Morgen in de Standaard, België
De keizer heeft geen kleren aan en iemand moest het zeggen. Het boek van voormalig FBI-directeur doet het voor president Donald Trump. Nee, zegt James Comey, Trump is niet dom, hij lijdt niet aan dementie. Het is veel eenvoudiger en veel gevaarlijker. Trump heeft geen moreel kompas. Hij is, in de woorden van Comey, ‘moreel ongeschikt om president te zijn’. Comey wijst er terecht op dat de kiezers Trump in het Witte Huis gezet hebben en daarvan de consequenties moeten dragen. Een impeachment zou te gemakkelijk zijn. De Democraten zouden dat ter harte moeten nemen: wie gekozen is door het volk moet ook door het volk weggestuurd worden.
Wat we inmiddels weten is dat iedereen die met Trump omgaat er besmeurd vanaf komt, soms met onherstelbare reputatieschade. Hoewel Comey nu hoog te paard zit, zal ook hij niet onbeschadigd de arena verlaten. Vermoedelijk heeft Comey dat risico bewust genomen en toen hij daarvoor koos, de hardst mogelijke lijn gevolgd. Hij beschrijft Trump als een moreel en ethisch gehandicapte man die zich gedraagt als een maffiabaas door van iedereen in zijn omgeving loyaliteit aan zijn persoon te eisen. Het is een rauw beeld maar het is zo helder en zo scherp, dat zelfs de meest fervente Trump-fan het niet kan negeren.
De ruggengraatloze Republikeinen in het Congres proberen dat, maar feitelijk was de ontslagname van Paul Ryan als Speaker van het Huis, de belangrijkste tegenhanger van de uitvoerende macht, een bevestiging van Comey’s aanklacht. Ryan heeft zich gecompromitteerd met deze president en vertrekt voordat hij erop wordt afgerekend. Een paar uur tevoren had Trump nog een foto van hemzelf en de Republikeinse leiding gestuurd: blanke mannen met een Trumpiaans opgestoken duim. Ryan deed braaf mee aan de leugen en vertrok de volgende dag.
De enige in de regering-Trump van nog onbesproken reputatie is minister van Defensie Jim Mattis. Mattis heeft de bijnaam Mad Dog, opgedaan tijdens zijn periode in Irak. Het schijnt dat Trump, overigens zonder inzicht hoe hij die bijnaam kreeg, daarvan gecharmeerd was, maar in de omgeving van deze Mad King lijkt Mattis de enige die niet knettergek is. We horen dat hij de reikwijdte van de aanvallen op Syrië van dit weekend beperkt wist te houden tot drie plekken, terwijl Trump zelf volgens bronnen het liefst ook wat Russische bases zou hebben aangevallen. Waarom Trump een militaire provocatie naar de Russen wilde, blijft onduidelijk maar het zou goed kunnen dat de enige reden lag in het laten zien dat hij tougher is dan Barack Obama.
Volgens die bronnen praatte Mattis Trump naar een minder ingrijpende aanval. John Bolton, Trumps nieuwe hardline veiligheidsadviseur, zou Mattis daarin zijn bijgevallen. Voor ons buiten het gekkenhuis komt het verwarrend over. Zet deze gegevens maar eens naast elkaar. President Trump, op zoek naar een warme vriendschap met Poetin, nam bewust het risico op een confrontatie. Hij liet zich ompraten, maar toen maandag zijn VN-ambassadeur Nikki Haley meer sancties aankondigde, vernederde hij haar door haar terug te fluiten.
Minister Mattis mag de enige zijn die zijn verstand erbij hield, hij stelde wel een militaire actie voor die uiteindelijke zonder betekenis was. Want ondanks de verklaringen van het Pentagon dat de doelstellingen bereikt zijn, stellen de aanvallen weinig voor. Ze veranderen niets, ze geven nauwelijks een signaal af en Assad en Poetin kunnen vaststellen dat deze Trump-actie nog slapper is dan indertijd Obama’s half geslaagde poging om grote hoeveelheden chemische wapens te vernietigen. De grote vraag is wat Mattis dan als doelstelling zag? Of was hij er alleen op uit Trump te temperen? Doordacht oogt het niet en het is bepaald niet uitgesloten dat ook generaal Mattis door zijn omgang met Trump besmeurd zal raken.
Comey’s kwalificatie van Trump als maffiabaas is misschien wat al te kras. Maar wie zich de gelegenheden herinnert dat president Trump de leden van zijn kabinet uitnodigde om te vertellen hoe dankbaar en vereerd ze waren om met hem samen te werken, ziet het patroon. Als een politieke Godfather eiste hij dat zijn mensen zijn hand kusten. Toentertijd ging vicepresident Mike Pence voorop in het schaamteloos slijmen, gevolgd door vrijwel alle ministers. De enige die er niet aan meedeed was Jim Mattis. Hij stelde vereerd te zijn ‘de mannen en de vrouwen van het ministerie van Defensie’ te vertegenwoordigen. Net als Comey had hij een hogere loyaliteit.
Maar deze Syrië-exercitie heeft hem geen goed gedaan. Het zou niet verrassen als de tegenvallende opbrengst voor deze president-zonder-kleren reden is om zich bij een volgende gelegenheid minder aan te trekken van zijn minister. Dan heeft Mattis nog maar één middel om aan de rem te hangen: dreigen met ontslag. Zo is Mattis de kanarie in de kolenmijn geworden: als hij vertrekt, dan weten we dat deze regering helemaal van verstandige mensen verstoken is. Dat alles mogelijk is.