Jumping the gun

De psycho claimde na Charlottesville dat hij eerst alle feiten op tafel wilde en dan zijn mening gaf. Daarom hield hij zijn mond en veroordeelde niet. Daarom wachtte hij ook drie dagen (of wachten we nog steeds?) met reageren op de zware aardbeving in Mexico.

Maar het is vrijdagochtend, de televisie in het Witte Huis staat te blaten en daar is hij met snel commentaar op de aanslag in Londen:

Another attack in London by a loser terrorist.These are sick and demented people who were in the sights of Scotland Yard. Must be proactive!

Niet erg nuttig, vindt de Londense politie met Engels understatement.

Sessions liet zich afbekken door Trump maar heeft een eigen agenda

Jefferson Beauregard Sessions uit Alabama. Jefferson naar Jefferson Davis, de president van de Confederatie, Beauregard naar een van de gevierde zuidelijke generaals. Jeff was senator voor Alabama, de staat waar het lelijkste racisme van de twintigste eeuw zich in volle afzichtelijkheid ontrolde – nou ja, de rest van het Zuiden wist er ook wel weg mee. Alabama, de staat van superracist George Wallace – ‘segregation today, segregation forever’. Een staat om trots op te zijn, de staat van Sessions.

Kleine Jeff sprong als eerste op de Trump trein en werd beloond met een speeltuin voor een politicus die het Zuiden, het lelijke Zuiden, nooit achter zich had gelaten: het ministerie van Justitie. In processen waar de overheid, afdeling burgerrechten, aan de kant stond van degenen die protesteerden tegen de beperking van kiesrecht in Republikeinse staten, schaart het ministerie zich nu achter die staten. Het strafrecht wordt weer bijgesteld naar ouderwetse normen: sluit ze op, vooral als ze kleine drugscriminelen zijn (oh ja, die zijn toevallig ook zwart).

Kleine Jeff met zijn rode koontjes werd in mei door de psycho aan wie hij zijn baan dankt, behandelt als oud vuil. Hij werd uitgescholden door een Trump die meer dan normaal de weg kwijt was. De reden, de benoeming van Mueller tot speciale onderzoeker, die Jeff op zijn brood kreeg omdat hij na leugens over ontmoetingen met Russen zich van dat onderzoek had teruggetrokken.

Het moet worden gezegd: Sessions trok de enig mogelijk conclusie voor iemand die enig gevoel voor eigenwaarde heeft, hij diende zijn ontslag in. Er zijn nog wat andere lieden die dat ook hadden moeten doen, waaronder Gary Cohn, de joodse economische adviseur die zich ineens naast een pro-kkk president bevond. 

Jeff trad terug maar Trump bedacht zich. Niet omdat hij Jeff ineens had vergeven – hij bleef de hele zomer zeiken – maar omdat het nog meer schade zou opleveren voor zijn rampenregering. Helaas, kleine Jeff bleef niet bij zijn aftreden, vroeg niet om verontschuldigingen van de belediger-in-chief maar ging gewoon door met zijn kwade werken op Justitie. Begrijpelijk want zo’n kans om zuidelijke waarden toe te passen op de rechtsstaat zou hij nooit meer krijgen.

Nu is bekend geworden hoe deze episode zich heeft ontrold. Laten we zeggen: het valt moeilijk om medelijden en mededogen te hebben met Sessions. Hij verdient alles wat de psycho hem aandoet. Maar we moeten geen illusies hebben, net als andere ‘we dienen de goede zaak’ politici, heeft Sessions een agenda die hij vastbesloten wil uitvoeren. Zijn kwade zaak is groter dan het kwaad van Trump, meent hij.

Sessions verdient alles wat hem nog te wachten staat van de psycho en dan nog wat.

Applaus verzekerd

Ik zat gisteren naar de live stream te kijken van de openingsnacht van het Concertgebouw Orkest. Ongelooflijk dat dat kan. Kanaal 608 van Ziggo.

Maar wat me vooral opviel was dat de in avondkleding gehulde bezoekers, die kaartjes van tussen de 150 en 300 Euro hadden betaald (of via hun bedrijf hadden gekregen), blijkbaar zelden of nooit in het Concertgebouw zijn te vinden. Ze applaudisseerden tussen de delen door van de 8ste Symphonie van Dvorak.

