitten niet alle delen van de Democratische Partij op dezelfde lijn en helaas zijn de Democraten te veel bezig met identiteit. Allemaal reuze belangrijk maar niet iets waar de gemiddelde Amerikaan mee bezig is.

Voor de Democraten zijn de zwarte kiezers onmisbaar. Soms te onmisbaar waardoor het gemakkelijk is voor Trump en zijn trawanten om via hondefluitjes of openlijk racisme blanke kiezers kwaad te maken. Hetzelfde geldt voor de Hispanics, Amerikanen met een spaanstalige achtergrond. Een deel van hen stemt wel degelijk Republikeins (Cubanen in Florida) en ook in de deze gemeenschap bestaat afkeer van nieuwe immigranten.

In de cultuuroorlogen, de aanscherping van de tegenstellingen tussen de sociaal conservatieve kiezers en de progressieve regenboogkiezers, lijden de Democraten nederlaag na nederlaag. Het recente abortusbesluit is een voorbeeld. Maar dit is een Amerika waar boeken verboden worden, onderwijs verarmd raakt en Republikeinse politieke correctheid in dwangregels wordt vastgelegd. De Democraten verliezen misschien niet de oorlog (er is homohuwelijk, zij het bedreigd), maar wel elke veldslag.

Organisatorisch zijn de Democraten niet zo sterk. Ze stralen te weinig een gezamenlijke boodschap uit en in plaats van te gaan voor wat haalbaar is, willen ze het onderste uit de kan. Zie de progressieve Democraten in het Huis die Bidens agenda traineerden en uiteindelijk ondermijnden. Noch president Clinton, noch Barack Obama besteedden veel aandacht aan hun opvolging, noch programmatisch, noch personeel. En dan is er een breder Amerikaans probleem: de politieke elite is bejaard tot zeer bejaard en zit in de weg.

Voor tegenstanders is het gemakkelijk de Democraten neer te zetten als een partij van de elite uit beide kuststreken, hoog opgeleide intellectuelen die neerkijken op de gewone kiezer. Dat is vaak hun eigen schuld. Barack Obama had het over ‘bitter gestemde mensen die hangen aan hun geweren, hun geloof en hun afkeer van mensen die anders zijn dan zij’. Hillary Clinton, hardleers als altijd, ging daar overheen met haar ‘basket of deplorables’ in 2016.

De Democraten hebben meer last van principes. Er wordt in Amerika veel gebabbeld over woke-terreur. Politieke correctheid wordt hoog geacht. Democraten pakken overtreders van normen snel aan – senator Al Franken was binnen een week verdwenen na klachten over seksueel wangedrag. Daarentegen hebben de zogenaamd sociaal conservatieve Republikeinen geen moeite met schuinsmarcheerders zoals Donald Trump of hypocriete leugenaars zoals een aantal senaatskandidaten. Met die correctheid maken de Democraten het zichzelf moeilijk.

Tenslotte kunnen we vaststellen dat Democraten niet goed zijn is het gebruiken van macht om meer macht te verwerven of bestaande macht te consolideren. Sinds 2000 hebben de Democraten op staatsniveau verkiezing op verkiezing verloren, daardoor hebben de Republikeinen de kiesdistricten zo kunnen verdelen dat hun macht vrijwel onaantastbaar is geworden, het zogenoemde gerrymandering. De Democraten hebben beleid op staatsniveau genegeerd, althans het niet een prioriteit gemaakt, waardoor ze inmiddels in een aantal staten buitenspel gezet zijn.

Als ik het moet samenvatten dan komt het er toch op neer dat Democraten de macht niet hard genoeg willen. Ze zijn niet gedisciplineerd of creatief genoeg om de electorale en intellectuele kracht die ze in hun huis hebben ook optimaal uit te buiten. De noemer om dit alles samen te vatten is een mooie Amerikaanse uitdrukking: The Democrats always bring a knife to a gun fight.

Volgende week de Republikeinen.

Nederlandse hypocresie weer in volle glorie naar Qatar.

Wie gedacht had dat Nederland of Nederlanders of hun staatshoofd een gebaar zouden maken over de corrupte WK in Qatar was naïef. Als het om voetbal gaat en sport in het algemeen hebben we een track record van hypocrisie.

Weet u nog, Argentinië 1978? We hadden geen enkele moeite gehad om de wereldbeker uit handen te ontvangen van Jorge Videla, de bloeddorstige dictator van Argentinië. Als Rensenbrink niet de paal had geraakt, dan hadden we daar gestaan. Nou ja, we stonden er al. Erheen gaan omdat je dan wat kunt laten zien of horen, we horen het nu ook weer. Een paar Nederlanders gingen naar de moeders die op de Plaza van Buenos Aires demonstreerden omdat hun kinderen verdwenen, lees vermoord, waren. Een stevig gebaar! Pas in 1982 toen de opvolger van Videla, Leopoldo Galtieri, in Poetin stijl, een serieuze fout maakte door de Falklands aan te vallen, kwam het regime ten val. Nederland had er niets aan bijgedragen.

