Message: I hear you

Oude George Bush had een indexkaartje nodig om hem eraan te herinneren waar het over ging. De goede man las het op. Message: I care.

De psycho toont zijn medeleven en belooft van scholen forten te maken, vol met wapens. Het briefje in zijn handen vertelt hem wat hij moet zeggen – weet hij veel.

We hear you.

Zo cynisch is Trump

Dit is hoe cynisch de president en de NRA-gijzelaars zijn: ze organiseren na de moord op 17 mensen een conferentie over schoolveiligheid. Trumps oplossing? Laat alle scholen bewaken door bewapende lui. Bewapen de leraren. Kort samengevat: meer wapens.

Deze conferentie moest gaan over de onveiligheid die wordt gecreëerd door onbeperkt wapenbezit in de VS en gelukkig waren er een paar jongeren die dat aankaartten. Nog los van de praktische problemen met Trumps onzinplan, doet het niets aan de wortels van het probleem.

Precies zoals je kon verwachten. Het lijkt alsof de psycho met de ontvangst op het Witte Huis een opening maakte. Niets ervan. Het was een cynisch pr plot.

 

De hartverwarmende scholieren van Parkland, Florida

De reactie van de scholieren in Parkland, Florida, op de moord op veertien mede scholieren en drie docenten is hartverwarmend. Wij liefhebbers van Amerika hoopten dat het er ooit van zou komen. Waarom is er deze keer een echte reactie op de zoveelste massamoord en eerder niet? Ik denk dat scholen, zeker middelbare scholen, een buitengewone gemeenschap vormen. Zo herinner ik me mijn school.

Als we terugkijken dan ging het bij de moordpartij op de lagere school in Sandy Hook om kinderen onder de tien. In Las Vegas werden 59 muziekliefhebbers vermoord die verder geen band hadden. In Texas werd een halve kerkgemeenschap gedood, de rest was in private rouw gedompeld. Dit keer zijn er honderden overlevenden die het niet over hun kant laten gaan. We hoeven jullie ‘thoughts and prayers’ niet, riepen deze jongeren.

In schril contrast daarmee was de reactie van de politiek zoals verwacht. Inderdaad, ‘thoughts and prayers’ en verder helemaal niets. De National Rifle Association (NRA), de invloedrijke wapenlobby die door de scholieren terecht verantwoordelijk wordt gehouden voor deze massamoord, deed wat de club altijd doet: roepen dat het niet aan wapens ligt maar aan de mensen die wapens gebruiken. President Trump was net zo cynisch. Hij kon zijn tweetgedrag niet aanpassen en maakte er weer een narcistisch spektakel van. Na een paar dagen hadden zijn adviseurs bedacht dat hij iets moest doen en vreemd genoeg werd Trumps belofte om ‘bump stocks’ te verbieden, verlengstukken die van halfautomatische wapens volautomatische maken, ineens groot nieuws. Maar het cynisme droop er weer vanaf: dit had Trump ook voorgesteld na de moorden in Las Vegas. U raadt het: er werd nooit wat mee gedaan. De Trump-aanhang in het rechtse mediakamp heeft inmiddels een volledige dagtaak met het verklaren dat de scholieren naïeve mensen zijn die worden aangestuurd door duistere linkse krachten.

De grote vraag blijft hoe het kom dat Amerika in de hele wereld het land is met de meeste wapens, de meeste doden door wapengeweld en het enige land waar met de regelmaat van de klok massamoorden plaatsvinden. Als ik het er met wapenbezitters over heb, is de discussie meestal snel afgelopen. Net als een onderwerp als abortus liggen de opinies muurvast: je bent voor of je bent tegen. Er zijn geen tussenposities. Zo ook met wapens. Gevoed door die NRA vinden de meeste wapenbezitters dat elke vorm van regulering het begin van het einde is. Het wordt gepresenteerd als een absoluut recht, vastgelegd in de grondwet.