Ik ben geen snob. Hoe meer mensen van klassieke muziek genieten hoe beter. En hoe meer geld het Concertgebouw binnenkrijgt, hoe beter. Maar het deed me denken aan die concerten waar een bedrijf twee rijen had opgekocht, plus de mogelijkheid te borrelen in de pauze. Daar zaten vaak mensen die helemaal niet gaven om de muziek, babbelden en vooral gezien wilden worden en de pauze uitrekten tot bijna een half uur. En als ze niet op verkeerde momenten applaudisseerde, in slaap vielen.

Enfin, de kop is eraf. Het was verder een mooi concert, zij het wat bij elkaar geraapt om voor iedereen wat te hebben.

Zelfs zijn hard core achterban vertrouwt Trump niet meer

Nu is iedereen kwaad op Trump. De Dreamers deal – als er een deal is die doorgaat – is een verstandige move van een president die het midden opzoekt en probeert door beide partijen gesteund beleid te voeren.

Het raadsel is waarom Trump dit nu doet. Het is te laat om zijn presidentschap te redden met grote initiatieven. Het is te laat om de Democraten aan boord te krijgen. Deal of geen deal, ze zullen deze man nooit vertrouwen. 

Voor de main stream, nou ja, de hebberige Republikeinen, de gewone lage-belastingen lui, was dat vertrouwen al tot nu gezakt. Steun voor Trump in presidentieel functioneren kwam van de hard core, onverbiddelijke fans. Zouden die hem nu blijven steunen?

Het wordt interessant de volgende peilingen te zien. Daar zal zeker geen opeens opbloeiende liefde van kiezers in het midden blijken, maar zijn de kiezers op populistisch rechts nog aan boord?

Bovendien moet een deal door een Republikeins congres worden goedgekeurd. Durven die hun eigen president, zelfs al heet die Trump, te blokkeren? Dat zou aardig zijn maar niet goed voor wat nog resteert van zijn regeerkracht.

JFK moest in Cuba de militairen intomen

Willem Post vergeleek in de NRC de situatie in Korea met wat Cuba was voor JFK. Los van de vraag of Trump het gezond verstand heeft dat nodig is om op die manier op te treden, ontbrak een kritisch element in het verhaal. 

Tijdens de Cuba crisis waren het de militairen die graag direct intervenieerden, die in de aanval wilden gaan. De militairen in de regering Trump worden nu geacht een temperende factor te zijn. Maar dan gaat de vergelijking met JFK nauwelijks meer op.

Hieronder het kader over de crisis in mijn Geschiedenis van de Verenigde Staten die op 26 september in de winkel ligt.

 

 

 

 

 

 

 

 

Cubacrisis

In de loop van 1962 toonden luchtfoto’s van Cuba aan dat het door Fidel Castro geleide en door Moskou gesteunde land bezig was met voorbereidingen voor het plaatsen van korteafstandsraketten uit de Sovjet-Unie. President Kennedy kon deze dreiging in zijn eigen achtertuin niet accepteren. Een dertien dagen durende crisis volgde. De wereld was nooit dichter bij een kernoorlog. Een deel van zijn regering wilde een preventieve aanval doordrukken, maar Kennedy besloot tot een blokkade toen hij hoorde dat er Sovjet-schepen met oorlogsmateriaal onderweg waren. Hij gaf ze de keuze om om te draaien of een directe confrontatie aan te gaan met de Amerikaanse marine. De supermachten stonden ‘eyeball to eyeball’ en, zoals het historisch oordeel luidt, Chroesjtsjov knipperde het eerst en stemde in met het terugtrekken van de raketten.

In alle eenzaamheid en met een verbeten doorzettingskracht woog Kennedy de kansen en mogelijkheden, en deed uiteindelijk op het grote schaakbord van de wereldpolitiek alleen maar de juiste zetten. In eerste instantie luisterde hij vooral, daarna pakte hij de leiding en stond die niet meer af. Kennedy weerhield de haviken van een te agressieve benadering en weerstond de Joint Chiefs of Staff.