Jaren later was het land te klein toen Willem Alexander (let op, hij komt nog terug) een Argentijnse wilde trouwen wiens vader in datzelfde Videla regime minister was geweest. Het geblaat was niet van de lucht en papa mocht niet op de bruiloft komen. Maar goed dat we die finale in 1978 verloren anders was onze zogenaamde principiële opstelling nog doorzichtiger hypocriet geweest.

In 2014 maakte Poetin goede sier met de duurste Olympische winterspelen ooit in Sotchi. We vonden het allemaal best, al was duidelijk dat Poetin een autoritaire keer had genomen. Willem Alexander dronk gezellig een pilsje met de dictator. We wonnen vast weer veel medailles met rondjes draaien in een stadion. Later dat jaar pikte Poetin de Krim in, de eerste fase van de oorlog tegen Oekraïne. 

De WK in Rusland gingen in 2018 aan onze neus voorbij, zodat we weer wat meer geluiden hoorden over de ongepastheid van de corrupte toewijzing aan Rusland (samen met Qatar). Maar het feest ging gewoon door, ik kan me niet herinneren dat iemand Rusland aan de schandpaal nagelde.

En nu, na jaren van informatie over de moorddadige manier waarop stadions zijn gebouwd die nergens voor dienen in een niet voetballende woestijnstaat, moeten we opnieuw te rade over onze principiële stellingname. Het loopt geheel voorspelbaar af.

Onze voetballers gaan weer zorgen voor oranje straten en, zoals altijd, volstrekt ongerechtvaardigd optimisme over onze kwaliteiten. Nee, even niet over mensenrechten. Sport en politiek moet je gescheiden houden.

Het kabinet stuurt, geheel volgens verwachting, een afvaardiging om op die met bloed doordrenkte tribunes onze jongens aan te moedigen. Je moet blijven praten, zegt onze geheugengestoorde premier, dan komt het vanzelf goed met die mensenrechten. China, volgende halte, denkt hij meteen. We applaudiseren niet voor de tribunes maar voor de voetballers, hoorde ik. Ze hebben gas en de winter wordt koud.

De Tweede Kamer is ertegen maar reken er maar niet op dat D66, de belangrijkste factor hierin, zijn poot stijf houdt. De Christen Unie wel, die steekt zijn nek uit. Je kunt niet roepen ‘de spelen moeten doorgaan’, zei Gert Jan Segers, verwijzend naar de infame woorden waarmee indertijd Avery Bundage de Olympische Spelen in München in 1972 door liet gaan na de moord op de Israëlische atleten. 

Het schijnt dat Willem Alexander ook weer van de partij wil zijn. Die is altijd in voor een feestje onder minder geslaagde omstandigheden – corona vakantie als je niet mag reizen, ik noem maar iets. Het wachten is op een foto waarop de koning een glas vruchtensap zal heffen met enige gerokte vertegenwoordigers van moordenaarregimes die toevallig het gas en de olie hebben die we nodig hebben.

Ik verbaas me er niet over. Maar doe niet net of sport niets met politiek heeft te maken, de FIFA niet corrupt is en onze koning ons vertegenwoordigt.

De verkiezingen die de democratie ondermijnen

Vergeet de voorspellingen, niemand weet het. Laten we eens kijken wat de gevolgen zijn, of kunnen zijn. Laat ik helder zijn: dit gaan niet de verkiezingen worden waarin de Republikeinen worden afgerekend op hun lafheid, hun gebrek aan lef om Trump te veroordelen (te impeachen) voor 6 januari. Als senaatsleider Mitch McConnell zijn nek had uitgestoken en zijn collega senatoren opdracht had gegeven om voor impeachment te stemmen dan was Trump voorgoed uit de Amerikaanse politiek verdwenen. Nu waren maar zeven Republikeinen bereid de verantwoordelijkheid te nemen. McConnell vluchtte achter het excuus dat Trump inmiddels al geen president meer was. Hij zit nu met een partij die door Trump gemanipuleerd wordt, maar vanuit machtsoogpunt had McConnell het goed: er is gerede kans dat hij weer meerderheidsleider wordt.