Je had gedacht dat de moord op de lagere school kinderen in Sandy Hook iets fundamenteel zou hebben veranderd. De staat Connecticut deed wel degelijk wat en het schijnt ook nog succes te hebben, maar op landelijk niveau was de reactie pijnlijk voorspelbaar: de verkoop van nog meer wapens en de roep om nog vrijer wapenbezit en in eht Congres pogingen om het dragen van wapens in de publieke ruimte te vergemakkelijken. Sinds de moordpartij op de lagere school hebben meer dan 25 staten de vrijheid uitgebreid om een wapen mee te brengen naar cafés, kerken, scholen, universiteiten en andere plekken. Let wel: uitgebreid, niet teruggedraaid. De schietpartij in Las Vegas vond plaats toen het Congres wetgeving overwoog om de ‘verborgen-wapens-wetgeving’ van een staat ook te laten gelden in staten die deze regels niet hebben. Dan kunnen Texanen hun wapens meenemen naar, pak weg, Minnesota. Het wetsvoorstel werd in december door het Huis aangenomen. In Texas hoef je sinds juli 2014 ook niet meer 48 uur te wachten, maar kun je je wapen meteen na aankoop uit de winkel meenemen. In Florida mag je iemand neerschieten zonder dat dit arrestatie oplevert. Het is aan het Openbaar Ministerie om te bewijzen dat je ‘niet redelijk’ handelde. ‘Stand your ground’, heet dat.

Geen land in de wereld kent meer massamoorden met vuurwapens dan de Verenigde Staten: meer dan één gemiddeld per dag, afhankelijk van waar je de grens legt voor ‘massamoord’. Maar dat is in zekere zin misleidend, omdat de overgrote meerderheid van vuurwapenmisdaden in Amerika, goed voor meer dan 35.000 doden per jaar, niet deze vorm heeft. Ongelukken en zelfmoord tikken harder aan. Ieder jaar zijn er wel hartbrekende verhalen van een kleuter die papa’s revolver uit het nachtkastje haalde en zijn vriendje of broertje doodschoot. Nog wreder is dat het Congres gemakkelijk te installeren veiligheidswaarborgen voor vuurwapens weigert te verplichten.

Het aantal wapens in de VS wordt geschat op meer dan 310 miljoen. Volgens het Pew Research Center hebben vier van de tien Amerikanen een wapen of wonen ze in een huisgezin met wapens. De helft van de Amerikanen zegt te zijn opgegroeid in een huis waarin wapens aanwezig waren. Het aantal vuurwapendoden in de VS is meer dan 25 maal zo hoog als dat in andere ontwikkelde landen. Daarvan is ongeveer twee derde deel onbedoeld, zelfmoord of niet vastgesteld, en een derde deel moord of doodslag. Zelfmoord met een vuurwapen ligt in de VS ongeveer acht keer zo hoog als elders.

Na Newton en ook na de racistische moord op negen kerkgangers in Charleston, South Carolina, op 17 juni 2015, zei president Obama: ‘This is not who we are.’ Hij klonk gelaten na de zoveelste woorden van rouw tijdens zijn presidentschap en doordrongen van een bewustzijn van machteloosheid. Maar hij had ongelijk. Dit ís Amerika. Massamoorden door individuen met wapens zijn een uniek Amerikaans fenomeen. Het hebben van een wapen is deel van de identiteit van een groot aantal Amerikanen. Ook de gedachte dat meer wapens meer veiligheid bieden, is een uniek Amerikaanse illusie, een typisch geval van cognitieve dissonantie: het wegredeneren van de feiten om je mening te laten prevaleren.

De vaststelling dát wapenbezit een onaangenaam maar bepalend onderdeel is van de Amerikaanse identiteit, beantwoordt niet de vraag waarom. Eén verklaring ligt in het verleden: Amerika was altijd al een gewelddadige samenleving. Altijd geweest. Altijd gebleven. De eerste kolonisten waren geen doetjes. Ze werden bedreigd door de lokale indianen en vochten onderling de nodige gevechten uit. Het leven aan de rand van de beschaafde wereld was altijd gevaarlijk, en naarmate die rand opschoof naar het westen, schoven het gevaar en de gewelddadigheid mee. In het zuiden waren de blanke bewoners niet alleen bang voor indianen, maar ook voor slaven die in opstand zouden kunnen komen.

Een minder voor de hand liggend deel van het antwoord is dat Amerika heel lang een surplus kende aan jonge mannelijke immigranten. Het leidde tot marginaliteit van alleenstaande mannen. Het maakte hen lastige burgers en gaf Amerika een ingebouwde tendens naar geweld en ordeloosheid. Voeg daarbij dat aan de frontier er lange tijd geen officiële instanties waren met een geweldmonopolie, en dat drank, gokken en prostituees eindeloos problemen veroorzaakten, en je hebt een krachtig mengsel voor gewelddadigheid. Tijdens de Goldrush van 1849 arriveerden 89.000 gedreven goudzoekers in Californië – vrijwel allemaal mannen. Binnen zes maanden was één van iedere vijf nieuwkomers dood, terwijl de meesten van hen hun avontuur waren begonnen in goede gezondheid en in de bloei van hun leven verkeerden.