De blokkade begon om tien uur ’s ochtends op 24 oktober. Na één waarschuwingsschot wendden Sovjet-schepen de steven. Tegelijkertijd deed de regering-Kennedy een onderhandelingsaanbod voor de verwijdering van raketten in Turkije in ruil voor het afzien van raketten op Cuba. Tijdens de onderhandelingen besloot Kennedy om een boodschap van Chroesjtsjov te negeren en door te werken met een eerdere die meer ruimte bood. Uiteindelijk slaagde men erin de crisis te bezweren. Als gevolg van de Cubacrisis werd tussen Moskou en Washington de hot line aangelegd, een directe telefoonlijn die de communicatie in tijden van crisis moest vergemakkelijken.

Uit de weg, daar komt het Amerikaanse ziekenfonds

Bernie Sanders kwam vandaag met een nieuw plan voor ziekekostenverzekering, in essentie een ziekenfonds voor iedereen. Wil je bijverzekeren, prima, maar de basis is voor iedereen hetzelfde.

Het is duurder voor de overheid dan de huidige plannen maar daar staat tegenover dat a) iedereen verzekerd is, b) bedrijven niet meer in de secundaire voorwaarden hoeven te rotzooien, c) een einde komt aan de irritatie van zowat iedere Amerikaan als hij met zijn verzekeraar in de slag moet om vergoed te krijgen wat hij dacht dat vergoed zou worden.

Ik moet bekennen dat ik vorig jaar tegen Sanders’ plannen was. Het leek me onverstandig om Obamacare weer helemaal te vervangen. Inmiddels is de situatie veranderd. De Republikeinen zijn lelijk op hun bek gegaan met hun pogingen Obamacare de nek om te draaien zonder een serieuze vervanging te kunnen vinden. Ik denk dat het klimaat rijper is, misschien nog niet rijp genoeg.

De joker is de psycho die in momenten van helderheid op het Australische systeem heeft gewezen dat Sanders als voorbeeld heeft, en die tijdens de campagne een beter, groter, mooier plan beloofde. Ik zie hem nog niet aan boord komen, maar sluit het ook niet uit.

Ik vrees dat de eerste reactie van een redelijk columnist als Dana Milbank van de Washington Post typerend zal zijn. Titel: de Democraten zijn socialisten geworden. Huh? Maar dat zal het verhaal zijn. 

What the f**k happened? Clinton weet het niet.

Besproken boeken:

Shattered. Inside Hillary Clinton’s doomed campaign door Jonathan Allen and Amie Parnes. Crown Books

Devil’s Bargain. Steve Bannon, Donald Trump and the storming of the presidency door Joshua Green. Penguin Press.

What Happened door Hillary Clinton. Simon & Schuster (Kindle edition)

In haar nieuwe boek legt Hillary Clinton uit wat er gebeurd is, hoe ze een vrijwel zeker geachte overwinning in de presidentsverkiezingen verspeelde. Al lezend kreeg ik het gevoel dat iets mis is gegaan bij de productie. What happened mist een vraagteken. What the f**k happened? zou beter geweest zijn. Als deze drie boeken over de campagne iets onderstrepen dan is dat precies het probleem met Clinton: er niets van begrijpen. Niet waarom ze verloor. Niet waarom de Clintonhaat zo diep zat. Niet wat het Trump fenomeen betekende. Niet waarom ze een slechte politica is.

Net als vrijwel ieder ander heb ik in 2016 alles verkeerd voorspeld. Behalve een doorwaakte nacht, een week voor de verkiezingen, was ik er vrij zeker van dat Clinton zou winnen. Ik had beter naar mezelf moeten luisteren want met al die foute voorspellingen had ik één ding goed gezien, in een artikel in 2013 en nog eens in 2015: dat Hillary Clinton een ramp zou worden voor de Democraten. Kort samengevat: te oud, geen visie, politiek toondoof, slap minister, de Clintonbagage en door haar aanwezig blijven de Democratische partij op slot gooiend. Vooral het laatste: rondom Hillary was het dood in de pot. (ook in de Volkskrant, voorjaar 2015)

Clinton klaagt dat Bernie Sanders haar ondermijnd had, haar boodschap had verzwakt en de afkeer van de Clintons had versterkt. Dat klopt, Sanders deed dat allemaal. Maar hij kon enkel een serieuze kandidaat worden omdat Clinton alle andere kandidaten had weggejaagd. Anders gezegd: door haar dominantie creëerde Clinton zelf de campagne van een 73-jarige dwarsligger die zichzelf socialist noemde en niet eens Democraat was. Als andere kandidaten waren opgedoken, jonger, aantrekkelijker en met meer visie dan Clinton dan was Sanders nooit aan bod gekomen.