Het grootste kwaad is dat als gevolg van deze lafheid de Big Lie Amerika heeft veroverd, zoals was te voorzien en ik op 18 januari 2021 in de Standaard schreef, of beter gezegd, Trump heeft zowat de helft van de Republikeinen ervan overtuigd dat de verkiezingen die hij verloor door hem zijn gewonnen. En passant heeft hij het electorale systeem gecorrumpeerd en in allerlei staten zijn mensen kandidaat die dat systeem zodanig willen omvormen dat zij nooit kunnen verliezen. Zoals altijd is het de rücksichtlosheid van Republikeinen om macht te verwerven die imponeert. Daar kunnen Democraten een puntje aan zuigen.

De 6 januari commissie heeft duidelijk gemaakt dat de Big Lie een product is van de liegende, immorele Trump zelf. Hij had al maanden tevoren aangekondigd dat hij alleen kon verliezen als er fraude was (sterker, hij had dat in 2016 al gezegd) en zo de geesten rijpgemaakt voor een daadwerkelijk ontkennen van de uitslag. Wie het patroon vanaf 5 november 2020 overziet, ziet een gedreven, bewuste poging de grondwet te schenden.

De commissie heeft ook laten zien dat Trump heel goed wist dat hij de verkiezingen verloren had. Hij vertelde het verscheidene van zijn acolieten en liet het tussen neus en lippen horen. Pas toen hij doorhad dat zijn eigen leugens mogelijk tractie konden hebben, ging hij vol op het orgel van de leugen. Meer dan de helft van de kandidaten voor Huis- en Senaatsverkiezingen van de Republikeinen meent dat Biden niet legitiem president is. Ik ben niet verbaasd over deze psychopaat, maar vooral over de mate waarin mensen die beter wisten erin meegingen.

De bedreiging voor de Amerikaanse democratie is evident. De Republikeinen hebben deze ontwikkeling toegestaan, in veel gevallen toegejuicht, zoals ze Trumps birther nonsens over Obama accepteerden. Verderfelijke types als Ted Cruz, Lyndsey Graham, Josh Hawley, Marco Rubio en zo nog wat van die lui die in 2016 zagen wat Trump meebracht en hem veroordeelden, lopen keurig in de pas. Toen het van pas kwam draaiden ze om als een blad aan de boom en kusten Trumps voeten, ook na 6 januari. Allemaal weten ze beter, allemaal zijn ze uit op macht.

De grootste ramp van deze mid terms is dat deze corruptie van de democratie wordt genegeerd. De Republikeinen krijgen geen rekening gepresenteerd voor Trump, noch voor de Big Lie en hun uitverkoop van waarden. Als kiezers politici niet afrekenen op hun wangedrag, kun je inderdaad weinig vertrouwen meer hebben in democratie als systeem dat een rechtsstaat in stand houdt. En dat is precies het probleem: als de Republikeinen corrupt macht verwerven dan gaan de Democraten ook twijfelen.

#

Het lijkt moeilijk voor te stellen dat het Huis Democratisch blijft, de enige vraag is hoe groot de afstand wordt. Een Republikeinse meederheid betekent dat Kevin McCarthy, een politicus van het allerlaagste soort, een man zonder normen en zonder karakter, de Speaker wordt. En, tussen haakjes, ook de tweede persoon in de opvolging als er iets met Biden gebeurt (na Harris).

Het is goed u te herinneren dat McCarthy op 6 januari ‘s avonds zei dat Trump verantwoordelijk gehouden moest worden gehouden voor de aanval op het Capitool. Een week later was hij in Florida om bij de staatsgreeppleger zijn loyaliteit te betonen. Hij deed zijn best om de 6 januari commissie te torpederen. Dit is ook de McCarthy die zich in 2015 liet ontvallen dat de Benghazi hearings (over de aanval op een Amerikaanse consulaat in Libië) enkel bedoeld waren om Hillary Clinton, verantwoordelijk minister van Buitenlandse Zaken, schade toe te brengen.

Wat kunnen we verwachten? Om te beginnen dat McCarthy nog niet zo gemakkelijk als Speaker gekozen kan worden omdat een deel van de extreem rechtse afgevaardigden hem haat. Mijn inschatting is dat ze toch in de pas zullen lopen. En laten we wel wezen, zijn liegende en bedriegende onderknuppels, waaronder de ooit veelbelovende Elise Stefanik, zijn niet veel beter. En als Jim Jordan ook maar ergens in de buurt komt, krijg ik de creeps.

Vervolgens zal de 6 januari commissie worden opgedoekt, wat gelukkig niet zal verhinderen dat hun rapport nog dit jaar uitkomt. De volgende stap is het opzetten van hoorzittingen over Hunter Biden. Ik heb niets met Hunter Biden, ik denk dat hij inderdaad een klaploper is op zijn vaders bekendheid. Maar laten zien dat dit het geval was, zes, zeven jaar geleden, heeft weinig zin. Laat strafvervolging volgen als het nodig is, de rest is tijdverspilling.