De wapenbezitters menen dat hun recht om wapens te dragen is vastgelegd in het Tweede Amendement op de grondwet, dat zegt dat de federale overheid niet het recht van staten kan beknotten ‘om goed bewapende milities op de been te houden’. Het Amendement werd geschreven in 1790, toen de Engelsen hun kolonies nog wilden terugveroveren en Amerikanen in staat wilden zijn zich te verdedigen, ook zonder staand leger. Dankzij een volgens velen volstrekt bizarre interpretatie van het Supreme Court wordt het amendement nu gelezen als een onvervreemdbaar recht op persoonlijk wapenbezit.

De NRA is de machtigste lobby van Amerika. Weinig politici durven deze club te bruuskeren, want als de NRA besluit je het leven zuur te maken, dan ga je een moeilijke campagne tegemoet. De meeste politici nemen dat risico niet. De NRA hanteert de redenering dat je op geen enkel punt van je recht op vuurwapens mag toegeven, omdat anders het hele bouwwerk aan het schuiven gaat.

De wapenindustrie heeft, anders dan we soms denken, niet geprofiteerd van het presidentschap van Trump. Grote wapenproducenten hadden gehoopt en verwacht dat de verkiezingen van Hillary Clinton en de dreiging van wapenregulering de verkoop flink zou opjagen. Toen Trump de winnaar werd, vonden de wapenbezitters het blijkbaar niet nodig om zich extra te bevoorraden. De oudste wapenproducent van Amerika, Remington Outdoor, vroeg in februari faillissement aan.

Misschien is de tijd rijp voor een aanval op het wapenbezit. Misschien maken we ons opnieuw blij met een dode mus. Hoe dat ook zij, het is hartverwarmend om jongeren dit binnenlands geweld te horen kwalificeren als terrorisme en nog nooit kreeg de NRA zo om zijn oren, met zoveel oprechte woede. Ik hoorde ook het sterkste argument sinds jaren. In een land waar de leeftijd waarop je alcohol mag consumeren op 21 ligt, is er geen enkele leeftijdsbeperking op de aankoop van wapens. De scholieren waren oprecht in hun wens om daar wat aan te veranderen, en niet omdat ze graag een biertje drinken. Misschien is het goed in herinnering te roepen dat de kiesgerechtigde leeftijd begin jaren zeventig naar 18 werd verlaagd met het argument dat als je namens je land in Vietnam mocht sneuvelen het op zijn minst mogelijk moest zijn om te kunnen stemmen. Mondige burgers, oprecht woedende scholieren, van wie de meesten in november 2018 en die allemaal in 2020 mogen stemmen: er is nog hoop voor Amerika.

Nee, dat was geen concessie op wapengebied

Het was een openbaring om de NA te horen beschrijven als een terroristische organisatie. De scholieren uit Florida deden het en worden nu door de Trumpistan-cheerleaders beschuldigd dat ze gestuurd worden door allerlei linkse bewegingen. Hieruit spreekt een cynische minachting voor de scholieren maar zo kennen we onze Trumpistani weer.

De psycho president is nog cynischer. Na talloze tweets die zijn desinteresse in alles wat niet met hemzelf te maken heeft, kondigde hij aan de verlenging van zo’n AF 15 te gaan verbieden. Never mind dat hij dat ook al aankondigde na Las Vegas maar niets deed, en dat de moord- en wapenlobby van de NRA hier ook voor is, met kenmerkend cynisme om hier iets toe te geven waar ze niets om geven, ter voorkoming van grotere schade.

Laat u niet misleiden door deze zogenaamde concessie van Trump. Al zijn anti-guns opinies van tien jaar geleden ten spijt, doet hij nu precies wat de NRA wil dat hij doet.

Onze enige hoop is dat de scholieren de energie en de drive houden om door te zetten, om die grote demonstratie in Washington werkelijk fenomenaal te maken. Ik denk dat de Democraten er goed aan doen om met hen mee te bewegen zonder al te zichtbaar de regie over te nemen.