Sanders zag de zwakte van Clintons agenda en had een beter oor voor het sluimerende ongenoegen. Hij bereikte studenten en in een later stadium arbeiders. Belangrijker was dat hij een verhaal had: we worden genaaid door de mensen die macht hebben. De onderdelen pasten daar feilloos in, zowel de kwaaie pieren (bankiers, gevestigde politici, lobbyisten, grootkapitalisten met buitengewone invloed, en ja, de Clintons) als de beleidsvoorstellen (ziektekostenverzekering voor iedereen, gratis onderwijs, hogere belastingen voor de rijken). Ze had een pakket doordachte position papers, gedetailleerd en te vinden op de website. Maar geen verhaal.

Ook FBI-directeur James Comey komt er bij Clinton slecht af. Op een aantal punten heeft ze gelijk, maar de email affaire in het State Departement behandelde Clinton op de slechtst mogelijke manier. Ontkennen, bagataliseren, nuanceren en als het echt niet anders meer kan je verontschuldigingen aanbieden: ze volgde het slechtst mogelijke en zeer herkenbare Clintonpatroon.

Toen Comey in oktober met zijn tweede ronde verdachtmaking kwam, waren Trumps cijfers al behoorlijk gestegen. Devil’s Bargain, Joshua Greens boek over Steven Bannon, biedt een beter inzicht in deze campagne dan beide andere boeken. Green beschrijft Bannons achtergrond, zijn poging een kandidaat te engageren en zijn besef dat Trump degene was die zijn nationalistische ideeën kon verwoorden (eerdere favorieten als Sarah Palin en Michele Bachman waren te dom). Bannon pikte Trumps campagne op tijdens de zomer, toen de man was vastgelopen in ongedisciplineerd geratel en het Pussy grabing-schandaal. Bannons recept was eenvoudig: speel de afkeer van Clinton (beide Clintons), hun vermeende corruptie, hun banden met Wall Street, de inderdaad rare contacten met de Clinton Foundation, de misdragingen van oude Bill en Hillary’s toedekken ervan, voor wat ze waard waren. Ga ervoor.

Bannon is een interessante vent, ongeveer zoals Raspoetin en Mussolini interessant waren. Wat mij het meest verraste was de informatie over de kijkcijfers van Trump met zijn The Apprentice. We wisten dat die hoog waren maar hij bleek ook een ongewoon divers publiek te bereiken. Marketingspecialisten keken verwonderd op van de populariteit van het programma onder zwarten en Hispanics, de producenten zorgden er ook voor kandidaten uit deze groepen te hebben. Politieke junkies dachten dat Trump die diverse achterban wel eens zou kunnen gebruiken om een politiek ambt te winnen. Uiteindelijk verbrandde Trump al die diversiteitsschepen door boze blanke kiezers tot achterban te nemen. Het is en blijft een aardige ironie: Trump had diverse groepen aan zich kunnen binden maar versloeg Clinton die identiteitsbeleid tot haar kenmerk had gemaakt door zich te richten op juist die ene identiteit die Clinton liet liggen.

Jazeker, Trump en Bannon speelden zonder enige terughoudendheid op racisme. Hun focusgroepen toonden dat mensen niet zozeer wat hadden tegen Obamacare of grote overheidsprogramma’s maar wel tegen president Obama. Niet de Republikeinse agenda haalde kiezers over maar afkeer van de gevestigde machten, van de groepen waarvan die hen links en rechts inhaalden – met hulp van de Democraten. Klonk dat allemaal racistisch? Maakt niet uit, zei Bannon. Dat kost ons geen enkele stem. Hij had gelijk.

Het zielloze identiteitsbeleid van Clinton was dodelijk. Je voelde het aan je water: iedere keer als ze het had over LGBT (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender) dreven er kiezers weg, zeker als die kreet volgde op een lijst van vrouwen, hispanics, zwarten, asians en wie al niet. In haar boek schrijft Clinton uiteindelijk de afkeer van haar persoon toe aan haar sekse. Van mij mag ze, maar het is een drogreden. Clinton was hopeloos en niet omdat ze een vrouw was.