Er komen vast ook andere hoorzittingen, onder andere over corona beleid, al moeten de Republikeinen daarmee oppassen vanwege Trumps incompetentie op dat terrein. Belangrijker is dat een Republikeins Huis meteen al weer de uitbreiding van het schuldplafond van de Amerikaanse overheid zal afstemmen, waarmee we in een vast Republikeins spelletje komen: tegen het schuldplafond stemmen als er een Democratische president zit en ervoor als kleine Bush en Trump schulden maken door de rijken belastingverlaging te geven. So far, so voorspelbaar. De volgende sluiting van de overheid zit eraan te komen.

Een extreem rechtse idioot als afgevaardigde Majorie Taylor Greene heeft aangekondigd impeachment hearings te gaan vragen over Biden. Het geeft aan dat impeachment een politieke speelbal is geworden (ik verwijt dat ook de Republikeinen die dit spel in 1996 begonnen). Maar het gaat niet gebeuren. Er is niets om over te impeachen.

Oogst in het Huis na 6 januari: stagnatie, spel voor de Bühne en eenhoop gekissebis. De regel die de Republikeinen in de jaren 2010 hanteerden: als er geen meerderheid binnen onze eigen gelederen is dan doen we niets, zal weer opgeld doen. Eventuele wetgeving kan door Biden met een veto worden tegengehouden.

Als de Senaat weer Republikeins wordt dan heeft dat grotere gevolgen. Het betekent dat alle benoemingen van Biden vrij spel bieden aan McConnell om te traineren, te stelen of conservatieven te benoemen, zoals we van hem gewend zijn. En let op, McConnell gaat zich dan keren tegen Trump. Hij heeft een probleem als Trump-kandidaten zoals die in Georgia en Arizona gekozen worden, maar McConnell zou McConnell niet zijn als hij dat niet wist op te lossen.

Mocht een van de rechters van het Supreme Court omvallen dan heeft McConnell al aangekondigd dat hij een voorgedragen rechter van president Biden zal traineren. Zo stal hij de zetel die Obama in 2016 had moeten vullen, hij zal het opnieuw doen.

Voor beide huizen samen geldt dat het met Republikeinse meederheden moeilijker zal worden om geld vrij te maken om Oekraïne te steunen. Niet omdat de Republikeinen Poetin-groepies zijn zoals onze Baudet, maar omdat ze wel de traditionele isolationistische kaart zullen spelen.

#

Waar dit in 2024 toe zal leiden is ongewis. Ik blijf bij mijn stelling dat Trump geen kandidaat zal zijn en wordt daarin gesteund door diens voormalig advocaat Michael Cohen die dezelfde redenen aanvoerd in de Washington Post die ik eerder op een rijtje zette (voor niet abonnees zet ik Cohens argumenten hieronder). Of DeSantis Trumps rol kan overnemen staat te bezien – in 2015 lag gouverneur Scott Walker van Wisconsin voor in de peilingen, hij kwam niet eens aan de eerste stemming toe.

Mijn hoop is dat Biden snel zijn terugtreden aankondigt zodat de Democraten een serieuze generatiewissel kunnen maken. Elizabeth Warren is te oud om nog mee te spelen, het is aan Pete Buttigieg en senatoren als Chris Murphy van Connecticut en mogelijk gouverneur Gavin Newsom van Californië om de Democraten op te frissen.

Maar het korte en het lange verhaal van deze midterms is dat een van de twee partijen de democratie vaarwel heeft gezegd en dat de Amerikaanse kiezers het nauwelijks kan interesseren. Democratie is een ragfijn spel van regels, systemen en, vooral, een gedeelde bereidheid om dat spel te spelen. De Republikeinen hebben afgehaakt en winnen er verkiezingen mee. Een autoritair regime in de VS valt niet meer uit te sluiten.

Michael Cohen in de Washington Post over 2024:

I also don’t believe that Donald is actually going to run in 2024. Because I believe that he knows that he cannot win and that, even if he did choose to run, that he will face opposition for the Republican nomination. He also knows very well, statistically, that he cannot win the general election. He’s lost those independents now, based upon Roe v. Wade, climate, student relief, etc. So what he’ll do is he will seek to remain relevant in the party by becoming a power broker and believing that whichever nominee he backs and endorses will owe him a duty of loyalty so that, in the event that his day of reckoning comes, they will terminate or pardon him from the plethora of litigation and consequences that currently plagues him.”