Maar eerlijk gezegd verwacht ik er nog steeds weinig van. Dat komt omdat ik ook cynisch ben. Het Congres zit in de zak van de terroristen van de NRA, dat hebben de scholieren goed gezien. Totdat duidelijk wordt dat in november de steun van de NRA een kandidaat juist stemmen gaat kosten, zal dat niet veranderen.

Belastinghervorming wordt populairder

Recent kiezersonderzoek waarover de NYT vandaag schrijft bevestigt een van mijn zorgen voor de verkiezingen die in november in de VS worden gehouden. Het onderzoek toont groeiende steun voor de belastingverlagingen die de Republikeinen er in december doorgejast hebben. Ondernemingen hebben de Republikeinen een handje geholpen door allerlei bonussen uit te keren, ook aan gewone werknemers (loonsverhoging is een ander verhaal, daar doen ze niet aan). Veel werknemers zien ook een belastingverlaging op hun loonstrookje. Hij zal dichter bij de 1,50 dollar per week zitten die Paul Ryan in een onbewaakt moment vierde als succes (voordat hij de tweet weer verwijderde) dan bij de vette bonussen en winsten die de Republikeinse sponsors opstrijken, maar het heeft invloed.

De NYT citeert de vrouw van een startende ondernemer die 10.000 dollar minder gaat betalen dit jaar. Ze gaat het uitgeven aan een nieuwe tuin en vakanties, precies het soort stimulering dat de Republikeinen wensten, en gaat ervan uit dat iedereen profiteert van deze belastingverlaging. In de Financial Times staat vandaag een groot verhaal over groeiende investeringen in het heartland, met name in robotgedreven manufactuur. Het is een weinig belicht thema nog maar ik denk dat de overbevolking en andere factoren de kusten steeds onaantrekkelijker maken voor ondernemingen en dat het Midden Westen en Zuiden zullen profiteren.

De economie groeit als een tierelier – te hard volgens velen. De daling op de beurs lijkt een tijdelijk fenomeen, of in elk geval moet de grote kladderatsj nog komen.

Reken er dus maar op dat de Republikeinen de komende maanden dit soort onderwerpen zullen blijven belichten om hun verlies in november te beperken. Ze worden niet geholpen door het gedrag van hun president maar misschien doet dat er niet eens zoveel toe. We zijn allemaal gewend geraakt aan een idioot in het Witte Huis en het zal de Democraten nog moeite kosten om de kiezers ervan te overtuigen dat ze echt naar de stembus moeten komen.

Die opkomst is cruciaal, vooral in staten waar de Democraten mogelijk de gouverneurspost kunnen winnen. Dat is hard nodig. De Republikeinen hebben nu 35 van de 50 staten in handen. Dit is het niveau waarop bestuurservaring wordt opgedaan – vergeet niet dat tot aan Obama alleen JFK rechtstreeks van de Senaat naar het presidentschap ging. Sinds Carter waren alle anderen gouverneur geweest, met uitzondering van oude Bush die andere overheidservaring had. Trump had natuurlijk helemaal geen ervaring.

De toekomst van Amerika als democratie met een kleine d wordt op staatsniveau bepaald. Daarom zijn de verkiezingen in november zo belangrijk, ook al is de kans dat de Democraten zowel in het Huis als in de Senaat een meerderheid halen nog steeds niet overweldigend. Dit is een scenario dat de Democraten bekend moet voorkomen. Ze hielden vol – terecht – dat Obamacare op de lange termijn populair zou zijn, wat de ideologische tegenstanders en de obstructionisten van de GOP er ook van mochten zeggen. Nu gebeurt hetzelfde met de belastinghervorming. Het verhaal van de Republikeinen is indringender en consistenter dan dat van de Democraten – tot nu toe.

Trump op weg naar grootse scores in de presidenten top 44

Donald Trump heeft de ambitie om een groots president te worden, wat zeg ik, de greatest, een fenomenaal succes, ongekend, een voorbeeld voor de eeuwen.

Ah well, de werkelijkheid kwam er even tussen. Ik heb sinds Trumps eerste stappen als president betoogd dat hij met Buchanan, Harding, Pierce en Andrew Johnson zou strijden om de laatste plaats in de presidenten top 44. Het lijkt erop dat hij daarin met glans gaat slagen.