Of je de afkeer van de Clintons, Bill, Hillary en Chelsea, nu gerechtvaardigd vind of niet (ik kan meevoelen), hij bleek te bestaan en hij bleek sterker dan de Clinton-campagne dacht. Dat Hillary zelf die afkeer niet onderkende, is beter te begrijpen dan dat haar campagnemanagers het compleet misten. Al sinds de jaren negentig werd er geschreven over ‘Hillaryland’: een reservaat van mensen die onvoorwaardelijk en kritiekloos achter Clinton stonden. Zo onvoorwaardelijk dat ze haar zwakke punten niet onderkenden. Voor andere Amerikanen betekende ‘de Clintons’ schandalen, ontkenningen, gekonkel, leugens en bovenal een uitstraling van ‘regels gelden voor ons niet’. Sanders (Hillary’s geheimzinnige Wall Street toespraken) en Trump (de corrupte Hillary kliek: sluit ze op) speelden er feilloos op in. Het raadsel is dat de Clinton-campagne dit niet voorzag. Had niemand haar zwakheden in 2008 geanalyseerd? Haar politieke toondoofheid, haar gebrekkige leren van eerdere ervaringen, van haar falen in 1994 tot de campagne van 2008, haar broekpakken oubolligheid, haar saaie toespraken.

Shattered draagt alle kenmerken van een boek dat zou hebben moeten eindigen met Clintons presidentschap. De overwinningstoespraak zou gehouden worden in New York waar in de grote hal een glazen plafond aan stukjes zou gaan. De ondertitel werd Inside Hillary’s Doomed Campaign. Goed gekozen want achteraf was niemand verrast door de teloorgang van Hillary Clinton. Vanaf het allereerste begin was dit een missie die alleen maar fout kon lopen. Er zijn van die processen die zich ontrollen simpelweg omdat ze op gang gekomen zijn. Omdat niemand ‘halt’ roept, omdat de hoofdpersoon geen zelfkennis heeft, niet weet wanneer genoeg genoeg is.

Clintons ‘perfect’ georganiseerde campagne bleek slechtere informatie over de kiezers te hebben dan die van Trump. Green schrijft dat de Trump campagne in oktober zijn peilgroepen bijstelde, uitgaande van een hogere opkomst van oudere, blanke en mannelijke kiezers. Ineens realiseerden ze zich dat staten als Pennsylvania, Michigan en Wisconsin in play waren. Terwijl een overmoedige Clinton campagne voerde in Arizona, concentreerden Bannon en Trump zich op staten waar ze een kans roken voor onversneden populisme. Zo gooiden alles in de strijd met een keiharde voorkeur voor de meest vulgaire en ongenuanceerde Clinton-haat. De Clinton-campagne zag het pas een week voor de verkiezingen en toen was het te laat.

Had Clinton kunnen winnen in 2016? Jazeker, maar het had een andere kandidaat vereist dan Hillary Clinton was. Terugkijkend vermoed ik dat Clinton van elke Republikein had verloren. Het beste bewijs is te vinden in What Happened. Hillary Clinton heeft simpelweg niet de capaciteit om te leren, om koel te analyseren en om te concluderen: het probleem was dat ik de kandidaat was. Wat er gebeurde was dat Hillary Clinton, door ambitie verteerd, niet de juiste conclusie trok uit het drama van 2008. Dat was haar jaar.

Als ik als eenvoudige scribent dat in 2015 kon voorzien dan hadden honderden anderen, dicht bij Hillary Clinton en ver weg, dat net scherp kunnen analyseren. Ik claim geen buitengewone voorspellende vaardigheden. De zwakheden van Hillary Clinton en haar kliek waren voor iedereen te zien. Ik had gewenst dat ik ongelijk had gehad.

Jazeker, Trump had een succes kunnen zijn

Als ik zo vrij mag zijn mijn eigen trom te slaan: in de Washington Post schrijft E.J. Dionne over Trumps samenwerking met de Democraten. Stel dat hij dat vanaf het begin had gedaan. Stel dat hij een infrastructuurplan had voorgesteld, verbetering van Obamacare ….

Precies het verhaal dat ik een paar weken geleden schreef.Het is nu moeilijk meer voor te stellen maar Trumps presidentschap had een waanzinnig succes kunnen zijn. Quod non.

Acht mensen dood. Tja, shit happens.

Ergens daar onder de radar, in Plano, Texas, vond gisteren een massamoord plaats. Iemand schoot zeven mensen dood, verwondde er twee en werd zelf doodgeschoten door een politieagent.