Midterms kunnen alle kanten op

De Democraten zijn weer in mineurstemming. Na een opleving deze zomer, lijken de peilingen weer richting Republikeinen te gaan. Natuurlijk zag ik liever een overweldigende golf richting Democraten maar laten we realistisch blijven: een flink aantal senaatszetels staat op stembiljetten in swing staten. En nu alle verkiezingen landelijk zijn geworden, kan het niet anders dan krap zijn in die staten. 

Ik kan er verder kort over zijn. Iedereen die claimt meer te weten over hoe het gaat aflopen lult uit zijn nekharen. Laat u niets wijsmaken: het wordt ongelooflijk spannend op 8 november en het kan, inderdaad, alle kanten op waaien.

De interesse in de midterms is groot in Nederland, zoals dat ook zo is bij presidentsverkiezingen. Het is het circus dat ons trekt, vermoed ik, en voor een deel de wens dat Democraten winnen. Uit alle hoeken en gaten zullen deskundigen hun licht laten schijnen. Mijn advies: negeer ze.

De PvdA en Arib.

Dat mevrouw Arib geen plezierige baas was, wist ik zelfs. Niet ingevoerd in Den Haag maar wel gehoord of gelezen. Geleidelijk aan blijkt dat dit voor niemand een verrassing was. Ze mocht op een zeker moment haar eigen mensen inhuren omdat andere fractiemedewerkers niet met haar konden/wilden werken. Ze werd voorgedragen als fractiesecretaris en ook gekozen, met tegenstand van de mensen met wie ze moest gaan werken.

Idem voor het kamervoorzitterschap. Zoals velen vond ik dat ze dat goed deed. Ik negeerde de achtergrondkennis over haar capaciteiten als leidinggevende en was verrast dat de Kamer haar liet vallen ten gunste van Vera Bergkamp. Niet meer. 

Over de procedure die is gevolgd bij het behandelen van de klachten over Aribs werkwijze heb ik geen mening. Ik ben alleen verrast dat het zo lang duurde voordat er iets gebeurde. Is de PvdA een harde partij door zich niet met al zijn kracht voor haar op te werken? Ik geloof er niets van. Niet introspectieve steun enkel omdat het om een partijgenoot gaat, lijkt me onverstandig en contraproductief.

Op het congres zaterdag zal Atje Kuiken, die het tot nu toe goed doet, een speech geven die de kerk in het midden houdt. Bewondering en respect, dankbaarheid, gemengd met rechtsstatelijke overpeinzingen maar uiteindelijk een stevig applaus van de aanwezigen.

Ondertussen heeft de wakkere krant met de als journalist vermomde opiniemaker Wouter de Winther, vrij schutsveld om weer eens lekker misogyn tekeer te gaan. Na Halsema, Kaag, Hermans en, ja, Ploumen en Arib, is het nu vrij vuren op Vera Bergkamp. Lelijke krant, lelijke journalistiek.

Ondertussen is het wel pijnlijk dat van de negen PvdA kamerleden er nu al drie zijn vertrokken, waaronder twee gezichtsbepalende vrouwen. Ploumens vertrek vond ik minder acceptabel dan dat van Arib. Ook als niet fractievoorzitster kon Ploumen haar kiezers vertegenwoordigen. Arib was zichtbaar ontevreden als Kamerlid, teleurgesteld dat ze niet nog een periode voorzitter mocht zijn. Het was, denk ik maar ik moet erkennen dat ik onvoldoende interne kennis heb, een Kamerlid waar je als fractie weinig aan had.

Is de PvdA erger dan andere partijen? Ik geloof er niets van. Ook elders wordt er genadeloos omgesprongen met mensen en kan middelmaat blijven zitten.

Terzijde: ik had deze week een eerste bijeenkomst met Tim ‘S Jongens, de nieuwe voorzitter van de Wiard Beckman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Hij heeft een stuk of vier van dit soort bijeenkomsten georganiseerd om kennis te maken en, neem ik aan, respons te krijgen. 

Hij hield een aardig verhaal over zijn eigen ervaringen met de disconnect tussen beleidsmakers en de mensen voor wie beleid gemaakt moest worden. Ik miste de volgende stap, een conceptueel verhaal over wat dat moet gaan betekenen. Maar ik was onder de indruk van zijn enthousiasme en antropologische onderzoekslust.