Het is natuurlijk maar een momentopname, maar bij de peiling van historici wie de belangrijkste, invloedrijkste, beste presidenten waren, komt Trump al meteen in die contreien terecht. Mede dankzij Trumps voorbeeld van wat een president niet moet zijn, komt Obama in eens veel hoger uit (en Republikeinse historici zetten Reagan veel hoger).

Een leuk gezelschapsspel, het kwartetten met presidenten maar niet zonder betekenis. Ik moet vaststellen dat de top 5 al decennia hetzelfde is. Daarna wordt het wat minder zeker. Eisenhower en Truman houden vast aan hoge posities, ook al konden beiden tijdens hun leven geen hoge scores bereiken. Andrew Jackson, indianenuitmoorder en autoritaire populist, lijkt te zakken.

Biografieën helpen ook. Dankzij een nieuwe Ron Chernow vuistdikke bio kan Grant zich ontrukken aan de onderste tien. Tot mijn verrassing duikt McKinley ineens op in de top tien van de Republikeinse historici. Dat moet te maken hebben de bewondering voor die man van Karl Rove, de promotor van kleine Bush, en een recente lovende biografie. Ik zie er nog niet zoveel in.

De oude Bush komt er bij alle groepen historici beter uit dan de afgelopen jaar het geval leek. Hij had in elk geval een idee van buitenlandse politiek, al wist hij binnenlands niet wat hij wilde.

Klik hier om uw eigen gevoel over presidentiële grootheid te toetsen.

Is er werkelijk wat veranderd?

Een vriendin die lang in Amerika heeft gewoond, heeft het gevoel dat nu, na de schietpartij in Florida, er iets is veranderd. Ik was en blijf sceptisch maar ik moet toegeven dat ik nog niet zo openlijk en zo indringend argumenten tegen de NRA heb gehoord – hoewel, na Sandy Hook was daar ook sprake van.

Trump helpt door op de FBI te kafferen en mensen die deze jongen niet aangaven verantwoordelijk te houden. De congresleden krijgen het nu vol op hun kin, met oproepen om geld van de moord- en wapenlobby te weigeren. De scholieren vormen een nieuwe generatie van anti-wapensactivisten – wie weet wat het oplevert.

Ik blijf sceptisch.

Jacob Riis en How the Other Half Lives in Foam, Amsterdam

Aanrader in het Foam fotomuseum Amsterdam: Jacob Riis en de foto’s die Amerika wakker schudden en van Theodore Roosevelt een progressieve president maakten.

 

Jacob August Riis werd geboren in Denemarken, in 1849. Hij ging in 1870 naar Amerika, om als leerlinggezel van een timmerman zijn brood te verdienen. Riis kwam net op een moment dat de Amerikaanse economie in een depressie zat, de post-burgeroorlog terugslag, en onderging aan den lijve de problemen van de nieuwkomer. Meestal geen werk, hongerig en dakloos, geregeld de nacht doorbrengend in een politiekbureau. Hij deed van alles en nog wat, liep zelfs van New York naar Philadelphia om werk te krijgen bij een Deense familie die hij kende. Na drie barre jaren vond Riis werk bij een nieuwsorganisatie in New York.


In 1877 werd hij politieverslaggever voor de Tribune en het Associated Press Bureau. Het hoofdkwartier van de politie was in Mulberry Street, midden in de sloppenwijken van de East Side. Jarenlange observaties van de ellende in deze wijk maakten van Riis een begripsvolle en bewogen reporter. Vooral ‘The Bend’, het hart van Mulberry Street – ooit een koeienpad maar in de jaren zeventig centrum van de sloppenwijken – verafschuwde hij voor wat hij er dagelijks zag.

Huisjesmelkers probeerden zoveel mogelijk te profiteren van de opeenvolgende stromen immigranten die hier opdoken. Eerst ieren, daarna Duitsers, Joden en Italianen, die ze onderbrachten in donkere, ongeventileerde en ongezonde appartementen (‘tenements’). De overbevolking was enorm. Erger nog waren de Street Arabs, de kinderen die op straat sliepen, overleefden door voedsel te jatten en als ze oud genoeg werden, lid werden van het leger van dieven en oplichters.