Misschien dat Irma alle aandacht opzoog, of de psycho in wat hij ook maar deed, maar het is vreemd dat dit ‘incident’ nauwelijks aandacht kreeg. 

Of misschien juist niet. Wapengeweld is zo gewoon in Amerika, dagelijks in Texas waar iedereen open en bloot met wapens mag rondlopen, dat we immuun geworden zijn voor dit soort informatie. 

Misschien komt er iets goed uit die orkanen

Vandaag in de Morgen, België

Terwijl de orkanen over Amerika razen past vooral compassie met de slachtoffers. Op een heel andere niveau van observatie bieden deze natuurrampen een beeld van wat Amerika Amerika maakt. Er is burenhulp, er zijn moedige mensen, er was zelfs een president die zijn medeleven toonde. Dat was zo in Texas, twee werken geleden, dat zal zo zijn in Florida deze week. En bij de volgende natuurramp. Amerikanen zijn een sociaal volk, hulpvaardig en meelevend.

Maar het beeld is tweeslachtig. Want terwijl ze nu een beroep doen op overheidssteun gelden Florida en vooral Texas als de grootste overheidshaters van het land. En dat ook nog terwijl de aangerichte schade groter is dan nodig juist omdát ze niet willen horen van regulering en beperkingen van de individuele vrijheid om te bouwen waar je maar wil.

Houston is gebouwd op een plek waar je, had je erover nagedacht, je nooit een stad zou bouwen. Een moerassig, zompig gebied met klamme zomers. Maar Houston groeide en groeide, was er trots op dat het geen regels kende voor bouwvergunningen. Dat was de Texaanse manier om zaken te regelen: ze niet regelen. De gebieden die overvloedig water rondom Houston op natuurlijke wijze afvoerden werden volgebouwd, asfalt sloot de bodem af. Iedereen wist wat de risico’s waren: Harvey was de derde gigastorm in tien jaar. Lobbyisten voorkwamen dat er een verzekeringsprogramma was voor overstromingen. In Houstons pro-business omgeving passen geen regels. De overheid is je vijand.

In Florida geldt een vergelijkbaar verhaal. Tot de jaren 1920 was het te onaangenaam om te wonen. Met de airconditioning dijde Miami uit. Delen van de Everglades en de moerassige gebieden in het midden van de staat werden drooggelegd – Disney World bij Orlanda is op een dergelijk gebied neergezet. De waterhuishouding is problematisch. En ja, ook Florida is over het geheel genomen een conservatieve staat waar ze liever niets te maken hebben met de overheid of belastingen. met een rabiaat conservatieve gouverneur.

Nu er daadwerkelijk schade is, horen we ineens een ander geluid. Nu roepen de Texaanse senatoren Ted Cruz en John Cornyn het hardst om overheidshulp uit Washington. Dit zijn dezelfde politici die in 2012 campagne voerden tegen overheidshulp voor de slachtoffers van de orkaan Sandy, die toen een deel van New Jersey en New York onder water zette. Cruz en zijn conservatieve soortgenoten hebben een vast patroon: ze zijn tegen overheidsbemoeienis behalve als hun achterban de overheid nodig heeft.

Vorige maand nog probeerden Cruz en andere Republikeinen honderden miljoenen dollars weg te halen bij FEMA, de noodhulp dienst van de federale overheid. Sommige Republikeinen zijn zo anti-overheid dat ze zelfs na Houston en met schade in Florida in het vooruitzicht tegen noodhulp stemmen. De 15 miljard dollar die het Congres afgelopen vrijdag vrijmaakte voor ramphulp in Texas was gekoppeld aan verhoging van het schuldenniveau van de overheid. Dat zat vier afgevaardigden uit Texas en twee uit Florida zo dwars dat ze tegenstemden. Dat gold ook voor twee afgevaardigden uit Florida. Het wordt interessant te zien hoe hun achterban dat ontvangt.

Misschien is het te optimistisch om te hopen dat uit de persoonlijke en maatschappelijke ellende van miljoenen Amerikanen iets goeds komt. Wellicht kunnen ze nog eens goed nadenken over de rol van de overheid, over de rol van belastingen, regulering en brede proactieve bescherming. Gegeven de tweeslachtigheid van de Amerikaan, zelfs als zijn huis onder water staat, is het waarschijnlijk te veel gevraagd. We blijven hopen.