Hij vertelde dat de WBS zich gaat concentreren op het thema solidariteit. Ik keek daarvan op. Het lijkt me een beladen en weinig specifiek thema. We zijn solidair met Oekraïne, met Black Lives Matter, al of niet met boeren. Dat is een houding van welwillende eensgezindheid, steun als het nodig is. Maar binnen Nederland doet solidariteit als thema me te paternalistisch aan. Doe goed aan hen die het niet zo goed hebben, liefst zo efficiënt en doelgericht mogelijk. De discussie die volgde onderstreepte naar mijn idee die valkuil, met ietwat neerbuigende ondertonen. Ik stelde ook vast dat een niet gering deel van de samenleving wel de verzorgingsstaat ondersteunt en daar ook voor wil betalen, maar de uitvoering daarvan graag uitbesteed. Het lijkt me een feit, niet iets om een mening over te hebben. Ik ben solidair maar val me er niet mee lastig.

Ik pleitte voor een breder thema dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van mensen in een samenleving onderstreept. Een nieuwe grondslag voor de verzorgingsstaat. De sociaal democratie is volgens mij nog steeds een geweldig merk, een idee over hoe je de samenleving inricht, een idee waaraan je de daden van sociaal democraten en sociaal democratische partijen kunt afmeten. Het lijkt een uitdaging om met een breder begrip dan solidariteit te komen. Ik heb hier eerder over geschreven (ook over de onverminderde actualiteit van veel observaties van de node gemiste Bart Tromp). Klik hier voor mijn verhaal na de verkiezingsnederlaag van 2017. En dit in het blad van de WBS, Socialisme en Democratie.

 

Truss en de onverwoestbaarheid van domme ideeën, zoals supply side economie.

Het is een waar genoegen om mevrouw Truss en haar radicale minister van Financiën, Kwasi Kwarteng, in het stof te zien bijten. De markten reageerden furieus op hun absurde belastingverlaging voor de rijken, waardoor de tekorten enkel oplopen en scherpe kortingen op alle vormen van overheidsbeleid moeten volgen. De FT columnist Martin Wolf liet geen spaan heel van de gedachtenwereld achter dit voorgestelde beleid.

En het is inderdaad een bizarre throw back naar de Reagan flauwekul van supply side en de extreme verlagingen van de belastingen voor de rijken die Reagan en Tatcher doorvoerden, leidend tot de extreme ongelijkheid die we veertig jaar later kennen. Een van de meer positieve commentatoren claimde dat de groei van de jaren tachtig en negentig aan dat beleid te danken waren.

Dat is onzin. De diepe recessie van 1981-1983 (we zijn vergeten dat menigeen dacht dat Reagan na de midterms va 1982 een eentermijn president zou zijn), geëntameerd door Paul Volcker (met steun van de moedige Jimmy Carter) om de inflatie uit de samenleving te wringen, ruimde veel dood materiaal op. Dat was de impuls die de Amerikaanse economie nodig had. Niet Reagans belastingverlagingen. Die werden in 1981 werden al snel weer teruggedraaid en in 1986 kwam hij met het congres tot een grote herziening van het belastingstelsel. Inderdaad gingen de hoogste schijven omlaag maar dat was niet de motor voor groei, enkel de motor voor ongelijkheid.

En wat de jaren negentig betreft, het was Clinton die in 1993 de belastingen verhoogde, onder druk van het congres, voordat hij aan zijn neoliberale hervormingen van de sociale voorzieningen mocht beginnen (en voordat Hillary de gezondheidszorg mocht saneren – dat was ook meteen het einde daarvan). Clinton liet in 2000 een begroting in evenwicht achter, die vervolgens door kleine Bush om zeep werd geholpen.

Het is wat bizar om na het clowneske regime van Boris Johnson, die tenminste nog het inzicht had dat de overheid moet investeren in de rest van het land om de Engelse productiviteit te verbeteren en in de NHS om de wachtlijsten te verkleinen, nu ineens een neoliberaal radicaal regime opduikt. Die Kwarteng is interessant in zijn ideologisch radicalisme. Hij is, volgens alle verhalen, razend intelligent, maar ook in de greep van maar een enkel idee: kleine overheid, lage belastingen, leidt tot grote groei. Een drammer.

Truss schijnt in de loop van de jaren tot neoliberaal denken bekeerd te zijn. Het is waar dat niemand verrast moet zijn over haar blunder (dat is het als je je beleid na een week weer moet terugdraaien). Ze versloeg uiteindelijk de keurige minister van Financiën onder Boris die tenminste nog de tekorten wilde beperken.

Wat vooral frappeert is hoe lang idiote ideeën kunnen overleven. Je zou denken dat supply side economie en helemaal de variant daarvan dat lage belastingen voor de stinkend rijken enorme groei opleveren zo langzaam aan wel ten grave waren gedragen. Wat dat betreft is dit een interessante ontwikkeling: als een zombie kwam het falende beleid van Reagan en Tatcher weer terug. Als het leidt tot een snelle val van Truss en verkiezingen die de Tories straffen voor Brexit, voor Boris en voor Truss, des te beter. Maar het blijft een vreemd fenomeen dat twee personen zomaar beleid erdoor kunnen duwen dat niet bediscussieerd is en onmiddellijk schipbreuk leidt omdat het onzinbeleid is.