Riis schreef er iedere dag verhalen over en in 1884 leidde dat tot een benoeming in de Tenement House Commission. Als journalist had Riis gezien wat de kracht van foto’s kon zijn – zeker nu Eastman de rolletjesfilm had ontdekt en een gemakkelijk draagbare camera ontwikkelde. De rijke helft van de samenleving kon gemakkelijk negeren wat er in de rest gebeurde, maar het was moeilijker om foto’s van de werkelijkheid te ontkennen. Hij leerde zichzelf foto’s maken, niet zonder problemen, want hij stak tot twee keer toe de appartementen die hij wilde fotograferen in brand.

Tussen 1888 en 1890 schreef hij How the Other Half Lives, geschreven met morele verontwaardiging, voorzien van onontkoombare feiten en misschien nog wel indringender foto’s. Helaas konden de foto’s met de stand van de boekdrukkunst niet worden afgedrukt en moesten ze nagetekend worden. De impact van het boek is nu groter dan hij in 1890 was. Een van de lezers was de jonge Theodore Roosevelt, die politie commissaris zou worden en later gouverneur van New York.

Wie de foto’s nu bekijkt, wordt getroffen door de verlepte uitstraling van deze moegebeukte mensen. De barre leefomstandigheden komen op de foto’s sterker over dan het gevoel dat je krijgt als je het Tenement Museum bezoekt. De smerigheid van de straten, van de appartementen, de politielokalen: letterlijk onvoorstelbaar.

De volgende 25 jaar hield Riis lezingen met lichtbeelden, schreef artikelen en boeken. Iemand schreef over de voorstellingen dat ‘zijn toeschouwers kreunden, rilden, flauwvielen en zelfs tegen de foto’s praatten wanneer ze op de muur verschenen, reagerend op de beelden niet als beelden maar als een virtuele werkelijkheid die de sloppen van New York direct binnenbracht in de zaal’. Riis publiceerde verder de Children of the Poor (1892), Out of Mulberry Street (1898), The Battle with the Slum (1902) en Children of the Tenement (1903). In 1901 publiceerde Riis zijn autobiografie, getiteld The Making of An American. Hij stierf in 1914.

Mueller legt het fundament

De strategie van speciale onderzoeker Mueller kreeg gisteren nieuwe helderheid. Hij klaagde dertien Russen aan voor hun illegale bemoeienissen met de Amerikaanse verkiezingen. Mooi maar waarschijnlijk levert het weinig daadwerkelijke arrestaties op.

Wat het wel deed was onomstotelijk vastleggen dat de Russen betrokken waren bij die verkiezingen en dat ze Trump hielpen. Daarmee is een van de hoekstenen van Trumps tweetnonsens weggeslagen: er was wel degelijk Russische inmenging. Dat hebben diverse hoofden van inlichtingendiensten al gezegd maar Trump heeft het steeds weggewuifd, hetzij omdat hij mede schuldig is, hetzij omdat het in zijn bekrompen geest zijn overwinning minder geslaagd maakt.

Belangrijk is dat Mueller zichzelf nu ook minder kwetsbaar heeft gemaakt voor Trump capriolen. Hopelijk helpt het ook om de Republikeinse publieke opinie die wel degelijk door de psycho laat beïnvloeden enig tegenwicht te bieden. Te veel domme mensen nemen Trumps woorden nog serieus.

Op deze basis kan Mueller verder bouwen om Kushner en Fredo Trump in zijn vizier te krijgen, en op de achtergrond te bouwen de obstruction of justice zaak tegen Trump zelf.

De kans dat Trump Mueller kan ontslaan is vandaag een stuk kleiner dan hij gisteren was (al denk ik dat die gisteren ook niet zo groot was – zelfs een psycho als Trump kon inzien hoeveel problemen dat zou opleveren).

Complimenten voor Pia Dijkstra

Ik moet bekennen dat ik nogal sceptisch was (ik druk me voorzichtig uit) toen Alexander Pechtold indertijd Pia Dijkstra op de lijst voor de Tweede Kamer parachuteerde. Ik vond het een rare manoeuvre vooral erop gericht om te profiteren van haar naamsbekendheid.

Wat daar ook van mocht zijn, ik neem mijn scepsis terug, in elk geval wat de kwaliteit van Dijkstra als kamerlid betreft. De donorwet verdient alle complimenten, hopelijk weet ze ook de voltooid leven wet langs de bijbelpolitici te sluizen.

Een goed kamerlid, iemand die initiatieven neemt die anderen laten liggen bewindslieden niet aandurven. We zouden er meer van kunnen gebruiken.