Midterms onvoorspelbaar.

De midterms zijn inmiddels meer onvoorspelbaar dan ooit. In de late zomer leken de Democraten in de lift te zitten, nu lijkt dat wat minder duidelijk. Eerst maar de Senaat. Daar hebben de Democraten te kampen met twee zetels die mogelijk verloren kunnen gaan. In Nevada en Georgia wordt het kiele kiele. In Wisconsin waar een van de meest ellendige Republikeinen zit, Ron Johnson, is niet zeker dat een winbare staat dat ook daadwerkelijk zal blijken.

Daar staat tegenover dat het er in de peilingen redelijk goed voorstaat in staten waar Trump idioten heeft neergezet (dat deed hij ook in Georgia, maar het electoraat daar staat er mogelijk niet voor open). In Pennsylvania heeft Democraat Fetterman een redelijke voorsprong op Dr. Oz, in Arizona leidt senator Mark Kelly tegen de vreselijke Blake Masters. In Ohio ligt de uitstekende Democratische kandidaat Tim Ryan licht achter op J.D. Vance, de als populist vermomde intellectueel (of is het omgekeerd?). Het doet me genoegen dat in Florida Marco Rubio maar heel weinig voorligt op Val Demings, maar ik zou mijn geld toch op Rubio moeten zetten. North Carolina is een staat om in de gaten te houden.

Het zal er om spannen. In 2016 en 2020 wonnen de Democraten niet de senaatszetels die mogelijk waren. In tussentijdse verkiezingen is over het algemeen de opkomst van Democraten lager dan bij presidentsverkiezingen (nog los van de Republikeinse dwarsbomerij). Of abortus dat deze keer kan veranderen, blijft de vraag. Ik moet eerlijk zeggen dat ik geen idee heb hoe dit uit zal pakken.

In het Huis liggen de Republikeinen zelfs zonder toss ups (kan beide kanten op vallen) op voorsprong. Het zal lastig worden om daar heel veel aan te veranderen. De verwerpelijke Kevin McCarthy zal wel Speaker worden, de op president en vicepresident belangrijkste nationale positie.

Er staan meer gouverneurszetels op het spel voor Democraten dan voor Republikeinen. Daar valt weinig winst te behalen en veel te verliezen. Gelukkig heeft Trump weer voor een paar idioten gezorgd, maar toch. 

Wat kan er nog veranderen de komende maand? Niet zoveel, denk ik. Er zijn nog wat debatten waar cruciale fouten gemaakt kunnen worden. Biden verdient meer krediet dan hij krijgt, zowel voor de economie als voor Oekraïne, hij moet dat krediet ook daadwerkelijk claimen.

Trump zou Trump niet zijn als hij niet met nog wat verrassingen komt. Maar de opinies over Trump zijn nu in beton gegoten. Daar gaat niets meer aan veranderen. Ik denk niet dat hij zijn kandidatuur voor 2024 aankondigt (ook later niet) maar zou hij het doen dan zou dat een enorme opsteker zijn voor de Democraten. Verder is het altijd afwachten of massamoorden of binnenlands terrorisme Amerikanen op drift jagen.

De algemene boodschap, denk ik, wat de deskundigen er ook van mogen zeggen: geen idee hoe dit gaat aflopen.

Xi en Poetin bewijzen ons een dienst door het falen van autoritaire regimes te onderstrepen.

Alle aandacht gaat de komende weken naar de midterms in Amerika. Kunnen de Democraten op zijn minst de Senaat houden en misschien beter dan verwacht presteren in het Huis? Gaan de Trumpkandidaten ten onder en durven de labbekakken in de Republikeinse Partij zich eindelijk los te maken van de psychopaat?

Ik kom er straks op terug maar wat er in Amerika gebeurt is onderdeel van de confrontatie van onze tijd: die tussen democratie en autoritaire regimes. De afgelopen jaren ging de trend richting autoritaire regimes, verlies aan vertrouwen in de democratie en de democratische processen, het opporren van ressentiment van ontevreden burgers als middel voor de elite om de macht te verwerven of te houden. Leiders als Xi en Poetin, maar ook Orban en Fox News meelopers, betogen al lang dat autoritaire (al of niet illiberaal genoemd) regimes beter zijn in het nemen van besluiten dan democratische systemen. Xi kon wijzen op de enorme economische groei die honderden miljoenen Chinezen hebben meegemaakt. De partij kan beter beslissen dan de burgers, kon hij met enige geloofwaardigheid betogen.

Ik denk dat China de komende maanden, jaren, razend interessant zal zijn om te observeren. Want terwijl in Amerika de Republikeinen de democratie sabotteren, lijkt Xi zichzelf in de weg te lopen bij het kapitaliseren van zijn eigen successen. Het is ironisch, of hoe je het ook maar wilt noemen, dat covid, afkomstig uit China en in eerste aanleg met enig succes bestreden in en door China, nu Xi’s archillespees blijkt. In Amerika konden vrolijk meer dan een miljoen mensen doodgaan, deels door gebrek aan beleid van de Trumpies en inherente Amerikaanse domheid, in China leek het goed uit te pakken. Minder doden, minder golven.

Tot het niet meer goed werkte. Een zero covid beleid in een samenleving waarin veel ouderen rondlopen die niet gevaccineerd zijn of een vaccin hebben gekregen dat slechter werkt dan de westerse, in een samenleving waarin nu de enige manier om de zaak te controleren lijkt te bestaan in het omtoveren van steden in coronagevangenissen waarin tientallen miljoenen mensen worden geîsoleerd en opgesloten. Het resultaat is voorspelbaar: de maatschappelijke onrust is groot, de economie vertraagt dramatisch en covid zal gewoon deel worden van China maar onder veel slechtere condities dan we er in het Westen aan moeten wennen. Niet an accident waiting to happen, maar een accident happening.

De teloorgang van Poetin en wat er nog restte van Ruslands reputatie van een serieuze militaire grootmacht levert acutere gevaren op dan China (Taiwan is voorlopig van de tafel, zoals ik eerder heb betoogd, weet China dat het die confrontatie nu niet kan winnen). Maar ook voor Rusland geldt dat het autoriataire model kapot is. Als de geldkraan van de EU voor Orban zou worden dichtgedraaid zou ook zijn regime waardeloos blijken.

Wat we zien is een real life experiment dat gaat laten zien of en hoe autoritaire regimes inderdaad beter functioneren dan democratische. Mijn lezing van dit verhaal is dat autoritaire regimes heel goed zijn in het nemen van besluiten en in het die erdoor duwen. Als een fase in een ontwikkeling heeft dat voordelen, zie Taiwan, Korea en andere tijgers. Zie China tot voor kort.

Maar het probleem met autoritaire regimes is dat ze niet in staat zijn te onderkennen wanneer beleid niet werkt of niet goed werkt, laat staan dat te erkennen. Ze kunnen niet bijsturen omdat ze zichzelf te hoog achten om fouten of vergissingen toe te geven. Xi zal vroeg of laat zijn covid beleid moeten aanpassen (na de oktober partij jamboree, schat ik zo) maar zal dat ongetwijfeld te laat doen om zichzelf te redden. Poetin had zijn beleid al moeten aanpassen, nu zit hij in de val van eigen makelij. Het kan alleen maar eindigen in tranen. In Korea en Taiwan en andere landen met militaire dictaturen of autoritaire regimes moesten opstanden de zaak redden. Toen werden het onvolmaakte democratieën. Of dat het voorland is voor Rusland en China, in plaats van een totalitair regime, waag ik te betwijfelen.

Democratieën hebben meer moeite om besluiten te nemen die getuigen van daadkracht. Maar ze zijn wel in staat om, al modderend en polderend, hun beleid aan te passen. Het Nederlandse covid beleid mag als voorbeeld gelden. De kracht van een democratie is dat je kritiek kunt hebben, alternatieven neer kunt leggen, en dat een overheid en een samenleving zich kunnen aanpassen aan wat de ervaring heeft geleerd. Ik denk dat we die boodschap beter moeten uitdragen en dat we meer geduld en compassie moeten hebben met ons eigen krukkig democratisch functioneren.

Het is te belangrijk om het podium over te laten aan charlatans en antidemocratische, ronduit kwaadwillende populisten, van de kleutervariant in de vorm van Baudet en zijn kwalijk riekende maatjes, tot de levensgevaarlijke vorm van Trump en zijn acolieten. Minstens even gevaarlijk voor vertrouwen zijn de BBB blaters, mevrouw van der Plas die recht voor zijn raap praat maar inhoudelijk niets bijdraagt.

Maar dat is natuurlijk allemaal klein bier vergeleken met het grote geweld waarin China en Amerika de toon zetten. Er staan grote dingen te gebeuren in China zelf. Met enig geluk kan het land de autoritaire regimes liefhebbers laten zien hoe desastreus zo’n regime kan uitpakken.